Licht MAZDA MODEL CX-5 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2016Pages: 805, PDF Size: 8.7 MB
Page 87 of 805

OPMERKING
lDe levensduur van de batterij is
ongeveer 1 jaar. Vervang de batterij
door een nieuwe als het KEY
indikatielampje (groen) in de
instrumentengroep knippert (Type B
instrumentengroep) of het KEY
indikatielampje in de
instrumentengroepdisplay wordt
getoond (Type A
instrumentengroep). Het wordt
aanbevolen de batterij ongeveer
eenmaal per jaar te vernieuwen,
omdat de kans bestaat dat het KEY
waarschuwingslampje/
indikatielampje niet gaat branden of
knipperen, afhankelijk van hoe snel
de batterij uitgeput is geraakt.
lExtra sleutels zijn verkrijgbaar bij
een officiële Mazda reparateur. Per
auto kunnen in totaal 6 sleutels met
de afstandbediende
portiervergrendelingsfuncties
gebruikt worden. Breng wanneer u
extra sleutels nodig heeft alle sleutels
naar een officiële Mazda reparateur.
qZender
Bedieningstoetsen Werkingsindikatielampje
OPMERKING
l(Europees model)
De koplampen worden in-/
uitgeschakeld door bediening van de
zender.
Zie Vertrekverlichtingsysteem op
pagina 4-96.
l(Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
De
waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid is gebracht of
uitgeschakeld wordt.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Europese modellen) op pagina 3-55.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Behalve Europese modellen) op
pagina 3-60.
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
3-5
Page 88 of 805

OPMERKING
l(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie,
Europese modellen)
De instelling kan zodanig veranderd
worden dat een pieptoon hoorbaar
wordt voor bevestiging wanneer de
portieren en de achterklep met
behulp van de sleutel vergrendeld/
ontgrendeld worden.
(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie,
behalve Europese modellen)
Er kan een pieptoon klinken voor
bevestiging wanneer de portieren en
de achterklep vergrendeld/
ontgrendeld worden met behulp van
de sleutel. Indien gewenst, kan de
zoemtoon worden uitgeschakeld.
Het volume van de zoemtoon kan
eveneens veranderd worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14.
Verander de instelling aan de hand van
de volgende procedure.
1. Schakel het contact uit en sluit alle
portieren en de achterklep.
2. Open het bestuurdersportier.
OPMERKING
3. Houd binnen 30 seconden na het
openen van het bestuurdersportier de
LOCK toets op de sleutel gedurende
tenminste 5 seconden ingedrukt.
Alle portieren en de achterklep
worden vergrendeld en de pieptoon
klinkt met het huidige ingestelde
volume. (Als pieptoon-uit de huidige
actieve instelling is, zal de pieptoon
niet klinken.) De instelling verandert
telkens wanneer de LOCK toets op
de sleutel wordt ingedrukt en de
pieptoon klinkt met het ingestelde
volume. (Als pieptoon-uit de actieve
instelling is, zal de pieptoon niet
klinken.)
4. Voer een van onderstaande
handelingen uit om de verandering
van de instelling te voltooien:
lZet het contact op ACC of ON.lSluit het bestuurdersportier.lOpen de achterklep.lDe sleutel wordt gedurende 10
seconden niet bediend.
lDruk op een willekeurige toets
behalve de LOCK toets op de
sleutel.
lEen verzoekschakelaar wordt
ingedrukt.
Wanneer de toetsen worden ingedrukt,
gaat het bedrijfsindikatielampje
knipperen.
Vergrendeltoets
Druk voor het vergrendelen van de
portieren en de achterklep op de
vergrendeltoets en de
waarschuwingsknipperlichtenzullen eenmaal
knipperen.
3-6
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
Page 89 of 805

(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie, behalve
Europese modellen)
Er wordt eenmaal een pieptoon gegeven.
OPMERKING
lDe portieren en de achterklep
kunnen niet vergrendeld worden
door het indrukken van de
vergrendeltoets wanneer een van de
portieren of de achterklep geopend
is. De
waarschuwingsknipperlichten
zullen eveneens niet knipperen.
l(Europees model)
Wanneer de sleutel uit de auto wordt
verwijderd, alle portieren gesloten
worden en de LOCK toets op de
sleutel wordt ingedrukt terwijl de i-
stop functie in werking is (motor is
stopgezet), zal de startdrukknop OFF
geschakeld worden en zullen alle
portieren vergrendeld worden
(stuurwiel wordt eveneens
vergrendeld).
lControleer of na het indrukken van
de toets alle portieren en de
achterklep vergrendeld zijn.
OPMERKING
l(Met dubbel
portiervergrendelingssysteem)
Door de vergrendeltoets binnen 3
seconden tweemaal in te drukken
wordt het dubbel
portiervergrendelingssysteem
geactiveerd. Zie Dubbel
portiervergrendelingssysteem op
pagina 3-15.
l(Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
Wanneer de portieren vergrendeld
worden door het indrukken van de
vergrendeltoets op de sleutel terwijl
het anti-diefstalbeveiligingssysteem
in staat van paraatheid is, zullen de
waarschuwingsknipperlichteneenmaal
knipperen om aan te geven dat het
systeem in staat van paraatheid is.
Ontgrendeltoets
Druk voor het ontgrendelen van de
portieren en de achterklep op de
ontgrendeltoets en de
waarschuwingsknipperlichtenzullen
tweemaal knipperen.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie, behalve
Europese modellen)
Er wordt tweemaal een pieptoon gegeven.
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
3-7
Page 90 of 805

OPMERKING
l(Automatische
hervergrendelfunctie)
Na het ontgrendelen met behulp van
de sleutel, zullen alle portieren en de
achterklep automatisch vergrendeld
worden als een van de volgende
handelingen niet binnen ongeveer 30
seconden wordt uitgevoerd. Als uw
auto uitgerust is met een anti-diefstal
beveiligingssysteem, zullen de
waarschuwingsknipperlichtenknipperen
bij wijze van bevestiging.
De tijd die nodig is om de portieren
automatisch te vergrendelen kan
gewijzigd worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14.
lEen portier of de achterklep wordt
geopend.
lDe startdrukknop is in een andere
stand dan uit gezet.
l(Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
Wanneer de portieren ontgrendeld
worden door het indrukken van de
ontgrendeltoets op de sleutel terwijl
het anti-diefstalbeveiligingssysteem
uitgeschakeld is, zullen de
waarschuwingsknipperlichtentweemaal
knipperen om aan te geven dat het
systeem uitgeschakeld is.
Annuleertoets van inbraaksensor (met
anti-diefstal beveiligingssysteem)í
Druk voor het annuleren van de
inbraaksensor (onderdeel van het anti-
diefstal beveiligingssysteem) binnen 20
seconden na het indrukken van de
vergrendeltoets op de annuleertoets van
de inbraaksensor en de
waarschuwingslichten zullen driemaal
knipperen. Zie Anti-diefstal
beveiligingssysteem (Europese modellen)
op pagina 3-55.
3-8
Alvorens te gaan rijden
íBepaalde modellen.
Sleutels
Page 99 of 805

qVergrendelen, ontgrendelen met
de verzoekschakelaar (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Alle portieren en de achterklep kunnen
vergrendeld/ontgrendeld worden door de
verzoekschakelaar op de voorportieren in
te drukken wanneer u de sleutel bij u
draagt.
De verzoekschakelaar op de achterklep
kan alleen worden gebruikt voor het
vergrendelen van alle portieren en de
achterklep.
Voorportieren
Verzoekschakelaar
Achterklep (Alleen vergrendelen)
Verzoekschakelaar
Vergrendelen
Druk voor het vergrendelen van de
portieren en de achterklep op de
verzoekschakelaar en de
waarschuwingsknipperlichtenzullen eenmaal
knipperen.
(Behalve Europese modellen)
Er wordt eenmaal een pieptoon gegeven.
Ontgrendelen
Druk voor het ontgrendelen van de
portieren en de achterklep op de
verzoekschakelaar op een voorportier en
de
waarschuwingsknipperlichtenzullen
tweemaal knipperen.
(Behalve Europese modellen)
Er wordt tweemaal een pieptoon gegeven.
OPMERKING
lKijk of alle portieren en de
achterklep goed gesloten zijn.
Beweeg de achterklep even op en
neer zonder de elektrisch bediende
achterklepopener in te drukken om te
controleren of de achterklep niet
open is blijven staan.
lAlle portieren en de achterklep
kunnen niet vergrendeld worden
wanneer een portier of de achterklep
geopend is.
lNa het indrukken van de
verzoekschakelaar kan het enkele
seconden duren voordat de portieren
ontgrendeld worden.
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-17
Page 100 of 805

OPMERKING
l(Europees model)
De instelling kan zodanig veranderd
worden dat een zoemtoon hoorbaar
wordt voor bevestiging wanneer de
portieren en de achterklep met
behulp van de verzoekschakelaar
vergrendeld/ontgrendeld worden.
(Behalve Europese modellen)
Er wordt een zoemtoon gegeven
voor bevestiging wanneer de
portieren en de achterklep
vergrendeld/ontgrendeld worden met
behulp van de verzoekschakelaar.
Indien gewenst, kan de zoemtoon
worden uitgeschakeld.
Het volume van de zoemtoon kan
eveneens veranderd worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14.
Verander de instelling aan de hand van
de volgende procedure.
1. Schakel het contact uit en sluit alle
portieren en de achterklep.
2. Open het bestuurdersportier.
3. Houd binnen 30 seconden na het
openen van het bestuurdersportier de
LOCK toets op de sleutel gedurende
tenminste 5 seconden ingedrukt.
Alle portieren en de achterklep
worden vergrendeld en de pieptoon
klinkt met het huidige ingestelde
volume. (Als pieptoon-uit de huidige
actieve instelling is, zal de pieptoon
niet klinken.) De instelling verandert
telkens wanneer de LOCK toets op
de sleutel wordt ingedrukt en de
pieptoon klinkt met het ingestelde
volume. (Als pieptoon-uit de actieve
instelling is, zal de pieptoon niet
klinken.)
OPMERKING
4. Voer een van onderstaande
handelingen uit om de verandering
van de instelling te voltooien:
lZet het contact op ACC of ON.lSluit het bestuurdersportier.lOpen de achterklep.lDe sleutel wordt gedurende 10
seconden niet bediend.
lDruk op een willekeurige toets
behalve de LOCK toets op de
sleutel.
lEen verzoekschakelaar wordt
ingedrukt.
l(Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
De
waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid is gebracht of
uitgeschakeld wordt.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Europese modellen) op pagina 3-55.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Behalve Europese modellen) op
pagina 3-60.
l(Met dubbel
portiervergrendelingssysteem)
Door de verzoekschakelaar binnen 3
seconden tweemaal in te drukken
wordt het dubbel
portiervergrendelingssysteem
geactiveerd. Zie Dubbel
portiervergrendelingssysteem op
pagina 3-15.
3-18
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Page 101 of 805

OPMERKING
lDe instelling kan zodanig veranderd
worden dat de portieren en de
achterklep automatisch vergrendeld
worden zonder de verzoekschakelaar
in te drukken.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14.
(Automatische vergrendelfunctie)
Er wordt een zoemtoon gegeven
wanneer alle portieren en de
achterklep gesloten worden en u de
geavanceerde sleutel bij u hebt. Alle
portieren en de achterklep worden na
ongeveer drie seconden automatisch
vergrendeld wanneer de
geavanceerde sleutel buiten het
werkingsbereik is. Ook zullen de
waarschuwingsknipperlichteneenmaal
knipperen. (Ook als de bestuurder
zich binnen het werkingsbereik
bevindt, zullen alle portieren en de
achterklep automatisch na ongeveer
30 seconden vergrendeld worden.)
Als u zich buiten het werkingsbereik
bevindt alvorens de portieren en de
achterklep volledig gesloten zijn of
een andere sleutel in de auto is
achtergelaten, zal de automatische
vergrendelfunctie niet functioneren.
Zorg er altijd voor dat alle portieren
en de achterklep gesloten en
vergrendeld zijn alvorens de auto
achter te laten. De elektrisch
bediende ruiten worden niet door de
automatische vergrendelfunctie
gesloten.
OPMERKING
l(Automatische
hervergrendelfunctie)
Na het ontgrendelen door het
indrukken van de verzoekschakelaar,
zullen alle portieren en de achterklep
automatisch vergrendeld worden als
een van de volgende handelingen
niet binnen ongeveer 30 seconden
wordt uitgevoerd. Als uw auto
uitgerust is met een anti-diefstal
beveiligingssysteem, zullen de
waarschuwingsknipperlichtenknipperen
bij wijze van bevestiging.
De tijd die nodig is om de portieren
automatisch te vergrendelen kan
gewijzigd worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14.
lEen portier of de achterklep wordt
geopend.
lHet contact in een andere stand
dan uit wordt gezet.
qVergrendelen, ontgrendelen met
de zender
Alle portieren en de achterklep kunnen
vergrendeld/ontgrendeld worden door
bediening van de zender van de
Afstandbediende portiervergrendeling. Zie
de Afstandbediende portiervergrendeling
(pagina 3-4).
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-19
Page 106 of 805

OPMERKING
De rode indikatie wordt zichtbaar
wanneer de portiervergrendelknop
ontgrendeld wordt.
Rode indikatie
Bediening vanaf de buitenzijde
Voor het vanaf de buitenzijde
vergrendelen van de achter- en
voorpassagiersportieren met behulp van
de portiervergrendelknop, de
portiervergrendelknop in de
vergrendelstand duwen en het portier
sluiten (vasthouden van de portierkruk is
niet nodig).
Portiervergrendelknop
OPMERKING
Wanneer u de portieren op deze manier
vergrendelt:
lLet erop de sleutel niet in de auto
achter te laten.
lDe portiervergrendelknop van het
bestuurdersportier kan niet worden
gebruikt terwijl het
bestuurdersportier open is.
qKindersloten van achterportieren
Deze sloten zijn bestemd om te helpen
voorkomen dat kinderen per ongeluk de
achterportieren openen. Gebruik beide
sloten wanneer er zich kinderen in de auto
bevinden.
Indien u het kinderslot naar de
vergrendelstand schuift alvorens het
betreffende portier te sluiten, kan dat
portier niet vanuit de binnenzijde geopend
worden. Het portier kan enkel geopend
worden door het oplichten van de
buitenportierkruk.
Vergrendelen
Ontgrendelen
3-24
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Page 124 of 805

Verminderen van verblinding door
koplampen
Handbediende dag/nacht spiegel
Duw bij het rijden overdag de dag/nacht
hendel naar voren. Trek de hendel naar
achteren om verblinding door de
koplampen van achteropkomende
voertuigen te verminderen.
Nacht DagDag/nacht hendel
Automatische dimspiegel
De automatische dimspiegel vermindert
automatisch verblinding door de
koplampen van achteropkomende
voertuigen wanneer het contact op ON
staat.Druk op de ON/OFF toets
om de
automatische dimfunctie uit te schakelen.
Het indikatielampje gaat uit.
Druk voor het opnieuw inschakelen van
de automatische dimfunctie op de ON/
OFF toets
. Het indikatielampje gaat
branden.
ON/OFF toets Indikatielampje
OPMERKING
Gebruik geen glasreiniger en hang geen
voorwerpen op of rondom de
lichtsensor. Anders wordt de
gevoeligheid van de lichtsensor
verminderd en kan deze niet normaal
functioneren.
Lichtsensor
De automatische dimfunctie wordt
geannuleerd wanneer het contact op ON
staat en de keuzehendel de achteruit (R)
staat.
3-42
Alvorens te gaan rijden
Spiegels
Page 126 of 805

Normaal openen/sluiten
Duw voor het openen van de ruit tot in de
gewenste positie de schakelaar licht
omlaag.
Duw voor het sluiten van de ruit tot in de
gewenste positie de schakelaar licht
omhoog.
Bestuurdersruit
Openen Sluiten
Hoofdbedieningsschakelaars
Sluiten
Openen
Automatisch openen/sluiten
Voor het automatisch volledig openen van
de ruit, de schakelaar volledig omlaag
duwen.
Voor het automatisch volledig sluiten van
de ruit, de schakelaar volledig omhoog
duwen.
Om de ruit tussentijds te laten stoppen, de
schakelaar in de tegenovergestelde
richting trekken of drukken en vervolgens
loslaten.Procedure voor het initialiseren van het
systeem van de elektrische
ruitbediening
Als de accu bij onderhoud van de auto
werd losgekoppeld of om een andere
reden (wanneer een schakelaar in werking
blijft nadat de ruit volledig geopend/
gesloten is), zal de ruit niet automatisch
volledig openen en sluiten.
Terugstellen van de automatische functie
kan uitgevoerd worden met behulp van de
hoofdbedieningsschakelaars of de
passagiersportierschakelaars.
De terugstelprocedure voor de
automatische ruitbedieningsfunctie kan op
alle portierschakelaars worden uitgevoerd.
De automatische ruitbedieningsfunctie
wordt enkel hervat voor de elektrisch
bediende ruit die is teruggesteld.
1 Zet het contact op ON.
2 Let er op dat de vergrendelschakelaar
van de elektrische ruitbediening op het
bestuurdersportier niet is ingedrukt.
3 Druk op de schakelaar en open de ruit
volledig.
4 Trek de schakelaar omhoog om de ruit
volledig te sluiten en blijf de schakelaar
nadat de ruit volledig gesloten is
gedurende ongeveer 2 seconden
vasthouden.
5 Herhaal de stappen 3-4 voor de
elektrische bediende ruit van het
voorpassagiersportier door op de
voorpassagierszitting plaats te nemen.
6 Herhaal de stappen 3-4 voor zowel de
linker als de rechter elektrisch bediende
achterportierruit door op de
achterzitting plaats te nemen.
7 Let er op dat de elektrisch bediende
ruiten correct functioneren met behulp
van de portierschakelaars.
3-44
Alvorens te gaan rijden
Ruiten