MAZDA MODEL CX-5 2013 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2013, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2013Pages: 657, PDF Size: 5.51 MB
Page 341 of 657

Melding van systeemproblemen
Als er zich een van de problemen voordoet die in onderstaande tabel worden aangegeven,
wordt de bestuurder als volgt afhankelijk van het type systeem van het probleem op de
hoogte gesteld.
Detectieindikator
Oplossing
Voor/Achter type A Achter type B
Loszittende
verbinding
Er is mogelijk een defect in het
systeem. Laat uw auto zo spoedig
mogelijk door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur inspecteren.
Defect in het
systeem
Er is mogelijk een defect in het
systeem. Laat uw auto zo spoedig
mogelijk door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur inspecteren.
Bevriezing/verontreiniging
Het sensorgedeelte dat overeenkomt
met de getoonde
hindernisdetectieaanduiding is mogelijk
verontreinigd. Als het systeem zich niet
heeft hersteld, de auto door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur laten
inspecteren.
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
4-185
Page 342 of 657

qParkeersensorwaarschuwingszoemer
Wanneer het systeem in werking is, klinkt de zoemer als volgt.Voorste sensor, achterste sensor
AfstanddetectiegebiedAfstand tussen het voertuig en de hindernis
Zoemtoon*1Voorste sensor Achterste sensor
Grootste afstandOngeveer 100 cm―60 cm
Ongeveer 150 cm―60 cm
Langzaam
onderbroken geluid
Grote afstandOngeveer 60―45 cm
Ongeveer 60―45 cm
Gematigd
onderbroken geluid
MiddenafstandOngeveer 45―35 cm
Ongeveer 45―35 cm
Snel onderbroken
geluid
Nabije afstandBinnen ongeveer 35 cm
Binnen ongeveer 35 cm
Continu geluid
*1 De snelheid van de onderbroken pieptonen neemt toe naarmate de auto de hindernis nadert.
4-186
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Page 343 of 657

Voorste hoeksensor, achterste hoeksensor
AfstanddetectiegebiedAfstand tussen het voertuig en de hindernis
Zoemtoon
*1Voorste/achterste hoeksensor
Grote afstandOngeveer 50―38 cm
Gematigd onderbroken geluid
MiddenafstandOngeveer 38―25 cm
Snel onderbroken geluid
Nabije afstandBinnen ongeveer 25 cm
Continu geluid
*1 De snelheid van de onderbroken pieptonen neemt toe naarmate de auto de hindernis nadert.
OPMERKING
Als er gedurende 6 seconden of langer een hindernis bespeurd wordt, stopt de pieptoon
(behalve voor de nabije afstand zone). Als dezelfde hindernis bespeurd wordt in een
andere zone, klinkt de bijbehorende pieptoon.
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
4-187
Page 344 of 657

qWanneer de waarschuwingsindikator/zoemer geactiveerd is
Het systeem stelt de bestuurder op de hoogte van een abnormale toestand door het
activeren van de zoemtoon en het indikatielampje.
Indikatielampje/zoemtoon Controle
Het indikatielampje gaat
knipperen wanneer de
parkeersensorschakelaar wordt
ingedrukt bij een rijsnelheid van
10 km/h of minder.Er is mogelijk een defect in het systeem. Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur
inspecteren.
De zoemtoon wordt niet
gehoord.Er is mogelijk een defect in het systeem. Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur
inspecteren.
Het onderbroken geluid van de
zoemer wordt vijfmaal gehoord.Verwijder alle vreemde bestanddelen van het sensorgedeelte. Als het systeem
zich niet heeft hersteld, de auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur laten inspecteren.
Een bepaalde
hindernisdetectieindikator wordt
continu getoond.Zie Hindernisdetectieaanduiding op pagina 4-184.
4-188
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Page 345 of 657

5Interieurvoorzieningen
Gebruik van de diverse uitrustingsonderdelen voor rijcomfort, zoals
klimaatregeling en audio-installatie.
Klimaatregelsysteem ..................................................................... 5-2
Bedieningstips ........................................................................... 5-2
Bediening van de luchtroosters ................................................. 5-3
Handbediend type ..................................................................... 5-5
Volautomatisch type .................................................................. 5-9
Audio-installatie .......................................................................... 5-14
Antenne ................................................................................... 5-14
Bedieningstips voor audio-installatie ...................................... 5-14
Audioset (Type A/Type B)
í................................................... 5-29
Audioset (Type C/Type D)í................................................... 5-43
Gebruik van de audiobedieningsschakelaar ............................ 5-60
Gebruik van de commanderschakelaar
í................................. 5-62
AUX/USB/iPod modusí........................................................ 5-63
Bluetooth® .................................................................................. 5-84
Bluetooth®
í........................................................................... 5-84
Bluetooth® handsfree ............................................................. 5-91
Bluetooth® audio .................................................................. 5-106
Oplossen van problemen ....................................................... 5-110
Interieuruitrusting .................................................................... 5-114
Zonnekleppen ........................................................................ 5-114
Interieurverlichting ................................................................ 5-114
Klok ...................................................................................... 5-117
Stekkerbussen voor accessoires ............................................ 5-118
Bekerhouder .......................................................................... 5-120
Fleshouder ............................................................................. 5-121
Opbergvakken ....................................................................... 5-122
Uitneembare asbak
í............................................................. 5-125
5-1íBepaalde modellen.
Page 346 of 657

Bedieningstips
lGebruik het klimaatregelsysteem
wanneer de motor draait.
lOm te voorkomen dat de accu uitgeput
raakt, de aanjagerregelknop niet
gedurende langere tijd ingeschakeld
laten wanneer het contact op ON staat
en de motor niet draait.
lDe hoeveelheid luchtstroming neemt
enigszins af wanneer de i-stop functie
tijdens automatische stand in werking
is.
lVerwijder alle obstakels zoals bladeren,
sneeuw en ijs van de motorkap en van
de luchtinlaat in het
ventilatiekastrooster zodat het systeem
efficiënt kan blijven werken.
lGebruik het klimaatregelsysteem om
de ruiten te ontwasemen en de ruiten te
ontvochtigen.
lDe recirculatiestand moet worden
gebruikt bij het rijden door tunnels of
het rijden in een file, of wanneer u de
aanvoer van buitenlucht wilt afsluiten
voor snel koelen van het interieur.
lGebruik de stand voor aanvoer van
buitenlucht voor ventilatie of ontdooien
van de voorruit.
lAls de wagen tijdens warm weer in
direct zonlicht geparkeerd heeft
gestaan, de ramen openen om de
warme lucht te laten ontsnappen en dan
pas de airconditioning inschakelen.
lLaat de airconditioning tenminste
eenmaal per maand ongeveer 10
minuten draaien om een tekort aan
smering van de interne onderdelen te
voorkomen.
lLaat de airconditioning nakijken
alvorens het weer warm wordt. Een
tekort aan koelmiddel kan tot gevolg
hebben dat de airconditioning minder
efficiënt werkt.
De koelmiddelspecificaties worden
aangegeven op een label dat bevestigd
is binnen in de motorruimte. Controleer
het label alvorens koelmiddel bij te
vullen. Als het verkeerde type
koelmiddel wordt gebruikt, kan dit een
ernstig defect aan de airconditioning
veroorzaken.
Raadpleeg voor bijzonderheden een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.
Label
5-2
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Page 347 of 657

Bediening van de
luchtroosters
qAfstelling van de luchtroosters
Richten van de luchtstroom
Voor het afstellen van de richting van de
luchtstroom, de afstelknop verplaatsen.
OPMERKING
Wanneer de airconditioning gebruikt
wordt bij vochtig warm weer, bestaat de
kans dat het systeem mist uit de
luchtstroomroosters blaast. Dit is geen
teken van defect, maar het gevolg van
vochtige lucht die plotseling wordt
afgekoeld.
Zijluchtroosters
Openen Knop
Regelknop
Sluiten
Middelste luchtroosters
KnopRegelknop
Sluiten Openen
Bepaalde modellen.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-3
Page 348 of 657

qKiezen van de luchtstroomfunctie
Dashboardluchtroosters
Dashboard- en vloerluchtroosters
VloerluchtroostersOntwasemings- en vloerluchtroosters
Ontwasemingsluchtroosters
5-4
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Page 349 of 657

Handbediend type
Temperatuurregelknop
A/C schakelaar
AchterruitverwarmingsschakelaarAanjagerregelknopFunctiekeuzeregelknop
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
(stand voor gerecirculeerde
lucht)
Luchtinlaatkeuzeschakelaar(stand voor aanvoer
van buitenlucht)
qRegelschakelaars
Temperatuurregelknop
Deze knop regelt de temperatuur. Draai
deze rechtsom voor verhoging van
temperatuur en linksom voor verlaging
van temperatuur.
Aanjagerregelknop
Door middel van deze regelknop kunnen
vier verschillende aanjagersnelheden
gekozen worden.
0―Uit
1―Laag snelheid
2―Middellaag snelheid
3―Middelhoog snelheid
4―Hoog snelheid
Functiekeuzeregelknop
Draai de functiekeuzeregelknop voor het
kiezen van de luchtstroomfunctie (pagina
5-4).
OPMERKING
lDe functiekeuzeregelknop kan
ingesteld worden op de
tussenstanden (
) tussen elke
modus. Stel de regelknop in op een
tussenstand als u de luchtstroom
tussen de twee standen wilt verdelen.
lWanneer bijvoorbeeld de
functiekeuzeregelknop in de
stand tussen de standenen
staat, is de luchtstroom vanaf de
vloer minder dan die van de
positie.
A/C schakelaar
Druk de A/C schakelaar in om de
airconditioning in te schakelen. Het
indikatielampje op de schakelaar gaat
branden, zodra de aanjagerregelknop op
stand 1, 2, 3 of 4 ingesteld wordt.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-5
Page 350 of 657

Druk voor het uitschakelen van de
airconditioning de schakelaar nogmaals
in.
OPMERKING
Wanneer de buitentemperatuur in de
nabijheid komt van 0 °C, het
airconditioningsysteem niet gebruiken.
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
Deze keuzeschakelaar regelt de aanvoer
van de lucht welke het interieur
binnenkomt.
Druk op de inlaatluchtkeuzeschakelaar om
beurtelings over te schakelen tussen de
standen voor aanvoer van buitenlucht en
gerecirculeerde lucht.
Stand voor gerecirculeerde lucht (
)
De aanvoer van buitenlucht is afgesloten.
De lucht binnen in het interieur wordt
gerecirculeerd.
Stand voor aanvoer van buitenlucht
(
)
Gebruik deze stand voor ventilatie of
ontdooien van de voorruit.
WAARSCHUWING
De stand voor recirculerende lucht bij
koud of regenachtig weer niet
gebruiken:
Gebruik van de stand voor
gerecirculeerde lucht bij koud of
regenachtig weer is gevaarlijk
aangezien dit het beslaan van de
ruiten kan veroorzaken. Uw uitzicht
wordt dan belemmerd, hetgeen een
ernstig ongeluk tot gevolg kan hebben.
qVerwarming
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand voor aanvoer van buitenlucht.
3. Zet de temperatuurregelknop in de
stand voor verwarmde lucht.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
5. Indien verwarming met ontvochtiging
gewenst is, de airconditioning
inschakelen.
OPMERKING
lWanneer de voorruit beslaat, de
functiekeuzeregelknop in de stand
zetten.
lIndien koelere lucht op
gezichtsniveau gewenst is, de
functiekeuzeregelknop in de stand
zetten en de
temperatuurregelknop afstellen zodat
een optimaal comfort gehandhaafd
blijft.
lDe lucht die naar de vloer stroomt is
warmer dan de lucht die naar het
gezicht gevoerd wordt (behalve
wanneer de temperatuurregelknop in
de hoogste of laagste stand gezet is).
qKoeling (Met airconditioning)
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de temperatuurregelknop in de
stand voor koude lucht.
3. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
5-6
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem