Hyundai Grandeur 2003 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2003, Model line: Grandeur, Model: Hyundai Grandeur 2003Pages: 211, PDF Size: 6.37 MB
Page 191 of 211

EENVOUDIG ONDERHOUD 6- 35
G200C01L-GXT BESCHRIJVING ELEKTROBOX Motorruimte
G200C01L
N.B.: De beschrijving van de zekeringenkast in deze
handleiding komt misschien niet geheel overeen met de zekeringenkast in uw auto. De beschrijvingwas echter correct bij het ter perse gaan. Wanneer u de zekeringenkast in uw auto inspecteert, raadpleeg dan het overzicht op de deksel. OMSCHRIJVING
FUEL PUMP
HEAD LIGHT(Lo-LH) ABS
INJECTOR
A/C COMPRESSOR A/T
MAIN
IGNITION COIL
OXYGEN SENSOR EGR
HORN
HEAD LIGHT(HI)
HEAD LIGHT(Lo-RH) DRL
FOG LIGHT DIODE 1
SPARE
SPARE
SPARE
SPARE
DIODE 2
BLOWER
POWER FUSE 2 POWER AMP
SUNROOF
TAIL LIGHT
POWER FUSE 1 ECU
REAR DEFOGGER CONDENSER
POWER WINDOW IGNITION1/2ABS 1/2
RADIATOR ZEKERING-
WAARDE
20A15A10A10A10A20A30A 20A 15A 15A10A15A20A15A15A 30A 20A15A10A 30A 30A20A 15A 20A 30A10A30A20A40A
30A/30A30A/30A 30A GEZEKERDE COMPONENTEN
Relais brandstofpompKoplamprelais (Dimlicht-LI)ABS-regelsysteem, Moduul cruise-control, ETS-moduulNoodloopventiel, ETS-regelsysteem, InspuitventielAircorelais
A/T-stuurrelais, TCM, Stuurrelais motorMFI-regelsysteemBobine, A/T pulsgenerator, ECM, sensor overslaancilinderIgnition failure sensor, E/TCMETS-relais, MFI-regelsysteemAircorelais, MFI-regelsysteem, EGR-solenoïdeClaxonrelaisKoplamprelais (Grootlicht)HID koplamprelaisDRL-moduul, AlarmsireneMistlamprelais - -----AanjagerrelaisZekering 4, 20, 24, 25Audio versterkermoduulDiagnose-aansluiting, Schuifdakrelais,diagnosestekkerHome link connectorAchterlichtrelaisZekering 1, 7, 17, 18, 19ETS-regeleenheid, ECM, E/TCM, DynamoRelais achterruitverwarmingAanjagerrelais #1Relais elektrische ruitbediening, IMS-regelingContactslotABS-regeling
Ventilateurrelais
Page 192 of 211

6- 36 EENVOUDIG ONDERHOUD
ZEKERING-
WAARDE
25A 20A10A15A10A10A10A15A10A10A15A 10A 10A 10A20A10A15A10A15A10A10A15A10A20A 10A 10A 10A 10A10A10A 10A 10A GEZEKERDE COMPONENTEN
Elektrische stoelverstelling StoelverwarmingEPS-regelsysteemETS-relais(HID) Koplampen, DRL-regelsysteem, AQS-sensorAanjager & aircoregelsysteemRichtingaanwijzers & WaarschuwingsknipperlichtenNiet gebruiktSchakelaar cruise-control, InstrumentenpaneelSchakelaar koplampverstelling, Regensensor, IMS-regelingRelais regensensor, Ruitenwisser & -sproeierDiagnosestekkerHome link connector, Sfeerverlichting links (rechts), Schuifdak,Aanjager & aircoregelsysteem, Elektronisch dimmende binnenspiegelNiet gebruiktAudioSigarettenaansteker, voor (achter), 12 V aansluitingIMS-regeling, Moduul bestuurdersportier, ReostaatNiet gebruiktRelais mistachterlicht
Remlichten, Kaartleeslampjes, links (rechts), Verlichting achterportieren, links (rechts)Portierwaarschuwings- & Contactsleutelverlichting, InstapverlichtingInstrumentenpaneelSRS-regelingRegeling automatische transmissie, Achteruitrijlichtschakelaar, SnelheidssensorOntgrendeling Brandstofvulklep & Kofferdeksel, Moduul bestuurdersportier (passagiersportier)
Diagnose-aansluiting, Audio, Startblokkering, Tripcomputers,Digitaal klokje, Aanjager & aircoregelsysteem, InstrumentenpaneelInterieurverlichting, links (rechts), (HID) Koplampen, Mistlamprelais,HID richtingaanwijzer, rechts, Achterlichtunit, rechtsRelais remlichtstoring
Startblokkering, TCS-schakelaar, Tripcomputers, Instrumentenpaneel
ETACM, Waarschuwingsknipper lichten, Autom. verlichtingssensor
Antenne, Aanjager & aircoregelsysteem, Motor buitenspiegelverstelling & inklapmotor, links (rechts)(HID) Koplampen, Sigarettenaansteker, voor (achter), Kentekenplaatverlichting,links (rechts), HID richtingaanwijzer, links, Achterlichtunit, linksRelais inbraakalarm, Keuzehendelschakelaar, Startrelais, ETS-regelsysteemOMSCHRIJVING
P/SEATS/HTR EPSETS
H/LP
A/CON SW HAZARDSPARE
CRUISE IMS
WIPER
ETACS
SPARE AUDIO
C/LIGHTER MIRRORSPARE
RR FOG
STOP LP
ROOM LP
A/BAG IND A/BAGB/UP
T/LID
D/CLOCK
RH TAILSPARE
CLUSTER T/SIG
RR HTD IND
LH TAILSTART
G200D01L-GXT Elektrobox instrumentenpaneel
G200D01L
Page 193 of 211

7. EMISSIE REGELSYSTEEM
Uitstoot beheerssysteem ................................................................. 7-2 EGR-systeem.................................................................................. 7-3
Katalysator ....................................................................................... 7-3
7
Page 194 of 211

7- 2 EMISSIE REGELSYSTEEM
ZH010C2-AX
2. BEHEERSINGSSYSTEEM
DAMPUITSTOOT
Het beheersingssysteem van de
dampuitstoot is ontworpen om tevoorkomen dat brandstofdampen ontsnappen naar de buitenlucht.
Benzinedampreservoir Benzinedampen die in de tank
ontstaan worden opgenomen en opgeslagen in het benzinedampreservoir in de auto. Bij draaiende motor worden de in hetreservoir opgeslagen benzinedampen via de benzinedampafzuig-solenoïde afgevoerd.
Elektrisch bediende klep De elektrisch bediende klep wordt
"Gestuurd" door de Elektronische Bedieningseenheid; als demotorkoelvloeistof-temperatuur laag is, en tijdens stationair draaien van de motor is de klep gesloten, waardoorgéén brandstofdamp in de inlaatbuis van het luchtinlaatsysteem komt.
ZH010B1-AX
1. CARTERVENTILATIE-
SYSTEEM
Het gesloten carterventilatiesysteem
is ontworpen teneinde te voorkomendat carterdampen in de atmosfeer terecht komen.
Dit systeem zorgt er voor dat het
carter via het luchtfilter wordt geventileerd. Deze verse lucht vermengt zich met de carterdampenwaarna deze lucht via de positieve carterventilatieklep naar het inlaatsysteem van de motor wordtteruggevoerd.
ZH010A1-FX UITSTOOT BEHEERSSYSTEEM Uw Hyundai is uitgerust met een uitstoot beheerssysteem om te voorzien in alle eisen van de voor uw land van toepassing zijndeoverheidseisen. Er zijn drie uitstoot beheerssystemen, ni.:
1. Carterdamp beheerssysteem
2. Brandstofdamp beheerssysteem
3. Uitlaatgas beheerssysteem Om er zeker van te zijn dat dit regelsysteem optimaal blijftfunctioneren moet uw wagen overeenkomstig het onderhoudsschema in dezehandleiding door een Hyundai dealer worden onderhouden.
Page 195 of 211

EMISSIE REGELSYSTEEM 7- 3
YH020A2-FX Katalysator
DH030A2-AX EGR systeem Het uitlaatgasrecirculatiesysteem zorgt voor een vermindering van de uitstootstikstofoxide doordat een gedeelte van het uitlaatgas in het inlaatspruitstuk wordt teruggevoerd. Hierdoor wordende verbrandingstemperaturen in de motor verlaagd.
ZH010D1-HX
3. REGELING VAN DE
UITLAATGASEMISSIE
Dit systeem beperkt de uitstoot van
schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen terwijl goede motorprestaties worden gehandhaafd. De katalysator is een onderdeel van
het uitlaatsysteem. Hij heeft tot taakbepaalde stoffen te verwijderen uit de uitlaatgassen van de motor. Hij lijktop een uitlaatdemper en is aangebracht in de uitlaat onder de wagen.
HXGS509Katalysator YH020A3-FX De katalysator De hete uitlaatgassen die de katalysator passeren zorgen voor zeer hoge temperaturen in de katalysator. Als gevolg daarvan kan deaanwezigheid van grote hoeveelheden onverbrande gassen leiden tot oververhitting waardoor brandgevaarontstaat.Dit kan worden voorkomen door teletten op het volgende:
o Gebruik uitsluitend ongelode ben-
zine.
o Houd uw motor in goede staat. Extreem hoge temperaturen in de katalysator kunnen worden veroorzaakt door een verkeerdewerking van het ontstekings-of injectiesysteem.
o Als uw motor afslaat, pingelt of moeilijk aanslaat, moet u zo spoedig mogelijk de oorzaak hiervan latenopheffen door een Hyundai dealer.
Nadat de motortemperatuur op bedrijfsniveau is gekomen, en gedurende normaal rijden, wordtbrandstofdamp door de geopende klep naar de luchtinlaatbuis afgevoerd.
Page 196 of 211

7- 4 EMISSIE REGELSYSTEEM
o Rijd niet door tot de laatste
brandstof uit de tank is gebruikt. Als u doorrijdt tot de benzine op is,kan de motor onregelmatig gaan draaien en de katalysator te zwaar worden belast.
o Laat de motor niet langer dan 10
minuten stationair draaien.
o Uw Hyundai mag niet worden gesleept of geduwd om de motorte starten. Dit kan een te zwarebelasting zijn voor de katalysator.
o Let op bij het parkeren dat de wagen niet boven brandbare stoffen zoals gras, papier, bladeren of textiel, staat.
o Raak de katalysator of enig ander deel van het uitlaatsysteem nietaan als de motor draait.
o Vergeet niet dat uw Hyundai dealer
uw wagen het best kanonderhouden.
Page 197 of 211

8. INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
Voertuigidentificatienummer (VIN) .................................................... 8-2 Motornummer................................................................................... 8-2
Aanbevolen bandenspanning ........................................................... 8-2Winterbanden ................................................................................... 8-3
Sneeuwkettingen .............................................................................. 8-4
Onderling verwisselen van de wielen ............................................... 8-4
Wielen balanceren ............................................................................ 8-4
Banden vervangen ........................................................................... 8-5
Reservewiel en gereedschap .......................................................... 8-6
8
Page 198 of 211

8- 2 INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
SI010C1-FX BANDEN De banden waarmee uw Hyundai is
uitgerust zorgen voor optimale rij- eigenschappen onder normale omstandigheden.
I010B01S-GXT Motornummer
SI010A1-FXVOERTUIGIDENTIFICATIE- NUMMER (VIN) Het voertuigidentificatienummer (VIN) is het nummer waarmee officieelaangegeven wordt hoe de auto geregistreerd is. De plaat is bevestigd in de motorruimte tegen het schutbord.
I010A01L
Het motornummer is in het motorblok geslagen; zie de afbeelding.
I010B02L I010B01L
2.5L 3.0/3.5L
I030A01L-GXT AANBEVOLEN BANDENSPANNING
I030A01L
Het label voor de geadviseerde bandenspanning zit geplakt aan de binnenzijde van het linkervoorportier.
Page 199 of 211

INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR 8- 3
Deze bandenspanningen zijn gekozen
voor een optimale combinatie tussen rijcomfort, bandenslijtage enkoersstabiliteit onder normale omstandigheden.
De bandenspanningen moeten
minstens één keer per maand wordengecontroleerd. De juiste bandenspanning is noodzakelijk om de volgende redenen:
o een te lage spanning heeft een ongelijkmatige bandenslijtage en een vermindering van het rijgedrag tot gevolg.
o een te hoge spanning verhoogt de kans op beschadigingen onderinvloed van schokken en heeft een ongelijkmatige bandenslijtage totgevolg. LET OP:
Let op het volgende:
o Controleer de bandenspanning als de banden koud zijn. Ditbetekent dat tenminste gedurende drie uur niet met de wagen is gereden en niet verderis gereden dan circa 1,6 km vanaf het begin van de rit.
o Controleer ook de spanning van het reservewiel.
o Overschrijd het laadvermogen
niet. Let hierbij vooral op alstijdens de vakantiereis met een imperiaal wordt gereden.
6.0x15 6.0x16
Bandenmaat
Velg-
maat Bandenspanning, kPa (PSI)
205/65R15 94V 205/60R16 96V achter
210(30)210(30) voor
240(35) 240(35)
Normale belasting
maximale
belasting
achter
240(35) 240(35)
voor
220(32) 230(33)
! ZI030A1-AX WINTERBANDEN Winterbanden moeten dezelfde maat en hetzelfde draagvermogen hebben als de originele banden. Winterbanden moeten op alle vier de wielen worden aangebracht, omdat ditanders slechte rij-eigenschappen tot gevolg heeft. De bandenspanning van winterbanden moet 0,3 Bar hoger zijn dan de aanbevolen bandenspanning voor de standaardbanden. Rijd met winterbanden niet sneller dan 120 km/u.
Page 200 of 211

8- 4 INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
HA1409Reservewiel ZI060A1-AX WIELEN BALANCEREN Een onjuist gebalanceerd wiel kan de rij-eigenschappen beinvloeden enabnormale bandenslijtage tot gevolg hebben. De wielen op uw Hyundai zijn voor de aflevering gebalanceerd. Naverloop van tijd kan het echter nodig zijn de wielen opnieuw te laten balanceren.
ZI050A1-AX ONDERLING VERWISSELEN
VAN DE WIELEN
ZI040A2-AXSNEEUWKETTINGEN Breng de sneeuwkettingen aan op de voorwielen. Let erop dat de kettingen van de juiste afmetingen zijn en dat ze worden aangebrachtovereenkomstig de instructies van de fabrikant. Vermijd extreme slijtage aan banden en sneeuwkettingen door desneeuwkettingen niet op sneeuwvrije wegen te gebruiken.
WAARSCHUWING:
Op wegen die bedekt zijn metsneeuw en ijs niet harder rijden dan 30 km/h (20 mph).
!De wielen moeten elke 10.000 km onderling worden verwisseld. Als u constateert dat de banden tussentijdsongelijkmatig slijten, laat de wagen dan door uw Hyundai dealer controleren zodat de oorzaak kan wordenverholpen. Controleer na het verwisselen van de wielen de bandenspanning en let erop dat dewielmoeren goed vast zitten. WAARSCHUWING:
Het door elkaar monteren van radiaal en diagonaal banden is niet toegestaan. Dit heeft een zeernadelige invloed op het rijgedrag.
!