OPEL VIVARO B 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015.5, Model line: VIVARO B, Model: OPEL VIVARO B 2015.5Pages: 207, PDF Size: 4.42 MB
Page 41 of 207
Sleutels, portieren en ruiten39Buitenspiegels
Bolle vorm De bolle buitenspiegel bevat een as‐
ferisch gebied en verkleint de dode
hoek. Door de vorm van de spiegel
lijken voorwerpen kleiner dan ze zijn,
waardoor afstanden moeilijker zijn in
te schatten.
Handmatig verstellen
Spiegels instellen door deze in de ge‐ wenste richting te draaien.
De onderste spiegels zijn niet te ver‐stellen.
Elektrische verstelling
De betreffende buitenspiegel selecte‐
ren door de knop naar links of rechts
te schakelen en vervolgens de knop
te verdraaien om de spiegel af te stel‐ len.
Als de knop in de middelste stand
staat, is er geen spiegel geselec‐
teerd.
De onderste spiegels zijn niet te ver‐
stellen.
Inklapbare spiegels
Voor de veiligheid van voetgangers
klappen de buitenspiegels bij aansto‐
ten vanaf een bepaalde kracht weg uit de normale stand. Spiegel dan door
licht op de spiegelbehuizing te druk‐
ken terugduwen.
Parkeerstand U klapt de buitenspiegels in door
zachtjes op de buitenrand van de be‐
huizing te drukken, bijv. bij een
krappe parkeerplek.
Page 42 of 207
40Sleutels, portieren en ruiten
Afhankelijk van de uitvoering kunnen
de buitenspiegels bij het vergrende‐
len van de auto automatisch in de
parkeerstand worden ingeklapt.
Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van het infotainmentsys‐
teem.
Verwarmde spiegels
Om in te schakelen toets Ü indruk‐
ken. De activering wordt aangeduid
door de LED in de toets.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor. Deze wordt na korte tijd
automatisch uitgeschakeld.
Klimaatregelsysteem 3 104.Binnenspiegel
Handmatige dimfunctie
Om verblinding te verminderen, de
hendel aan de onderkant van de spie‐ gelbehuizing verstellen.
Page 43 of 207
Sleutels, portieren en ruiten41
Groothoekspiegel
Afhankelijk van het model is een grote
bolle spiegel in de zonneklep van de
voorpassagier opgenomen om het
zicht te vergroten en dode hoeken te
verkleinen.
Automatische dimfunctie
Verblinding 's nachts door achterop‐
komend verkeer wordt automatisch
verminderd.
Ruiten
Voorruit
Warmtereflecterende voorruit
De warmtereflecterende voorruit
heeft een coating die zonnestralen
weerkaatst. Ook kunnen gegevens‐ signalen, bijv. van tolstations, worden
weerkaatst.
De gemarkeerde gebieden op de
voorruit zijn niet bedekt met de coa‐
ting. Apparaten voor het registreren
Page 44 of 207
42Sleutels, portieren en ruiten
van elektronische gegevens en beta‐
ling van gelden moeten op deze plek‐
ken worden bevestigd. Anders is het
mogelijk dat gegevens over ongeval‐
len niet worden geregistreerd.
Stickers op de voorruitPlak rondom de achteruitkijkspiegel
geen stickers, zoals tolvignetten of
soortgelijke stickers, op de voorruit.
Elektrisch bediende ruiten9 Waarschuwing
Wees voorzichtig bij het gebruik
van de elektrische ruitbediening.
Er bestaat verwondingsgevaar,
met name voor kinderen.
Ruiten tijdens het sluiten goed in
de gaten houden. Ervoor zorgen dat niets of niemand bekneld
raakt.
Schakel het contact in om de elek‐
trisch bediende ruiten te bedienen.
Druk de schakelaar van de betref‐
fende ruit in om de ruit te openen of
trek aan de schakelaar om de ruit te
sluiten.
Voor stapsgewijs werken: Schakelaar
kort indrukken of uittrekken.
Automatisch openen of sluiten: Scha‐ kelaar langer indrukken of uittrekken.
Ruit gaat automatisch omhoog of om‐
laag met geactiveerde beveiligings‐
functie. U stopt de ruit door de scha‐
kelaar nogmaals in dezelfde richting
te bedienen.
Bij een stroeve werking door ijsvor‐
ming e.d. meermaals aan de schake‐ laar trekken totdat de ruit in stappen
is gesloten.
Beveiligingsfunctie Stuit de ruit tijdens het automatisch
sluiten op weerstand, dan stopt het
sluiten onmiddellijk en beweegt de
ruit weer omlaag.
OverbelastingWorden de ruiten in korte tijd meer‐
maals bediend, dan wordt de ruitbe‐
diening enige tijd gedeactiveerd.
Page 45 of 207
Sleutels, portieren en ruiten43Achterste zijruiten
Schuiframen zijkant
Open of sluit het raam door de hendel op te tillen en het raam te verschui‐
ven.
Zonnescherm
Afhankelijk van de auto is het zonne‐
scherm in de ruitafdekking geïnte‐
greerd.
Sluiten door de hendel naar beneden
te trekken en de vergrendelingen aan de onderkant in te schakelen.
Openen door de vergrendelingen uit
te schakelen door het zonnescherm
een beetje naar u toe te trekken en
het omhoog te leiden.
Achterruitverwarming
Om in te schakelen toets Ü indruk‐
ken. De activering wordt aangeduid
door de LED in de toets.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en wordt na korte tijd au‐
tomatisch uitgeschakeld.
Klimaatregelsysteem 3 104.
Zonnekleppen
Om verblinding te vermijden kunnen
de zonnekleppen worden neerge‐
klapt en opzij worden gedraaid.
Page 46 of 207
44Sleutels, portieren en ruiten
Zonnekleppen zijn aan de achterkant
voorzien van een make-up spiegel en een tickethouder.
Onderweg moeten de afdekkingen van de spiegels gesloten zijn.
Groothoekspiegel 3 40.
Page 47 of 207
Stoelen, veiligheidssystemen45Stoelen,
veiligheidssystemenHoofdsteunen .............................. 45
Voorstoelen .................................. 46
Achterbank ................................... 50 Veiligheidsgordels .......................53
Airbagsysteem ............................. 56
Kinderveiligheidssystemen ..........62Hoofdsteunen
Stand9 Waarschuwing
Alleen met correct ingestelde
hoofdsteunen rijden.
De bovenzijde van de hoofdsteun
moet op gelijke hoogte zijn als de bo‐
venzijde van het hoofd. Is dit bij zeer
lange personen niet mogelijk, dan de
hoofdsteun in de hoogste stand zet‐
ten (bij zeer kleine personen de
hoofdsteun juist in de laagste stand
zetten).
Instellen
Ontgrendelingsknop indrukken,
hoogte instellen en vastklikken.
Let op
Alleen goedgekeurde accessoires
aan de hoofdsteun van de passa‐ giersstoel voorin bevestigen. Monte‐
ren als de stoel niet in gebruik is.
Demonteren
Bijv. bij gebruik van een kinderveilig‐
heidssysteem 3 62.
Page 48 of 207
46Stoelen, veiligheidssystemen
Kantel eerst de rugleuning naar voren
en trek dan de hoofdsteun helemaal
omhoog. Druk op de ontgrendelings‐
knop en trek de hoofdsteun omhoog
eruit.
Hoofdsteunen veilig opbergen in de
laadruimte. Bij verwijderde hoofd‐
steunen niemand op de desbetref‐
fende zitplaatsen vervoeren.Voorstoelen
Stoelpositie9 Waarschuwing
Alleen met een correct ingestelde
stoel rijden.
■ Met zitvlak zo ver mogelijk tegen de
rugleuning zitten. De afstand tot de
pedalen zo instellen dat de benen
bij het intrappen van de pedalen
licht gebogen zijn. De passagiers‐
stoel voor zo ver mogelijk naar ach‐ teren schuiven.
■ Met schouders zo ver mogelijk te‐ gen de rugleuning zitten. De hoek
van de rugleuning zo instellen dat u
het stuurwiel met licht gebogen ar‐
men kunt vastpakken. Bij het ver‐
draaien van het stuurwiel, contact
blijven houden tussen schouders
en rugleuning. De rugleuning mag
niet te ver achteroverhellen. De
aanbevolen hellingshoek bedraagt
maximaal ca. 25°.
■ Stuurwiel instellen 3 78.
■ Zithoogte zo instellen, dat u rondom een goed zicht hebt en alle
instrumenten goed kunt aflezen. Tussen hoofd en dakframe moet
minstens een handbreed tussen‐
ruimte zitten. De dijen moeten licht
op de zitting rusten, zonder druk uit te oefenen.
■ Hoofdsteun instellen 3 45.
■ Hoogte veiligheidsgordel instellen 3 54.
■ Lendensteun zodanig afstellen dat deze de natuurlijke vorm van de
ruggengraat ondersteunen 3 47.
Page 49 of 207
Stoelen, veiligheidssystemen47Stoelverstelling9Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
9 Waarschuwing
Stoelen nooit tijdens het rijden ver‐
stellen, omdat ze ongecontroleerd kunnen bewegen.
9 Waarschuwing
Nooit losse voorwerpen onder de
stoelen plaatsen.
Opbergvak onder passagiers‐
stoel, opbergvak 3 72.
Zorg bij het rijden dat de stoelen en
rugleuningen altijd vastgeklikt zijn.
Zitpositie
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, dan handgreep loslaten.
Rugleuning voorstoelen
Aan hendel trekken, hellingshoek in‐
stellen en hendel loslaten. Rugleu‐
ning hoorbaar laten vastklikken.
Bij het verstellen de rugleuning niet
belasten.
Page 50 of 207
48Stoelen, veiligheidssystemen
Zithoogte
Pompbeweging van de hendel:
omhoog=stoel omhoogomlaag=stoel omlaagLendensteun
Lendensteun met draaiknop naar
wens afstellen.
Aan draaiknop draaien voor meer of
minder lendensteun.
Rugleuning neerklappen
Passagiersstoel middenvoor neerklappen
Aan de ontgrendelhendel trekken, de
rugleuning helemaal naar voren klap‐ pen en de hendel loslaten. Rugleu‐
ning hoorbaar laten vastklikken.