Hyundai Grand Santa Fe 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2015, Model line: Grand Santa Fe, Model: Hyundai Grand Santa Fe 2015Pages: 710, PDF Size: 44.66 MB
Page 261 of 710

Kenmerken van uw auto
162
4
Airconditioning
(indien van toepassing)
Druk op de toets A/C om de
airconditioning in te schakelen (het
controlelampje gaat branden). Druknogmaals op de toets om de
airconditioning uit te schakelen. Verwarmings- en ventilatiesysteem 3
e
zitrij
(indien van toepassing)
1. Druk op de toets verwarmings- en ventilatiesysteem 3 e
zitrij AAN/UIT (1)
of (5) om het verwarmings- en
ventilatiesysteem van de 3 e
zitrij in of
uit te schakelen. 2. Zet de aanjagerknop (2) in de
gewenste stand.
3. Zet de temperatuurregelknop (3) in de gewenste stand.
4. Druk op de luchtcirculatietoets (4) om de richting van de luchtstroom teselecteren.
ODM042284
ONCNCL2002
■
Voor
■ 3e
zitrij
ONCNCL2005
Page 262 of 710

4163
Kenmerken van uw auto
Werking systeem
Ventilatie
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand() .
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
Verwarmen
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand() .
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
5. Als u de uitstromende lucht gedroogd wil hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzetten
(indien van toepassing).
Schakel de stand ( ) of ( ) in wanneer de voorruit beslaat. Tips voor het gebruik
Om te voorkomen dat stof of
onaangename geuren in het interieur
van de auto terechtkomen, kan de
schakelaar voor de luchttoevoer
tijdelijk in de stand RECIRCULATIE
worden gezet. Selecteer de stand
BUITENLUCHT weer zodra de bron
van irritatie gepasseerd is om weer
frisse lucht toe te laten tot het interieur.
Frisse lucht is beter voor de fysieke
gesteldheid van de bestuurder en
bovendien aangenamer.
De lucht voor het verwarmings- en ventilatiesysteem wordt aangevoerd
via de roosters in de paravan onder de
voorruit. Zorg er daarom voor dat deze
roosters niet geblokkeerd zijn door
bladeren, sneeuw of andere objecten.
Voorkom dat de voorruit beslaat door de stand BUITENLUCHT teselecteren, de aanjager in de
gewenste stand te zetten, de
airconditioning in te schakelen en de
gewenste temperatuur in te stellen.
Airconditioning
(indien van toepassing)
HYUNDAI-airconditioningssystemen zijn
gevuld met milieuvriendelijk
koudemiddel*.
1. Start de motor. Druk op toets A/C.
2. Zet de luchtcirculatieknop in stand () .
3. Schakel de stand BUITENLUCHT of RECIRCULATIE in met de toets
luchttoevoer.
4. Stel de aanjagersnelheid en de temperatuur bij om een maximaal
comfort te bereiken.
*: Het aircosysteem in uw auto is gevuld met koudemiddel van het type R-134a
of R- 1234yf, in overeenstemming met
de wetgeving in uw land ten tijde van
de productie. Welk koudemiddel er in
uw auto wordt gebruikt kunt u zien op
een label aan de binnenzijde van de
motorkap. Zie hoofdstuk 8 voor meer
informatie over de locatie van het
koudemiddellabel.
Page 263 of 710

Kenmerken van uw auto
164
4
✽✽
AANWIJZING
Houd de temperatuurmeter nauwlettend in de gaten wanneer de
airconditioning wordt gebruikt als u
lange hellingen oprijdt of als u in druk
verkeer rijdt bij hoge buitentem-
peraturen. Door het gebruik van het
airconditioningssysteem kan de motor
oververhit raken. Blijf de aanjager
gebruiken en schakel het aircondi-
tioningssysteem uit wanneer de
temperatuurmeter aangeeft dat de
motor oververhit raakt.
Bij het openen van de ruiten bij vochtig weer kan de airconditioning
druppelvorming in het interieur
veroorzaken. Omdat te veel vocht in
het interieur schade aan elektrische
componenten kan veroorzaken, mag
de airconditioning alleen worden
gebruikt als de ruiten gesloten zijn.Aanwijzingen voor gebruik
airconditioning
Open de ruiten een tijdje wanneer deauto tijdens warm weer in de volle zon
geparkeerd is geweest, zodat de
warme lucht naar buiten kan.
Om het beslaan van de ruiten tijdens regenachtig weer te verminderen, kunt
u de vochtigheidsgraad in het interieur
terugbrengen door de airconditioning
in te schakelen.
Tijdens de werking van de aircondi- tioning ziet u het motortoerental zo nu
en dan iets veranderen wanneer de
aircocompressor inschakelt. Dit is een
normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem.
Schakel de airconditioning iedere maand enkele minuten in om hetsysteem in een optimale staat tehouden.OPMERKING
Onderhoud aan de aircondi-
tioning dient alleen te worden
uitgevoerd door geautoriseerdpersoneel om een juiste enveilige werking te garanderen.
Onderhoud aan het koudemiddel- systeem dient te wordenuitgevoerd in een goedge-ventileerde omgeving.
De verdamper van de airconditioning (koelspiraal) mag
nooit worden gerepareerd ofworden vervangen door eengebruikt exemplaar en nieuwevervangende MAC-verdampers
moeten conform SAE-norm J2842zijn gekeurd en gemerkt.
Page 264 of 710

4165
Kenmerken van uw auto
Na gebruik van de airconditioning kanonder de rechterzijde van de auto een
plas heldere vloeistof gelekt zijn. Dit is
een normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem.
Als de stand RECIRCULATIE wordt gebruikt wanneer het airconditionings-
systeem ingeschakeld is, wordt wel
een maximaal koeleffect bereikt, maar
kan het gebruik van deze stand
gedurende een langere tijd ertoe
leiden dat de lucht in het interieur muf
wordt.
Tijdens de werking van de aircondi- tioning ziet u het motortoerental zo nu
en dan iets veranderen wanneer de
aircocompressor inschakelt. Dit is een
normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem. Interieurfilter
Het interieurfilter, dat achter het
dashboardkastje is gemonteerd, filtert de
lucht die via het verwarmings- enairconditioningssysteem naar het
interieur wordt gevoerd. Als het filter in de
loop van de tijd verstopt raakt door stof
en andere verontreinigingen, neemt de
luchttoevoer via de uitstroomopeningen
af en kan de voorruit aan de binnenzijdebeslaan, ook al is de stand
BUITENLUCHT gekozen. Als dat het
geval is, adviseren we u het interieurfilter
te laten vervangen door een officiële
HYUNDAI-dealer.✽✽
AANWIJZING
Vervang het filter overeenkomstig het onderhoudsschema.
Als er onder ongunstige omstandig
-heden gereden wordt, bijvoorbeeld in
een stoffige omgeving of op slechte
wegen, moet het interieurfilter vaker
worden gecontroleerd en indien nodig
worden vervangen.
We adviseren u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer als de
luchtopbrengst plotseling afneemt.
1LDA5047
Buitenlucht
Gerecirculeerde lucht
Interieurfilter Aanjager
erdamper
Kachelradiateur
Page 265 of 710

Kenmerken van uw auto
166
4
Hoeveelheid koudemiddel en
compressorolie controleren
Als er te weinig koudemiddel in het
systeem zit, neemt de koelcapaciteit van
de airconditioning af. Een teveel aan
koudemiddel heeft ook nadelige effecten
op de werking van de airconditioning.
Daarom adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer als het systeem niet
normaal werkt.
*: Het aircosysteem in uw auto is gevuldmet koudemiddel van het type R-134a
of R- 1234yf, in overeenstemming met
de wetgeving in uw land ten tijde van
de productie.
WAARSCHUWING
- Auto's met R-1234yf*
Omdat het koudemiddel
licht ontvlambaar is en
onder zeer hoge druk
staat, mag onderhoud
aan het aircondi
-tioningssysteem alleen
worden uitgevoerd door
geschoolde en
gecertificeerde technici.
Het is belangrijk dat het juiste type
en de juiste hoeveelheid olie en
koudemiddel worden gebruikt.
Anders kan schade aan de auto en
persoonlijk letsel ontstaan.
WAARSCHUWING - Auto's met R-134a*
Omdat het koudemiddel
onder zeer hoge druk
staat, mag onderhoud
aan het aircondi-tioningssysteem alleen
worden uitgevoerd door
geschoolde en gecertificeerde
technici. Het is belangrijk dat het
juiste type en de juiste hoeveelheid
olie en koudemiddel worden
gebruikt.
Anders kan schade aan de auto en
persoonlijk letsel ontstaan.
Page 266 of 710

4167
Kenmerken van uw auto
AUTOMATISCH VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
■■Verwarmings- en ventilatiesysteem voor
(Type A) ■■
Verwarmings- en ventilatiesysteem voor
(Type B)
■■ Verwarmings- en ventilatiesysteem 3 e
zitrij (Type A en Type B)
1. Toets voorruitontwaseming
2. Toets achterruitverwarming
3. Weergave
4. Toets A/C*
5. Luchtcirculatietoets
6. Toets gescheiden temperatuurregeling
7. Toets temperatuurregeling
bestuurderszijde
8. Knop voor regeling aanjagersnelheid vóór
9. Toets AUTO (automatische regeling)
10. Toets OFF voorste aanjager
11. Luchttoevoertoets* of toets RECIRCULATIE*
12. Toets verwarmings- en ventilatiesysteem 3 e
zitrij AAN/UIT
(voorin bediend)
13. Toets temperatuurregeling passagierszijde
14. Aanjagerknop 3 e
zitrij
15. Toets aanjager 3 e
zitrij AAN/UIT
16. Luchtcirculatietoets 3 e
zitrij
17. Temperatuurregelknop 3 e
zitrij
18. Selectietoets informatiescherm verwarmings- en ventilatiesysteem*
*: indien van toepassing
ONCNCL2006/ONCNCL2009/ONCNCL2002
Page 267 of 710

Kenmerken van uw auto
168
4
ODMECL2010/OANNMM2002
■■
Verwarmings- en ventilatiesysteem voor (Type C)
■■Verwarmings- en ventilatiesysteem voor (Type D)
1. Toets voorruitontwaseming
2. Toets achterruitverwarming
3. Weergave
4. Toets A/C*
5. Luchtcirculatietoets
6. Toets gescheiden temperatuurregeling
7. Toets temperatuurregeling
bestuurderszijde
8. Knop voor regeling aanjagersnelheid vóór
9. Toets AUTO (automatische regeling)
10. Toets aanjager OFF
11. Luchttoevoertoets* of toets RECIRCULATIE*
12. Toets temperatuurregeling passagierszijde
13. Selectietoets informatiescherm verwarmings- en ventilatiesysteem
*: indien van toepassing
OPMERKING
Wanneer de aanjager wordt bediend terwijl het contact in standON staat, kan de accu ontladenraken. Bedien de aanjager wanneer
de motor draait.
Page 268 of 710

4169
Kenmerken van uw auto
Automatische verwarming en
airconditioning
1. Druk op toets AUTO.
De te gebruiken uitstroomopeningen, de aanjagersnelheid, de luchtinlaat en de
airconditioning worden automatisch
geregeld op basis van de gekozen
temperatuur.2. Stel de temperatuurregeltoets voor de
bestuurderszijde in op de gewenste
temperatuur.✽✽AANWIJZING
Schakel de automatische werking uit door op een willekeurige toets of
schakelaar van het volgende te
drukken:
- Luchtcirculatietoets
- Toets A/C
- Toets voorruitontwaseming (Drukde toets nogmaals in om de
voorruitverwarmingsfunctie te
deselecteren. Het teken AUTO wordt
nogmaals op het informatiescherm
weergegeven.)
- Luchttoevoertoets
- Aanjagerschakelaar
De geselecteerde functie wordt
handmatig bediend terwijl de andere
functies automatisch werken.
Voor uw gemak en om de effectiviteit van het verwarmings- en
ventilatiesysteem te verbeteren kunt u
de toets AUTO gebruiken en de
temperatuur instellen op 22°C/71°F.
ODM042287
ODM042290
Page 269 of 710

Kenmerken van uw auto
170
4
✽✽
AANWIJZING
Bedek de sensor op het dashboard nooit,
zodat een optimale werking van het
verwarmings- en airconditionings
-systeem gegarandeerd blijft.
Handmatig bediende verwarming
en airconditioning
Het verwarmings- en airconditioningssysteem kan ook
handmatig geregeld worden met
drukknoppen of met andere toetsen dan
de toets AUTO. In deze stand werkt het
systeem sequentieel, afhankelijk van de
gekozen toetsen of knoppen.
1. Start de motor.
2. Zet de luchtcirculatietoets in de gewenste stand.
Voor een effectieve verwarming en koeling:
- Verwarmen :
- Koelen :
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
5. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
6. Als u de uitstromende lucht gekoeld wilt hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzetten.
Druk op toets AUTO om weer over te
schakelen naar de volledig automatischeregeling.Luchtcirculatie
De luchtcirculatietoets regelt de circulatie
van de lucht door het ventilatiesysteem.
De lucht wordt op de volgende manier
over de uitstroomopeningen verdeeld: Zie de afbeelding in "Handbediend
verwarmings- en ventilatiesysteem".
ODM042336
ODM042288
Page 270 of 710

4171
Kenmerken van uw auto
Stand FACE
De lucht stroomt naar de romp en naar
het hoofd. Daarnaast kan iedere
uitstroomopening versteld worden om de
richting van de luchtstroom te wijzigen.
Stand BI-LEVEL
De lucht stroomt naar het hoofd en naar
de voetenruimte. Stand FLOOR
De meeste lucht stroomt naar de
voetenruimte en een klein gedeelte
stroomt naar de voorruit en de
zijruitontwaseming.
Stand FLOOR/DEFROST
De meeste lucht stroomt naar de
voetenruimte en de voorruit en een kleingedeelte stroomt door de
zijruitontwaseming. Stand DEFROST
De meeste lucht stroomt naar de voorruit en een klein gedeelte stroomt door de
zijruitontwaseming
ODM042289
■
Type A ■Type B