Lancia Phedra 2009 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2009, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2009Pages: 246, PDF Size: 3.78 MB
Page 141 of 246

140
RIJDEN IN HET DONKER
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– rijd bijzonder voorzichtig: in het
donker rijden, vraagt veel van de con-
centratie;
– verlaag de snelheid, vooral op we-
gen zonder verlichting;– stop bij de eerste tekenen van sla-
perigheid: voorkom risico’s voor u en
anderen. Ga pas weer rijden als u vol-
doende bent uitgerust;
– houd een veilige afstand aan ten
opzichte van voorliggers; deze is gro-
ter dan overdag: het is moeilijk om de
snelheid van andere auto’s te schatten
als alleen de verlichting zichtbaar is;
– zorg ervoor dat de koplampen juist
zijn afgesteld: als ze te laag staan, is
het zicht minder en worden de ogen
sneller moe. Als ze te hoog staan, kun-
nen de bestuurders van andere auto’s
worden verblind;
– gebruik het grootlicht alleen bui-
ten de stad en als het zeker is dat an-
dere bestuurders niet kunnen worden
verblind;
– schakel het grootlicht uit als u een
tegenligger ziet en passeer de tegen-
ligger met dimlicht;
– houd alle verlichtingsunits schoon;
– let buiten de stad op overstekende
dieren. Rijd niet met voorwerpen
op de vloer voor de be-
stuurdersstoel: tijdens het
remmen
kunnen deze onder de pe-
dalen komen, waardoor het gas- of
rempedaal mogelijk niet kan wor-
den gebruikt.
Let op de dikte van even-
tuele matten: ook een
kleine storing van het rem-
systeem kan er voor zorgen dat de
slag van het pedaal veel groter
wordt, dan de normale slag.Draag altijd de veilig-
heidsgordels, zowel voor
als achter en maak altijd
gebruik van beveiligingsmiddelen
voor kinderen als dat nodig is. Rij-
den zonder veiligheidsgordels ver-
groot bij een ongeval het risico op
ernstige verwondingen of de dood.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 140
Page 142 of 246

141
RIJDEN MET REGEN
Regen en natte wegen zijn gevaar-
lijk.
Op een nat wegdek zijn alle
manoeuvres moeilijker uit te voeren,
omdat de wrijving tussen de banden
en het wegdek aanzienlijk lager is.
Daarom is de remweg aanzienlijk lan-
ger en de grip op het wegdek lager.
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– verlaag de snelheid en houd een
grotere veilige afstand ten opzichte
van voorliggers aan;
– als het hard regent, wordt ook het
zicht minder. Schakel in dat geval,
ook overdag, het dimlicht in, zodat u
beter zichtbaar bent voor anderen;
– rijd niet met hoge snelheid door
plassen houd het stuur goed vast: als
hard door een plas wordt gereden,
kan de controle over het voertuig wor-den verloren om dat de grip lager
wordt (“aquaplaning”);
– plaats de bedieningsorganen van
de klimaatregeling zo dat wordt ont-
wasemd en goed zicht wordt gehou-
den;
– controleer regelmatig de conditie
van de ruitenwisserrubbers voor en
achter.
RIJDEN IN DE MIST
Probeer te voorkomen dat gereden
moet worden in dichte mist.
Neem de volgende raadgevingen in
acht als gereden moet worden bij ne-
vel, mist of kans op mistbanken:
– houd een matige snelheid aan;
– schakel, ook overdag, de dimlich-
ten in en, zo nodig, de mistlampen
voor en het mistachterlicht. Schakel
het grootlicht niet in.WAARSCHUWINGSchakel bij
goed zicht het mistachterlicht uit; de
lichtintensiteit van deze verlichting
kan hinderlijk zijn voor weggebrui-
kers achter de auto.
Door mist wordt het wegdek ook
vochtig, waardoor alle manoeuvres
moeilijker zijn uit te voeren en de
remweg groter wordt.
– houd een ruime veilige afstand aan
ten opzichte van de auto voor u;
– voorkom zo veel mogelijk plotse-
linge snelheidswijzigingen;
– voorkom zo mogelijk dat andere
auto’s moeten worden ingehaald;
– als krachtig geremd moet worden
(door een defect of omdat het bijv. on-
mogelijk is verder te rijden door het
slechte zicht), probeer dan buiten de
rijweg te stoppen. Schakel vervolgens
de waarschuwingsknipperlichten in
en, indien mogelijk, het dimlicht;
– druk herhaaldelijk op de claxon als
u een andere auto denkt waar te ne-
men.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 141
Page 143 of 246

142
RIJDEN IN DE BERGEN
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– gebruik bij een helling naar bene-
den de remwerking van de motor,
schakel een lage versnelling in, zodat
de remmen niet oververhit raken;
– rijd beslist niet van een helling met
een uitgeschakelde motor of in vrij en
zeker niet met een uitgenomen con-
tactsleutel;
– rijd met matige snelheid en voor-
kom dat bochten moeten worden “af-
gesneden”;
– inhalen op een helling omhoog,
duurt veel langer en vereist een zeer
lange lege weg. Als u wordt ingehaald
op een helling omhoog, maak het dan
voor de inhalende auto zo makkelijk
mogelijk.RIJDEN OP SNEEUW EN IJS
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– houd een matige snelheid aan;
– houd een ruime veilige afstand aan
ten opzichte van de auto voor u;
– monteer op een besneeuwde weg
sneeuwkettingen; zie hiervoor de pa-
ragraaf “Sneeuwkettingen” in dit
hoofdstuk;
– blijf niet lang, met draaiende mo-
tor, stilstaan in diepe sneeuw: door de
sneeuw kan het uitlaatgas in het inte-
rieur komen;
– gebruik bij voorkeur de remwer-
king van de motor en voorkom dat
krachtig moet worden geremd;
– voorkom plotseling versnellen en
dat plotseling van richting moet wor-
den veranderd;– in de winter kunnen, ook op een
droge weg, ijssporen aanwezig zijn;
wees voorzichtig op delen van het
wegdek die weinig zonlicht krijgen,
door de aanwezigheid van bomen en
rotsen; op deze delen van het wegdek
kunnen ijssporen aanwezig zijn.
RIJDEN MET ABS
Het ABS is een onderdeel van het
remsysteem dat voornamelijk 2 voor-
delen heeft:
1) het voorkomt het blokkeren en
vervolgens slippen van de wielen tij-
dens een noodstop, vooral onder om-
standigheden met weinig grip;
2) het maakt het mogelijk dat tege-
lijkertijd geremd en gestuurd kan
worden, zodat onverwachte obstakels
kunnen worden vermeden of de auto
tijdens het remmen in de gewenste
richting kan worden gestuurd; deze
functie wordt uiteraard beperkt door
de griplimieten van de band.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 142
Page 144 of 246

143
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– tijdens een noodstop of bij weinig
grip kan een trillend rempedaal wor-
den waargenomen; dit is een teken
dat het ABS werkt; laat het pedaal
niet los, maar houdt het ingetrapt om
de remwerking niet te laten stoppen;
– het ABS voorkomt het blokkeren
van de wielen, maar verhoogt de grip-
limiet tussen de band en het wegdek
niet; daarom moet, ook bij auto’s met
ABS altijd een veilige afstand tot de
voor u rijdende auto worden aange-
houden en moet de snelheid in een
bocht worden beperkt.
Het ABS dient om de bestuurbaar-
heid van de auto te verbeteren en niet
om harder te kunnen rijden.KOSTENBESPARING EN
MILIEUBESCHERMING
Banden
Controleer regelmatig, ten minste
een keer per maand, de bandenspan-
ning: als de spanning veel te laag is,
wordt de weerstand groter en neemt
het verbruik toe. Bovendien slijten de
banden sneller, wordt het weggedrag
negatief beïnvloed en wordt daardoor
de veiligheid in gevaar gebracht.
Overbodige bagage
Rijd nooit met een te veel bagage in
de bagageruimte. Het gewicht van de
auto (vooral in stadsverkeer) en de
wieluitlijning hebben grote invloed op
het brandstofverbruik en de stabili-
teit. Hierna worden enige nuttige sug-
gesties gegeven om kosten te bespa-
ren en het milieu te sparen.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
De conditie van de auto is zeer be-
langrijk bij het beperken van het
brandstofverbruik, het comfort tijdens
de rit en de levensduur van de auto.
Daarom moet het onderhoud volgens
het Geprogrammeerd Onderhouds-
schema worden uitgevoerd (zie de on-
derdelen .... luchtfilter enz.) in het
hoofdstuk “Onderhoud van de auto”.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 143
Page 145 of 246

144
Imperiaal/skidrager
Verwijder de imperiaal of de skidra-
ger als deze niet wordt gebruikt.
Deze accessoires verminderen de aero-
dynamica van de auto, waardoor het
brandstofverbruik hoger wordt. Ge-
bruik voor het vervoer van voorwer-
pen die veel ruimte innemen bij voor-
keur een aanhanger.
Stroomverbruikers
Gebruik de elektrische systemen al-
leen als ze nodig zijn. De achterruit-
verwarming, de extra verlichting, de
ruitenwissers, de klimaatregeling ge-
bruiken veel energie en verhogen
daarmee het brandstofverbruik (tot
+25% in het stadsverkeer).De klimaatregeling
De klimaatregeling is een belasting
die veel van de motor vraagt, waar-
door het brandstofverbruik toeneemt
(tot gemiddeld +20%). Gebruik, als
de buitentemperatuur het toelaat, bij
voorkeur het ventilatiesysteem.
Aerodynamische accessoires
Door het gebruik van niet goedge-
keurde aerodynamische accessoires
kan deaerodynamica negatief worden
beïnvloed, waardoor het brandstof-
verbruik toeneemt.RIJSTIJL
Starten
Laat de motor niet warmdraaien
met stationair toerental en ook niet
met een hoog toerental als de auto
stilstaat: onder deze omstandigheden
warmt de motor
veel langzamer op en
nemen het verbruik en de uitstoot van
schadelijke uitlaatgassen toe. Rijd al-
tijd meteen en rustig weg en voorkom
hoge toerental; op deze manier warmt
de motor veel sneller op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in als u stil-
staat voor een stoplicht of voordat u
de motor afzet. Gas geven voordat de
motor wordt afgezet of het zoge-
naamde “tussengas” als wordt over-
geschakeld, zijn bij moderne auto’s
geheel overbodig. Hierdoor nemen zo-
wel het brandstofverbruik als de mi-
lieuvervuiling toe.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 144
Page 146 of 246

145
Keuze van de versnellingen
Schakel als het verkeer en de weg
het toelaten de hoogst mogelijke ver-
snelling in. Als een lage versnelling
wordt ingeschakeld om snel te accele-
reren, wordt het brandstofverbruik
hoger.
Als een onjuiste versnelling is inge-
schakeld, nemen ook het brandstof-
verbruik, de uitstoot van schadelijke
stoffen en de slijtage van de motor toe.
Maximum snelheid
Het brandstofverbruik neemt aan-
zienlijk toe als de snelheid hoger
wordt: het is handig om te weten dat
als de snelheid toeneemt van 90 tot
120 km/h het brandstofverbruik on-
geveer 30% toeneemt. Rijd met een zo
gelijkmatig mogelijke snelheid, voor-
kom remmen en optrekken; dit kost
brandstof en verhoogt tegelijkertijd de
uitstoot van schadelijke stoffen in het
uitlaatgas. Het verdient aanbeveling
om rustig te rijden en anticiperend te
rijden, waardoor gevaarlijke situaties
worden voorkomen. Houd een veilige
afstand aan ten opzichte van de auto
die voor u rijdt, zodat krachtig rem-
men wordt voorkomen.Acceleratie
Als krachtig wordt geaccelereerd,
bereikt de motor een hoog toerental,
waardoor het brandstofverbruik en de
uitstoot van schadelijke stoffen toene-
men; trek daarom geleidelijk op.
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Koude start
Bij zeer korte ritten en regelmatig
koud starten bereikt de motor niet de
optimale bedrijfstemperatuur. Hier-
door neemt niet alleen het brandstof-
verbruik toe (van 15 tot aan 30% in
stadsverkeer) maar ook de uitstoot
van schadelijke uitlaatgassen.Verkeerssituatie en conditie van
het wegdek
Als op een drukke weg (bijv. in een
file) wordt gereden, waarbij overwe-
gend lage versnellingen worden ge-
bruikt, of in de stad waar zich veel
verkeerslichten bevinden, is het
brandstofverbruik aanzienlijk hoger.
Bochtige trajecten, bergwegen en een
slecht wegdek dragen eveneens bij
aan een hoger brandstofverbruik.
Stilstaan in het verkeer
Als de auto langere tijd moet stil-
staan (bijv. spoorwegovergangen),
verdient het aanbeveling de motor uit
te zetten.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 145
Page 147 of 246

146
ECONOMISCH EN MILIEUBEWUST
RIJDEN
ONDERHOUD VAN DE
EMISSIEREDUCTIESYSTEMEN
Door de juiste werking van de emis-
siereductiesystemen wordt niet alleen
milieuvriendelijk gereden, maar heeft
ook invloed op het rendement van de
auto. Als deze systemen in een goede
conditie verkeren is dat van grote in-
vloed op een tegelijkertijd ecologische
en economische rit.
De eerste voorzorgsmaatregel is het
zorgvuldig opvolgen van het Gepro-
grammeerd Onderhoud.
Gebruik uitsluitend diesel voor mo-
torvoertuigen (specificatie EN590). Het milieu is een van de uitgangs-
punten geweest bij de ontwikkeling
van de auto. Het is niet voor niets dat
de emissiereductiesystemen boven de
geldende normen presteren.
Niettemin moet door iedereen maxi-
maal met het milieu rekening worden
gehouden.
Bestuurders kunnen, als eenvoudige
regels worden opgevolgd, schade aan
het milieu voorkomen en tegelijkertijd
het brandstofverbruik beperken.
Daarom kunt u in dit Instructie-
boekje diverse handige tips tegenko-
men, die allemaal met het symbool
worden aangegeven.
Het verdient aanbeveling deze tips
zorgvuldig te lezen.Als de motor moeilijk aanslaat, voer
dan geen langdurige startpogingen
uit. Vermijd aanduwen,
aantrekken
of rollend starten op een helling: hier-
door kan de katalysator beschadigen.
Maak voor een noodstart uitsluitend
gebruik van een hulpaccu.
Als de motor tijdens de rit “slecht
draait”, rijd dan verder, waarbij zo
weinig mogelijk van de motor wordt
wendt u zo snel mogelijk tot de
Lancia-
dealer.
Als het lampje brandstofreserve gaat
branden, tank dan zo snel mogelijk
brandstof. Een laag brandstofniveau
kan zorgen voor een onregelmatige
brandstoftoevoer, waardoor de tem-
peratuur van het uitlaatgas hoger
wordt; hierdoor kan de katalysator
ernstig worden beschadigd.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 146
Page 148 of 246

147
Laat de motor voordat u wegrijdt
niet warmdraaien met stationair toe-
rental, behalve als de buitentempera-
tuur zeer laag; ook in dat geval mag
de motor niet langer dan 30 seconden
warmdraaien.Monteer geen andere hitteschilden
en verwijder de bestaande hitteschil-
den op de katalysator en de uitlaat
niet.TREKKEN VAN
AANHANGERS
WAARSCHUWINGEN
Voor het trekken van aanhangwa-
gens of caravans moet de auto uitge-
rust zijn met een trekhaak van een
goedgekeurd type en een geschikte
elektrische installatie.
Bovendien is om schade aan het
elektrische systeem te voorkomen de
auto voorzien van een speciale elek-
tronische regeleenheid voor de aan-
hanger.
De montage van de trekhaak moet
door gespecialiseerd personeel worden
uitgevoerd. Ook moet documentatie
worden overhandigd m.b.t. het rijden
met een aanhanger.
Monteer zonodig speciale en/of ex-
tra spiegels, waarmee wordt voldaan
aan de geldende wegenverkeerswet.
Let er op dat het maximum klim-
vermogen van de auto door het ge-
wicht van een aanhanger wordt be-
perkt. Bovendien wordt de remweg
langer en is meer tijd nodig om in te
halen.
Onder normale bedrijfs-
omstandigheden wordt de
katalysator zeer warm.
Parkeer de auto dus niet boven
brandbaar materiaal (gras, droge
bladeren, dennennaalden enz.):
brandgevaar.
Spuit niets op de kataly-
sator, de lambdasonde en
de uitlaat.
Als deze normen niet in
acht worden genomen,
neemt het risico op brand
toe.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 147
Page 149 of 246

148
Schakel een lage versnelling in tij-
dens het afdalen om te voorkomen dat
u constant moet remmen.
Het gewicht dat de aanhanger op de
trekhaak uitoefent moet worden af-
getrokken van het laadvermogen van
de auto.
Om er zeker van te zijn dat u het
maximum toelaatbaar aanhangerge-
wicht (aangegeven op de typegoed-
keuring) niet overschrijdt, moet er re-
kening mee worden gehouden dat het
maximum betrekking heeft op het to-
tale gewicht van de aanhangwagen of
caravan, inclusief accessoires en de
bagage.
Houdt u aan de snelheidsbeperkin-
gen die voor auto’s met aanhanger
gelden. U mag in ieder geval niet har-
der rijden dan 100 km/h. Het ABS regelt niet het rem-
systeem van de aanhanger.
Rijd dus zeer voorzichtig op
een gladde ondergrond.Wijzig beslist op geen en-
kele wijze het remsysteem
van de auto. Het remsys-
teem van de aanhanger moet ge-
heel onafhankelijk van het hy-
draulische remsysteem van de
auto werken.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 148
Page 150 of 246

149
De prestaties van de winterbanden
nemen aanzienlijk af als de profiel-
diepte minder is dan 4 mm. In dat ge-
val moeten ze worden vervangen.
Door de specifieke eigenschappen
van winterbanden zijn de prestaties
onder normale omstandigheden of als
lang op de snelweg wordt gereden, la-
ger dan die van de standaard gemon-
teerde banden.
Daarom moeten de banden niet ge-
bruikt worden onder omstandigheden
waarvoor ze niet zijn bestemd.
WAARSCHUWINGAls winterban-
den worden gebruikt met een maxi-
mum-snelheidsindex lager dan de
snelheid die de auto kan bereiken
(vermeerderd met 5%), breng dan
goed zichtbaar voor de bestuurder in
het interieur een waarschuwing aan,
waarop de maximum toegestane snel-
heid van de winterbanden is aange-
geven (in overeenstemming met de
EU-richtlijn).WINTERBANDEN
Dit zijn speciaal ontwikkelde banden
voor het rijden op sneeuw en ijs, die
in plaats van de standaard banden
worden gemonteerd.
De winterbanden moeten dezelfde
maat hebben als de standaard gele-
verde banden.
De Lancia-dealerkan u informe-
ren over de meest geschikte band voor
het doel waarvoor u de band wilt ge-
bruiken.Monteer op alle vier de wielen de-
zelfde banden (zelfde merk en profiel)
voor een grotere veiligheid tijdens de
rit en als wordt geremd en voor en
goede bestuurbaarheid.
Keer de draairichting van de banden
niet om.
De maximum snelheid
van winterbanden met de
indicatie “Q” is 160 km/h:
met de indicatie “T” is 190 km/h,
met indicatie “H” is 210 km/h;
houdt u altijd aan de geldende
verkeerswetgeving.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 149