Peugeot 206 CC 2002.5 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002.5, Model line: 206 CC, Model: Peugeot 206 CC 2002.5Pages: 124, PDF Size: 1.68 MB
Page 81 of 124

UW 206 CC IN DETAIL81
ELEKTRISCH BEDIENDE PORTIERRUITEN
1- Schakelaar ruitbediening be-
stuurderszijde.
2- Schakelaar ruitbediening passa- gierszijde.
Met beide schakelaars worden aan de
desbetreffende zijde de portierruit ende achterzijruit bediend. Handbediening Duw (openen) of trek (sluiten) de schakelaar tot het zware punt. De ruit stopt zodra de toets wordt losgelaten. EŽn seconde nadat de portierruit volledig is geopend begint de ach-terzijruit te openen. Automatische bediening
¥Openen
De ruiten worden automatischgeheel geopend (met contact aan-gezet of draaiende motor). Druk op de schakelaar tot voorbij het zware punt:
Ð druk de schakelaar kort in om de portierruit volledig te ope-nen; druk deze opnieuw kort inom ook de achterzijruit volledigte openen.
Ð druk de schakelaar lang in om eerst de portierruit en vervol-gens de achterzijruit volledig teopenen.
¥Sluiten
Alleen de portierruit aan bestuur-derszijde is volledig automatisch tesluiten (met draaiende motor) als deachterzijruit is gesloten. Trek kort aan de schakelaar tot
voorbij het zware punt om de por- tierruit aan bestuurderszijde volle-dig te sluiten.
Opmerking: de schakelaars van de
ruitbediening werken niet als het dakwordt bediend.
07-10-2002
Page 82 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
82
Binnenspiegel De binnenspiegel kent 2 standen:
Ð dagstand (normaal),
Ð nachtstand (antiverblinding).De spiegel kan in de dag- en nacht- stand gezet worden met behulp vanhet hendeltje aan de onderzijde. ELEKTRISCH VERSTELBAREBUITENSPIEGELS Draai knop
1naar links of rechts om de
desbetreffende spiegel te selecteren. Duw knop 1in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen. Elektrisch inklapbare spiegels Draai, als het contact aan is, knop 1in
stand A.
Het uiteinde van het glas van de buitenspiegel aan bestu-urderszijde is asferisch (ditgedeelte is door middel van
een stippellijn afgetekend) om de"dode hoek" op te heffen.
De weergegeven objecten in despiegels aan bestuurders- en pas-sagierszijde lijken verder af dan zein werkelijkheid zijn. Hiermee moet rekening worden gehouden om de afstand tenopzichte van achteropkomend ver-keer goed in te schatten.
07-10-2002
Page 83 of 124

UW 206 CC IN DETAIL83
Koplampen verstellen Afhankelijk van de belading van de auto wordt aanbevolen de koplampen te ver-stellen. 0.
1 of 2 personen voorin.
Ð. 3 personen.
1. 4 personen.
2. 4 personen + maximaal toegesta- ne belading.
3. Bestuurder + maximaal toegesta-ne belading.
Stand 0: basisinstelling. STUURWIEL IN HOOGTEVERSTELLEN Druk bij stilstaande auto de hendel naar beneden om het stuurwiel te ont-grendelen. Zet het stuurwiel in de gewenste stand en trek aan de hendel om het stuur-wiel te vergrendelen.
Claxon
Druk op een van de spakenof in het midden van hetstuurwiel.
07-10-2002
Page 84 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
84
VENSTERS VOOR TOL-/
PARKEERKAARTEN De athermische voorruit bevat twee niet-reflecterende gedeelten aanweerskanten van de binnenspiegel. Hier kunnen de tol- en/of parkeerkaarten worden bevestigd.
PLAFONNIER
De verlichting gaat aan zodraeen portier geopend wordt. Deplafonnier knippert als er met deauto wordt gereden terwijl eenportier niet goed gesloten is.
Uit. Brandt constant als de sleutel in de stand accessoires staatof als het contact aan is.
ZONNEKLEP De zonnekleppen zijn voorzien van make-upspiegels, aan bestuurderszij-de is deze met een klepje afgedekt. ASBAK VîîR Sluit de asbak om deze te verwijderen.
Trek aan de lip en trek de asbak omhoog.
AANSTEKER Druk de aansteker in en wacht enkele ogenblikken tot de aansteker uit zich-zelf terugspringt. Hij kan worden gebruikt als het con- tact in de stand accessoires (1 e
stand
van de sleutel) of AAN staat.
07-10-2002
Page 85 of 124

UW 206 CC IN DETAIL85
DASHBOARDKASTJE
Het dashboardkastje is afsluitbaar.
Trek aan de handgreep om het dash- boardkastje te openen. De verlichting van het dashboardkast- je gaat dan branden. 1.
Vak voor boorddocumentatie.
2. Bekerhouder.
3. Pennenhouder.
4. Brillenvak.
5. Kaartenvak.
6. Muntenvak. FLESSENHOUDER
Tussen de twee rugleuningen achterin is een flessenhouder aangebracht.
Trek aan de bovenzijde van het deksel om deze te openen.SJOROGEN Gebruik de 4 sjorogen op de vloer van de bagageruimte om uw bagage ste-vig vast te zetten. BAGAGENET Bevestig het bagagenet aan de sjor- ogen om uw bagage vast te zetten.
07-10-2002
Page 86 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
86
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Starten Zet de selectiehendel in de stand
Nof Pom te kunnen starten. Trap het rempe-
daal in bij het selecteren van een schakelstand vanuit stand P. Afzetten of parkeren Zet de selectiehendel altijd in stand Pals u de auto verlaat.
Als dit niet gebeurt, klinkt er een geluidssignaal als het bestuurdersportier wordt geopend. Stand van de selectiehendel De stand van de selectiehendel wordt op het instrumentenpaneel weergegeven. P. Parkeerstand: te gebruiken tezamen met de handrem.
R. Achteruit: de achteruit mag alleen worden ingeschakeld als de auto stilstaat en de motor stationair draait.
N. Neutraalstand: laat, als onder het rijden per ongeluk de selectiehendel in de standNwordt gezet, het motortoerental terugvallen tot stationair, voordat een nieuwe
stand (vooruit-versnelling) wordt geselecteerd.
D. Rijden: automatisch schakelen van de 4 versnellingen. De schakelmomentenvari‘ren afhankelijk van het geselecteerde schakelprogramma.
3. Automatisch schakelen van de eerste 3 versnellingen. Selecteer deze stand alleen bij veelvuldig schakelen tussen de 3 e
en 4 e
ver-
snelling (stadsverkeer of bochtige weg).
2. Automatisch schakelen van de eerste 2 versnellingen.Deze stand is specifiek afgestemd op het rijden in de bergen zowel voor het stijgen (max. motorvermogen) als het dalen (afremmen op de motor).
07-10-2002
Page 87 of 124

UW 206 CC IN DETAIL87
Schakelprogramma's U kunt kiezen uit drie schakelpro- gramma's:
Ð Automatisch (normaal gebruik).
Ð Sport.
Ð Sneeuw.Door een druk op de toets
Aof B
selecteert u respectievelijk het pro-
gramma Sport of Sneeuw. Het gese-lecteerde programma wordt op hetinstrumentenpaneel weergegeven.Druk nogmaals op de schakelaar omweer op het normale programma overte schakelen. Automatisch (normaal gebruik)Het inschakelen van de versnellingen geschiedt automatisch afhankelijk vandiverse parameters, zoals:
Ð de rijstijl.
Ð het profiel van de weg.
Ð de belading van de auto.De versnellingsbak kiest voortdurend uit de diverse in het geheugen opge-slagen programma's welke het meestgeschikt is voor de rijomstandigheden. Programma Sport Het programma Sport geeft automa- tisch voorrang aan een dynamischerijstijl. Programma Sneeuw Het programma Sneeuw biedt in stand D
een soepele rijstijl, aangepast aan
gladde wegen, om de aandrijving en destabiliteit te verbeteren. Er wordt vanuitde 2e
versnelling weggereden en er
wordt iets eerder teruggeschakeld. Bijzonderheden
Ð Bij langdurig remmen schakelt de versnellingsbak automatisch terug om sterker op de motor af te remmen.
Ð Om de veiligheid te verbeteren schakelt de versnellingsbak nietnaar een hogere versnelling als uhet gaspedaal plotseling los laat
(b.v. als u schrikt voor een obstakel).
Ð Om de luchtverontreiniging te ver- minderen is er een speciaal pro-gramma voor deze versnellingsbak,waardoor de motor na een koudestart zo snel mogelijk de ideale tem-peratuur bereikt.
Kickdown Om kortstondig de maximale accelera- tie te verkrijgen zonder de stand vande selectiehendel te wijzigen dient hetgaspedaal volledig te worden inge-trapt. De versnellingsbak schakeltautomatisch terug of handhaaft deingeschakelde versnelling totdat demotor het maximum toerental bereikt.Elke storing in het systeem wordt aangegeven door hetafwisselend knipperen vande verklikkerlampjes Sport
en Sneeuw op het instrumentenpa-neel. In dit geval werkt de versnel-lingsbak met een noodprogramma. Ukunt dan een hevige schok waarne-men bij het selecteren vanuit stand P
naar Rof vanuit stand Nnaar R(zon-
der gevaar voor de versnellingsbak). Rijd niet harder dan 100 km/h.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt. Als de motor stationair draait met een ingeschakelde versnelling, kruipt deauto zonder dat gas wordt gegeven. Geef geen gas bij het selecteren van een versnelling als de auto stilstaat. Houd de voet op het rempedaal bij het selecteren van een versnelling bij stil-staande auto. Geef geen gas als er geremd wordt bij een ingeschakelde versnelling.
Trek de handrem aan en selecteer stand P , indien er werkzaamheden moeten wor-
den uitgevoerd bij draaiende motor. Gebruik geen kickdown op een glad wegdek. Zet de selectiehendel nooit in stand N
als de auto rijdt.Zet de selectiehendel nooit in stand P
of Rals de auto niet volledig stilstaat.
Laat geen kinderen alleen in de auto achter als de motor draait.
07-10-2002
Page 88 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
88
De normale werking van het ABS is merkbaar door licht trillen van hetrempedaal.
Trap bij een noodstop het rem- pedaal krachtig en volledig in enlaat het niet los.
ANTIBLOKKEERSYSTEEM (ABS)* Het antiblokkeersysteem zorgt samen met de elektronische remdrukregelaartijdens het remmen voor een betere
stabiliteit en bestuurbaarheid van uw auto,vooral op een slecht of glad wegdek.
Opmerking:
Controleer bij het verwis-
selen van de wielen (banden en vel-gen) of deze zijn gehomologeerd. Het antiblokkeersysteem treedt auto- matisch in werking zodra ŽŽn van dewielen dreigt te blokkeren.
Als deze waarschuwing op hetinstrumentenpaneel verschijntin combinatie met een geluids-signaal en de melding "Sto-
ring remsysteem" op het mul-
tifunctionele display, duidt dit op een sto-
ring in de elektronische remdrukregelaar.Door deze storing zou u tijdens het rem-men de controle over uw auto kunnenverliezen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt
HANDREM Aantrekken
Trek, als de auto volledig stilstaat, de handrem aan. Loszetten
Trek aan de hefboom, druk de knop in en duw de handrem geheel omlaag.
Als dit verklikkerlampje brandtin combinatie met het verklik-kerlampje verplicht stoppen
STOP, een geluidssignaal (bij
10 km/h) en de melding
"handrem vergeten" op het multifunc-
tionele display, geeft dit aan dat dehandrem nog (iets) is aangetrokken. NOODREMASSISTENTIE Dit systeem zorgt ervoor dat in nood- gevallen de optimale remdruk snellerwordt bereikt, zodat de remafstandkleiner wordt. Het systeem wordt ingeschakeld als de snelheid waarmee het rempedaalwordt ingedrukt groot is en zorgtervoor dat de benodigde bedienings-
kracht minder wordt en dat de effectivi-teit van het remmen wordt vergroot.
07-10-2002
Page 89 of 124

UW 206 CC IN DETAIL89
ANTI SPIN REGELING (ASR) EN ELEKTRONISCH
STABILITEITS PROGRAMMA(ESP) Deze systemen staan in verbinding
met het ABS en zijn hier een aanvullingop.
Het ASR-systeem past de aandrijf- kracht aan om het doorspinnen van dewielen te voorkomen via de remmenvan de aangedreven wielen en de
motor. De ASR zorgt ook voor meerkoersstabiliteit bij het accelereren. Het ESP-systeem grijpt automatisch via het remsysteem en de motor in alsde koers van de auto afwijkt van dedoor de bestuurder gewenste richting.Uitschakelen van het ASR/ESP-systeem. In bijzondere omstandigheden (als de
auto vastzit in de modder, sneeuw, inmulle grond,...) kan het nuttig zijn hetASR- en ESP-systeem uit te schake-len, zodat de wielen kunnen slippen enweer grip kunnen krijgen.
Druk op de schakelaar "ESP
OFF" , die zich links onder het
stuurwiel bevindt.
Het verklikkerlampje van de schakelaar gaat branden enhet pictogram verschijnt: hetASR/ESP-systeem is uitge-schakeld.
Het systeem wordt opnieuw: automatisch ingeschakeld als het contact opnieuw wordt aangezet.
automatisch ingeschakeld vanaf
50 km/h.
handmatig ingeschakeld doornogmaals op de schakelaar tedrukken.
Werking van het ASR- en ESP-systeem
Als ŽŽn van deze twee syste-men is ingeschakeld, knippert
het desbetreffende pictogram. Controle van werking
Bij een storing in de systemenzal het verklikkerlampje van deschakelaar gaan knipperen enhet pictogram verschijnen incombinatie met een geluidssig-
naal en de melding "ESP/ ASR buiten
werking" op het multifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepuntom het systeem te laten controleren.
Het ESP-systeem zorgtvoor meer veiligheid tijdenshet rijden. De bestuurdermag zich echter nooit latenverleiden tot het nemen van
meer risico's of het te hard rijden. De goede werking van het systeem wordt verzekerd door de naleving vande voorschriften van de constructeurop het gebied van wielen (banden envelgen), onderdelen van het remsys-teem, elektronische onderdelen als-mede de montageprocedure en hetuitvoeren van werkzaamheden door
een PEUGEOT-servicepunt. Laat het systeem na een aanrijding
controleren door een PEUGEOT-servicepunt.
07-10-2002
Page 90 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
90
AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd (behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld).
Storing airbag voor Als dit verklikkerlampje gaat branden in combinatie meteen geluidssignaal en de mel-
ding "Storing Airbag" op het multi-
functionele display, raadpleeg dan een
PEUGEOT-servicepunt om het sys-teem te laten controleren.
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op de wer-king van de veiligheidsgordels metgordelkrachtbegrenzers. De elektronische schoksensors regis- treren een plotselinge vertraging vande auto: als de drempelwaarde voorhet in werking treden wordt overschre-den, worden de airbags onmiddellijkopgeblazen en beschermen de inzit-tenden van de auto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor een afdoen-de bescherming; de kracht van deaanrijding is afhankelijk van het soortobstakel en de snelheid van de autoop dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking:
Het uit het kussen ont-
snappende gas kan enigszins irriteren. Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijdealtijd uit als u een kinderzitje met derug in de rijrichting op de voorstoelplaatst.
Zet het contact uit, steek de sleutel in de schakelaar voor uitschakelenvan de airbag aan passagierszijde1, draai deze in de stand "OFF"en
verwijder de sleutel zonder de standvan de schakelaar te veranderen.
Het verklikkerlampje op het in-strumentenpaneel brandtzolang de airbag is uitgescha-keld.
* Volgens land van bestemming.
07-10-2002