Lancia Lybra 2005 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2005, Model line: Lybra, Model: Lancia Lybra 2005Pages: 283, PDF Size: 3.16 MB
Page 181 of 283

180
Gloeilamp grootlicht (fig. 26)Halogeengloeilamp (type D, 12V-
H7/55W) vervangen:
1) Trek de stekker los van de lamp.
2) Haak de borgveer Alos en trek de
lamp uit de fitting.
3) Plaats de nieuwe lamp, waarbij u
erop moet letten dat de lippen B op
het metalen deel in de uitsparingen
van de reflector vallen.
4) Haak de borgveer weer vast en
sluit de stekker aan. Gloeilamp parkeerlichten
(fig. 27)
Gloeilamp (type B, 12V-H6W) ver-
vangen:
1) Verwijder de lamphouder Adoor
hem aan de lip vast te pakken en iets
te draaien, waardoor hij makkelijker
uit de zitting kan worden genomen.
2) Verwijder de lamp B door hem
iets in te drukken en linksom te
draaien.
3) Monteer de nieuwe lamp en druk
vervolgens de lamphouder weer in de
zitting. RICHTINGAANWIJZERS VOOR
Gloeilamp (type B, 12V-PY21W)
vervangen:
1) Draai de lamphouder A (fig. 28)
linksom en trek de lamphouder uit de
zitting.
2) Verwijder de lamp B door hem
iets in te drukken en linksom te
draaien.
3) Vervang de lamp en monteer ver-
volgens de lamphouder in de richting -
aanwijzerunit.
fig. 27
P4T0131
fig. 28
P4T0650
fig. 26
P4T0130
Page 182 of 283

181
MISTLAMPEN VOOR
(fig. 29-30-31)Halogeengloeilamp (type D, 12V-
H3/55W) vervangen:
1) Verwijder het deksel Adoor het
linksom te draaien zonder de stekker
los te trekken.
2) Trek de stekker B los van de
lamp.
3) Haak de borgveer Clos en trek de
lamp uit de fitting.
4) Plaats de nieuwe lamp, waarbij u
erop moet letten dat de lippen D op
het metalen deel in de uitsparingen
van de reflector vallen. 5)
Haak de borgveer C vast en sluit
de stekker B weer aan.
6) Monteer het deksel A door het
rechts om te draaien. RICHTINGAANWIJZERS OP
VOORSPATBORD (fig. 32)
Gloeilamp (type A, 12V-PY5W)
vervangen:
1) Druk met de hand het lampenglas
in de richting 1 , druk op de lip A en
verwijder de unit aan de voorkant 2.
2) Draai het gloeilampje linksom en
trek het uit de lamphouder B.
3) Trek het lampje Cuit de houder
en vervang het.
4) Plaats de nieuwe lamp in de
lamphouder en monteer de unit,
waarbij eerst de achterzijde in de zit-
ting Dmoet worden geplaatst.
fig. 29
P4T0134
fig. 30
P4T0135
fig. 31
P4T0136
fig. 32
P4T0133
Page 183 of 283

182
ACHTERLICHTUNIT
Achterlichten, richting aan -
wijzers, remlichten, achter uit -
rijlichten en mistachterlicht
(fig. 33-34-35)
Gloeilamp vervangen:
1) Draai vanuit de bagageruimte aan
knop Aen til het beschermdeksel B
omhoog.
2) Draai de schroef C en trek de
lamphouder Duit de zitting. 3)
Verwijder de gloeilampen door ze
iets in te drukken en linksom te
draaien.
E - Gloeilamp (type B, 12V-R10W)
voor de achterlichten.
F - Gloeilamp (type B, 12V-P21W)
voor de remlichten.
G - Gloeilamp (type B, 12V-
PY21W) (oranje) voor de richting -
aanwijzers.
H - Gloeilamp (type B, 12V-P21W)
voor het achteruitrijlicht (alleen rech-
ter lichtunit). Gloeilamp (type B, 12V-P21W)
voor het mistachterlicht (alleen linker
lichtunit). 4)
Vervang de lampen en bevestig
vervolgens de lamphouder D met de
schroef C.
5) Laat het beschermdeksel B
zakken en draai het vast met de knop
A .
fig. 33
P4T0138
fig. 34
P4T0139
fig. 35
P4T0140
Page 184 of 283

183
KENTEKENPLAAT -
VERLICHTING (fig. 36)Gloeilamp (type C, 12V-C5W) ver-
vangen:
1) Draai de schroeven Alos en ver -
wijder de lampunit B.
2) Verwijder het lampje C door het
uit de contacten aan de zijkant los te
maken en vervang het lampje.
3) Bevestig de lamphouder Bmet de
schroeven A. DERDE REMLICHT
(fig. 37-38-39)
Gloeilamp van het derde remlicht
vervangen:
1) Pak de lampunit A bij de in -
kepingen aan de zijkant B vast en
verwijder de unit door hem naar vo-
ren te trekken.
2) Trek de stekker C uit de zitting
op de hoedenplank.
3) Maak de stekker los en houd de
borgveer ingedrukt.
4) Verwijder de gloeilamp Duit het
beschermdeksel Edoor het uit de zij-
sluitingen Flos te maken.
5) Druk de nieuwe lamp in het be-
schermdeksel E totdat hij vasthaakt
in de zijsluitingen F . 6)
Sluit de stekker C weer aan en
plaats deze in de zitting op de hoe-
denplank.
7) Monteer de lampunit door de lip-
pen Gin de uitsparingen H op de hoe-
denplank te steken en duw de unit
helemaal in de zitting.
fig. 36
P4T0141
fig. 37
P4T0276
fig. 38
P4T0277
fig. 39
P4T0278
Page 185 of 283

184
DEFECTE
INTERIEUR -
VERLICHTING
PLAFONDVERLICHTING VOOR
Gloeilampen (type C, 12V-W5W)
vervangen:
1) Licht met een schroevendraaier in
punt A(fig. 40) het deksel Bop.
2) Draai de schroeven C (fig. 41)
los.
3) Verwijder het plafondlampje door
het naar voren te drukken en uit de
borgveer D (fig. 42) los te haken. 4)
Til het geklemde deksel E om -
hoog.
5) Maak de lampjes F (fig. 43) los
uit de contacten en vervang ze.
6) Plaats het deksel E weer in de zit-
ting.
7) Monteer het plafondlampje: haak
eerst de borgveer Dvast en druk ver-
volgens op de voorzijde totdat de
klemlipjes G (fig. 42) vasthaken.
BELANGRIJK Controleer als u het
plafondlampje weer monteert of de
elektrische bedrading op de juiste
wijze is aangesloten. 8)
Draai de schroeven Cvast.
9) Monteer het deksel B: plaats eerst
de voorzijde en druk volgens op de
achterzijde totdat het deksel weer op
zijn plaats zit.
fig. 40
P4T0144
fig. 41
P4T0145
fig. 43
P4T0147
fig. 42
P4T0146
Page 186 of 283

185
VERLICHTING
DASHBOARDKASTJE (fig. 46)Gloeilamp (type C, 12V-C5W) ver-
vangen:
1) Verwijder het lampenglas door
met een schroevendraaier de borgveer
A in te drukken.
2) Verwijder het lampje B door het
los te maken uit de contacten aan de
zijkant en vervang het lampje.
3) Monteer het lampenglas: plaats
eerst de zijde C en druk vervolgens op
de andere zijde totdat de borgveer A
is vastgehaakt.
PLAFONDVERLICHTING
ACHTER (fig. 44)
Gloeilamp (type C, 12V-C5W) ver-
vangen:
1) Licht het plafondlampje met een
schroevendraaier in punt Aop.
2) Verwijder het lampje B door het
los te maken uit de contacten en ver-
vang het lampje.
3) Monteer het plafondlampje:
plaats eerst de zijde C en druk ver-
volgens op de andere zijde totdat de
borgveer Dis vastgehaakt. SPIEGELVERLICHTING (fig. 45)
Gloeilamp (type C, 12V-C5W) ver-
vangen:
1) Licht het plafondlampje met een
schroevendraaier in punt Aop.
2) Verwijder het lampje B door het
los te maken uit de contacten en ver-
vang het lampje.
3) Monteer het plafondlampje:
plaats eerst de zijde C en druk ver-
volgens op de andere zijde totdat de
borgveer Dis vastgehaakt.
fig. 44
P4T0148
fig. 45
P4T0149
fig. 46
P4T0150
Page 187 of 283

186
BAGAGERUIMTEVERLICHTING
(fig. 47)Gloeilamp (type C, 12V-C5W) ver-
vangen:
1) Verwijder het lampenglas door
met een schroevendraaier de borgveer
A in te drukken.
2) Verwijder het lampje B door het
los te maken uit de contacten aan de
zijkant en vervang het lampje.
3) Monteer het lampenglas: plaats
eerst de zijde C en druk vervolgens op
de andere zijde totdat de borgveer A
is vastgehaakt. DORPELVERLICHTING
(fig. 48-49)
Gloeilamp (type A, 12V-W5W) ver-
vangen:
1) Verwijder het lampenglas door
met een schroevendraaier de borgveer
A in te drukken.
2) Druk op beide zijden van het
scherm Bbij de bevestigingspunten en
draai het scherm.
3) Vervang het geklemde lampje C. 4)
Plaats het scherm B weer in de
zitting.
5) Monteer het lampenglas: plaats
eerst de zijde Den druk vervolgens op
de andere zijde totdat de borgveer A
is vastgehaakt.
fig. 49
P4T0153
fig. 47
P4T0151
fig. 48
P4T0152
Page 188 of 283

Als een hoofdzekering
(MIDI-FUSE of MAXI-
FUSE) doorbrandt, voer
dan geen enkele reparatie uit maar
wendt u tot een Lancia-dealer.
De systemen die door de hoofdzeke-
ringen worden beveiligd, staan in de
tabellen op de volgende pagina’s.
187
HOOFDZEKERINGEN
(MIDI-FUSE en MAXI-FUSE)
De auto is uitgerust met diverse
hoofdzekeringen (MIDI-FUSE en
MAXI-FUSE). Deze zekeringen be-
veiligen afzonderlijk de verschillende
componenten van het elektrische sys -
teem, samen met de zekeringen van
de individuele stroomverbruikers.
De hoofdzekeringen bevinden zich in
de motorruimte, in een kastje op de
pluspool van de accu en zijn daar direct
mee verbonden (zie paragraaf “Zeke-
ringen en relais in de motorruimte”).
Controleer voordat u een zeke-
ring vervangt of de contactsleutel
uit het contactslot is genomen en
alle stroomgebruikers uit staan
en/of zijn uitgeschakeld.
Als de zekering opnieuw doorbrandt,
raadpleeg dan een Lancia-dealer.
De componenten die door de zeke-
ringen worden beveiligd, staan in de
tabellen op de volgende pagina’s aan-
gegeven.EEN DOORGE -
BRAN DE ZEKERING
ALGEMENE AANWIJZINGEN
(fig. 50)
Als een elektrisch onderdeel niet
werkt, controleer dan eerst of de zeke-
ring niet is doorgebrand. De verbin-
dingsstrip mag niet onderbroken zijn.
Is dit wel het geval, dan moet u de
zekering vervangen door een exem-
plaar met hetzelfde ampèrage (zelfde
kleur).
A - Zekering in goede staat.
B - Zekering met doorgebrande
strip. De zekeringen kunnen met
behulp van tangetje C wor-
den uitgenomen.
Vervang een zekering
nooit door een zekering
met een hoger ampèrage:
BRANDGEVAAR.
fig. 50
P4T0299
Page 189 of 283

188
fig. 53fig. 51
P4T0154
fig. 52
P4T0297
ZEKERINGEN EN RELAIS
IN DE ZEKERINGENKASTDe zekeringen van de belangrijkste
systemen bevinden zich in een zeke-
ringenkastje onder het dashboard,
links van het stuur.
De zekeringen zijn bereikbaar nadat
het geklemde deksel A (fig. 51) is ge -
opend.
Op enkele uitvoeringen zijn aan de
binnenzijde van klepje A grafische
symbolen aangebracht. Deze geven de
belangrijkste elektrische componen-
ten aan die door de betreffende zeke-
ring in de zekeringenkast of op de
hulpsteun worden beveiligd.
In het zekeringenkastje bevindt zich
een tangetje B (fig. 52) waarmee de
zekeringen kunnen worden uitgenomen. In het rechter deel van het zekerin-
genkastje zijn onder elkaar de reserve -
zekeringen geplaatst C(fig. 52) met
verschillend ampèrage.
Het is raadzaam om na het vervan-
gen van een zekering de reservevoor-
raad weer aan te vullen.
De systemen die door de zekeringen
in de zekeringenkast worden bevei-
ligd, staan in de tabellen op de vol-
gende pagina’s. Om de relais bereiken (fig. 52) is het
noodzakelijk het zekeringenkastje te
verwijderen: wendt u tot een Lancia-
dealer.
D - Relais claxon
E - Relais achterruitverwarming
F - Relais voor uitschakeling van cir-
cuits bij het starten.
BELANGRIJK Voor de werking van
enkele stroomverbruikers (grootlicht en
parkeerverlichting) moeten zowel de
zekering 13 fig. 52 als de specifieke
zekering die de betreffende verbruiker
beveiligt (bijv. voor dimlicht rechts,
zekering 4 fig. 52 ) in goede staat zijn.
Als de genoemde verbruikers niet
werken, moet gecontroleerd worden of
de zekering 13 fig. 52 en de zekeringen
4, 6, 7 en 8niet zijn doorgebrand.
P4T0298
Page 190 of 283

189
fig. 54fig. 55
P4T0157P4T0156
fig. 56
P4T0296
ZEKERINGEN EN RELAIS OP
DE HULPSTEUN (fig. 53)De hulpsteun bevindt zich boven het
zekeringenkastje. De zekeringen en
relais zijn bereikbaar nadat het klepje
A (fig. 51) is geopend.
G - Relais mistlampen voor (20A)
H - Doorschakelrelais dimlicht
(20A)
I - Relais elektrische stoelbediening
en stoelverwarming (50A). ZEKERINGEN EN RELAIS IN DE
MOTORRUIMTE
Op de houder voor de accu (fig. 54)
De relais zijn bereikbaar nadat het
geklemde deksel Ais verwijderd.
B - Relais 1 e
snelheid elektroventi-
lateur voor motorkoelsysteem
C - Relais 2 e
snelheid elektroventi-
lateur voor motorkoelsysteem (be -
halve uitvoeringen 1.6 met verwar-
ming en 1.8 met verwarming). In het kastje boven de accubak
(fig. 55-56)
Open om de zekeringen te bereiken
eerst het deksel Adoor de borgveren
B naar voren te trekken en open ver-
volgens het geklemde deksel C.
In het zekeringenkastje bevindt zich
een tangetje D waarmee de zekerin-
gen kunnen worden uitgenomen.