Peugeot 306 Break 2002 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002, Model line: 306 Break, Model: Peugeot 306 Break 2002Pages: 127, PDF Size: 2.18 MB
Page 91 of 127

1
9
8
7
6
5
432
26
ONDERHOUD VAN UW 306
1
Reservoir stuurbekrachtigings- vloeistof*
2 Vulopening motorolie
3 Luchtfilter 4
Remvloeistofreservoir
5 Accu
6 Motoroliepeilstok 7
Oliefilter
8 Reservoir koelvloeistof
9 Ruitensproeierreservoir
* Volgens uitvoering.
Benzinemotor 1,4 liter en 1,6 liter
Page 92 of 127

1
9
7
6
5
4
8
23
Benzinemotor 1,8 liter en 2 liter 16V
27
ONDERHOUD VAN UW 306
1
Reservoir stuurbekrachtigings- vloeistof*
2 Vulopening motorolie
3 Motoroliepeilstok 4
Remvloeistofreservoir
5 Accu
6 Luchtfilter 7
Oliefilter
8 Reservoir koelvloeistof
9 Ruitensproeierreservoir
* Volgens uitvoering.
Page 93 of 127

1
9
5
3
2
4
8
6
7
ONDERHOUD VAN UW 306
28
1
Reservoir stuurbekrachtigings- vloeistof*
2 Motoroliepeilstok
3 Vulopening motorolie 4
Remvloeistofreservoir
5 Accu
6 Luchtfilter 7
Oliefilter
8 Reservoir koelvloeistof
9 Ruitensproeierreservoir
* Volgens uitvoering.
1,9 liter dieselmotor
Page 94 of 127

1
9
5
3
2
4
8
7
6
ONDERHOUD VAN UW 306
29
1
Reservoir stuurbekrachtigings- vloeistof*
2 Motoroliepeilstok
3 Vulopening motorolie 4
Remvloeistofreservoir
5 Accu
6 Luchtfilter 7
Oliefilter
8 Reservoir koelvloeistof
9 Ruitensproeierreservoir
* Volgens uitvoering.
1,9 liter dieselmotor
Page 95 of 127

A
C
B
A
B
C
ONDERHOUD VAN UW 306
30
NIVEAUS CONTROLEREN Motor Controle van het motorolieniveau Regelmatig controleren en tussen twee verversingen eventueel oliebijvullen.
(Maximum olieverbruik: 0,5
liter per 1000 km.) De controle dient bij koude motor en horizontaal geplaatste wagen te ge-schieden. 2 merktekens op de peilstok:
A= maxi.
B = mini. Olie verversen
Volgens het PEUGEOT-onderhouds- schema.
¥ Oliepeilstok (handbediend). Het
oliepeil mag nooit boven het max. merkteken Auitkomen.
¥ Olieniveaumeter in het instrumen- tenpaneel.
Keuze van de viscositeitgraad De olie dient in ieder geval aan de voorgeschreven kwaliteitsnormen tevoldoen. Oliefilter
Vervang het oliefilterelement regel- matig, volgens het onderhoud-sschema. Afgewerkte olie
Vermijd langdurig contact met de huid. Gooi geen afgewerkte olie in afvoer- systemen, in het water of op de grond.
Voor het behoud van de bedrijfszeke- rheid van de motor en het emissiere-gelsysteem mag in geen geval eenmiddel aan de motorolie worden toe-gevoegd. Remvloeistof
- Het niveau dient steeds boven het
merkteken DANGER van het reser- voir te staan.
- Raadpleeg bij een sterke daling van het remvloeistofniveau onmiddellijk
uw PEUGEOT-servicepunt.
Olie verversen
- De remvloeistof dient volgens de voorgeschreven intervallen te worden ververst.
- Gebruik remvloeistof die door de constructeur is goedgekeurd enaan de DOT4-normen voldoet.
Koelvloeistof Gebruik uitsluitend de door de constructeur goedgekeurde koel-vloeistof. De koelventilator zorgt voor koeling van de koelvloeistof als de motorwarm is: wacht voor werkzaamhedenaan het koelsysteem tenminste 1 uurnadat de motor is afgezet, omdat deventilator ook nog kan (gaan) werkenals de sleutel uit het contactslot is ver-wijderd en omdat het koelsysteemonder druk staat. Draai bij pech de dop tot het eerste tandje los om de druk te laten ont-
snappen. Als de druk weg is, verwijderdan de dop en vul koelvloeistof bij.
Merkteken C: Peilstokgeleider.
Page 96 of 127

ONDERHOUD VAN UW 30631
Reservoir stuurbekrachtiging Open het reservoir bij koude motor (omgevingstemperatuur), het vloei-stofniveau dient boven het MINI endichtbij het MAXI merkteken te staan. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers* Gebruik voor een optimale reiniging en voor uw eigen veiligheid uitsluitend
door PEUGEOT goedgekeurde pro-ducten (4,4 liter of 6 liter metkoplampsproeiers). Accu Laat uw accu voor de winter door een
PEUGEOT-servicepunt controleren. Luchtfilter Periodiek vervangen is een vereiste. Als u in stofrijke gebieden rijdt, moethet luchtfilter twee keer zo vaak ver-vangen worden. Remblokken De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral bij
stadsverkeer, veel korte ritten en bijeen sportieve rijstijl. Hierdoor kan hetnoodzakelijk blijken om de remblok-
ken vaker, tussen twee onder-houd-
scontroles door, te laten controleren. Handgeschakeldeversnellingsbak Niet verversen. Controleer het niveau volgens het onderhoudsschema van
de constructeur. Automatische transmissie Niet verversen. Laat het niveau door
een PEUGEOT-servicepunt volgenshet onderhoudsschema en de voor-geschreven procedure controleren.
Gebruik uitsluitend doorAutomobiles PEUGEOTgoedgekeurde producten. Om de werking van belan-
grijke organen als de stuurbe- krachtiging en het remsysteem teoptimaliseren, selecteert en biedt PEUGEOT specifieke productenaan. Brandstofafsluiter* Bij een zware aanrijding wordt de brandstoftoevoer door de brandtstof-afsluiter onderbroken. Druk op de knop van de brandstof- afsluiter bij de linker veerpoot onderde motorkap om de brandstoftoevoerte herstellen.
* Volgens uitvoering.
Page 97 of 127

ONDERHOUD VAN UW 30631
Reservoir stuurbekrachtiging Open het reservoir bij koude motor (omgevingstemperatuur), het vloei-stofniveau dient boven het MINI endichtbij het MAXI merkteken te staan. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers* Gebruik voor een optimale reiniging en voor uw eigen veiligheid uitsluitend
door PEUGEOT goedgekeurde pro-ducten (4,4 liter of 6 liter metkoplampsproeiers). Accu Laat uw accu voor de winter door een
PEUGEOT-servicepunt controleren. Luchtfilter Periodiek vervangen is een vereiste. Als u in stofrijke gebieden rijdt, moethet luchtfilter twee keer zo vaak ver-vangen worden. Remblokken De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral bij
stadsverkeer, veel korte ritten en bijeen sportieve rijstijl. Hierdoor kan hetnoodzakelijk blijken om de remblok-
ken vaker, tussen twee onder-houd-
scontroles door, te laten controleren. Handgeschakeldeversnellingsbak Niet verversen. Controleer het niveau volgens het onderhoudsschema van
de constructeur. Automatische transmissie Niet verversen. Laat het niveau door
een PEUGEOT-servicepunt volgenshet onderhoudsschema en de voor-geschreven procedure controleren.
Gebruik uitsluitend doorAutomobiles PEUGEOTgoedgekeurde producten. Om de werking van belan-
grijke organen als de stuurbe- krachtiging en het remsysteem teoptimaliseren, selecteert en biedt PEUGEOT specifieke productenaan. Brandstofafsluiter* Bij een zware aanrijding wordt de brandstoftoevoer door de brandtstof-afsluiter onderbroken. Druk op de knop van de brandstof- afsluiter bij de linker veerpoot onderde motorkap om de brandstoftoevoerte herstellen.
* Volgens uitvoering.
Page 98 of 127

1
3
1
2
2
12
ONDERHOUD VAN UW 306
32
Toegang tot het reservewiel Het reservewiel bevindt zich in een metalen houder onder de bagageruimte. Maak de wielsleutel
1los.
Draai de bout van de reservewielhouder aan de binnenzijde onder de vloerbe- dekking met de wielsleutel 1los.
Til de reservewielhouder iets op, duw de haak naar achteren en laat de reserve-wielhouder zakken. Maak het reservewiel los.
Plaats van de krik Benzine en diesel 3- of 5-deurs :
de krik is in de bagageruimte
2 opgeborgen. Achtertraverse (rechts).
Druk op de lip, open het opbergvak en neem de krik eruit. 4-deurs: de krik is opgeborgen in de
linkerzijde van de bagageruimte.Break: de krik is opgeborgen in het
rechter zijvak in de bagageruimte.WIEL VERWISSELEN
Page 99 of 127

ONDERHOUD VAN UW 30633
Verwissel een wiel uit vei- ligheidsoverwegingenalleen:
- op een vlakke, stabiele en stroeve ondergrond,
- met aangetrokken handrem,
- met de versnellingsbak in de eerste versnelling of de achter- uit (bij automatische transmissiestand P).
Ga nooit onder een auto liggen diealleen op de krik steunt (gebruikbokken).
Wiel monteren Breng het wiel aan en draai de wiel- bouten met de sleutel enigszins vast. Laat de krik zakken en verwijder deze dan. Draai de wielbouten met de sleutel vast. Plaats de wieldop; begin bij de opening voor het ventiel en druk dewieldop rondom met de hand vast.
Wiel demonteren Zet de auto op een vlakke, stabiele en stroeve ondergrond.
Trek de handrem aan en schakel de eerste versnelling of de achteruit in (bijautomatische transmissie stand P).
Verwijder de wieldop door de wiel- sleutel in de opening voor het ventielte steken en de wieldop los te trekken. Let op: de wieldoppen zijn voorzien
van sierbouten. Gebruik deze niet om de wieldoppen te verwijderen. 4-deurs:
Blokkeer het wiel diagonaal
tegenover het wiel dat verwisseldmoet worden met de opbergdoos vande krik. Draai de wielbouten een omwenteling los. Plaats de kop van de krik onder het steunpunt bij het te verwisselen wiel.Let erop dat de voet van de krik vol-ledig op de ondergrond steunt. Krik de auto op, draai de wielbouten geheel los en verwijder het wiel. Reservewiel in de reservewielhouder plaatsen
Plaats het wiel in de houder, til deze op en maak de haak vast.
Vergeet niet de bout van de reserve- wielhouder geheel aan te draaien. Na het verwisselen van het wiel
- laat zo snel mogelijk het aan-
haalmoment van de wielbouten en de bandenspanning van hetreservewiel controleren.
- laat de lekke band zo spoedig mogelijk repareren en verwisselhem met het reservewiel.
Page 100 of 127

33
ONDERHOUD VAN UW 306
34
Bijzonderheden lichtmetalen velgen* Sierdoppen op de wielbouten De wielbouten van de lichtmetalen velgen zijn voorzien van chromensierdoppen.
Verwijder deze met behulp van het gereedschap
3alvorens de bouten
los te draaien. Anti-diefstalbouten** Indien de velgen zijn voorzien van anti-diefstalbouten (een per wiel),dient u eerst met behulp van hetgereedschap
3de chromen dop en
vervolgens de plastic huls te verwij-deren alvorens de bout los te draaienmet behulp van een van de dopsleu-tels (die u tijdens de aflevering zijnoverhandigd, gelijktijdig met de extrasleutels en de codekaart) en dewielsleutel 1.
Opmerking : noteer de code die in
de dopsleutel is gegraveerd. Zo kuntu een reserve dopsleutel verkrijgen
bij een van de PEUGEOT-service-punten.
* Volgens uitvoering.
** Volgens uitvoering en land van bestemming.
Montage van het reservewiel Indien uw auto is voorzien van een reservewiel met stalen velg, is hetnormaal
dat bij het monteren de rin-
gen van de bouten de velg niet
raken. Als de bouten volledig zijnaangedraaid zorgt het conischedraagvlak van de bouten voor debevestiging van het reservewiel. Montage van winterbanden Indien u uw auto voorziet van winter- banden met stalen velgen, dan dient
u speciale bouten te gebruiken, ver-
krijgbaar bij uw PEUGEOT-service-punt.