JEEP RENEGADE 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: RENEGADE, Model: JEEP RENEGADE 2018Pages: 380, PDF Size: 6.15 MB
Page 21 of 380

stand STOP en bij een snelheid lager dan
3 km/h.
Uitschakelen
Versies met mechanische sleutel: het
stuurwiel enigszins draaien, de sleutel in
de stand MAR zetten.
Versies met elektronische sleutel: het
stuurslot wordt ontgrendeld wanneer de
startknop wordt ingedrukt en de
elektronische sleutel herkend wordt.
WAARSCHUWING Bij versies met
automatische versnellingsbak, adviseren
wij u, om de sleutel soepel te
verwijderen, de versnellingspook in de
stand P te zetten, het rempedaal in
veilige omstandigheden los te laten en
vervolgens de motor uit te zetten.
4) 5)
BELANGRIJK
2)Als er geknoeid is aan de startinrichting
(bijv. een poging tot diefstal), dan moet
dit gecontroleerd worden bij het Jeep
Servicenetwerk voordat er verder gereden
wordt.3)Neem de sleutel altijd mee als het
voertuig wordt verlaten, om te voorkomen
dat iemand onverhoeds gebruik van de
bedieningselementen maakt. Vergeet niet
de elektrische parkeerrem in te schakelen.
Laat kinderen nooit zonder toezicht in de
auto achter.
4)After-market werkzaamheden waarbij
wijzigingen van de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij
montage van een alarmsysteem) zijn ten
strengste verboden. Dergelijke
werkzaamheden kunnen de prestaties van
het systeem en de garantie in gevaar
brengen en het kan ook ernstige
veiligheidsproblemen veroorzaken of erin
resulteren dat de auto niet meer aan de
typegoedkeuring voldoet.
5)Verwijder de mechanische sleutel nooit
terwijl het voertuig rijdt. Het stuurwiel zal
automatisch vergrendeld worden zodra
eraan gedraaid wordt. Dit geldt ook voor
auto's die gesleept worden.6)Trek ALTIJD de handrem aan, voordat u
het voertuig verlaat. Zet de
versnellingspook, bij versies uitgerust met
automatische versnellingsbak, in STOP
(Parkeren) en druk op de startinrichting
om deze op STOP te zetten. Bij het
verlaten van het voertuig, altijd de
portieren sluiten door op het knopje op de
hendel te drukken.
7)Voor versies uitgerust met een Keyless
Enter-N-Go-systeem, de elektronische
sleutel niet in of in de buurt van de auto
achterlaten noch op een plaats die
toegankelijk is voor kinderen. Laat het
voertuig niet achter met de startinrichting
in stand MAR. Een kind zou de elektrische
ruitbediening, andere
bedieningselementen kunnen activeren of
zelfs het voertuig kunnen starten.
19
Page 22 of 380

SENTRY KEY®
HetSentry Key®systeem, verhindert
ongeautoriseerd gebruik van het voertuig,
door het starten van de motor onmogelijk
te maken.
Het systeem hoeft niet te worden
in-/uitgeschakeld: de werking is
automatisch, onafhankelijk van het feit
of de portieren van het voertuig al dan
niet zijn vergrendeld.
Wanneer de contactsleutel naar MAR
wordt gedraaid, identificeert hetSentry
Key®systeem de code die voor de sleutel
wordt verzonden. Als de code herkend
wordt als geldig, maakt hetSentry Key®
het starten van de motor mogelijk.
Wanneer de contactsleutel weer naar
STOP wordt gedraaid, schakelt hetSentry
Key®systeem de motorregeleenheid uit,
zodat de motor niet gestart kan worden.
Zie voor de correcte procedures om de
motor te starten, de aanwijzingen in de
paragraaf "De motor starten" in het
hoofdstuk "Starten en rijden".
ONREGELMATIGE WERKING
Als de code van de sleutel, tijdens het
starten, niet correct herkend wordt, wordt
het pictogram
op het
instrumentenpaneel weergegeven (zie deaanwijzingen in paragraaf "Lampjes en
berichten" in hoofdstuk "Kennismaking
met het instrumentenpaneel"). Deze
omstandigheid leidt er toe dat de motor
na 2 seconden wordt uitgeschakeld.
Draai in dat geval de contactsleutel naar
STOP en daarna naar MAR; als de motor
geblokkeerd blijft, probeer het dan met
de andere bijgeleverde sleutels. Neem
contact op met het Jeep Servicenetwerk
als de motor nog steeds niet gestart kan
worden.
Als het
pictogram tijdens het rijden
wordt weergegeven, betekent dit dat het
systeem een zelfdiagnose uitvoert (bijv.
bij een spanningsval). Als het pictogram
blijft branden, contact opnemen met het
Jeep Servicenetwerk.
DIEFSTALALARM
Activering van het diefstalalarm leidt tot
een geluidssignaal en het knipperen van
de richtingaanwijzers.
BELANGRIJK De werking van het
diefstalalarm is marktgebonden en kan
dus per land verschillen.
INSCHAKELING VAN HET ALARM
Richt, bij gesloten portieren, motorkap
en achterklep en met de sleutel in de
stand STOP, de sleutel met
afstandsbediening (of elektronische
sleutel) op het voertuig druk op de toets
en laat de toets los.
Behalve bij specifieke marktuitvoeringen,
klinkt er een geluidssignaal en kunnen
de portieren worden vergrendeld.
Als het alarm is ingeschakeld, knippert
het controlelampje A fig. 8 op het
instrumentenpaneel.
20
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 23 of 380

UITSCHAKELEN VAN HET ALARM
Druk op toets.
BELANGRIJK Wanneer de portieren
met de metalen baard van de sleutel
centraal worden ontgrendeld, wordt het
alarm niet uitgeschakeld.
BUITEN WERKING STELLEN VAN
HET ALARM
Om het diefstalalarm volledig buiten
werking te stellen (bijv. als het voertuig
lang niet wordt gebruikt), de portieren
afsluiten door de metalen baard van de
sleutel met afstandsbediening in het slot
om te draaien.
BELANGRIJK Als de batterijen van de
sleutel met afstandsbediening leeg zijn
of als het systeem niet werkt, kan het
alarm uitgeschakeld worden door de
contactsleutel op MAR te draaien. Bij
sommige versies uitgerust met Keyless
Enter-N-Go systeem, de portieren
handmatig openen door de metalen
baard van de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier steken en
vervolgens de elektronische sleutel op
het contactslot leggen.PORTIEREN
PORTIEREN VERGRENDELEN/
ONTGRENDELEN VAN
BINNENUIT
8)
Als alle portieren goed gesloten zijn
worden ze automatisch vergrendeld zodra
het voertuig de snelheid van 20 km/h
overschrijdt (functie "Autoclose").
Centrale vergrendeling/ontgrendeling: druk
op knop
op het paneel van het
bestuurdersportier enfig. 9 of op het
passagiersportier om de portieren te
vergrendelen. Druk, bij vergrendelde
portieren op knop
om ze te
ontgrendelen.
8J0A0191C
21
Page 24 of 380

Handmatige vergrendeling/ontgrendeling:
gebruik hendel A fig. 10 op de
handgreep van het voorportier.
Stand 1: portier ontgrendeld /Stand 2
:
portier vergrendeld.
PORTIEREN VERGRENDELEN/
ONTGRENDELEN VAN BUITENAF
2)
Portiervergrendeling van buitenaf: druk, bij
gesloten portieren, op de toetsop de
sleutel of steek de metalen baard (die
zich in de sleutel bevindt) in het slot van
het bestuurdersportier en draai hem om.
Portierontgrendeling van buitenaf: druk, bij
gesloten portieren, op de toets
op de
sleutel of steek de metalen baard (die
zich in de sleutel bevindt) in het slot van
het bestuurdersportier en draai hem om.
PASSIVE ENTRY
3)
Het Passive Entry-systeem kan de
aanwezigheid van een elektronische
sleutel in de buurt van de portieren en de
achterklep identificeren. Hiermee
kunnen de portieren (of de achterklep)
vergrendeld/ontgrendeld worden zonder
een toets op de elektronische sleutel in
te hoeven drukken.
Als het systeem vaststelt dat de
elektronische sleutel geldig is, kan de
bezitter van de sleutel gewoon een van
de handgrepen van de voorportieren
vastpakken om het alarm uit te
9J0A0079C
10J0A0027C
22
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 25 of 380

schakelen en het openingsmechanisme
van het portier en de achterklep te
ontgrendelen.
Na de ontgrendeling kunnen alle
portieren worden geopend met de
handgreep, afhankelijk van de via het
displaymenu of hetUconnect™-systeem
ingestelde modus.
Druk op de elektrische openingsknop A
fig. 11 (onder de handgreep) voor
toegang tot de bagageruimte.
OPMERKING Als een alarmsysteem
aanwezig is, zal dit tijdelijk worden
uitgeschakeld in de bagageruimte. Het
alarmsysteem wordt weer geactiveerd
zodra de bagageruimte gesloten is.
OPMERKING Verzeker u ervan dat u de
elektronische sleutel altijd bij u hebt
(bijv. in uw zak) zodat het systeem deze
herkent en u het interieur kunt betreden
en de motor kunt starten.Opening bestuurdersportier in geval van
nood
Als de elektronische sleutel niet werkt
(bijv. omdat de batterij leeg is, of als de
accu van het voertuig leeg is), kan de
metalen baard binnenin de sleutel in een
noodgeval gebruikt worden om het slot
van het bestuurdersportier te openen.
Verwijderen van de metalen baard: gebruik
de voorziening A fig. 12 en trek de
metalen baard B naar buiten. Steek de
metalen baard in het slot van het
bestuurdersportier en draai hem om het
portier te ontgrendelen.Portiervergrendeling: zorg ervoor dat u de
elektronische sleutel hebt en dat u zich
binnen het werkingsbereik van 1,5 m van
de handgreep van het bestuurders- of
passagiersportier bevindt. Druk op de
knop A fig. 13 op de handgreep: alle
portieren en de achterklep worden
vergrendeld. Door de portieren te
vergrendelen wordt ook het alarm
geactiveerd (indien aanwezig).
11J0A0895C12J0A0038C
23
Page 26 of 380

BELANGRIJK Na het indrukken van de
knop "portiervergrendeling" moet u
twee seconden wachten voordat de
portieren weer ontgrendeld kunnen
worden met behulp van de handgreep
van het portier. Het is dus mogelijk om
te controleren of het voertuig correct is
vergrendeld door binnen 2 seconden
aan de handgreep te trekken. De
portieren zullen niet opnieuw
ontgrendeld worden.
BELANGRIJK Probeer niet
tegelijkertijd te vergrendelen en
ontgrendelen met de hendel (zie
fig. 14).Slot achterklep vergrendelen: druk bij
gesloten achterklep op knop A fig. 15.OPMERKING Het slot van de achterklep
zorgt tevens voor een centrale
vergrendeling van alle portieren. Het
openen van de bagageruimte wordt
uitgeschakeld wanneer de auto rijdt.
DEAD LOCK(waar aanwezig)
9)
Dit verhindert de werking van de
binnenhandgrepen en de knop voor
vergrendeling/ontgrendeling van de
portieren.
Systeem inschakelen:de voorziening wordt
voor alle portieren geactiveerd door twee
maal op de
knop op de sleutel te
drukken.
Systeem uitschakelen: druk op knop
op
de sleutel met afstandsbediening of zet
de startinrichting naar de stand MAR.
KINDERSLOT
10)
Dit systeem zorgt ervoor dat de
achterportieren van binnenuit niet
geopend kunnen worden.
Het kinderslot A fig. 16 kan alleen bij
geopende portieren worden ingeschakeld:
stand: kinderslot ingeschakeld
(portier vergrendeld);
13J0A0040C14J0A0621C
15J0A0896C
24
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 27 of 380

stand: kinderslot uitgeschakeld
(portier kan van binnenuit worden
geopend).
Het kinderslot blijft ingeschakeld ook als
de portieren elektrisch ontgrendeld
worden.
BELANGRIJK De achterportieren
kunnen niet van binnenuit worden
geopend als het kinderslot is
ingeschakeld.
BELANGRIJK
8)Laat kinderen NOOIT zonder toezicht
achter in de auto, laat staan dat u de auto
verlaat met ontgrendelde portieren op een
plaats die gemakkelijk toegankelijk is voor
kinderen. Kinderen kunnen zich ernstig of
zelfs dodelijk verwonden. Zorg er ook voor
dat kinderen de elektrische parkeerrem,
het rempedaal of de pook van de
automatische versnellingsbak niet per
ongeluk kunnen bedienen.
9)Gebruik dit systeem altijd wanneer er
kinderen worden vervoerd. Controleer na
inschakeling van het kinderslot bij beide
achterportieren of het slot daadwerkelijk is
ingeschakeld door aan de handgreep aan
de binnenzijde van de portieren te
trekken.
10)Als het Dead Lock systeem is
ingeschakeld, dan is het niet meer
mogelijk om de portieren vanuit het
interieur te openen. Controleer daarom,
voordat de auto wordt verlaten, of er
niemand meer in de auto aanwezig is.
BELANGRIJK
2)Verzeker u ervan de sleutel mee te
nemen nadat een portier of de achterklep
is vergrendeld, om te voorkomen dat de
sleutel zelf in het voertuig wordt
opgesloten. Als de sleutel binnen is
opgesloten, kan hij alleen teruggekregen
worden met de bijgeleverde tweede
sleutel.
3)De werking van het herkenningssysteem
is afhankelijk van verschillende factoren,
zoals bijvoorbeeld elke interferentie van
elektromagnetische golven van externe
bronnen (bijv. mobiele telefoons), de
laadtoestand van de batterij in de
elektronische sleutel en de aanwezigheid
van metalen voorwerpen in de buurt van
de sleutel of het voertuig. In die gevallen
is het nog steeds mogelijk de portieren te
ontgrendelen met behulp van de metalen
baard in de elektronische sleutel (zie
beschrijving op de volgende pagina's).
16J0A0041C
25
Page 28 of 380

STOELEN
VOORSTOELEN MET
HANDMATIGE VERSTELLING
11)4)
Verstelling in lengterichting: trek hendel A
fig. 17 omhoog en schuif de stoel naar
voren of naar achteren.
12)
BELANGRIJK Voer de verstelling uit
terwijl u op de betreffende stoel zit
(bestuurderszijde of passagierszijde).
Hoogteverstelling(waar voorzien): zethendel B omhoog of omlaag en stel de
gewenste hoogte in.
Rugleuningverstelling: bedien hendel C
om de hoek van de rugleuning af te
stellen, help daarbij met de beweging
van de romp (bedien de hendel tot de
gewenste stand is bereikt, laat hem
daarna los).
Elektrische lendeverstelling(waar
aanwezig): druk met de startinrichting op
MAR, op knop A fig. 18 om het
mechaniek van de lendenzone te
activeren tot het beste comfort tijdens
het rijden is verkregen.
ELEKTRISCH VERSTELBARE
VOORSTOELEN
5)
Deze knoppen (aan de buitenkant van de
rugleuning) kunnen gebruikt worden om
de stoel in de hoogte, in de lengte ten
opzichte van het voertuig en de hoek van
de rugleuning te verstellen.
Verstelling in de hoogte: bedien de voor-
of achterkant van schakelaar A
fig. 19 om de hoogte en/of de hoek van
het stoelkussen te verstellen.
Verstelling in de lengte: druk schakelaar A
naar voren of naar achteren om de stoel
in de overeenkomstige richting te
verplaatsen.
17J0A0043C
18J0A0399C
19J0A0044C
26
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 29 of 380

Verstelling van de rugleuninghoek: druk
schakelaar B naar voren of naar achteren
om de rugleuning in de overeenkomstige
richting te verplaatsen.
Elektrisch verstelbare lendensteun: gebruik
de joystick C om het mechaniek van de
lendenzone te activeren tot het beste
comfort tijdens het rijden is verkregen.
ELEKTRISCHE VERWARMING
VOORSTOELEN
(indien aanwezig)
Druk met de startinrichting in de stand
MAR op de knoppen
fig. 20.
Er kunnen twee verwarmingsniveaus
gekozen worden: “laag verwarmen” (een
gele led op de knoppen) / “hoogverwarmen” (twee gele ledden op de
knoppen).
Na een verwarmingsniveau te hebben
gekozen, moet u enkele minuten wachten
voordat warme lucht in het interieur
stroomt.
BELANGRIJK Om de acculading te
behouden, kan deze functie niet
ingeschakeld worden als de motor uit
staat.
Auto Op Comfort (indien aanwezig)
De elektrisch verwarmde bestuurdersstoel
schakelt automatisch naar "maximale
verwarming" wanneer de motor gestart
wordt en de buitentemperatuur lager is
dan 4,4 °C. Deze functie kan worden in-
of uitgeschakeld via het menu van het
Uconnect™-systeem.
ACHTERBANK
Gedeeltelijke uitbreiding van de
bagageruimte (1/3 of 2/3)
6)
Ga als volgt te werk:verwijder de hoedenplank, indien
aanwezig;
zet de hoofdsteunen van de
achterbank helemaal naar beneden;
controleer of de gordel is geplaatst op
de bekleding A fig. 21;
bedien hendel B om het linker- of
rechterdeel van de rugleuning in te
klappen: dit zal automatisch naar voren
klappen. Begeleid, indien nodig, de
rugleuning tijdens het eerste deel van het
inklappen. Bij het optillen van de hendel
wordt een rood merkteken zichtbaar.
Terugzetten van de rugleuningen
13) 14)
Plaats de veiligheidsgordels opzij en
controleer of ze goed uitgetrokken en niet
verdraaid of achter de rugleuningen
bekneld zijn.
Controleer of de veiligheidsgordels op de
bekledingen A fig. 21 (waar aanwezig)
zijn geplaatst, til vervolgens de
rugleuningen op en duw ze op hun plaats
20J0A0898C
21J0A0045C
27
Page 30 of 380

tot er een klik hoorbaar is van beide
vergrendelingsmechanismen, aan de
zijkant. Controleer of de "rode
markeringen" op hendel A fig. 21 niet
meer zichtbaar zijn (de "rode markering"
betekent dat de rugleuning niet goed is
vastgezet).
BELANGRIJK
11)Voer de aanpassingen alleen uit
wanneer de auto stilstaat.
12)Controleer na het loslaten van de
hendel of de stoel goed geblokkeerd is
door te proberen hem naar voren en naar
achteren te schuiven. Als de stoel niet
geblokkeerd is, kan hij plotseling
verschuiven met mogelijk controleverlies
over de auto tot gevolg.
13)Zorg ervoor dat de rugleuningen aan
beide zijden (niet zichtbare "rode
merktekens) goed zijn vergrendeld om te
voorkomen dat deze bij bruusk remmen
naar voren kunnen klappen en zo
eventueel de passagiers kunnen
verwonden.
14)Als een passagier aanwezig is, kan de
armsteun niet gebruikt worden, maar moet
de middelste rugleuning goed vergrendeld
zijn.
BELANGRIJK
4)De bekleding van uw voertuig is
ontworpen om bestand te zijn tegen
slijtage bij normaal gebruik van het
voertuig. Er moeten wel enkele
voorzorgsmaatregelen getroffen worden.
Vermijd excessief schuren tegen
kledingaccessoires zoals metalen gespen
en klittenband die, als ze veel druk
uitoefenen in een klein gebied, zouden
kunnen afbreken, met beschadiging van de
bekleding als gevolg.
5)Leg geen voorwerpen onder de
elektrisch verstelbare stoel en belemmer
de beweging van de stoel niet want dan
kunnen de bedieningselementen
beschadigd raken. Ze kunnen ook het
bewegingsbereik van de stoel beperken.
6)Verwijder voordat de rugleuning wordt
ingeklapt alle voorwerpen die op de zitting
liggen.
HOOFDSTEUNEN
INSTELLINGEN
15)
Omhoog verstellen: breng de hoofdsteun
omhoog tot deze op zijn plaats vastklikt.
Omlaag verstellen: druk op knop A
fig. 22 (voorste hoofdsteunen) en B
fig. 23 (achterste hoofdsteunen) en
breng de hoofdsteun omlaag.
22J0A0500C
28
WEGWIJS IN UW AUTO