OPEL INSIGNIA BREAK 2020 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2020, Model line: INSIGNIA BREAK, Model: OPEL INSIGNIA BREAK 2020Pages: 329, PDF Size: 9.37 MB
Page 261 of 329

Verzorging van de auto259Elektrisch systeem
Zekeringen Controleren of het opschrift op de
vervangende zekering overeenkomt
met dat op de defecte zekering.
Er zitten twee zekeringendozen in de
auto:
ā motorruimte
ā instrumentenpaneel
Alvorens een zekering te vervangen, de desbetreffende schakelaar en het
contact uitschakelen.
Een defecte zekering is te herkennen aan de doorgebrande smeltdraad.Voorzichtig
Vervang de zekering niet totdat de oorzaak van de storing is verholā
pen.
Sommige functies worden door meerā dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Zekeringtrekker
In de zekeringenkast in de motorā
ruimte zit mogelijk een zekeringtrekā
ker. De trekker heeft twee zijden; elke
zijde is bestemd voor een bepaald
type zekeringen.
Plaats de zekeringtrekker op de zekeā ring en verwijder de zekering.
Page 262 of 329

260Verzorging van de autoZekeringenkast inmotorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Maak het deksel los en verwijder het.
Nr.Stroomkring1ā2ā3ABS4ā5ā6Achterklep7Mistachterlichten / mistlampen
voor8Geheugenmodule9Verwarmde voorruit10Lendensteun stoel11DC / DC-accu12Verwarmbare achterruit13Spiegelverwarming14ā15ā16Ruitenwisser voor17Elektrisch bediende stoel,
passagier18Zonnescherm
Page 263 of 329

Verzorging van de auto261Nr.Stroomkring19Elektrisch bediende stoel,
bestuurder20ā21Zonnedak22Achterruitenwisser / airbag23Adaptief rijlicht (AFL)24ā25ā26Transmissieregelmodule27Contact / instrumentenpaneel28ā29Achteruitkijkcamera / luchtā
rooster30Storingsindicatielamp /
aanhanger31ā32Camera33Stoelverwarming voor34Stoelverwarming achter35Demping / aandrijving op alle
wielenNr.Stroomkring36Brandstofsysteem37ā38ā39ā40Stuurslot41ā42ā43Verwarmd stuurwiel44Koplampverstelling45ā46Motorregelmodule47ā48DC/DC-omvormer / luchtā
rooster / E-Boost49Regelmodule achterdeuren50ā51ā52ā53ā54āNr.Stroomkring55ā56Startmotor57ā58ā59Koplamp links (led)60Koelventilator61ā62ā63ā64ā65Verwarming en ventilatie66ā67ā68ā69Groot licht rechts (halogeen) /
koplamp rechts (led)70Groot licht links (halogeen)71ā72Startmotor73ā
Page 264 of 329

262Verzorging van de autoNr.Stroomkring74Transmissieregelmodule75Motorregelmodule76Emissiereductiesysteem77ā78Claxon79Ruitensproeier80ā81Motorregelmodule82ā83Bobine84Bobine85Aandrijflijn86ā87Verwarming dieselbrandstof88Ventilatieklep89ā90ā91ā92Nadraaipomp93Elektronisch sleutelsysteemNr.Stroomkring94ā95Koelvloeistofpomp96Verwarming dieselbrandstof97ā98ā99Koelvloeistofpomp
Klik na het vervangen van doorgeā
brande zekeringen het deksel van de
zekeringenkast weer vast.
Wanneer u het deksel van het zekeā
ringenkastje niet goed sluit, kan een
storing optreden.
Zekeringenkast
instrumentenpaneel
Bij auto's met het stuurwiel links zit de
zekeringhouder achter een afdekking in het instrumentenpaneel.
Klik de afdekking aan de zijkant los en
verwijder deze.
Page 265 of 329

Verzorging van de auto263
Bij rechtsgestuurde auto's zit de
zekeringenkast achter een deksel in
het handschoenenkastje. Open het
handschoenenkastje en verwijder het deksel.
Nr.Stroomkring1Elektrisch bediende ruit links2Elektrisch bediende ruit rechts3Carrosserieregelmodule4Aircoventilator5Carrosserieregelmodule6Aanhangervoorzieningen7Elektrisch neerklapbare achterā
bank8Carrosserieregelmodule9Motorregelmodule10Head-updisplay11NO x-reductie / leidingverwarā
ming12NO x-reductie / roetsensor13AdBlue-module14Verwarmd stuurwiel15Transmissieregelmodule16Versterker17Alarm18CarrosserieregelmoduleNr.Stroomkring19AdBlue-module20Carrosserieregelmodule21Carrosserieregelmodule22Carrosserieregelmodule23Elektrisch stuurslot24Airbag25Diagnosestekker26Stroomaansluiting bagageā
ruimte27EBCM-klep28Politievoorziening29ā30ā31Stuurbedieningsknoppen32Contactslot33Verwarming en ventilatie34Centrale gateway-module35AUX- / USB-stekker36Draadloze oplader37Achterruitenwisser
Page 266 of 329

264Verzorging van de autoNr.Stroomkring38Noodoproep39Display40Parkeerhulp41Dakconsole42InfotainmentsysteemBoordgereedschapGereedschap
Auto's met reservewiel
De krik met de wielsleutel, het
gereedschap, een verlengbout voor
het bevestigen van een beschadigd
wiel en het sleepoog worden in de
gereedschapskist onder het reserveā
wiel in de bagageruimte geplaatst.
Reservewiel 3 277.
Auto's zonder reservewiel
De schroevendraaier en het sleepoog
zitten in een doos onder de vloerplaat
in de bagageruimte.
Bandenreparatieset 3 271.
Page 267 of 329

Verzorging van de auto265Auto's met geluidssysteem
De schroevendraaier en het sleepoogzitten onder de vloerplaat in de bagaā
geruimte, naast het geluidssysteem.
Bandenreparatieset 3 271.
Velgen en banden
Conditie van banden en velgen Zo langzaam mogelijk en onder een
rechte hoek over obstakels. Het rijden
over scherpe randen kan schade aan banden en velgen tot gevolg hebben.
Banden niet tegen de stoeprand
klemmen.
De wielen regelmatig op beschadiā
ging controleren. Bij beschadigingen
of abnormale slijtage de hulp van een werkplaats inroepen.
Winterbanden
Winterbanden verhogen de veiligheid bij temperaturen onder 7 °C en
moeten daarom op alle wielen
worden gemonteerd.
De sticker met de maximumsnelheid
in overeenstemming met de geldende
wetgeving in uw land in het gezichtsā
veld van de bestuurder aanbrengen.
Alle bandenmaten zijn toegestaan als winterbanden 3 304.GSi met banden van het type Michelin
Pilot Super Sport of Pilot Sport 4 S
Dit model is af fabriek uitgerust met
high-performance sportbanden die bij
lage temperaturen minder goed presā teren.9 Gevaar
Gebruik winterbanden bij tempeā
raturen lager dan 0 °C, omdat
schade aan de high-performance
sportbanden anders niet uitgesloā
ten is.
Aanduidingen op banden
Bijv. 215/60 R 16 95 V
215:bandbreedte in mm60:hoogte-breedteverhouding
(bandhoogte t.o.v. bandā
breedte) in %R:type koordlagen: RadiaalRF:type: RunFlat16:velgdiameter in inch95:kengetal voor draagvermogen, 95 komt bijv. overeen met
690 kgV:kenletter voor snelheid
Page 268 of 329

266Verzorging van de autoKenletter voor snelheid:Q:Maximaal 160 km/uS:Maximaal 180 km/uT:Maximaal 190 km/uH:Maximaal 210 km/uV:Maximaal 240 km/uW:Maximaal 270 km/u
Kies een band die geschikt is voor de
topsnelheid van de auto. Raadpleeg
de EEG-conformiteitsverklaring die
bij de auto is geleverd, of andere
landelijke registratiedocumenten.
Door optionele uitrusting kan de
topsnelheid van de auto afnemen.
Draairichtingsgebonden banden
Draairichtingsgebonden banden
moeten zo worden gemonteerd dat
ze in de juiste richting draaien. De
juiste draairichting is herkenbaar aan
een symbool (bijv. een pijl) op de
zijwand van de band.
Bandenspanning De bandenspanning minstens om de
14 dagen en vóór elke lange rit bij
koude banden controleren. Het reserā
vewiel niet vergeten.
Dit geldt ook voor auto's met een
bandenspanningscontrolesysteem.
Bandenspanning 3 304.
De bandenspanningsinformatiesticā
ker in de linker portieropening
vermeldt de originele banden en de
bijbehorende bandenspanning.
De voorgeschreven bandenspanning geldt bij koude banden. De waarde
geldt voor zowel zomer- als winterā
banden.
Reservewiel altijd oppompen tot de
bandenspanning bij maximale belaā
ding.
De ECO-bandenspanning dient om
een zo laag mogelijk brandstofverā
bruik te bereiken.
Zorg dat de instelling draagvermogen band overeenkomt met de huidige
bandenspanning.
Draagvermogen band 3 267.
Een onjuiste bandenspanning beĆÆnā
vloedt de veiligheid, het weggedrag,
het rijcomfort en het brandstofverā
bruik negatief en verhoogt de
bandenslijtage.
De bandenspanningswaarden
verschillen afhankelijk van de diverse
opties. Ga voor de juiste bandenā spanningswaarde als volgt te werk:
1. Bepaal de aandrijfas en de carrosserievariant.
2. Bepaal de code van de motor-ID. Motorgegevens 3 298.
3. Bepaal de desbetreffende band.
De bandenspanningswaardetabellen
vermelden alle mogelijke bandenā
combinaties 3 304.
Page 269 of 329

Verzorging van de auto267Voor de voor uw auto goedgekeurde
banden kunt u de EEG-conformiteitsā
verklaring die bij uw auto is geleverd,
of andere landelijke registratiedocuā
menten raadplegen.
De bestuurder is verantwoordelijk
voor het juist instellen van de bandenā spanning.9 Waarschuwing
Een te lage bandenspanning kan
aanleiding geven tot oververhitting van de banden en interne beschaā
digingen, wat bij hoge snelheden
loslatende loopvlakken en zelfs
klapbanden kan veroorzaken.
9 Waarschuwing
Bij specifieke banden mag de
aanbevolen bandenspanning
zoals vermeld in de bandenspanā
ningstabel de op de band aangeā
geven maximale bandenspanning
overschrijden. Overschrijd nooit de op de band aangegeven maxiā
male bandenspanning.
Selecteer na aanpassing van de
bandenspanning de desbetreffende
instelling voor het draagvermogen
van de band op de pagina
Draagvermogen band op het Driver
Information Center 3 114.
Afhankelijkheid van temperatuur De bandenspanning hangt af van detemperatuur van de band. Onderweg
lopen de temperatuur en de spanning van de band op. De bandenspanninā
gen op de bandinformatiesticker en in
de bandenspanningentabel verwijzen naar koude banden, dus bij een
temperatuur van 20 °C.
De druk wordt voor iedere temperaā
tuurstijging van 10 °C met bijna
10 kPa verhoogd. Houd hiermee
rekening wanneer u warme banden
controleert.
De bandenspanningswaarde die u op
het Driver Information Center ziet, is
de werkelijke bandenspanning. Bij
een afgekoelde band is deze waarde
iets lager, maar is de band niet lek.Bandenspanningscontroleā
systeem
Het bandenspanningscontrolesysā
teem controleert vanaf een bepaalde
snelheid eenmaal per minuut de bandenspanning van alle vier de
banden.Voorzichtig
Het bandenspanningscontroleā
systeem waarschuwt alleen bij
een te lage bandenspanning en
treedt niet in de plaats van regulier onderhoud van de banden door de bestuurder.
Alle wielen moeten zijn voorzien van
een druksensor en de banden
moeten de voorgeschreven bandenā
spanning hebben.
Let op
In landen waar het bandenspanā
ningscontrolesysteem wettelijk
vereist is, vervalt de typegoedkeuā
ring van de auto bij het gebruik van
wielen zonder spanningssensoren.
Page 270 of 329

268Verzorging van de autoSelecteer de pagina
Bandenspanningscontrole in het
menu Info op het Driver Information
Center 3 114.
De systeemstatus en bandenspanā
ningswaarschuwingen worden
samen met het desbetreffende wiel
aangegeven in een bericht op het Driver Information Center.
Het systeem houdt voor de waarā
schuwingen rekening met de ingeā
stelde temperatuur en het draagverā
mogen van de banden.
Instelling draagvermogen band, zie
hieronder in dit hoofdstuk.
Afhankelijkheid van temperatuur
3 266.
Baselevel-display: Als de spanning van een band sterk daalt, wordt de
desbetreffende bandenspanningsā
waarde geĆÆnverteerd getoond.
Uplevel-display: Bandenspanningsā
waarden binnen het normale bereik
zijn groen van kleur. Als de spanning
van een band sterk daalt, wordt de
desbetreffende waarde in het geel
getoond.
Bij het detecteren van een te lage
bandenspanning brandt het controleā
lampje w 3 111.
Als w oplicht, stop dan bij de eerstā
volgende gelegenheid en breng de
banden op de aanbevolen spanningsā
waarden 3 304.
Zorg dat de status van de belasting
van de auto overeenkomt met de
geselecteerde bandenspanning.
Status belasting auto, zie hieronder in dit hoofdstuk.
Na het op spanning brengen moet u
wellicht een stukje rijden om de
bandenspanningswaarden op het
Driver Information Center bij te
werken. Hierbij blijft w mogelijk branā
den.
Als w bij lagere temperaturen oplicht
en na een stukje rijden dooft, kan dit
duiden op een te lage bandenspanā
ning. Bandenspanning controleren.
Boordinformatie 3 126.
Monteer alleen wielen met druksenā
soren, anders wordt de bandenspanā
ning niet weergegeven en brandt w
voortdurend.
Een reservewiel of tijdelijk reserveā
wiel heeft geen druksensor. Het
bandenspanningscontrolesysteem
werkt niet op deze wielen. Het controā
lelampje w brandt. Voor de overige
drie wielen blijft het systeem in werking.