Hyundai Grand Santa Fe 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2015, Model line: Grand Santa Fe, Model: Hyundai Grand Santa Fe 2015Pages: 710, PDF Size: 44.66 MB
Page 251 of 710

Kenmerken van uw auto
152
4
Interieurverlichting
Druk op de toets om het lampje aan of uit
te schakelen. Verlichting make-upspiegel
Door het openen van het klepje van de
make-upspiegel wordt de
spiegelverlichting automatisch
ingeschakeld.
Bagageruimteverlichting
De verlichting blijft altijd aan.
De
bagageruimteverlichting
gaat branden zodra de
achterklep geopend wordt.
De verlichting blijft altijd uit.
ODM042341
■
Type B ODM042260
■
Type A
OEN046081OXM049136
Page 252 of 710

4153
Kenmerken van uw auto
Verlichting dashboardkastje
De verlichting in het dashboardkastje
gaat branden als de lichtschakelaar in de
stand parkeerverlichting of koplampen
staat en het dashboardkastje wordtgeopend.Instapverlichting
(indien van toepassing)
De instapverlichting gaat branden zodra
het portier geopend wordt om het in- en
uitstappen te vergemakkelijken. Deze
verlichting waarschuwt tevens
achteropkomend verkeer dat het portieris geopend.
ODM042262
ODM042261
Page 253 of 710

Kenmerken van uw auto
154
4
WELCOME-SYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
Welkomstfunctie koplampen
Als de koplampen aan zijn
(lichtschakelaar in stand koplampen of
AUTO) en alle portieren (en de
achterklep) gesloten en vergrendeld
worden, zullen de koplampen, parkeer-
lichten en achterlichten gedurende 15
seconden branden als aan een van de
onderstaande voorwaarden voldaan
wordt.
- Wanneer op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening gedrukt wordt.
- Wanneer op de ontgrendeltoets van de Smart Key gedrukt wordt.
Als u nu op de vergrendeltoets van de
afstandsbediening of Smart Key drukt,
dooft de verlichting direct. Interieurverlichting
Als de schakelaar voor de interieur-
verlichting in de stand DOOR staat en
alle portieren (en de achterklep) gesloten
en vergrendeld worden, zal de interieur-
verlichting in de volgende gevallen
gedurende 30 seconden branden.
- Wanneer op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening gedrukt wordt.
- Wanneer op de ontgrendeltoets van de Smart Key gedrukt wordt.
- Als de toets op de portiergreep aan de buitenzijde wordt ingedrukt.
Als u op dit moment op de vergrendel
-knop voor de portieren drukt, wordt de
verlichting direct uitgeschakeld. Uitstapverlichting
(indien van toepassing)
Wanneer alle portieren zijn gesloten en
vergrendeld, gaat de uitstapverlichting
15 seconden branden bij het uitvoeren
van de volgende handelingen.
- Wanneer op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening gedrukt wordt.
- Wanneer op de ontgrendeltoets van de Smart Key gedrukt wordt.
- Wanneer de toets op de portiergreep aan de buitenzijde wordt ingedrukt.
- Wanneer u de auto nadert en de Smart Key bij u draagt.
Als u op dat moment op de vergrendel-
knop voor de portieren drukt, wordt de
verlichting direct uitgeschakeld.
✽✽ AANWIJZING
De uitstapverlichting werkt niet als de
schakelaar voor het inklappen van de
buitenspiegels in de stand "ingeklapt"
staat.
Page 254 of 710

4155
Kenmerken van uw auto
✽✽AANWIJZING
Zie "Voorruit ontdooien en
ontwasemen" in dit hoofdstuk als u
condens en ijs van de voorruit wilt
verwijderen.
Achterruitverwarming
De achterruitverwarming ontdoet de
achterruit van rijp, condens en ijs als de
motor is gestart. Druk op de toets in de middenconsole
om de achterruitverwarming in te
schakelen. Het controlelampje in de
toets gaat branden wanneer de
achterruit-verwarming ingeschakeld is.
Druk de toets opnieuw in om de achterruitverwarming uit te schakelen.
✽✽ AANWIJZING
Verwijder eerst eventueel aanwezige sneeuw van de achterruit voordat de
achterruitverwarming ingeschakeld
wordt.
De achterruitverwarming schakelt na ongeveer 20 minuten automatisch uit
of wanneer het contact in stand
LOCK wordt gezet.
Buitenspiegelverwarming
(indien van toepassing)
De buitenspiegelverwarming wordt
gelijktijdig met de achterruitverwarming
ingeschakeld.
Ruitenwisserverwarming voor
(indien van toepassing)
De ruitenwisserverwarming voor wordt
gelijktijdig met de voorruitontwaseming
ingeschakeld.
ONTWASEMING
OPMERKING
Gebruik om beschadiging van de
verwarmingsdraden te voorkomennooit scherpe voorwerpen of
reinigingsmiddelen met schurendebestanddelen om de achterruit tereinigen.
ODM042271
■ Handbediend
ODM042272/Q
■
Automatisch
Page 255 of 710

Kenmerken van uw auto
156
4
HANDBEDIEND VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
ONCNCL2001/ODM042273/ONCNCL2002
1. Toets voorruitontwaseming
2. Temperatuurregeltoets
3. Toets A/C
4. Keuzetoets MAX A/C
5. Toets achterruitverwarming
6. Luchttoevoertoets
7. Luchtcirculatietoets
8. Aanjagerknop
9. Toets verwarmings- en
ventilatiesysteem 3 e
zitrij AAN/UIT
10. Aanjagerknop 3 e
zitrij
11. Toets aanjager 3 e
zitrij AAN/UIT
12. Luchtcirculatietoets 3 e
zitrij
13. Temperatuurregelknop 3 e
zitrij*
*: indien van toepassing
■■ Verwarmings- en ventilatiesysteem voor
(Type A) ■■
Verwarmings- en ventilatiesysteem voor
(Type B)
■■ Verwarmings- en ventilatiesysteem 3 e
zitrij (Type A)
OPMERKING
Wanneer de aanjager wordt
bediend terwijl het contact in standON staat, kan de accu ontladenraken. Bedien de aanjager wanneer
de motor draait.
Page 256 of 710

4157
Kenmerken van uw auto
Verwarming en airconditioning
1. Start de motor.
2. Zet de luchtcirculatietoets in degewenste stand.
Voor een effectieve verwarming en koeling:
- Verwarmen :
- Koelen :
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
5. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
6. Als u de uitstromende lucht gekoeld wilt hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzetten
(indien van toepassing).
❈❈
uitstroomopeningen 2 e
en 3 e
zitrij (E, F, G, H)
(uitstroomopening G, H : indien van toepassing)
De luchtstroom van de uitstroomopeningen bij de 2 e
en 3 e
zitriij wordt geregeld door
de klimaatregeling voor en wordt afgeleverd via het interne luchtkanaal van de vloer. (E, F)
De luchttoevoer via de uitstroomopeningen bij de 2 e
en 3 e
zitrij (E, F) kan minder zijn
dan via de ventilatieroosters in het dashboard, vanwege het langere luchtkanaal.
Sluit de uitstroomopeningen (F) bij koud weer. De luchtstroom via de uitstroomopeningen bij de 2 e
en 3 e
zitrij kan licht afkoelen wanneer de verwarming is
ingeschakeld. (Gebruik de uitstroomopeningen (F, G) bij de 2 e
en 3 e
zitrij voor koelen.)
ONCNCL2003
Page 257 of 710

Kenmerken van uw auto
158
4
Toets luchtcirculatie
De luchtcirculatietoets regelt de circulatie
van de lucht door het ventilatiesysteem.
De lucht kan naar de voetenruimte, de uitstroomopeningen in het dashboard of
naar de voorruit stromen. Er worden zes
symbolen gebruikt om de standen. VENTILEREN, BI-LEVEL,
VERWARMEN, VERWARMEN /
ONTWASEMEN en ONTWASEMEN. Stand FACE (B, D, F)
De lucht stroomt naar de romp en naar
het hoofd. Daarnaast kan iedere
uitstroomopening versteld worden om de
richting van de luchtstroom te wijzigen.
Stand BI-LEVEL
(B, C, D, E, F)
De lucht stroomt naar het hoofd en naar
de voetenruimte. Stand FLOOR (A, C, D, E)
De meeste lucht stroomt naar de
voetenruimte en een klein gedeelte
stroomt naar de voorruit en de
zijruitontwaseming.
Stand FLOOR/DEFROST
(A, C, D, E)
De meeste lucht stroomt naar de
voetenruimte en de voorruit en een kleingedeelte stroomt door de
zijruitontwaseming.
Stand DEFROST (A, D)
De meeste lucht stroomt naar de voorruiten een klein gedeelte stroomt door de
zijruitontwaseming.
ODMECL2002
Page 258 of 710

4159
Kenmerken van uw auto
Stand MAX A/C (indien van toepassing) Om de airconditioning op de hoogste
stand te laten werken draait u de
aanjagerknop naar rechts en drukt u
daarna op de toets MAX A/C.
De lucht stroomt naar het bovenlichaam en het hoofd.
In deze stand worden de airconditioning
en de stand RECIRCULATIEautomatisch aangestuurd.Uitstroomopeningen dashboard De uitstroomopeningen kunnen
afzonderlijk worden geopend of gesloten
met het wieltje.
Met de hendel in de ventilatieroosters
kunt u de richting van de luchtstroom uit
deze ventilatieroosters afstellen, zoals in
de afbeelding is aangegeven.
Temperatuurregeltoets
Met de temperatuurregeltoets kunt u de
temperatuur van de luchtstroom in deauto regelen.
Wijzigen van de temperatuur:
Druk op de (rode) schakelaar om
de temperatuur te verhogen.
Druk op de (blauwe) schakelaar om de temperatuur te verlagen.
De temperatuur wordt als indicatie
weergegeven op het bovenstaande
schakelaarpaneel.
ODM042277ODM042279
ODM042280
Page 259 of 710

Kenmerken van uw auto
160
4
Luchttoevoertoets
De luchttoevoer wordt gebruikt om de
stand BUITENLUCHT of de stand
RECIRCULATIE te kiezen.
Druk op de desbetreffende toets om de
stand van de luchttoevoer te wijzigen.
Type A
Stand RECIRCULATIE
In de standRECIRCULATIE wordt de lucht uit het
passagierscompartimentdoor het systeemgerecirculeerd en,
afhankelijk van de gekozen
functie, gekoeld of
verwarmd.
Stand BUITENLUCHT In de standBUITENLUCHT stroomt de
lucht van buitenaf in het
passagierscompartiment.
Deze lucht wordt,
afhankelijk van de gekozen
functie, verwarmd of
gekoeld.
Type B
Stand RECIRCULATIE
In de stand RECIRCU-LATIE wordt de lucht uit het passagierscompar-timentdoor het systeemgerecirculeerd en,
afhankelijk van de gekozen
functie, gekoeld of
verwarmd.
Stand BUITENLUCHT In de stand BUITEN-LUCHT stroomt de lucht
van buitenaf in het
passagierscompartiment.
Deze lucht wordt,
afhankelijk van de gekozen
functie, verwarmd of
gekoeld.
✽✽ AANWIJZING
Let op: door langdurig gebruik van de
stand RECIRCULATIE kunnen de
ruiten beslaan en zal de lucht in het
passagierscompartiment muf worden.
Daarnaast kan de lucht in het
passagierscompartiment extreem droog
worden bij langdurig gebruik van de
airconditioning in de stand
RECIRCULATIE.
ONCNCL2004
ODM042281
■
Type A
■ Type B
Page 260 of 710

4161
Kenmerken van uw auto
Aanjagerknop
Om de aanjager in te kunnen schakelen moet het contact in stand ON staan.
Met de aanjagerknop kunt u de
aanjagersnelheid regelen. U draait de
knop naar rechts voor een hogere
snelheid en naar links voor een lageresnelheid.
Zet de aanjagerknop in stand “0” om de
aanjager uit te schakelen.
De aanjager uitschakelen
Zet de aanjagerknop in stand 0 om de
aanjager uit te schakelen.
ODM042282ODM042283
WAARSCHUWING
Langdurig recirculeren kan leiden tot een verhoogde
luchtvochtigheid in het interieur,
waardoor de ruiten kunnen
beslaan en het uitzicht
belemmerd wordt.
Ga niet slapen in de auto wanneer het
airconditioningssysteem of de
verwarming ingeschakeld is.
Door een afname van de
zuurstofconcentratie en/of de
lichaamstemperatuur kunnen deinzittenden letsel oplopen.
Langdurig recirculeren kan slaperigheid veroorzaken,
waardoor de bestuurder de
controle over de auto kan
verliezen. Schakel daarom zo
veel mogelijk de stand
BUITENLUCHT in.