Hyundai Azera 2011 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2011, Model line: Azera, Model: Hyundai Azera 2011Pages: 304, PDF Size: 33.4 MB
Page 41 of 304

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
29
WAARSCHUWING:
Het neerklappen van de leuningen van de achterbank is bedoeld voor het vervoeren van lange voorwerpen.Het is niet toegestaan dat passagiers tijdena het rijden op een neergeklapte leuning plaats nemen. Dit kan bij eenaanrijding of een noodstop verwondingen tot gevolg hebben, omdat geen goede zitpositie kanworden gewaarborgd en geen gebruik kan worden gemaakt van veiligheidsgordels bij neergeklapterugleuningen.!
B110A01NF-GXT NEERKLAPBARE VAN DE ACHTERBANK
o Plaats de gordel achterin in de geleider om beschadiging te voorkomen.
o Ontgrendel de rugleuning door aan de handel te trekken en trek de rugleuning naar voren.
o Bij het weer omhoog klappen van de leuning moet worden gecontroleerdof deze weer goed vergrendeld is,door hem aan de bovenzijde naar voren en achteren te drukken. OTG030301 Hoofdsteun De zitplaatsen achterin zijn voor extra veiligheid en comfort van de inzittenden voorzien van hoofdsteunen.De hoofdsteun biedt niet alleen com- fort, maar helpt tevens bij de bescherming van hoofd en nek van deinzittenden bij een aanrijding.
OBH038076L
*
* indien gemonteerd
Page 42 of 304

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
30
!WAARSCHUWING:
o Voor een optimale bescherming in geval van een aanrijding moet de hoofdsteun zo afgesteld zijn dat het midden van de hoofdsteunzich op dezelfde hoogte bevindt als het zwaartepunt van het hoofd van de inzittende. Over hetalgemeen bevindt het zwaartepunt van het hoofd zich op dezelfde hoogte als de bovenzijde van deogen. Zorg dat de hoofdsteun zich zo dicht mogelijk bij uw hoofdbevindt. Het gebruik van een kussen waardoor het lichaam verder van de rugleuning af komtwordt afgeraden.
o Gebruik de auto niet als de
hoofdsteunen zijn verwijderdomdat dan in geval van een aanrijding ernstig letsel kan ontstaan. Een goed afgesteldehoofdsteun biedt een zo optimaal mogelijke bescherming tegen ernstig nekletsel. Afstellen van de hoogte (Indien gemonteerd) Hoger: trek de hoofdsteun omhoog om hem in de gewenste positie (1) te zetten. Lager: druk de ontgrendelknop (2) in enlaat de hoofdsteun in de gewenste positie (3) zakken.
Verwijderen (Indien gemonteerd) Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk omhoog en druk vervolgens de ontgrendelknop (1) in om de hoofdsteunte verwijderen (2). Stop, om de hoofdsteun terug te plaatsen, de pennen van de hoofdsteun(3) in de gaten terwijl u de ontgrendelknop (1) indrukt. Stel de hoofdsteun vervolgens af op de gewenste hoogte.
OTG030012
OTG039013
!WAARSCHUWING:
Zorg dat de hoofdsteun wordt vergrendeld nadat deze is versteld,zodat de inzittenden optimaal beschermd zijn.
Page 43 of 304

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
31
!WAARSCHUWING:
Voor de veiligheid van de passagiers in het van belang dat bagage of andere voorwerpen niet boven derugleuning van de achterbank uitsteken.
VEILIGHEIDSGORDELS
SB090C1-FX Oudere kinderen Kinderen t/m 12 jaar moeten altijd op de achterbank worden meegenomen. Hetis aan te bevelen de veiligheidsgordels te gebruiken. Let erop dat het kind tijdens het rijden niet tussen de beidevoorstoelen of op de zitting gaat staan of knielen. C020302ACM Zwangere vrouwen Ook zwangere vrouwen wordt geadviseerd de veiligheidsgordel tedragen om de kans op letsel bij een aanrijding te beperken. Draag het heupgedeelte van de gordel zo laag enstrak mogelijk over de heupen, niet over het middel. Neem voor meer informatie contact op met een arts.
B150A02A-GXT OPMERKINGEN MET BETREKKING TOT DEVEILIGHEIDSGORDELS Het is verplicht de veiligheidsgordels te gebruiken. Als deze belangrijke veiligheids-voorziening niet wordt gebruikt is de kans op verwondingen en de ernst ervan bij een aanrijding aanzienlijk hoger. Letbovendien op de volgende aanbevelingen: B150B01A-GXT Baby's of kleine kinderen Voor baby's of kleine kinderen moet altijd een speciaal daarvoor ontworpenkinderstoeltje worden gebruikt.
!WAARSCHUWING:
- Zwangere vrouwen
Zwangere vrouwen mogen het heupgedeelte van de veiligheidsgordel nooit over of boven de onderbuik dragen.
SB090E1-FX Meenemen van een gewonde Ook als een gewonde wordt vervoerd moet de veiligheidsgordel wordengebruikt. Raadpleeg zonodig een arts.
Page 44 of 304

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
32
SB090F1-FX Een persoon per gordel Het gebruik van een gordel door twee personen (kinderen) is niet toegestaan.Ingeval van een aanrijding is de kans op verwondingen aanzienlijk groter. SB090G1-FX Zit rechtop Voor een maximale bescherming van alle passagiers is het van belang dat ze rechtop zitten. De beschermende werking van de veiligheidsgordel gaatgrotendeels verloren als de rugleuning van de voorstoelen te ver naar achteren staat of als een passagier op deachterbank niet goed rechtop zit. SB090I1-FX Regelmatige inspectie Het is aan te bevelen de veiligheids- gordels regelmatig op beschadigingen en slijtage te laten controleren. Beschadigde onderdelen moeten zosnel mogelijk worden vervangen.
SB090H1-FX ONDERHOUD VAN DE VEILIG- HEIDSGORDELS De veiligheidsgordel mag nooit worden gedemonteerd en ook mogen geenwijzigingen aan de gordel worden uitgevoerd. Bovendien moet er op worden gelet dat de gordels, de slotenen de verankeringspunten niet door onjuist gebruik worden beschadigd.
SB090J1-FX Houd de gordels schoon en droog De veiligheidsgordels moeten schoon en droog worden gehouden. De gordelskunnen worden gereinigd met warm water waaraan een zachte zeep is toegevoegd. De gordels mogen nooitmet bleekmiddelen, verf, oplosmiddelen of schurende producten worden behandeld, omdat deze middelen hetweefsel aantasten. SB090K1-FX Vervangen van de veiligheids- gordels Het is van belang dat de gehele veiligheidsgordel wordt vervangen als hij ten gevolge van een aanrijding zwaaris belast. Dit geldt ook als uiterlijk geen beschadigingen zichtbaar zijn. Raadpleeg hieromtrent uw Hyundaidealer.
Page 45 of 304

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
33
B170A04A-AXT IN HOOGTE VERSTELBARE VEILIGHEIDSGORDELS, VOOR
U kunt de hoogte van de schoudergordel- verankering in een van de vier positiesinstellen. Als de hoogte te dicht bij de hals is ingesteld, heeft u niet de optimale bescherming. Het schoudergedeeltemoet zodanig worden ingesteld dat hij over de borst loopt en over de schouder, dichter bij het portier dan bij de hals.Verplaats de verankering van de veiligheidsgordel naar boven of naar beneden om de hoogte in de gewenstestand af te stellen. Trek de verankering omhoog om hem hoger in te stellen.
HTG2058 Druk hem naar beneden met ingedrukte hoogteinstelknop om de verankering teverlagen. Laat de knop los om de verankering te vergrendelen. Probeer de verankeringte verplaatsen om te controleren of hij goed is vergrendeld.
!WAARSCHUWING:
o Het verstelmechanisme moet tijdens het rijden zijn vergrendeld.
o Een onjuiste afstelling van de
schouderhoogte van de veiligheidsgordel kan er toe leiden dat de gordel niet optimaal functioneert bij een aanrijding. B180A02TG-GXT 3-PUNTS VEILIGHEIDSGORDELGordel omgespen Trek de gordel gelijkmatig uit het oprolmechanisme en steek de slottong in het slot. De slottong moet hoorbaaraangrijpen. De lengte van de veiligheidsgordel past zich automatisch aan de zitpositie aan.Het oprolmechanisme blokkeert de veiligheidsgordel bij een noodstop of een aanrijding, maar ook bij abruptebewegingen naar voren. Gordel vastmaken. Controleer of de gordel goed isvergrendeld en niet is verdraaid.
B180A01NF
Page 46 of 304

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
34
*1) Als het contactslot binnen 1 minuutvan de stand "OFF" in de stand "ON" is gezet.
*2) Het contactslot keert terug in de
stand "ON" als de sleutel wordtlosgelaten.
*3) Als de snelheid hoger wordt dan 9
km/h, dan klinkt ook de gordel-waarschuwingszoemer gedurende 1~2 minuten. Als de snelheid lager is dan 9 km/h, dan klinkt na 1 minuutook de gordel-waarschuwingszoemer gedurende 1~2 minuten.
De gordel-waarschuwingslamp en - geluidsignaal worden ingeschakeld,zoals in onderstaande tabel is aangegeven.
B265E01TG-GXT
Gordel-
waarschuwingslamp
en -geluidssignaal
Situatie bestuurder + voorpassagier Gordel-
waarschuwingslamp
Contacteur
d’allumage
Gordel
Gaat branden tot omgelegd
Niet omgelegd
Omgelegd
Niet omgelegd ON
ON
ON*1
Omgelegd Niet omgelegd Gaat 6 sec. branden
Knipperen tot omgelegd
Knipperen tot omgelegd*3
START*2
N.B:
o Als het u niet lukt om de
veiligheidsgordel uit de blokkeerautomaat te trekken, trekdan krachtig aan de gordel en laat deze vervolgens los. U kunt dan de gordel gemakkelijk uittrekken.
o Als de veiligheidsgordel niet is omgelegd als het contactslot vande stand "OFF" in de stand "ON"wordt gezet, dan wordt het gordel- waarschuwingssignaal ingeschakeld, zoals hierna wordtbeschreven, om de bestuurder te waarschuwen.
Page 47 of 304

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
35
N.B.:
o De waarschuwingslamp niet omgelegde passagiersgordel voor bevindt zich op het middelstedashboardpaneel.
o Als met de bestuurdersgordel
binnen 9 seconden na hetomleggen de handelingen "afdoen omleggen afdoen" worden
uitgevoerd, dan worden de gordel- waarschuwingslamp en - waarschuwingszoemer niet ingeschakeld.
o Als de voorpassagiersstoel niet is bezet, dan gaat toch de gordel-waarschuwingslamp gedurende 6seconden branden.
o Het is mogelijk dat de gordel-
waarschuwingslamp wordtingeschakeld door op de voorpassagiersstoel geplaatste bagage. B200A01S-GXT Gordel verstellen Het heupgedeelte van de gordel moet zo laag mogelijk over de heupen liggen,niet op de buik. Als de gordel te hoog zit, bestaat de kans dat u bij een aanrijding of noodstop onder de gordeldoorschuift, met alle gevolgen vandien. De schoudergordel moet over de schouder liggen en niet onder de oksel;zie de afbeelding. Draag de veiligheidsgordel nooit onder de arm.
B200A01NF
B210A01NF
B210A01A-AXT Het losmaken van de veiligheidsgordel De veiligheidsgordel wordt ontgrendeld door de knop in het slot in te drukken. De gordel wordt dan door hetoprolmechanisme opgerold. Is dit niet het geval, dan moet worden gecontroleerd of de gordel niet isverdraaid.
Page 48 of 304

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
36VEILIGHEIDSSYSTEEM VOOR KINDEREN
B230A02TG-AXT Kinderen moeten in de auto altijd op de achterbank in een veiligheidssysteem worden meegenomen, zodat de kans op verwondingen bij een aanrijding,plotseling afremmen of plotselinge manoeuvres wordt beperkt. Volgens ongevalstatistieken zijn kinderen veiligerals ze op de juiste wijze in een veiligheidsvoorziening op de achterbank dan op de voorstoel wordenmeegenomen. Grotere kinderen moeten een van de aanwezige veiligheidsgordels gebruiken.Volgens de wet moet voor kinderen een veiligheidssysteem voor kinderen worden gebruikt. Kleine kinderen moetenin de auto in een veiligheidssysteem (kinderzitje) worden meegenomen.
Kinderzitjes zijn zodanig ontworpen
dat ze met de heupgordel, het heupgedeelte van een driepuntsgordel of de bevestigingspunten en/of de ISOFIX-bevestigingen aan de zitplaatsbevestigd kunnen worden. WAARSCHUWING:
o Een veiligheidssysteem voor kinderen moet op de achterbank worden bevestigd. Een kinder- of babystoeltje mag nooit op devoorstoel worden bevestigd. Als bij de een aanrijding de zij- airbag aan passagierszijde inwerking treedt, kan het kind of de baby in het kinder- of babystoeltje levensgevaarlijk gewond raken.Gebruik daarom een veiligheidssysteem voor kinderen alleen op de achterbank.
o Omdat een veiligheidsgordel of een veiligheidssysteem voorkinderen in een afgeslotenstilstaande auto zeer warm kan worden, moeten de stoelhoes en de gordelsloten wordengecontroleerd, voordat het kind in de auto wordt geplaatst.
!
Kinderen kunnen bij een aanrijding gewond raken als hunveiligheidssysteem niet correct is bevestigd. Voor kleine kinderen en baby's moet een kinderzitje of babyzitjeworden gebruikt. Voordat een bepaald veiligheidssysteem voor kinderen wordt aangeschaft, moet wordengecontroleerd of het systeem voor uw auto en de veiligheidsgordels geschikt is en passend is voor uw kind. Volg bijhet installeren van het veiligheidssysteem voor kinderen alle instructies die door de fabrikant van hetsysteem worden gegeven.
Page 49 of 304

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
37
B235G01TG
B230F01A-GXT Op middelste plaats op achterbank aanbrengen
o Als het veiligheidssysteem voor
kinderen niet in gebruik is, moet het in de bagageruimte wordenopgeborgen of zodanig worden vastgezet dat het bij sterk afremmen of een aanrijding nietnaar voren wordt geslingerd.
o Kinderen die te groot zijn voor het
veiligheidssysteem voor kinderen,moeten op de achterbank in de aanwezige gordel zitten.
o Zorg ervoor dat het schouderdeel van de buitenste driepuntsgordelin het midden over de schouder loopt en nooit voor de nek of achterde rug is geplaatst. Door het kind dichterbij het gordelslot te laten zitten kan deligging van het schouderdeel van de veiligheidsgordel soms worden verbeterd. Het schootdeel van dedriepuntsgordel moet zo laag en strak mogelijk om de heupen van het kind liggen. Gebruik de middelste veiligheidsgordelom het veiligheidssysteem voorkinderen, zoals afgebeeld, te bevestigen. Probeer na het aanbrengen het kinderzitje voor- en achteruit en zijdelings tebewegen om te controleren of het goed door de gordel wordt vastgehouden. Als het zitje kan worden bewogen moetde lengte van de veiligheidsgordel worden gewijzigd. Haak vervolgens de haak van de bevestigingsband in de bevestigingen zet het zitje vast. Raadpleeg altijd de aanwijzingen van de fabrikant voordat het veiligheidssysteem voor kinderen inuw auto wordt aangebracht.
o Als de veiligheidsgordel niet
volledig passend is voor het kind, moet een goedgekeurde zitblokop de achterbank worden gebruikt, zodat de zithoogte van het kind wordt aangepast aan de aanwezigeveiligheidsgordel.
o Laat nooit een kind op de zitting
staan of knielen.
o Gebruik nooit een babydrager of kinderzitje dat over de rugleuning"haakt"; het kan bij een aanrijdingonvoldoende bescherming geven.
o Laat onder het rijden een inzittende
nooit een kind in de armen houden;hierdoor kan het kind bij een aanrijding of een sterke afremming ernstig gewond raken. Hetvasthouden van een kind tijdens het rijden biedt geen enkele vorm van bescherming, zelfs niet als debetreffende persoon de veiligheidsgordel heeft omgegespt.
o Wanneer het kinderzitje niet cor- rect is bevestigd, neemt de kansop ernstige of dodelijk letsel bijeen ongeval sterk toe.
Page 50 of 304

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
38
OTG019305
B230G02JM-GXT Op buitenste plaats van achterbank aanbrengen
N.B.:
o Raadpleeg de aanwijzingen van
de fabrikant voordat het veiligheidssysteem voor kinderenin de auto wordt aangebracht.
o Als de veiligheidsgordel niet
overeenkomstig de beschrijvingwerkt, moet het systeem direct door uw Hyundai dealer worden gecontroleerd. WAARSCHUWING:
o Bevestig geen veiligheidssysteem voor kinderen op de voorstoel. Als bij een aanrijding de zij-airbag aan passagierszijde in werkingtreedt, kan het kind of de baby in het kinder- of babystoeltje levensgevaarlijk gewond raken.Gebruik daarom een veiligheidssysteem voor kinderen alleen op de achterbank.
o Neem altijd zorgvuldig de veiligheidsvoorschriften in dezegebruikshandleiding in acht voordat een veiligheidssysteem voor kinderen wordt geïnstalleerdin een auto met headbags. Maak bij de installatie van een veiligheidssysteem voor kinderenuitsluitend gebruik van goedgekeurde systemen en zie "Veiligheidssysteem voorkinderen" voor de juiste installatie en een maximale bescherming van de inzittenden.
!
Trek de driepuntsgordel uit het oprolmechanisme om het kinderzitje op de buitenste plaats van de achterbank aan te kunnen brengen. Breng het kinderzitje aan, sluit de veiligheidsgordel en trek de gordel strak. Let erop dat de heupgordel strak om het kinderzitje zit en dat de schoudergordel zodanig is aangebracht dat deze niet tegen het hoofd of de nek van het kind kan komen. Tracht het kinderzitje na het aanbrengen in alle richtingen te bewegen, om te controleren of het zitje veilig is bevestigd. Als de gordel strakker moet worden getrokken, trek dan de gordel naar het oprolmechanisme.