Lancia Voyager 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Voyager, Model: Lancia Voyager 2014Pages: 416, PDF Size: 3.59 MB
Page 331 of 416

Koelsysteem
Doe het volgende om het risico op
oververhitting van de motor of de ver-
snellingsbak te beperken:
Rijden in stadsverkeer
Als u kort moet stilstaan, zet dan de
schakelhendel in NEUTRAL en ver-
hoog het stationair toerental.
Rijden op de grote weg
Minder snelheid.
Airconditioning
Schakel deze tijdelijk uit.Bevestigingspunten trekhaak
Uw auto vergt extra uitrusting om
veilig en efficiënt een aanhanger te
kunnen trekken. De trekhaak moet
aan uw auto worden bevestigd met
behulp van de speciale bevestigings-
punten aan het autochassis. In de vol-
gende afbeelding ziet u de correcte
bevestigingspunten. Ook andere uit-
rusting, zoals aanhangerstabilisato-
ren, hulpremmen, gewichtverdeelsys-
temen en extra brede spiegels, is
mogelijk verplicht of wordt aanbevo-
len.
Bevestigingspunten voor trek-
haak en overhanglengte
Grand Voyager
A N.v.t.
B 441,72 mm
C 568,61 mm
D 763,62 mm
E (max. over-
hanglengte) 1185,40 mm
F 670,20 mm
325
Page 332 of 416

DE AUTO SLEPEN ACHTER EEN CAMPER
SLEPEN VAN DEZE AUTO ACHTER EEN ANDERE AUTO
SleepmethodeWielen VAN de grond Alle modellen
Slepen met alle wielen op de grond GEENNIET TOEGESTAAN
Slepen met behulp van dolly Voor
OK
Achter NIET TOEGESTAAN
Op aanhanger ALLEOK
SLEPEN ACHTER EEN
CAMPER – ALLE
MODELLEN
Slepen achter een camper is ALLEEN
toegestaan met de voorwielen VAN de
grond. Dit kan met behulp van een
dolly of een aanhanger plaatsvinden.
Volg de volgende procedure wanneer
u een dolly gebruikt:
1. Bevestig de dolly correct aan het
slepende voertuig, volg de instructies
van de fabrikant van de dolly.
2. Rijd de voorwielen op de dolly. 3. Trek de handrem stevig aan. Zet
de schakelhendel in de stand PARK.
4. Zet de voorwielen stevig op de
dolly vast, volg de instructies van de
fabrikant van de dolly.
5. Zet de handrem vrij.
LET OP!
Sleep deze auto NIET met alle vier
de wielen op de grond. Dit zal be-
schadiging van de aandrijflijn ver-
oorzaken.
LET OP!
Als de auto in strijd met de boven-
genoemde voorschriften wordt ge-
sleept, kan de versnellingsbak ern-
stig beschadigd raken.
Beschadigingen, veroorzaakt door
onjuist slepen, vallen niet onder de
garantie van de auto.
326
Page 333 of 416

6
WAT DOEN IN GEVAL VAN NOOD
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN........329
OVERVERHITTING VAN DE MOTOR .........329
AANHAALMOMENTEN VOOR WIELEN . . ......330
AANHAALMOMENTEN ...................330
WIELEN VERWISSELEN EN GEBRUIK VAN DE KRIK .............................. .331
BERGPLAATS KRIK ................... .331
RESERVEWIEL VERWIJDEREN ...........332
TOEGANG TOT DE MOER VOOR HET RESERVEWIEL ....................... .332
GEREEDSCHAP VOOR RESERVEWIEL ......333
AANWIJZINGEN VOOR VERWIJDEREN VAN RESERVEWIEL ....................... .333
VOORBEREIDINGEN VOOR OPKRIKKEN . . .334
INSTRUCTIES BIJ OPKRIKKEN ...........335
RESERVEBAND VASTZETTEN ............338
ORIGINEEL WIEL MONTEREN ............339
STARTEN MET STARTKABELS ..............340
VOORBEREIDING VOOR HET STARTEN MET STARTKABELS ....................... .341
PROCEDURE VOOR HET STARTEN MET STARTKABELS ....................... .341
327
Page 334 of 416

EEN VASTZITTENDE AUTO WEERVRIJKRIJGEN .......................... .342
SLEPEN VAN EEN AUTO MET PECH .........344
SCHAKELHENDEL ONTGRENDELEN ........346
328
Page 335 of 416

WAARSCHUWINGSKNIP-
PERLICHTEN
De schakelaar voor de waarschuwings-
knipperlichten bevindt zich midden
onder in het instrumentenpaneel.Druk op de schakelaar om de
alarmknipperlichten in te scha-
kelen. Zodra u de schakelaar indrukt,
gaan alle richtingaanwijzers knipperen
om het verkeer achter u te waarschu-
wen voor een noodsituatie. Druk nog-
maals op de schakelaar om de waar-
schuwingsknipperlichten uit te zetten.
Dit is een waarschuwingssysteem voor
noodsituaties. Gebruik het systeem
niet tijdens het rijden. Gebruik het al-
leen bij autopech en uw auto een ge-
vaar vormt voor andere weggebruikers.
Als u de auto moet verlaten om hulp
op te roepen, blijven de waarschu-
wingsknipperlichten ook werken
wanneer de contactschakelaar in de
stand OFF is gezet.
OPMERKING: Bij langdurig ge-
bruik van de waarschuwingsknip-
perlichten kan uw accu leeg raken.
OVERVERHITTING VAN
DE MOTOR
In elk van de hierna volgende gevallen
kunt u met de passende maatregelen de
kans op oververhitting verminderen.
Op de grote weg — minder snelheid.
In stadsverkeer — zet de keuzehen- del in NEUTRAL wanneer u stil-
staat, maar verhoog het stationair
toerental niet.
OPMERKING: Er zijn verschil-
lende manieren om dreigende
oververhitting van de motor te
voorkomen:
Als de airco is ingeschakeld, schakel deze dan uit. Het airco-
systeem voert warmte af naar het
koelsysteem en dat gebeurt niet
als u de airco uitzet.
U kunt ook de temperatuurregel-
knop in de hoogste stand zetten,
de ventilatie in de vloerstand zet-
ten en de aanjagerschakelaar in
een hoge stand zetten. Zo onder-
steunt het verwarmingssysteem de werking van de radiateur bij het
afvoeren van warmte uit het koel-
systeem.
LET OP!
Als u blijft rijden met een oververhit
koelsysteem, kan dit leiden tot
schade aan de auto. Wanneer de
temperatuurmeter op "H" staat, zet
dan de auto veilig stil langs de kant
van de weg. Laat de auto met uitge-
schakelde airco stationair draaien
tot de meternaald weer in het nor-
male bereik staat. Als de wijzer op
"H" blijft staan, moet u de motor
onmiddellijk uitzetten en de auto la-
ten controleren.
329
Page 336 of 416

WAARSCHUWING!
Hete koelvloeistof (antivries) en
stoom uit de radiateur kunnen ern-
stige brandwonden veroorzaken.
Als u stoom van onder de motorkap
hoort of ziet komen, mag u de mo-
torkap pas openen nadat de radi-
ateur voldoende is afgekoeld. Open
nooit de vuldop van het koelsys-
teem als de radiateur of het koel-
vloeistofreservoir heet is.
AANHAALMOMENTEN
VOOR WIELEN
Het juiste aanhaalmoment voor de
wielmoeren/bouten is van het grootste
belang om te verzekeren dat het wiel
juist is gemonteerd op het voertuig.
Telkens wanneer een wiel is verwij-
derd en teruggeplaatst op het voer-
tuig, moeten de wielmoeren/bouten
worden aangehaald met een juist ge-
kalibreerde momentsleutel.
AANHAALMOMENTEN
Aanhaalmoment wielmoer/bout**Grootte wielmoer/bout Grootte van dop voorwielmoer/bout
135 Nm M12 x 1,2519 mm
** Gebruik alleen door LANCIA aan-
bevolen wielmoeren/bouten en reinig
of verwijder eventueel vuil of olie
voordat u deze aanhaalt.
Inspecteer het wielmontagevlak voor-
dat u het wiel monteert en verwijder
eventuele corrosie of losse deeltjes. Trek de wielmoeren/bouten in ster-
volgorde aan totdat iedere moer/bout
twee keer aangetrokken is.
Wielmontagevlak
330
Page 337 of 416

Controleer na 40 km het aanhaalmo-
ment van de wielmoeren/bouten om u
ervan te verzekeren dat allen
wielmoeren/bouten goed tegen het
wiel aan liggen.
WAARSCHUWING!
Om te voorkomen dat de auto door
de op de krik uitgeoefende kracht
verschuift, mogen de wielmoeren
pas definitief worden vastgezet als
de auto weer vast op de grond staat.
Als u deze waarschuwing niet op-
volgt, kan dit ernstig letsel tot ge-
volg hebben.
WIELEN VERWISSELEN
EN GEBRUIK VAN DE
KRIK
WAARSCHUWING!
Probeer geen wiel te verwisselenaan de zijde van de auto waar
ander verkeer langs rijdt. Ga ver
genoeg van de weg af staan om
ongelukken te voorkomen bij ge-
bruik van de krik of het verwisse-
len van een wiel.
Het is gevaarlijk om u onder een opgekrikte auto te bevinden. De
auto kan van de krik glijden en op
u vallen. Dit leidt tot ernstig let-
sel. Zorg er daarom voor dat u
met geen enkel lichaamsdeel on-
der een opgekrikte auto komt. Als
u werkzaamheden onder de auto
moet uitvoeren, zet deze dan op
een hefbrug.
Start de motor niet en laat deze niet draaien zolang de auto door
een krik wordt ondersteund.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
De krik is uitsluitend bedoeld alsgereedschap om banden te ver-
wisselen. Gebruik de krik niet om
de auto voor onderhoudswerk-
zaamheden omhoog te brengen.
De auto mag alleen op een stevige
en vlakke ondergrond worden op-
gekrikt. Vermijd een gladde on-
dergrond.
BERGPLAATS KRIK
De krik, krikhendel en lierhendel zijn
weggeborgen achter het zijbekle-
dingspaneel aan de linkerzijde in de
bagageruimte. Draai aan de twee ver-
grendeling zodat het deksel vrijkomt.
Verwijder de zak met de schaarkrik,
slinger en het gereedschap.
Aanhaalpatronen
Plaats van krik en gereedschap
331
Page 338 of 416

RESERVEWIEL
VERWIJDEREN
Het reservewiel bevindt zich in een
beschermhoes onder het midden van
de auto tussen de voorportieren. Het
is vastgezet met een kabelliermecha-
nisme. De moer voor het reservewiel
bevindt zich op de vloer: onder een
kunststof dop voorin de vloerconsole
of onder de bak van het opbergvak
aan de voorzijde van de superconsole.
TOEGANG TOT DE MOER
VOOR HET RESERVEWIEL
Voor toegang tot de moer om het re-
servewiel te laten zakken, dient u een
van de onderstaande configuraties
van de middenconsole te raadplegen.Superconsole
Bij voertuigen die zijn uitgerust met
de superconsole, bevindt de moer
voor de lier van het reservewiel zich
onder de console.
1. Trek de onderste lade aan de ach-
terzijde van de vloerconsole naar bui-
ten om toegang te krijgen tot de moer
voor het reservewiel.
2. Open de voorste lade om de op-
bergruimte te kunnen bekijken.
3. Verwijder de bak uit de opberg-
ruimte van de console om de moer
voor het reservewiel toegankelijk te
maken.
Middenconsole in premium-/
basis-/cargo-uitvoering
Trek aan de stop van de lierafdekmo-
dule (voor bepaalde uitvoeringen/
landen) om de liermoer toegankelijk
te maken.
Plaats van het reservewiel
Superconsole
1 — Onderste lade
2 — Voorste lade
3 — Bak van de voorste lade
Toegang tot de moer voor het
reservewiel
Stop van lierafdekmodule (voorbepaalde uitvoeringen/landen)
332
Page 339 of 416

GEREEDSCHAP VOOR
RESERVEWIEL
De gereedschapshoes bevat drie on-
derdelen die kunnen worden samen-
gebouwd tot een reservewielhaak
waarmee u de noodreservewiel-/
hoesmodule onder de auto uit kunt
halen, of tot een "T"-lierhendel waar-
mee u de noodreservewiel-/
hoesmodule omhoog of omlaag kunt
takelen.
AANWIJZINGEN VOOR
VERWIJDEREN VAN
RESERVEWIEL
Het reservewiel bevindt zich onder
aan de auto, onder de ruimte met de
middenconsole.1. Bouw het gereedschap voor het re-
servewiel samen tot een T-hendel en
plaats het vierkante uiteinde op de
lieraandrijfmoer voor het reservewiel.
2. Draai de moer naar links tot het
liermechanisme niet langer vrij
draait. Dan is er voldoende speling in
de kabel om het reservewiel onder de
auto uit te trekken.
LET OP!
Gebruik alleen de “T”-lierhendel
om het liermechanisme te bedie-
nen. Het gebruik van een pneuma-
tische moersleutel of ander machi-
naal gereedschap wordt afgeraden
en kan de lier beschadigen.
Samengebouwde T-hendel
A — Haak/T-hendel reservewiel
B — Verlengstuk 1
C — Verlengstuk 2
Haak voor het reservewiel
samenbouwen
A — Haak/T-hendel reservewiel
B — Verlengstuk 1
C — Verlengstuk 2
Reservewiel en afdekmodule
333
Page 340 of 416

3. Bouw de verlengstukken van de
T-lierhendel samen tot een haak
waarmee het reservewiel/de afdek-
module kan worden verwijderd en
trek vervolgens het reservewiel onder
de auto vandaan.
OPMERKING: Als u een lekke
voorband hebt, moet u mogelijk de
auto opkrikken om de
noodreservewiel-/hoesmodule
van onder de auto uit te halen.
4. Zet de thuiskomer/afdekmodule
rechtop en verwijder de afstandsbus
van het wiel door de lierhouders sa-
men te drukken. Duw de houder door
de reserveband om deze los te maken
van het wiel.
VOORBEREIDINGEN VOOR
OPKRIKKEN
1. Parkeer de auto op een stevige,
vlakke ondergrond. Vermijd een
gladde ondergrond.
WAARSCHUWING!
Probeer geen wiel te verwisselen
aan de zijde van de auto waar ander
verkeer langs rijdt. Ga ver genoeg
van de weg af staan om ongelukken
te voorkomen bij gebruik van de
krik of het verwisselen van een wiel.2. Schakel de waarschuwingsknip-
perlichten in.
3. Trek de handrem aan.
4. Zet de schakelhendel in de stand
PARK.
5. Zet de contactschakelaar in de
stand OFF.
6. Blokkeer de
voor- en achter-
kant van het wiel
dat zich diagonaal
tegenover het krik-
punt bevindt.
Wanneer u bijvoor-
beeld het rechtervoorwiel vervangt,
blokkeert u het linkerachterwiel.
OPMERKING: Laat geen passa-
giers in de auto zitten wanneer
deze wordt opgekrikt.
Trekken aan reservewiel
Afstandsbus van wiel verwijderen
334