Lancia Lybra 2005 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2005, Model line: Lybra, Model: Lancia Lybra 2005Pages: 283, PDF Size: 3.16 MB
Page 131 of 283

130
BELANGRIJKHet diefstalalarm
(indien aanwezig) schakelt niet in als
u de portieren centraal vergrendelt
door de sleutel in het slot van het por-
tier te draaien.
Van binnenuit (fig. 143-144)
Druk bij gesloten portieren het
knopje Aaan de binnenzijde van één
van de voorportieren naar beneden
(voor vergrendeling) of trek het
omhoog (voor ontgrendeling).
Met de knopjes aan de binnenzijde
van de achterportieren ver- of ont-
grendelt u uitsluitend het betreffende
portier.
De achterportieren kunnen alleen
van binnenuit worden geopend, als
het kinderveiligheidsslot is uitge-
schakeld. Trek aan de handgreep B
om het
portier van binnenuit te openen. Als
u aan de handgreep aan de binnen-
zijde van één van de voorportieren
trekt, worden alle portieren ontgren-
deld.
Bij iedere handgreep aan de binnen-
zijde, bevindt zich een lampje Cdat
gaat branden, waardoor de handgreep
in het donker beter zichtbaar is.
fig. 142
P4T0082
fig. 143
P4T0083
fig. 144
P4T0084
BELANGRIJK De centrale portier-
vergrendeling werkt niet als één van de
portieren niet goed gesloten is of als er
een storing in het systeem is. Na enkele
pogingen schakelt het systeem ongeveer
2 minuten uit. In deze 2 minuten kunt
u de portieren met de hand ver- en ont-
grendelen, zonder dat het elektrische
systeem werkt. Na de 2 minuten is het
systeem weer gereed.Als de oorzaak van
de storing is opgelost, werkt het systeem
weer normaal. Anders schakelt het sys -
teem na enkele pogingen opnieuw uit.
CENTRALE RUITBEDIENING
(indien aanwezig)
Als u de sleutel minstens twee se-
conden in stand 2(fig. 142) houdt,
worden ook de ruiten en het opendak,
indien deze nog geopend waren, ge-
sloten. Als u de sleutel loslaat, stopt
het sluiten.
Als u de sleutel minstens twee se-
conden in stand 1(fig. 142) houdt,
worden alle ruiten geopend. Als u de
sleutel loslaat, stopt het openen. Deze
functie kan worden gebruikt als de
auto in de zon heeft gestaan en erg
warm is geworden.
Page 132 of 283

131
Schakel dit systeem altijd
in als u kinderen vervoert.
Zo wordt voorkomen dat
ze tijdens het rijden de portieren
openen.
fig. 145
P4T0085
DORPELVERLICHTING
(fig. 146)
Aan de onderzijde van de voorpor-
tieren zit een dorpelverlichting.
Deze verlichting gaat gelijktijdig met
de plafondverlichting voor branden.
fig. 146
P4T0073
KINDERVEILIGHEIDSSLOT
(fig. 145)
Hierdoor kunnen de achterportieren
van binnenuit niet geopend worden.
U schakelt het systeem in door de
punt van de contactsleutel in opening
A te steken en te draaien:
Stand 1- kinderveiligheidsslot inge-
schakeld.
Stand 2- kinderveiligheidsslot uit-
geschakeld.
Het kinderveiligheidsslot blijft ook
ingeschakeld na het elektrisch ont-
grendelen van de portieren. BELANGRIJK
Controleer na het in-
schakelen van het veiligheidsslot of
het slot daadwerkelijk is ingeschakeld
door aan de handgreep aan de bin-
nenzijde van het portier te trekken. RUITBEDIENING
Elektrische ruitbediening voor
(fig. 147)
In het portier aan de bestuurders -
zijde zijn drukschakelaars gemonteerd
waarmee u, met de sleutel in stand
MAR de zijruiten bedient:
A - zijruit linksvoor
B - zijruit rechtsvoor
C - zijruit linksachter (*)
D - zijruit rechtsachter (*)
E - schakelaar om de bedienings -
knoppen op de achterportieren te
blokkeren (*).
(*) = indien aanwezig
fig. 147
P4T0263
Page 133 of 283

BELANGRIJK Als u bij gesloten
portieren de contactsleutel in stand
STOP draait (zonder hem uit te
nemen), kunnen de zijruiten ongeveer
5 minuten bediend worden.
De werking van de bedieningsknop-
pen op de achterportieren wordt ge-
blokkeerd als de schakelaar Eom -
hoog wordt getrokken.
Als u de drukschakelaar aan be-
stuurderszijde indrukt, gaat de ruit
automatisch open of dicht. De bewe-
ging stopt als de ruit aan het einde
van zijn slag is (of als u nogmaals op
de schakelaar drukt).
Als u de schakelaar kort indrukt,
gaat de ruit een klein stukje open of
dicht. In het portier aan de passagierszijde
is een schakelaar gemonteerd om aan
die zijde de ruit te bedienen. De auto-
matische werking van de ruit aan
passagierszijde werkt alleen bij het
openen, en volgens dezelfde logica die
hierboven beschreven is.
Elektrische ruitbediening achter
(fig. 148)
Bedien voor het openen of sluiten
van de zijruiten achter de slinger Fop
de achterportieren.
Elektrische ruitbediening achter
(fig. 149) (indien aanwezig)
In de armsteun van ieder portier zit
een drukschakelaar om aan die zijde
de ruit te bedienen.
fig. 148
P4T0086
fig. 149
P4T0262
132
Onzorgvuldig gebruik
van de elektrische ruitbe-
diening kan gevaarlijk
zijn. Controleer voor en tijdens het
sluiten van een ruit altijd of de
passagiers niet verwond kunnen
worden door de beweging van de
ruit zelf of door in beweging ge-
brachte voorwerpen. Verwijder al-
tijd de sleutel uit het contact als u
de auto verlaat, om te voorkomen
dat een onverwachtse inschakeling
van de elektrische ruitbediening
gevaar oplevert voor de achterge-
bleven passagiers. Als u de schakelaar omhoog trekt,
gaat de ruit dicht; als u de schakelaar
indrukt, gaat de ruit open.
Met de schakelaars C enD (fig. 147)
kunnen vanaf de bestuurdersplaats de
zijruiten achter worden bediend.
Met schakelaar E (fig. 147) blok -
keert u de bedieningsknoppen op de
armsteunen van de portieren. De
blok kering is ingeschakeld als de
schakelaar omhoog is getrokken.
Page 134 of 283

133
BAGAGERUIMTE
Trek voor het openen van het koffer-
deksel de hendel A (fig. 150)omhoog of
steek de sleutel in het slot B (fig. 151)
en draai hem in stand 1.
Het slot vergrendelt als u het koffer-
deksel sluit.
Gebruik voor het openen van het
kofferdeksel de handgreep C boven
het slot.
De vloerbedekking is omkeerbaar:
de vloerbedekking kan worden ver -
wijderd, omgedraaid en weer worden
teruggeplaatst met de wasbare zijde
naar boven gekeerd, wanneer u
smerige voorwerpen vervoert.
fig. 150
P4T0249
fig. 151
P4T0087
Bij het gebruik van de
bagageruimte mogen de
maximale waarden niet
worden overschreden (zie hoofd-
stuk “Technische gegevens”).
Controleer bovendien of de bagage -
ruimte goed geladen is en bevestig
de lading eventueel met riemen
of spanbanden aan de daarvoor
bestemde ringen. Zo wordt voor -
komen dat een voorwerp bij
bruusk remmen naar voren schiet
en letsel veroorzaakt.BAGAGERUIMTE OPENEN MET
AFSTANDSBEDIENING
Het kofferdeksel kan worden ge -
opend door knopje D (fig. 152) op de
contactsleutel in te drukken.
Het kofferdeksel kan ook worden
geopend bij centraal vergrendelde
portieren en ingeschakeld diefstal -
alarm (indien aanwezig).
In dit geval werkt het alarmsysteem op
de volgende manier:
– uitschakeling van de interieur-
bewaking;
– uitschakeling van de kantelsensor;
– uitschakeling druksensor koffer-
deksel.
Als het kofferdeksel weer wordt geslo-
ten, worden de uitgeschakelde functies
weer ingeschakeld.
fig. 152
P4T0265
Page 135 of 283

BAGAGERUIMTE VERGROTENDit is alleen mogelijk bij een deel-
bare achterbank.
Zie voor de Station Wagon het be-
treffende hoofdstuk.
Het is mogelijk de bagageruimte te
vergroten door de deelbare achterbank
gedeeltelijk (1/3 of 2/3) of geheel neer
te klappen.
Gedeeltelijk neerklappen (1/3)
(fig. 153)
Als alleen de linker zitting wordt neer-
geklapt, kunnen er twee personen op de
achterbank worden vervoerd. Gedeeltelijk neerklappen (2/3)
(fig. 154)
Als alleen de rechter zitting wordt
neergeklapt, kan er één persoon op de
achterbank worden vervoerd.
Geheel neerklappen (fig. 155)
Als beide zitplaatsen achter worden
neergeklapt, is de bagageruimte maxi-
maal vergroot.
134
fig. 153
P4T0088
fig. 154
P4T0089
fig. 155
P4T0090
fig. 156
P4T0091
Bagageruimte vergroten
1) Trek de handgreep A (fig. 156) in
het midden van iedere achterzitting in
de rijrichting en klap de zitting naar
voren in de richting van de pijl.
2) Verwijder de hoofdsteunen van de
zitplaatsen achter (zie paragraaf
“Hoofdsteunen” in dit hoofdstuk) en
plaats ze in de daarvoor bestemde
ruimte van de opgeklapte zitting (fig.
157).
3) Draai de hendel op de hoeden-
plank (fig. 158) om het slot van de
rugleuningen te ontgrendelen:
stand 1= rechter rugleuning
stand 2= linker rugleuning.
Page 136 of 283

135
4) Plaats de veiligheidsgordels aan
de zijkant en klap de rugleuningen
neer, waardoor er een vlakke laad -
vloer ontstaat in de bagageruimte.
Zitplaatsen achter in normale
stand zetten
1) Plaats de veiligheidsgordels aan
de zijkant, zet de rugleuning weer
recht op en controleer of hij goed vast -
gehaakt zit.
2) Klap vervolgens de zitting terug
en let er daarbij op dat de veiligheids -
gordels niet in elkaar gedraaid zitten
tussen de rugleuning en de zitting.
3) Monteer de hoofdsteunen weer. BELANGRIJK
Als u zware voor -
werpen vervoert en u ‘s nachts rijdt,
moet u controleren of de hoogte -
regelaars op de koplampen in de
juiste stand staan (zie paragraaf
“Koplampen” in dit hoofdstuk).
fig. 158
P4T0092
fig. 157
P4T0261
BAGAGE VASTZETTEN
(fig. 159-160-161)
De vervoerde bagage kan met rie-
men of spanbanden worden bevestigd
aan de daarvoor bestemde ringen in
de hoeken van de bagageruimte.
De ringen dienen ook voor de beves -
tiging van het bagagenet (als optional
beschikbaar bij de Lancia-dealer).
fig. 159
P4T0093
Page 137 of 283

SKILUIK (fig. 162)Het skiluik kan worden gebruikt
voor het vervoer van lange voorwer-
pen (bijv. ski’s) die vanuit de bagage -
ruimte door het luik kunnen worden
gestoken.
1) Kantel de armsteun Aomlaag.
2) Druk op de handgreep Ben duw
het klepje C naar beneden.
3) Maak de bekleding los (indien
aanwezig).
Duw het luikje C in de richting van
de bagageruimte om het te sluiten: de
vergrendeling blokkeert automatisch.
136
Niet goed vastgezette ba-
gage kan bij een ongeluk
de passagiers ernstig ver -
wonden.
fig. 161
P4T0095
fig. 160
P4T0094
fig. 162
P4T0200
MOTORKAP
Motorkap openen:
1) Trek de hendel (rood) A(fig.
163) in de richting van de pijl .
fig. 163
P4T0096
Voer deze handeling al-
leen uit als de auto stil-
staat.
2) Trek de hendel B (fig. 164)
omhoog en maak de motorkap uit de
veiligheidshaak los.
3) Til de motorkap op.
Page 138 of 283

137
BELANGRIJKHet optillen van de
motorkap wordt vergemakkelijkt door
twee gasveren ( fig.165). Wij raden u
aan deze gasveren niet te demonteren
en de motorkap tijdens het optillen te
begeleiden.
fig. 164
P4T0097
fig. 165
P4T0645
Pas op als u sjaals, das-
sen of loszittende kleding-
stukken draagt: deze kun-
nen door de bewegende onder -
delen worden gegrepen. Kom bij het uitvoeren
van werkzaamheden in de
motorruimte niet in de
buurt van de elektroventilateur als
de motor nog warm is: De elektro-
ventilateur kan, ook bij uitge-
schakeld contact, onverwachts in-
schakelen. Wacht totdat de motor
is afgekoeld.
Motorkap sluiten:
1) Laat de motorkap vanaf een
hoogte van ongeveer 20 cm dichtval-
len: hij vergrendelt nu automatisch.
2) Controleer of de motorkap goed
vergrendeld is en niet alleen door de
veiligheidshaak wordt vastgehouden.
Druk in dit laatste geval de motorkap
niet dicht, maar til hem opnieuw op
en herhaal de handeling.
Controleer altijd of de
motorkap goed vergren-
deld is: probeer de motor -
kap op te tillen om er zeker van te
zijn dat hij goed vergrendeld is en
niet alleen door de veiligheidshaak
wordt vastgehouden.
Page 139 of 283

138
DOP VAN DE
BRANDSTOFTANK
De vergrendeling van het tankklepje
wordt bediend door de centrale por-
tiervergrendeling.In geval van nood
kan het klepje ontgrendeld worden
door aan lusje A (fig. 166) rechts in de
bagageruimte te trekken (Sedan-uit-
voering).
Bij de Station Wagon bevindt het lusje
A (fig. 167) zich in het servicevak rechts
in de bagageruimte. Het lusje is bereik-
baar nadat het vakje met de handgreep
is uitgetrokken en verwijderd. Door de
hermetische afsluiting van de tank kan
de druk in de tank iets verhoogd zijn.
Het is daarom normaal als u bij het los -
draaien van de tankdop een sissend
geluid hoort. Bij uitgeschakelde centrale portier-
vergrendeling, blijft het klepje geslo-
ten. Om het klepje te openen moet u
op de voorzijde, bij punt B(fig. 168 )
(aangegeven door een licht reliëf op
het oppervlak zelf) drukken; trek ver-
volgens de achterzijde naar achteren
en draai gelijktijdig het klepje naar
buiten zoals aangegeven door de pijl,
totdat het klepje geheel geopend is. De
fig. 168
P4T0100
fig. 167
P4T0317
fig. 166
P4T0279
fig. 169
P4T0646
Kom niet dicht bij de vul -
opening met open vuur of
een brandende sigaret:
brandgevaar. Houd uw hoofd ook
niet dichtbij de vulopening om te
voorkomen dat u schadelijke dam-
pen inademt.
tankdop zit via een koordje A
( fig. 169) aan het tankklepje vast, zo-
dat u de dop niet kunt verliezen.
Plaats tijdens het tanken de dop in
de uitsparing op het klepje, zoals is af-
gebeeld.
Page 140 of 283

De handsfree kit moet u
zelf aanschaffen en ge-
schikt zijn voor uw mo-
biele telefoon.
BELANGRIJK Bij de installatie van
een mobiele telefoon moet het in-
gangsvolume worden ingesteld. Zie
hiervoor de aanwijzingen in de para-
graaf “Lijst van mogelijke Expert-in-
stellingen” (PHONE SETTING en
PHONE AMPLIFICATION) in het
hoofdstuk “Autoradio”.
139
INBOUWVOORBE -
REIDING MOBIELE
TELEFOON
(indien aanwezig)
De voorbereiding bestaat uit:
– antenne op het dak ( fig. 170);
Wendt u voor de installa-
tie van de mobiele telefoon
en de aansluiting op de
voorbereide bedrading uitsluitend
tot de Lancia-dealer; deze kan het
beste resultaat garanderen en elk
mogelijk ongemak dat de veilig -
heid van de auto in gevaar kan
brengen, verhelpen.
De antenne heeft een
maximaal vermogen van
20W.
INBOUWVOORBE -
REIDING TELEPASS
(indien aanwezig)
De auto is uitgerust met een stekker
( fig. 171) voor de aansluiting van een
Telepass-transponder die via speciale
verkoopkanalen verkrijgbaar is.
Wendt u voor de installatie van de
Telepass tot de Lancia-dealer.
fig. 170
P4T0284
fig. 171
P4T0275
de functies TEL-IN (naar een tele -
foon gesprek luisteren via de luid-
sprekers van de autoradio) en TEL-
MUTE (het op nul zetten van het vo-
lume van de autoradio bij een tele -
foon gesprek).
– bedrading voor de aansluiting van
de antenne en elektrische voeding met
de stekkers in de middenconsole, bij
de handrem. Deze laatste bevat de
aansluitingen met de autoradio voor