Peugeot 206 CC 2002.5 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002.5, Model line: 206 CC, Model: Peugeot 206 CC 2002.5Pages: 124, PDF Size: 1.68 MB
Page 51 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
52
Instellingen display
Vanuit het hoofdmenu kan het menu
"Configure display"wor-
den gekozen met de volgende instellingen:
Ð regelen van de lichtsterkte van de tekst en de achtergrond op het scherm;
Ð instellen van de datum en de tijd;
Ð keuze van de taal voor de weergave op het display en de gesproken informatie (Duits, Spaans, Frans, Engels, Itali- aans);
Ð instellen van formaten en eenheden. Er kan gekozen wor- den tussen de weergave in km/h of mph en in graden Cel-sius of Fahrenheit en tussen 12- of 24-uurs weergave vande tijd;Opties
Vanuit het hoofdmenu kan het menu "Navigation options"wor-
den gekozen met de volgende mogelijkheden:
Ð beheer van de geheugens. Met deze functie kan de omschrijving van een opgeslagen adres gewijzigd worden en kan een adres gewist worden. Kies daarvoor het
geheugen en dan de omschrijving van het desbetreffendeadres.
Ð het regelen van de geluidssterkte van de gesproken berichten.
Ð het wissen van alle gegevens in beide geheugens.
07-10-2002
Page 52 of 124

UW 206 CC IN DETAIL53
Instellingen systeem Druk tijdens het navigeren op de toets
"VAL"om in het menu
"Guidance tools" te komen.
Dit menu biedt de volgende mogelijkheden:
Ð criterium van huidige navigatie-opdracht wijzigen,
Ð weergave of wijzigen van een opgegeven bestemming,
Ð regelen van de geluidssterkte van de gesproken berichten,
Ð huidige navigatie-opdracht stoppen.
07-10-2002
Page 53 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
54
07-10-2002
Page 54 of 124

UW 206 CC IN DETAIL55
VENTILATIE 1 . Uitstroomopeningen voorruitontwaseming.
2 . Uitstroomopeningen zijruitontwaseming.
3 . Zijventilatieroosters.
4 . Middelste ventilatieroosters.
5 . Uitstroomopening voor beenruimte voor.
6 . Uitstroomopening voor beenruimte achter.
Gebruiksadviezen
Ð Zet de luchttoevoer ver genoeg open voor een optimale verversing van de lucht in het interieur. In de stand "OFF"komt er geen buitenlucht meer in het interieur.
Opmerking: gebruik de stand "OFF"alleen indien nodig (kans op beslaan van de ruiten).
Ð Stel de luchtverdeling naar wens en afhankelijk van de weersomstandigheden in.
Ð Wijzig de temperatuurinstelling geleidelijk om het gewenste comfort te bereiken.
Ð Schuif de knop van de luchttoevoerregeling naar links in de stand "Toevoer van buitenlucht".
Ð Let er voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur op dat het luchtinlaatrooster in de motorkap, de uitstr oom-
openingen in de auto en de luchtkanalen onder de voorstoelen vrij blijven. Zorg ervoor dat het pollenfilter in een goede staat verkeert.
07-10-2002
Page 55 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
56
VERWARMING/VENTILATIE
2. Regeling luchtverdelingLuchtstroom naar voorruit en zij- ruiten (ontwasemen-ontdooien).
Ga voor het snel ontwasemen van devoorruit en de zijruiten als volgt tewerk: Ð Zet de knop regeling luchttoevoer
naar links in de stand toevoer bui-tenlucht.
Ð Stel de temperatuur en de luchtop- brengst in op maximaal.
Ð Sluit de middelste ventilatieroos- ters.
1. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen: van blauw (temperatuur buitenlucht) tot rood(warm).
07-10-2002
Page 56 of 124

UW 206 CC IN DETAIL57
Luchtstroom naar de voorruit, de zijruiten en de beenruimtevan de inzittenden. Luchtstroom naar de been- ruimte van de inzittenden.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat. Luchtstroom naar de middel-ste en de linker en rechterventilatieroosters.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen warm klimaat.
3. Luchtopbrengstregeling
Draai de knop van stand 1
naar 4om de gewenste lucht-
opbrengst te bereiken. 4. Regeling luchttoevoer
Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand.
Recirculatie van de lucht in
het interieur.
Deze stand dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlast afte sluiten en om het verwarmen vanhet interieur te versnellen. Zet de knop, zodra de omstandighe-den dit toelaten, weer in de standtoevoer buitenlucht om het beslaanvan de ruiten te voorkomen.
5. Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels
Het indrukken van de scha- kelaar als de motor draaitzorgt voor het inschakelen
van de achterruitverwarming en deverwarming van de buitenspiegels. Deze gaat na ongeveer 12 minuten automatisch uit. Druk nogmaals op de schakelaar om de achterruitverwarming opnieuwgedurende 12 minuten in te schakelen. Druk de toets nogmaals in om de ach- terruitverwarming eerder uit te scha-kelen. Opmerking: Deze functie werkt niet
wanneer het dak in de bagageruimte is opgeborgen.
07-10-2002
Page 57 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
58
AIRCONDITIONING
1. Bediening airconditioning
De airconditioning kan tijdens alle seizoenen gebruikt worden. Het systeem stelt u in staat detemperatuur in het interieur 's zomers te verlagenen zorgt in de winter bij temperaturen boven 0 ¡Cvoor een snelle ontwaseming van beslagen ruiten.
Druk de schakelaar in om deairconditioning in te schake-len. Het verklikkerlampje gaatbranden. De airconditioning werkt niet als deknop voor de regeling van de lucht-opbrengst op "OFF" staat. Opmerking Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een kleinplasje water onder de auto vormt, dit iseen normaal verschijnsel.
2. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen: van blauw (koud als de airco is ingeschakeld) totrood (warm).
07-10-2002
Page 58 of 124

UW 206 CC IN DETAIL59
3. Regeling luchtverdeling
Luchtstroom naar de voorruit en de zijruiten (ontwasemen -ontdooien).
Ga voor het snel ontwasemen van devoorruit en de zijruiten als volgt tewerk:
Ð Stel de temperatuur en de luchtop- brengst in op maximaal.
Ð Sluit de middelste ventilatieroosters.
Ð Zet de knop luchttoevoer naar links, in de stand toevoer van buitenlucht.
Ð Zet de airconditioning aan.
Luchtstroom naar de voorruit, zijruiten en de beenruimtevan de inzittenden. Luchtstroom naar de been- ruimte van de inzittenden.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat. Luchtstroom naar de middel-ste en de linker en rechterventilatieroosters.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen warm klimaat. 5. Regeling luchttoevoer
Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand.
Luchtrecirculatie.
Deze stand dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlast afte sluiten.
Als deze stand gebruikt wordt terwijl deairco is ingeschakeld, wordt de capaciteitvan de airco en de verwarming vergroot.
Als deze stand wordt gebruikt zonderde airconditioning, bestaat het risicodat de ruiten beslaan. Zet de knop, zodra de omstandighe- den dit toelaten, weer in de stand toe-voer buitenlucht. Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om hetsysteem in perfecte staat te houden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem in
dat geval door uw PEUGEOT-service-punt controleren.
4. Luchtopbrengstregeling
Draai de knop in 1van de 4
standen om de gewensteluchtopbrengst te bereiken. 6. Achterruitverwarming en
verwarming buitenspiegels
Druk de schakelaar bij draai-ende motor in om de achter-ruitverwarming en de verwar-ming van de buitenspiegels in
te schakelen. Deze gaat na ongeveer 12 minuten automatisch uit.Druk nogmaals op de schakelaar omde achterruitverwarming opnieuwgedurende 12 minuten in te schakelen. Druk de toets nogmaals in om de achter- ruitverwarming eerder uit te schakelen. Opmerking: Deze functie werkt niet
wanneer het dak in de bagageruimte is opgeborgen.
07-10-2002
Page 59 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
60
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING Opmerking: De werking van het systeem kan minder zijn wanneer het dak open is.
2 . Automatisch programma "comfort"
Druk op de toets "AUTO". Het systeemregelt de luchtge-
steldheid in het interieur automa-tisch aan de hand van de door u
ingestelde tem peratuur. Hiervoor regelt het
systeem de temperatuur, de luchtopbrengst,
de luchtverdeling naar de luchtroosters enschakelt het indien nodig de airconditioning in.
3. Automatisch programma "zicht"
In sommige gevallen kan hetprogramma "comfort" niettoereikend blijken om de rui-ten condens- en ijsvrij te hou-
den (vocht, veel inzittenden, vorst...).Kies dan het programma "zicht" om deruiten snel te ontwasemen.Automatische werking
1. Temperatuurregeling De gekozen temperatuurwordt weergegeven. Druk op de pijltjestoetsen om de in-stelling te wijzigen. Instelling
op ongeveer 21 biedt een opti-maal comfort.
07-10-2002
Page 60 of 124

UW 206 CC IN DETAIL61
5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaaldelijk in om de luchtstroom te ver-delen naar:
Ð de voorruit (ontwasemen en ontdooien).
Ð de voorruit en de beenruimte.
Ð de beenruimte.
Ð de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters en de beenruimte.
Ð de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters.
7. Toevoer van buitenlucht Bij het indrukken van deze toets wordt de lucht in hetinterieur gerecirculeerd. Dezestand, aangegeven op het
display, dient om de toevoer van bui-tenlucht bij stank en stofoverlast af tesluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toets nog-maals in om de automatische toevoervan buitenlucht te hervatten.
4. Airconditioning
Bij het indrukken van deze toetswordt de airconditioning uitge-schakeld. De aanduiding "ECO"
verschijnt op het display. Druk de
toets nogmaals in om de automatische wer-king van de airconditioning te hervatten. De
aanduiding "A/C" verschijnt op het display.
8. Uit
Bij het indrukken van detoets "OFF" wordt het sys-teem volledig uitgeschakeld.
De temperatuur zal dan niet meer opti-maal zijn. Het systeem wordt weer opnieuw met de laatste instellingen ingeschakelddoor op de toets "OFF", "AUTO"of
"Zicht" te drukken.
9. Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels
Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen. De
verwarming wordt automatisch uitge-schakeld. Druk de toets nogmaals inom de achterruitverwarming eerder uitte schakelen. Opmerking: Deze functie is uitge-
schakeld wanneer het dak in de baga- geruimte is opgeborgen. Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om hetsysteem in perfecte staat te houden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem in
dat geval door uw PEUGEOT-service-punt controleren.
Handmatige bediening Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van het sys-teem handmatig aanpassen. De overi-ge functies worden automatisch gere-geld. Bij het indrukken van de toets
"AUTO" zal het systeem weer volledigautomatisch functioneren.
6. LuchtopbrengstDe luchtopbrengst kanvergroot of verkleindworden door respectie-
velijk de toets + of Ð in te drukken.
Opmerking Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een kleinplasje water onder de auto vormt, dit iseen normaal verschijnsel. Om het beslaan van de ruiten te voor- komen is het raadzaam de stand"ECO" bij koud of vochtig weer niet tegebruiken.
07-10-2002