Lancia Lybra 2005 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2005, Model line: Lybra, Model: Lancia Lybra 2005Pages: 283, PDF Size: 3.16 MB
Page 141 of 283

140
KOPLAMPEN
AFSTELLEN
LICHTBUNDEL AFSTELLENGoed afgestelde koplampen zijn be-
langrijk voor het comfort en de veilig -
heid van uzelf en de overige wegge-
bruikers.
Bovendien zijn er wettelijke voor-
schriften.
Voor optimaal zicht en zichtbaar -
heid moeten de koplampen op de
juiste wijze zijn afgesteld.
Voor controle of afstelling kunt u
zich tot een Lancia-dealer wenden.
KOPLAMPVERSTELLING Als de auto beladen is, helt hij
achter over. Het gevolg is dat de licht-
bundel van de koplampen meer naar
boven schijnt. De stand van de kop -
lampen moet nu worden gecorrigeerd.
Controleer na enkele
kilo meters opnieuw of
de bevestigingsbouten nog
goed vastzitten.
IMPERIAAL/
SKI DRAGER
BEVESTIGINGSPUNTEN
(fig. 172-173)
Zie voor de Station Wagon het be-
treffende hoofdstuk.
De vier bevestigingsbeugels van de
imperiaal/skidrager bevinden zich in
de goot van het dak (twee per kant).
De bevestigingsbeugels zijn bereik-
baar als u het afdichtrubber iets op -
licht. Bevestig de steunen van de impe-
riaal/skidrager aan de bevestigings -
beugels.
BELANGRIJK Het afdichtrubber
moet tegen de zijkanten van de
dwars steunen rusten en niet op de
bodem van de goot.
fig. 172
P4T0102
fig. 173
P4T0103
Overschrijd nooit het
maximum draagvermogen
(zie hoofdstuk “Techni-
sche gegevens”).
Page 142 of 283

141
Stand 1- één persoon + maximale
lading in de bagageruimte.
Standen 2en 3- niet gebruiken.
Stand 0- alle andere omstandighe-
den.
MISTLAMPEN VOOR
AFSTELLEN
Vanaf de onderzijde van de auto
kunt u met stelschroef A (fig. 175)de
lichtbundel afstellen.
Voor controle of afstelling kunt u
zich tot een Lancia-dealer wenden.
fig. 174
P4T0647
fig. 175
P4T0105
Controleer de afstelling
van de koplampen telkens
als het gewicht van de la-
ding wijzigt.
Bedien de elektrische regelaar A
(fig. 174):
Stand 0- één of twee personen op de
voorstoelen.
Stand 1- vijf personen.
Stand 2- vijf personen + bagage.
Stand 3- bestuurder + maximale la-
ding in de bagageruimte.
Als de auto is voorzien van auto -
matische niveauregeling op de ach-
terwielen, zet dan de elektrische rege-
laar A (fig. 174) in één van de vol-
gende standen:
EOBD-systeem
(benzine-uitvoeringen)
Het op de auto gemonteerde EOBD-
systeem (European On Board Diag -
nosis) is conform de EU 98/69-richt -
lijnen (EURO 3).
Dit diagnosesysteem voert continu
controles uit op de componenten die
van invloed zijn op de emissies; bo-
vendien kan de bestuurder door het
branden van lampje
Uop het in-
strumentenpaneel een vermindering
in de werking van de componenten
constateren.
Het doel is:
– de werking van het systeem con-
troleren;
– signaleren wanneer door een storing
de emissies boven de wettelijk vast -
gestelde drempelwaarde uitkomen;
– signaleren wanneer het noodzake-
lijk is defecte componenten te ver-
vangen.
Page 143 of 283

142
De auto is uitgerust met
een elektronische rem-
drukverdeling (EBD). Als
bij een draaiende motor tegelijker -
tijd de waarschuwingslampjes >
en x gaan branden, dan is er een
storing in het EBD-systeem; in dat
geval kunnen bij hard remmen de
achterwielen vroegtijdig blokkeren
waardoor de auto kan gaan slip-
pen. Rijd zeer voorzichtig naar
de dichtstbijzijnde Lancia-werk-
plaats om het systeem te laten con-
troleren. WERKING
De centrale regeleenheid ontvangt en
verwerkt de informatie van het rem-
pedaal en van de 4 sensoren die bij de
wielen zijn geplaatst en geeft de elek-
tro-hydraulische unit de opdracht de
remdruk op de remcilinders te ver-
minderen, constant te houden of te
verhogen. Zo wordt het blokkeren van
de wielen voorkomen.
BELANGRIJK Tijdens het remmen
kunnen lichte trillingen in het rem -
pedaal worden gevoeld. Dit betekent
dat het ABS in werking is getreden.
ABS
ALGEMENE INFORMATIE
Het ABS (Anti-Blokkeer-Systeem)
voorkomt dat tijdens het remmen de
wielen blokkeren, ongeacht de condi-
tie van het wegdek en de pedaaldruk,
en verhindert daarmee het doorslip-
pen van één of meerdere wielen. Hier-
door blijft de auto bestuurbaar en sta-
biel en wordt de remweg aanzienlijk
verkort.
Als door de conditie van het wegdek
(door water, ijzel, sneeuw, enz.) de
grip op het wegdek vermindert, kan
één van de wielen blokkeren en gaan
slippen. Aangezien een geblokkeerd
wiel niet meer de zijdelingse krachten
kan opnemen die op de band worden
uitgeoefend, zal de auto onbestuur-
baar worden.
De auto is uitgerust met een elektro-
nische remdrukverdeling EBD (Elec-
tronic Brakeforce Distribution). Het
systeem zorgt door middel van de re-
geleenheid en de sensoren van het
ABS voor een optimale verdeling van
de remdruk tussen de voor- en achter -
wielen.
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
Ugaat niet bran-
den of het gaat branden of knip-
peren tijdens het rijden, dan dient
u zo snel mogelijk contact op te
nemen met de Lancia-dealer.
BELANGRIJK Na het verhelpen
van de storing moet de Lancia-
dealer voor een complete controle
van het systeem, tests uitvoeren op
een testbank en, zonodig, een proefrit
maken die eventueel een langere af-
stand kan omvatten. Het systeem beschikt verder nog
over een diagnosestekker die, als deze
verbonden is met speciale apparatuur,
het mogelijk maakt, de door de regel -
eenheid opgeslagen storingscodes en
de specifieke parameters voor de
diag nose en werking van de motor, te
lezen.
Page 144 of 283

De maximale remvertra-
ging blijft uiteraard altijd
afhankelijk van de grip
van de banden op het wegdek. Bij
sneeuw of ijs is de grip vanzelf-
sprekend veel minder, waardoor
de remweg, ook met ABS, aanzien-
lijk langer zal zijn. Als u te sterk op de motor
afremt (lage versnellingen
bij weinig grip), kunnen de
aangedreven wielen doorslippen.
Het ABS werkt niet bij deze vorm
van slippen.
143
De prestaties van het sys -
teem vergroten in principe
de actieve veiligheid, maar
mogen de bestuurder er niet toe
verleiden onnodige en onver -
antwoorde risico’s te nemen. De
rijstijl moet altijd zijn aangepast
aan de weersomstandigheden, het
zicht en het verkeer.
Als bij een draaiende
motor alleen het waar-
schuwingslampje >gaat
branden, dan is er een storing in
het ABS-systeem. In dat geval
werkt het conventionele remsys -
teem op de normale manier,
terwijl geen gebruik wordt ge-
maakt van het anti-blokkeersys -
teem.Onder deze omstandigheden
kan ook de werking van het EBD-
systeem verminderen. Ook in dit
geval raden wij u aan onmiddellijk
en zeer voorzichtig naar de dichtst -
bijzijnde Lancia-dealer te rijden,
om het systeem te laten controle-
ren. Als het waarschuwings
-
lampje xvoor te laag rem -
vloeistofniveau gaat bran-
den, stop dan onmiddellijk de auto
en raadpleeg een Lancia-dealer. Als
er vloeistof lekt uit het hydrauli-
sche systeem, wordt de werking
van zowel het conventionele rem-
systeem als het ABS in gevaar ge-
bracht.
Page 145 of 283

144
AUTORADIO
De auto is uitgerust met een com-
plete autoradio.
De autoradio is geïntegreerd in het
multifunctionele display en kan wor-
den uitgerust met een CD-speler en
een hifi-systeem.
ICS van Lancia (Integrated
Control System) met
navigatiesysteem (indien
aanwezig)
De beschrijving van het ICS van
Lancia bij de uitvoering met naviga-
tiesysteem en specifieke werking van
de autoradio vindt u in het bijge-
voegde supplement, dat samen met het instructieboekje bij de auto wordt
geleverd.
LUIDSPREKERS
Luidsprekers voor (fig. 176)
De luidsprekers voor bevinden zich
in de voorportieren.
A - Tweeter (behalve uitvoeringen
met BOSE hifi-systeem)
B - Woofer.
Luidsprekers achter (fig. 177) De luidsprekers achter C bevinden
zich in de achterportieren (alleen uit-
voeringen met BOSE hifi-systeem). Luidsprekers op de hoedenplank
(fig. 178)
De auto is ook voorzien van luid-
sprekers Daan beide uiteinden van de
hoedenplank.
fig. 176
P4T0106
fig. 177
P4T0107
fig. 178
P4T0108
Page 146 of 283

145
CD-SPELER (indien aanwezig)
(fig. 179)De CD-speler is in de daarvoor be-
stemde ruimte links in de bagage-
ruimte geplaatst, boven de ruimte
voor de CD-speler van het ICS-navi-
gatiesysteem van Lancia (indien
aanwezig).
Open het klepje om de speler te be-
reiken door knop Ate draaien. BOSE HIFI-AUDIOSYSTEEM
(indien aanwezig)
Het hifi-audiosysteem bestaat uit:
– twee woofer luidsprekers (diame-
ter 168 mm) met hoog uitgangsver-
mogen, gemonteerd in de voorportie-
ren
– twee tweeter luidsprekers (diame-
ter 50 mm) ingebouwd in de woofer
luidsprekers op de voorportieren
– twee midrange luidsprekers (dia-
meter 160 mm) met hoog uitgangs -
vermogen en brede band, gemonteerd
in de achterportieren
– één subwoofer luidspreker (dia-
meter 230 mm) met hoog uitgangs -
vermogen, ingebouwd in de hoeden-
plank (uitvoering Sedan)
– een bass box met een inhoud van
14 dm
3rechts in de bagageruimte
(uitvoering Station Wagon)
– een hifi-versterker met hoog uit-
gangsvermogen uit 5 kanalen, 4 van
25 W en 1 van 100 W, in klasse D
met analoge equalizer.
Totaal muziekvermogen 300 W.
fig. 179
P4T0282
Het hifi-systeem is speciaal voor de
Lybra ontwikkeld om de beste akoes -
tische prestaties te leveren en een
muziek concert zo levensecht te laten
klinken op iedere plaats in het inte-
rieur.
Een van de belangrijke kenmerken
van het systeem is de kristalheldere
weergave van de hoge tonen en de
volle en rijke bassen. Bovendien wor-
den de klanken in het gehele interieur
weergegeven, waardoor de inzittenden
het gevoel van ruimtelijkheid krijgen
zoals bij het beluisteren van levende
muziek.
De componenten van het systeem
zijn onder licentie gefabriceerd en
ontwikkeld met de meest geavan-
ceerde technologie. De bediening van
de autoradio is echter eenvoudig zo-
dat ook minder ervaren mensen het
systeem op de beste manier kunnen
gebruiken.
Page 147 of 283

146
GEBRUIK VAN DE AUTO EN PRAKTISCHE TIPS
Dit hoofdstuk dient om de Lybra optimaal te
gebruiken, hem niet te beschadigen en al zijn
capaciteiten volledig te benutten. Wij geven u
aanbevelingen “wat te doen, wat te laten en wat
te vermijden” bij het rijden met de Lybra.
In de meeste gevallen gaat het om zaken die
ook voor andere auto’s belangrijk zijn. In
andere gevallen gaat het specifiek om de
werking van de Lybra. Daarom vragen wij ook
voor dit hoofdstuk uw aandacht, zodat u de rij-
eigenschappen en de werking leert kennen. Zo
haalt u het beste uit uw Lybra.MOTOR STARTEN.......................................... 147
PARKEREN ..................................................... 150
TANKEN MET DE LYBRA .............................. 150
VEILIG RIJDEN .............................................. 154
KOSTENBESPARING EN BEPERKING
VAN DE UITSTOOT VAN DE
SCHADELIJKE UITLAATGASSEN ................. 158
ECONOMISCH EN MILIEUVRIENDELIJK
RIJDEN ........................................................... 160
TREKKEN VAN AANHANGERS..................... 161
SNEEUWKETTINGEN ................................... 162
AUTO LANGERE TIJD STALLEN .................. 163
PERIODIEKE CONTROLES EN VOOR
LANGE REIZEN ............................................. 164
EXTRA ACCESSOIRES .................................. 164
SUGGESTIES VOOR
NUTTIGE ACCESSOIRES .............................. 165
LYBRA 146÷165 NL:LYBRA 146÷165 NL 07-01-10 14:47 Pagina 146
Page 148 of 283

147
MOTOR STARTENBENZINEMOTOR STARTEN1) Zorg ervoor dat de handrem is
aangetrokken.
2) Zet de versnellingspook in vrij.
3) Trap het koppelingspedaal geheel
in, zonder het gaspedaal in te trappen.
4) Draai de start-/contactsleutel in
stand AVVen laat hem los zodra de
motor aanslaat. Als de motor bij de eerste poging
niet aanslaat, moet u de sleutel terug-
draaien in stand STOP en nogmaals
starten.
Als met de start-/contactsleutel in
stand MARhet controlelampje ¢
samen met het waarschuwingslampje
U blijft branden, raden wij u aan de
sleutel in stand STOP te draaien en
vervolgens weer in stand MAR; als het
lampje nog steeds blijft branden, pro-
beer het dan met de andere geleverde
sleutels.
Als de motor nog niet aanslaat, voer
dan zelf een noodstart uit (zie “Nood-
start” in het hoofdstuk “Noodgeval-
len”) of wendt u tot een Lancia-
dealer.
BELANGRIJK Laat de contact -
sleutel niet in stand MAR staan als de
motor stilstaat.
Het is gevaarlijk om de
motor in een afgesloten
ruimte te laten draaien. De
motor verbruikt zuurstof en pro-
duceert koolmonoxide en andere
giftige stoffen.
Direct na het starten van de motor,
vooral wanneer de auto langere tijd
niet gebruikt is, kan de motor iets
meer geluid produceren. Dit geluid,
dat niet schadelijk is voor de werking
van de motor, wordt veroorzaakt door
de hydraulische klepstoters: het dis -
tri butiesysteem op de benzinemotor
van de Lybra dat bijdraagt aan een
vermindering van de onderhouds -
werkzaamheden. Raak de hoogspannings
-
kabels (bougiekabels) nooit
aan als de motor draait.
LYBRA 146÷165 NL:LYBRA 146÷165 NL 07-01-10 14:47 Pagina 147
Page 149 of 283

148
DIESELMOTOR STARTEN1) Zorg ervoor dat de handrem is
aangetrokken.
2) Zet de versnellingspook in vrij.
3) Draai de contactsleutel in stand
MAR. Op het instrumentenpaneel
gaan de controlelampjes men ¢
branden.
4) Wacht tot het lampje ¢ gedoofd
is.
5) Wacht tot het lampje m ge-
doofd is. Hoe warmer de motor, hoe
sneller het lampje dooft. Bij een
warme motor kan het lampje zo snel
doven dat dit niet wordt opgemerkt.
6) Trap het koppelingspedaal geheel
in.
7) Draai de contactsleutel in stand
AVV nadat het lampje mgedoofd
is. Als u te lang wacht, zijn de voor-
gloeibougies weer afgekoeld.
Het minimum toerental wordt bij
een koude motor automatisch
verhoogd. Als het lampje m
na het
starten ongeveer 30 secon-
den gaat knipperen, be-
tekent dit dat er een storing is in
het voorgloeisysteem. U kunt op de
gewone manier de motor starten
maar u dient wel zo spoedig mo-
gelijk contact op te nemen met een
Lancia-dealer. Als de motor bij de eerste poging
niet aanslaat, moet u de sleutel terug-
draaien in stand STOP en nogmaals
starten.
Als met de start-/contactsleutel in
stand MARhet controlelampje ¢
samen met het waarschuwingslampje
blijft branden, raden wij u aan de
sleutel in stand STOP te draaien en
vervolgens weer in stand MAR; als het
lampje nog steeds blijft branden, pro-
beer het dan met de andere geleverde
sleutels.
Als de motor nog niet aanslaat,
wendt u dan tot een Lancia-dealer.
BELANGRIJK Laat de contact -
sleutel niet in stand MAR staan als de
motor stilstaat.
LYBRA 146÷165 NL:LYBRA 146÷165 NL 07-01-10 14:47 Pagina 148
Page 150 of 283

149
MOTOR OPWARMEN MOTOR
NA HET STARTEN
(benzine en diesel)– Rijd rustig weg, laat de motor niet
met hoge toerentallen draaien en trap
het gaspedaal niet bruusk in.
– Verlang de eerste kilometers geen
maximale prestaties. We raden u aan
te wachten totdat de koelvloeistof een
temperatuur van 50° ÷ 60°C heeft be-
reikt.
NOODSTART
Als de regeleenheid van de Lancia
CODE de via de contactsleutel gezon-
den code niet herkent (controle-
lampjes ¢en U op het in stru -
menten paneel branden constant), kan
een noodstart worden uitgevoerd met
de code die op de CODE-card ver-
meld staat.
Zie het hoofdstuk “Noodgevallen”. MOTOR UITZETTEN
Draai de contactsleutel in stand
STOP terwijl de motor stationair
draait.
BELANGRIJK Het is beter om de
motor na een zware rit even “op
adem” te laten komen. Zet de motor
niet onmiddellijk uit, maar laat hem
even stationair draaien. Hierdoor kan
de temperatuur in de motorruimte
dalen.
Probeer auto’s met ka-
talysator nooit te starten
door ze aan te duwen, te
slepen of van een helling te laten
rijden. Op die wijze kan er onver-
brande brandstof in de katalysa-
tor terechtkomen, waardoor hij
onherstelbaar zal beschadigen.
Houd er rekening mee dat
de rem- en stuurbekrachti-
ging niet werken zolang de
motor niet is aangeslagen, waardoor
meer kracht nodig is voor de bedie-
ning van het rempedaal en het stuur.
Gasgeven voordat u de
motor uitzet heeft geen
enkel nut, verspilt brand-
stof en is, vooral voor motoren met
turbo-compressor, schadelijk.
ROLLEND STARTEN
LYBRA 146÷165 NL:LYBRA 146÷165 NL 07-01-10 14:47 Pagina 149