JEEP WRANGLER 2020 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: WRANGLER, Model: JEEP WRANGLER 2020Pages: 292, PDF Size: 4.65 MB
Page 111 of 292

WAARSCHUWING!
een erkende dealer als het airbagsys-
teem moet worden aangepast aan perso-
nen met een handicap.
Event Data Recorder (EDR)
Deze auto is uitgerust met een Event Data
Recoder (EDR). De belangrijkste taak van de
EDR is het registreren van gegevens die dui-
delijk maken hoe een voertuigsysteem zich
heeft gedragen bij aanrijdingen of bijna-
aanrijdingen, zoals de activering van airbags
of een botsing tegen een obstakel. De EDR is
ontworpen om kortstondig, meestal 30 se-
conden of korter, gegevens te registreren die
verband houden met de dynamiek en veilig-
heidssystemen van de auto. De EDR in deze
auto is ontworpen om gegevens te registreren
die onder meer antwoord geven op de vol-
gende vragen:
• Hoe hebben diverse systemen in uw auto
zich gedragen?
• Waren de veiligheidsgordels van de be-
stuurder en passagier vastgegespt?• Hoe ver (indien van toepassing) trapte de
bestuurder het gas- en/of rempedaal in?
• Hoe snel reed de auto?
Deze gegevens kunnen bijdragen aan een
beter inzicht in de omstandigheden waaron-
der botsingen en letsel ontstaan.
OPMERKING:
De EDR-gegevens worden uitsluitend bij wer-
kelijke ongevalsituaties. Onder normale
rijomstandigheden registreert de EDR geen
gegevens en er worden geen persoonlijke ge-
gevens, zoals naam, geslacht, leeftijd en on-
gevallocatie geregistreerd. Het is echter wel
mogelijk dat anderen, bijvoorbeeld de politie,
de EDR-gegevens combineren met de per-
soonsgegevens die standaard worden opge-
vraagd na ongevallen.
Voor het uitlezen van de geregistreerde EDR-
gegevens is toegang tot de auto of de EDR en
speciale apparatuur nodig. Naast de fabri-
kant van de auto kunnen ook anderen die over
deze speciale apparatuur beschikken, zoals
de politie, de EDR-gegevens lezen indien zij
toegang hebben tot de auto of de EDR.
Kinderzitjes — Kinderen veilig vervoeren
Iedereen in uw auto moet altijd een veilig-
heidsgordel dragen, ook baby's en kinderen.
EG-richtlijn 2003/20/EG vereist het gebruik
van kinderzitjes in alle landen binnen de EU.
Kinderen kleiner dan 1,5 meter en 12 jaar of
jonger moeten altijd goed vastgegespt op de
achterbank zitten, indien aanwezig. Statistie-
Waarschuwingslabel op zonneklep
voorpassagier
109
Page 112 of 292

ken tonen aan dat kinderen beter beschermd
zijn wanneer ze op de achterbank zijn vast-
gegespt en niet op de voorstoelen.
WAARSCHUWING!
• Plaats nooit een kinderzitje tegen de
rijrichting in op een stoel die is beveiligd
door een actieve frontairbag! Dit kan
leiden tot ernstig letsel of de dood van
het kind.
• Gebruik alleen een tegen de rijrichting
in geplaatst kinderzitje in een auto met
achterbank.
• Als de frontairbag aan de passagiers-
zijde wordt opgeblazen, kan een kind
van 12 of jonger, maar ook een kind in
een kinderzitje tegen de rijrichting in,
ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen.
• Bij een aanrijding kan een niet-
vastgegespt kind als een projectiel naar
voren worden geslingerd. Bij een aanrij-
ding kan zo veel kracht nodig zijn om
een baby op uw schoot te houden dat u
het kind onmogelijk kunt vasthouden,
hoe sterk u ook bent. Het kind en ande-
ren kunnen dan ernstig of zelfs dodelijk
WAARSCHUWING!
letsel oplopen. Voor elk kind in uw auto
moet u het bijbehorende kinderzitje ge-
bruiken, overeenkomend met de grootte
van het kind.
Er zijn verschillende typen kinderzitjes in
verschillende maten verkrijgbaar, van zitjes
voor baby’s tot oudere kinderen die bijna
groot genoeg zijn om een veiligheidsgordel
voor volwassenen te dragen. Kinderen moe-
ten zo lang mogelijk worden vervoerd in een
tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje;
dit is de positie waarin het kind het best
beschermd is in geval van een botsing. Lees
altijd het instructieboekje van het kinderzitje
om te controleren of het geschikt is voor het
kind. Lees aandachtig alle instructies en
waarschuwingen door in het instructieboekje
van het kinderzitje en op alle stickers die zijn
bevestigd aan het kinderzitje, en neem ze in
acht.
In Europa zijn de regels voor kinderzitjes
vastgelegd in de norm ECE R44 waarin ze in
vijf gewichtsklassen zijn onderverdeeld:
Groepen kinderzitjes Gewichtsklasse
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep 1 9-18 kg
Groep 2 15-25 kg
Groep 3 22-36 kg
Controleer de sticker van uw kinderzitje. Alle
goedgekeurde kinderzitjes moeten voorzien
zijn een datum van de type-goedkeuring en
de controlemarkering op de sticker. De stic-
ker moet permanent op het kinderzitje zijn
bevestigd. U mag deze sticker niet van het
kinderzitje verwijderen.
WAARSCHUWING!
Zeer gevaarlijk! Plaats een naar achter
gericht kinderzitje niet voor een actieve
airbag. Lees ook de informatiestickers op
de zonneklep. Activering van de airbag bij
een ongeval kan leiden tot dodelijk letsel
aan de baby, ongeacht de ernst van de
botsing. Wij raden u aan kinderen altijd in
een kinderzitje op de achterbank te voe-
ren, de best beschermde positie in het
geval van een aanrijding.
VEILIGHEID
110
Page 113 of 292

"Universele" kinderzitjes
• De afbeeldingen in de volgende paragrafen
zijn voorbeelden van elk type universeel
kinderzitje. Kenmerkende installaties wor-
den getoond. Installeer altijd uw kinderzitje
volgens de aanwijzingen van de fabrikant
van het kinderzitje, die meegeleverd moe-
ten zijn met dit type veiligheidssysteem.
• Zie de paragraaf "Kinderzitjes installeren
met de veiligheidsgordels" voor de stappen
om de veiligheidsgordel over het kinderzitje
vast te maken.
• Kinderzitjes met ISOFIX-ankerpunten zijn
beschikbaar om het kinderzitje in de auto te
installeren zonder de veiligheidsgordels van
de auto gebruiken.
klasse 0 en 0+
Veiligheidsdeskundigen raden aan om kinde-
ren zo lang mogelijk tegen de rijrichting in
gericht in het voertuig te vervoeren. Kinderen
tot 13 kg moeten worden vastgegespt in een
naar achteren gericht kinderzitje, zoals afge-
beeld op afbeelding A. Dit type kinderzitje
ondersteunt het hoofd van het kind en oefent
geen kracht uit op de nek bij een plotselinge
vertraging of botsing.Het naar achteren gerichte kinderzitje wordt
tegengehouden door de veiligheidsgordels
van het voertuig, zoals weergegeven op afb.
A. Het kinderzitje beschermt het kind met
zijn eigen vierpuntsgordel.
WAARSCHUWING!
• Plaats nooit een naar achter gericht
kinderzitje voor een airbag. Als de
frontairbag aan de passagierszijde
wordt opgeblazen, kan een kind van
12 of jonger, maar ook een kind in een
kinderzitje tegen de rijrichting in, ern-
stig of zelfs dodelijk letsel oplopen.
• Gebruik alleen een tegen de rijrichting
in geplaatst kinderzitje in een auto met
achterbank.
Afb. A
111
Page 114 of 292

Groep 1
Kinderen met een gewicht tussen 9 kg en
18 kg kunnen worden vervoerd in een naar
voren gericht zitje van klasse 1, zoals afge-
beeld in afb. B. Dit type kinderzitje is ge-
schikt voor oudere kinderen die te groot zijn
voor een kinderzitje van klasse 0 of 0+.
Groep 2
Kinderen met een gewicht van 15 kg tot
25 kg die te groot zijn voor kinderzitjes van
klasse 1, kunnen gebruik maken van een
kinderzitje van klasse 2.
Zoals weergegeven in afb. C, zorgt het kinder-
zitje van klasse 2 ervoor dat de positie van het
kind juist is ten aanzien van de veiligheids-
gordel, zodat de schoudergordel over de borst
van het kind loopt en niet over zijn nek en
zodat de heupgordel strak over het bekken
loopt en niet over de buik.
Groep 3
Kinderen met een gewicht van 22 kg tot
36 kg die lang genoeg zijn om een veilig-
heidsgordel voor volwassenen te gebruiken,
kunnen gebruik maken van een kinderzitje
van klasse 3. Kinderzitjes van klasse 3 zorgen
ervoor dat de heupgordel op het bekken van
het kind rust. Het kind moet lang genoeg zijn,
zodat de schouderriem over zijn borst valt en
niet over zijn nek.
Afb. D toont een voorbeeld van een kinder-
zitje van groep 3 waarin het kind op de juiste
manier op de achterbank zit.
Afb. BAfb. CAfb. D
VEILIGHEID
112
Page 115 of 292

WAARSCHUWING!
• Kinder- of babyzitjes verliezen hun wer-
king wanneer ze onjuist zijn aange-
bracht. Het kan losschieten bij een aan-
rijding. Het kind kan daardoor ernstig of
zelfs dodelijk letsel oplopen. Volg
daarom bij het aanbrengen van een kin-
derzitje nauwgezet de aanwijzingen van
de fabrikant.
• Nadat een kinderzitje in het voertuig is
gemonteerd, zet de autostoel niet naar
voren of naar achteren, omdat hierdoor
de bevestigingen van het kinderzitje los
kunnen raken. Verwijder het kinderzitje
voordat de stand van de autostoel wordt
versteld. Wanneer de autostoel is afge-
steld, brengt u het kinderzitje weer aan.
• Wanneer u het kinderzitje niet gebruikt,
zet u het vast met de veiligheidsgordel of
de ISOFIX-ankerpunten, of haalt u het
kinderzitje uit de auto. Laat het zitje
nooit los in de auto liggen. Bij een nood-
stop of ongeval kan het zitje de inzitten-
den of de rugleuningen van de stoelen
raken en ernstig letsel veroorzaken.
Geschiktheid van passagiersstoelen voor
gebruik van universele kinderzitjes
In de volgende tabel is de geschiktheid, vol-
gens de Europese richtlijn 2000/3/EG, van
iedere positie van de passagiersstoel voor het
aanbrengen van universele kinderzitjes afge-
beeld:
Zitplaats tweedeurs
Gewichts-
klasseTabel voor plaatsen universeel
kinderzitje
Voorstoel pas-
sagierszijdeAchterbank
buitenzijde
0 - tot 10 kg X U
0+ - tot
13 kgXU
I-9tot
18 kgXU
II-15tot
25 kgXU
III - 22 tot
36 kgXU
Zitplaats vierdeurs
Gewichts-
klasseTabel voor plaatsen universeel
kinderzitje
Voorstoel
passa-
gierszijdeAchter-
bank bui-
tenzijdeAchter-
bank mid-
den
0 - tot
10 kgXUU
0+ - tot
13 kgXUU
I-9tot
18 kgXUU
II-15tot
25 kgXUU
III -
22 tot
36 kgXUU
Legenda voor letters in bovenstaande tabel:
• U = Geschikt voor universele kinderzitjes,
goedgekeurd voor het gewicht.
• X = Zitpositie niet geschikt voor kinderen in
deze gewichtsklasse.
Als de hoofdsteun in de weg zit bij de instal-
latie van het kinderzitje, stel dan de hoofd-
steun af (indien mogelijk).
113
Page 116 of 292

Veiligheidsgordels voor oudere kinderen
Kinderen langer dan 1,50 m mogen veilig-
heidsgordels gebruiken in plaats van kinder-
zitjes.
Gebruik deze eenvoudige test van 5 stappen
om te bepalen of de gordel het kind goed past
of nog niet en er een kinderzitje van groep
2 of 3 moet worden gebruikt om de veilig-
heidsgordel beter passend te maken:
1. Kan het kind helemaal naar achteren te-
gen de achterkant van de stoel zitten?
2. Buigen de knieën van het kind comforta-
bel over de voorkant van de stoel - terwijl
het nog steeds helemaal naar achteren
zit?
3. Loopt de schoudergordel over de schou-
der van het kind tussen de nek en de arm
in?
4. Bevindt het heupgedeelte van de veilig-
heidsgordel zich zo laag mogelijk, en
raakt het de dijbenen van het kind en niet
de maag?
5. Kan het kind gedurende de hele reis in
deze houding blijven zitten?Als het antwoord op een van deze vragen
"nee" is, moet het kind nog een kinderzitje
van groep 2 of 3 gebruiken in deze auto. Als
het kind de driepuntsgordel gebruikt, moet u
regelmatig controleren of de gordel goed past
en moet u controleren of veiligheidsgordel
goed is vastgegespt. Door de bewegingen van
het kind kan de gordel een foutieve positie
aannemen. Als de schoudergordel het ge-
zicht of de hals raakt, plaats het kind dan
verder naar het midden van de auto, of ge-
bruik een zitverhoger om te zorgen dat de
veiligheidsgordel goed op het lichaam van
het kind rust.
WAARSCHUWING!
Sta nooit toe dat een kind de schoudergor-
del onder de arm door of achter de rug
langs draagt. Bij een botsing beschermt de
schoudergordel een kind niet op de juiste
wijze, wat kan resulteren in ernstig letsel
of zelfs de dood tot gevolg hebben. Een
kind dient altijd zowel het heup- als het
schoudergedeelte van de veiligheidsgordel
correct te dragen.
ISOFIX-systeem voor kinderzitjes
Uw auto is uitgerust met het zogeheten
ISOFIX-bevestigingssysteem voor kinderzit-
jes. Met dit systeem kunnen ISOFIX-
kinderzitjes worden geïnstalleerd zonder ge-
bruik van de veiligheidsgordels. Het ISOFIX-
systeem is uitgerust met twee lage
ankerpunten, die zich aan de achterzijde van
de zitting bevinden, op het punt waar deze
samenkomt met de rugleuning, en een bo-
venste ankerpunt achter de zitplaats.
Afb. E
VEILIGHEID
114
Page 117 of 292

Een voorbeeld van een universeel ISOFIX-
kinderzitje voor gewichtsgroep 1 wordt ge-
toond in afb. E. ISOFIX-kinderzitjes zijn ook
beschikbaar in andere gewichtsgroepen.
Zoeken van de ISOFIX-ankerpunten
De lage verankeringspunten zijn ronde stan-
gen aan de achterzijde van de zitting tegen de
rugleuning, onder de ankerpuntsymbolen op
de rugleuning. Deze zijn nog net zichtbaar
wanneer u tegen de zitting steunt om het
kinderzitje te installeren. U voelt deze stan-
gen wanneer u met uw vinger langs de rand
gaat waar rugleuning en zitting samenkomen.
Ankerpunten zoeken
Er zijn achter elke zitplaats op de achterbank
ankerpunten voor bevestigingsbanden, dicht
bij de vloer.
ISOFIX-ankerpunten
Ankerpunten voor bevestigingsbanden
(tweedeursmodellen)
115
Page 118 of 292

ISOFIX-kinderzitjes worden uitgerust met
een stijve stang aan elke kant. Ze zijn allebei
voorzien van een koppelstuk voor bevestiging
van het onderste ankerpunt en een manier
om de aansluiting op het ankerpunt strak te
trekken. In de rijrichting geplaatste kinderzit-
jes en sommige tegen de rijrichting in ge-plaatste kinderzitjes zijn mogelijk ook voor-
zien van een bevestigingsband. De
bevestigingsband heeft een haak aan het
uiteinde om aan het bovenste ankerpunt te
bevestigen en een manier om de riem strak te
trekken nadat deze aan het ankerpunt is
bevestigd.
ISOFIX middelste zitplaats — tweedeurs
WAARSCHUWING!
Deze auto heeft geen zitplaats in het mid-
den. U mag de ISOFIX-ankerpunten in het
midden onderin niet gebruiken om een
kinderzitje in het midden van de achter-
bank te plaatsen.
ISOFIX middelste zitplaats — vierdeurs
WAARSCHUWING!
• Plaats nooit een kinderzitje in het mid-
den met behulp van het ISOFIX-
WAARSCHUWING!
systeem. Deze stand is voor geen enkel
type ISOFIX-kinderzitje goedgekeurd.
• Breng uw ISOFIX-kinderzitje niet aan
met behulp van het middelste veranke-
ringspunt. Gebruik de veiligheidsgordel
om een kinderzitje te bevestigen op de
middelste stoel.
• Gebruik nooit hetzelfde lage veranke-
ringspunt om meer dan één kinderzitje
aan te brengen. Raadpleeg "Het ISOFIX-
kinderzitje installeren" voor algemene
installatie-instructies.
Geschiktheid van de passagiersstoelen voor
gebruik ISOFIX-kinderzitsysteem
De onderstaande tabel bevat de verschillende
installatiemogelijkheden voor ISOFIX-
kinderzitjes op stoelen die zijn uitgerust met
ISOFIX-ankerpunten conform de Europese
standaard ECE 16.
Ankerpunten voor bevestigingsbanden
(vierdeursmodellen)
VEILIGHEID
116
Page 119 of 292

Zitplaats tweedeurs
GewichtsklasseTabel ISOFIX-posities
Maatcategorie Bevestiging Voorstoel passagierszijde Achterbank buitenzijde
0 - tot 10 kgE ISO/R1 X X
(1) X X
0+ - tot 13 kgE ISO/R1 X X
D ISO/R2 X X
C ISO/R3 X X
(1) X X
I - 9 tot 18 kgD ISO/R2 X X
C ISO/R3 X X
B ISO/F2 X IUF
B1 ISO/F2X X IUF
A ISO/F3 X IUF
(1) X X
II - 15 tot 25 kg (1) X X
III - 22 tot 36 kg (1) X X
117
Page 120 of 292

Zitplaats vierdeurs
GewichtsklasseTabel ISOFIX-posities
Maatcategorie BevestigingVoorstoel passagiers-
zijdeAchterbank buitenzijde Achterbank midden
0 - tot 10 kgE ISO/R1 X IUF X
(1) X X X
0+ - tot 13 kgE ISO/R1 X IUF X
D ISO/R2 X X X
C ISO/R3 X X X
(1) X X X
I - 9 tot 18 kgD ISO/R2 X X X
C ISO/R3 X X X
B ISO/F2 X IUF X
B1 ISO/F2X X IUF X
A ISO/F3 X IUF X
(1) X X X
II - 15 tot 25 kg (1) X X X
III - 22 tot 36 kg (1) X X X
VEILIGHEID
118