Hyundai Santa Fe 2013 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2013, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2013Pages: 670, PDF Size: 44.06 MB
Page 411 of 670

4159
Kenmerken van uw auto
Automatische verwarming en
airconditioning
1. Druk op toets AUTO.
De te gebruiken uitstroomopeningen, de aanjagersnelheid, de luchtinlaat en de
airconditioning worden automatisch
geregeld op basis van de gekozen
temperatuur.2. Stel de temperatuurregeltoets voor de
bestuurderszijde in op de gewenste
temperatuur.✽✽ AANWIJZING
Page 412 of 670

Kenmerken van uw auto
160
4
✽✽
AANWIJZING
Bedek de sensor op het dashboard nooit, zodat een optimale werking van het
verwarmings- en airconditionings
-systeem gegarandeerd blijft.
Handmatig bediende verwarming
en airconditioning
Het verwarmings- en airconditioningssysteem kan ook
handmatig geregeld worden met
drukknoppen of met andere toetsen dan
de toets AUTO. In deze stand werkt het
systeem sequentieel, afhankelijk van de
gekozen toetsen of knoppen.
1. Start de motor.
2. Zet de luchtcirculatietoets in de gewenste stand.
Voor een effectieve verwarming en
koeling:
- Verwarmen :
- Koelen :
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
5. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
6. Als u de uitstromende lucht gekoeld wilt hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzetten.
Druk op toets AUTO om weer over te
schakelen naar de volledig automatischeregeling.Luchtcirculatie
De luchtcirculatietoets regelt de circulatie
van de lucht door het ventilatiesysteem.
De lucht wordt op de volgende manier
over de uitstroomopeningen verdeeld: Zie de afbeelding in "Handbediend
verwarmings- en ventilatiesysteem".
ODM042336
ODM042288
Page 413 of 670

4161
Kenmerken van uw auto
Stand FACE
De lucht stroomt naar de romp en naar
het hoofd. Daarnaast kan iedere
uitstroomopening versteld worden om de
richting van de luchtstroom te wijzigen.
Stand BI-LEVEL
De lucht stroomt naar het hoofd en naar
de voetenruimte.
Stand FLOOR
De meeste lucht stroomt naar de
voetenruimte en een klein gedeelte
stroomt naar de voorruit en de
zijruitontwaseming.
Stand FLOOR/DEFROST
De meeste lucht stroomt naar de
voetenruimte en de voorruit en een kleingedeelte stroomt door de
zijruitontwaseming. Stand DEFROST
De meeste lucht stroomt naar de voorruit en een klein gedeelte stroomt door de
zijruitontwaseming
Uitstroomopeningen dashboard De uitstroomopeningen kunnen
afzonderlijk worden geopend of gesloten
met het wieltje.
Met de hendel in de ventilatieroosters
kunt u de richting van de luchtstroom uit
deze ventilatieroosters afstellen, zoals in
de afbeelding is aangegeven.
ODM042289
■
Type A
■Type BODM042279
Page 414 of 670

Kenmerken van uw auto
162
4
Temperatuurregeltoets
Als op de toets wordt gedrukt, neemt
de temperatuur maximaal (HIGH) toe.
Als op de toets wordt gedrukt, neemt
de temperatuur minimaal (LOW) af.
De temperatuur wordt telkens met 0,5°C
verhoogd of verlaagd. Als de laagste
temperatuur is ingesteld, zal de
airconditioning continu werken. De temperatuur afzonderlijk instellen
voor bestuurder en passagier
1. Druk op toets DUAL om de tempera-
tuur afzonderlijk te kunnen regelen
voor de bestuurderszijde en de
passagierszijde. Bovendien zal, als de
temperatuurregeltoets voor de
passagierszijde wordt ingedrukt,
automatisch de stand DUAL worden
ingeschakeld.
2. Bedien de temperatuurregeltoetsen voor de bestuurderszijde om de
temperatuur aan bestuurderszijde in te
stellen. Bedien de temperatuurregel-
toetsen voor de passagierszijde om de
temperatuur aan passagierszijde in testellen. Wanneer de temperatuur voor debestuurderszijde in de hoogste (HIGH) of
laagste (LOW) stand wordt gezet, wordt
de DUAL mode uitgeschakeld om
maximaal te verwarmen of te koelen.
ODMECL2003
■
Bestuurderszijde
■Passagierszijde
ODM042291
■
Type A, B
■Type C, D
Page 415 of 670

4163
Kenmerken van uw auto
De temperatuur gelijk instellen voor
bestuurder en passagier
1. Druk nogmaals op de toets DUAL omde DUAL mode uit te schakelen. De
temperatuur aan passagierszijde wordt
hetzelfde ingesteld als aan
bestuurderszijde.
2. Bedien de temperatuurregeltoetsen voor de bestuurderszijde. De tempera-
tuur wordt voor bestuurder enpassagier gelijk ingesteld.
Temperatuuraanduiding wijzigen
U kunt de temperatuur als volgt
overschakelen van graden Celsius naar
graden Fahrenheit:
Houd, terwijl u op de toets OFF drukt, de
toets AUTO ten minste 3 seconden
ingedrukt.
De temperatuuraanduiding verandert
van graden Celsius in graden Fahrenheitof andersom.Luchttoevoertoets
De luchttoevoer wordt gebruikt om de
stand BUITENLUCHT of de stand
RECIRCULATIE te kiezen.
Druk op de desbetreffende toets om de
stand van de luchttoevoer te wijzigen.
Type A, C
Stand RECIRCULATIE In de standRECIRCULATIE wordt de lucht uit het
passagierscompartimentdoor het systeemgerecirculeerd en,
afhankelijk van de gekozen
functie, gekoeld of
verwarmd.
Stand BUITENLUCHT In de standBUITENLUCHT stroomt de
lucht van buitenaf in het
passagierscompartiment.
Deze lucht wordt,
afhankelijk van de gekozen
functie, verwarmd of
gekoeld.
ODMECL2004
■
Type A, B
■Type C, D
Page 416 of 670

Kenmerken van uw auto
164
4
Type B, D
Stand RECIRCULATIE
In de stand RECIRCU-LATIE wordt de lucht uit het passagierscompar-timentdoor het systeemgerecirculeerd en,
afhankelijk van de gekozen
functie, gekoeld of
verwarmd.
Stand BUITENLUCHT In de stand BUITEN-LUCHT stroomt de lucht
van buitenaf in het
passagierscompartiment.
Deze lucht wordt,
afhankelijk van de gekozen
functie, verwarmd of
gekoeld.
✽✽ AANWIJZING
Let op: door langdurig gebruik van de
stand RECIRCULATIE kunnen deruiten beslaan en zal de lucht in hetpassagierscompartiment muf worden.Daarnaast kan de lucht in het
passagierscompartiment extreem droogworden bij langdurig gebruik van de
airconditioning in de stand
RECIRCULATIE.
Aanjagerknop
Met de aanjagerknop kunt u de snelheid
van de aanjager en daarmee het volume
van de luchtstroom in de auto regelen.
Wijzigen van de aanjagersnelheid:
Draai de knop naar rechts (+) om de aanjagersnelheid te verhogen.
Draai de knop naar links (-) om de aanjagersnelheid te verlagen.
Druk op de toets OFF om de aanjager uit
te schakelen.
WAARSCHUWING
Langdurig recirculeren kan leiden tot een verhoogde
luchtvochtigheid in het interieur,
waardoor de ruiten kunnen
beslaan en het uitzicht
belemmerd wordt.
Ga niet slapen in de auto wanneer het
airconditioningssysteem of de
verwarming ingeschakeld is.
Door een afname van de
zuurstofconcentratie en/of de
lichaamstemperatuur kunnen deinzittenden letsel oplopen.
Langdurig recirculeren kan slaperigheid veroorzaken,
waardoor de bestuurder de
controle over de auto kan
verliezen. Schakel daarom zo
veel mogelijk de stand
BUITENLUCHT in.
ODM042293
Page 417 of 670

4165
Kenmerken van uw auto
Airconditioning
Druk op de toets A/C om de
airconditioning in te schakelen (het
controlelampje gaat branden).
Druk nogmaals op de toets om de
airconditioning uit te schakelen.
Stand OFF (1een 2ezitrij)
Druk op toets OFF om de airconditioning
uit te schakelen. Het is in dat geval nogsteeds mogelijk om de luchtcirculatie en
de luchttoevoer met de toetsen te
bedienen, zolang het contact in standON staat.
Selectie informatieschermverwarmings- en ventilatiesysteem (Type C,D)
Druk op de toets voor de selectie van het
informatiescherm voor het verwarmings-
en ventilatiesysteem om de informatie
over het systeem weer te geven op het
scherm.
ODM042295
ODM042297
ODMECL2016
Page 418 of 670

Kenmerken van uw auto
166
4
Airconditioning 3 e
zitrij
(indien van toepassing) Airconditioningsysteem 3 e
zitrij
inschakelen
1. Druk op de toets ON/OFF voor de airconditioning van de 3 e
zitrij. Deze
bevindt zich op het bedieningspaneel
van het verwarmings- en
ventilatiesysteem vóór. Stel de
aanjagersnelheid in op de gewenste
snelheid met de aanjagertoets voor de3 e
zitrij. (Het controlelampje op de
toets ON/OFF gaat branden.) 2. Om het airconditioningsysteem van de
3e
zitrij uit te schakelen, druk u op de
toets ON/OFF voor de airconditioning
van de 3 e
zitrij. Deze bevindt zich op
het bedieningspaneel van het
verwarmings- en ventilatiesysteem
vóór. Of u stelt de aanjagersnelheid inop de stand OFF met de
aanjagertoets van de 3 e
zitrij.
(controlelampje op de toets ON / OFF
gaat niet branden.) Werking systeem
Ventilatie
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand
() .
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
Verwarmen
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand() .
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
5. Als u de uitstromende lucht gedroogd wil hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzetten
(indien van toepassing).
Schakel de stand ( ) of ( ) in wanneer de voorruit beslaat.
ODM042296
Page 419 of 670

4167
Kenmerken van uw auto
Tips voor het gebruik
Om te voorkomen dat stof ofonaangename geuren in het interieur
van de auto terechtkomen, kan de
schakelaar voor de luchttoevoer
tijdelijk in de stand RECIRCULATIE
worden gezet. Selecteer de stand
BUITENLUCHT weer zodra de bron
van irritatie gepasseerd is om weer
frisse lucht toe te laten tot het interieur.
Frisse lucht is beter voor de fysieke
gesteldheid van de bestuurder en
bovendien aangenamer.
De lucht voor het verwarmings- en ventilatiesysteem wordt aangevoerd
via de roosters in de paravan onder de
voorruit. Zorg er daarom voor dat deze
roosters niet geblokkeerd zijn door
bladeren, sneeuw of andere objecten.
Voorkom dat de voorruit beslaat door de stand BUITENLUCHT teselecteren, de aanjager in de
gewenste stand te zetten, de
airconditioning in te schakelen en de
gewenste temperatuur in te stellen.Airconditioning
(indien van toepassing)
HYUNDAI-airconditioningssystemen zijn
gevuld met milieuvriendelijk
koudemiddel*.
1. Start de motor. Druk op toets A/C.
2. Zet de luchtcirculatieknop in stand () .
3. Schakel de stand BUITENLUCHT of RECIRCULATIE in met de toets
luchttoevoer.
4. Stel de aanjagersnelheid en de temperatuur bij om een maximaal
comfort te bereiken.
*: Het aircosysteem in uw auto is gevuld met koudemiddel van het type R-134a
of R- 1234yf, in overeenstemming met
de wetgeving in uw land ten tijde van
de productie. Welk koudemiddel er in
uw auto wordt gebruikt kunt u zien op
een label aan de binnenzijde van de
motorkap. Zie hoofdstuk 8 voor meer
informatie over de locatie van het
koudemiddellabel.
OPMERKING
Onderhoud aan de aircondi-
tioning dient alleen te worden
uitgevoerd door geautoriseerd personeel om een juiste enveilige werking te garanderen.
Onderhoud aan het koudemiddel- systeem dient te wordenuitgevoerd in een goedge-ventileerde omgeving.
De verdamper van de airconditioning (koelspiraal) mag
nooit worden gerepareerd ofworden vervangen door eengebruikt exemplaar en nieuwe vervangende MAC-verdampers
moeten conform SAE-norm J2842zijn gekeurd en gemerkt.
Page 420 of 670

Kenmerken van uw auto
168
4
✽✽
AANWIJZING