Peugeot 306 Break 2002 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002, Model line: 306 Break, Model: Peugeot 306 Break 2002Pages: 127, PDF Size: 2.18 MB
Page 61 of 127

55
4 - Regelen van de luchtopbrengst
In de stand AUTO wordt de luchtop- brengst automatisch geregeld afhan-
kelijk van de ingestelde temperatuur. U kunt echter handmatig een andere luchtopbrengst instellen door knop 4
te verdraaien.
In de stand AUTO zorgt het systeem automatisch voor een aangenaamklimaat in de auto, afhankelijk van de
door u ingestelde temperatuur. Deelektronische eenheid van hetsysteem regelt de luchtopbrengst ende temperatuur van de lucht uit deventilatieroosters en schakelt zonodigde airconditioning in. 5 - Luchtrecirculatie Druk op de schakelaar 5, het verklik-
kerlampje gaat branden. De airconditioning treedt automatisch in werking. Gebruik deze stand alleen:
- om de capaciteit van de aircondi- tioning te vergroten,
- om de toevoer van buitenlucht af te sluiten (bij stank, stofoverlast enz...),
- om het verwarmen van het interi- eur te versnellen, daarbij bestaathet risico dat de ruiten beslaan. Bijzonderheden Als de luchtverdeelknop in de stand voor de voorruitontwaseming staat,schakelt de airconditioning automa-
tisch in bij het starten van de motor. Als de luchtopbrengstknop in de stand
AUTO staat en de luchtrecirculatie isingeschakeld, dan schakelt de air-conditioning automatisch in om hetbeslaan van de ruiten tegen te gaan. Bij het aanzetten van het contact wordt de airconditioning automatischingeschakeld in de laatst gebruikte
stand. Als de temperatuur in het inte-rieur sterk afwijkt van de geselec-teerde temperatuur en de buiten-luchttemperatuur hoger is dan 5¡C,dan wordt de airconditioning automa-tisch ingeschakeld, onafhankelijk vande stand van de luchtopbrengstknop. Bij het aanzetten van het contact na het gebruik van de luchtrecirculatiegaat het systeem automatisch over op
de stand buitenluchttoevoer, behalveals de temperatuur in het interieurhoger is dan 30¡C.
Belangrijkevoorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om hetsysteem in perfecte staat te houden. Aanbevolen wordt om het koudemid- del van de airconditioning elke 2 jaarte laten vervangen. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en neem contact op
met uw PEUGEOT-servicepunt.
UW 306 IN DETAIL
Page 62 of 127

64
5
2
1
3
UW 306 IN DETAIL83
STOELEN
1 - Verstelling in lengterichting Til de beugel op, schuif de stoel in de gewenste stand en laat de beugel los.
2 - Hoogteverstelling bestuurdersstoel Trek de telescoopgreep uit. Beweeg degreep omhoog of omlaag om de hoogtevan de stoel te verstellen.
3 - Rugleuningverstelling Draai de knop om de rugleuning te ver-stellen (4-deurs, 5-deurs en break).
Trek de hendel omhoog om de rugleu-ning te verstellen (3-deurs).
4 - Verstelling lendensteun* Draai de knop.
5 - Toegang tot de achterbank ( 3-deurs)
Trek de hendel omhoog, kantel de rug-leuning voorover en schuif de stoel naarvoren. De voorstoelen zijn voorzien van
een geheugen. Als de stoel wordt terug-geduwd, komt deze automatisch weer inde oorspronkelijke stand terug.
6 - Hoofdsteunen In de hoogte verstellen: verschuiven.De juiste stand van de hoofdsteun is alsde bovenzijde zich ter hoogte van debovenzijde van het hoofd bevindt. De hoek van de hoofdsteunen kan even-eens worden versteld.*Druk op de pal om de hoofdsteun te ver-wijderen.
* Volgens uitvoering.
Page 63 of 127

84
UW 306 IN DETAIL
Schakelaars stoelverwarming* Druk de schakelaar in. De temperatuur wordt automatisch geregeld. Druk nogmaals op de schakelaar om de verwarming uit te schakelen.Isofix bevestigingspunten* Met behulp van de Isofix bevesti- gingspunten op de twee zitplaatsenvan de achterbank kan een
speciaal
kinderzitje** worden ge•nstalleerd
dat voor autoÕs van het merk
PEUGEOT is gehomologeerd bij de
UTAC en verkrijgbaar is bij dePEUGEOT-servicepunten. De Isofix bevestigingspunten zijn als accessoire leverbaar en moeten ver-
plicht worden gemonteerd door een
PEUGEOT-servicepunt. De sloten van het kinderzitje worden verankerd aan de speciale bevesti-gingspunten en zorgen zo voor eenveilige en snelle montage van hetzitje. Het gelijktijdig gebruik van deveiligheidsgordel is verplichtindien
een zitje met het gezicht in de rijrich-ting wordt gemonteerd.
Voorin moet het kinderzitje verplicht
* Volgens uitvoering ** Beschikbaar in de loop van het
modeljaar
*** Volgens de wettelijke bepalingen
met de rug in de rijrichting*** worden gemonteerd
(indien uw auto is uit-
gerust met een airbag aan passa-gierszijde moet deze worden uit-geschakeld) , op de achterbank mag
het zitje met het gezicht in de rijrich-ting worden gemonteerd.
Voor een optimale veiligheid dient
de voorstoel (voor het zitje) in de tus- senstand en de rugleuning rechtop teworden geplaatst.
Volg de voorschriften van de fabri- kant van het kinderzitje.
Page 64 of 127

1
1
5
2
A4
85
UW 306 IN DETAIL
NEERKLAPBARE/IN DELEN NEERKLAPBARE ACHTERBANK (3- EN 5-DEURS): Neerklappen van de achterbank:
- steek de gespen van de gordels in de houders A.
- trek aan de lus 1.
- klap de zitting 2tegen de rugleuning van de voorstoelen.
- plaats de veiligheidsgordel in de houder 3(5-deurs) of onder de geleider
(3-deurs).
- neem de vergrendeling van de rugleuning los met de vergrendelknopjes 3aan
de zijkant (5-deurs) of op de rugleuning 4(3-deurs).
- klap de rugleuning 5neer.
Kantel altijd eerst de zitting van de achterbank omhoog alvorens de rugleu- ning neer te klappen om beschadiging te voorkomen. Als de bank weer in de normale stand wordt geklapt, let dan op dat de gordels niet onder de zitting of achter de rugleuning worden vastgeklemd.
Verwijderen van de zitting: kantel de zitting 90¡ omhoog om deze uit de auto te nemen.
Plaatsen van de zitting: plaats de zitting in de houders en klap de zitting neer. Hoedenplank Hoedenplank met ingebouwde luid- sprekers
Verwijderen:
- Draai de stekker van de luidspre-
kers linksom en neem deze los.
- Neem de twee koordjes bij de ach- terklep los.
- Til de hoedenplank op.
- En trek de hoedenplank uit de steunen.
Opbergen: draai de losse hoeden- plank om en leg deze plat op de vloerin de bagageruimte. Hoedenplank zonder luidsprekers
Verwijderen:
- Neem de twee koordjes bij de ach- terklep los.
- Til de hoedenplank op.
- En trek de hoedenplank uit de steunen.
3
Page 65 of 127

86De rugleuning kan met behulp van de knop 1extra vergrendeld worden.
Deze extra vergrendeling is bereik-baar vanuit de bagageruimte:
0: Vergrendeld0 : Ontgrendeld
Deze vergrendeling maakt het onmogelijk om de bagageruimtevanuit het interieur te bereiken.
X
Ontgrendel de rugleuning vanuit de
kofferruimte met de knop
1.
Plaats de veiligheidsgordel onder degeleider B.
Druk op de knop Aom de rugleuning
te ontgrendelen.
Klap de rugleuning neer.Als de rugleuning weer in de normale stand is geplaatst, controleer dan ofde veiligheidsgordels nergensklemmen en of de bank goed ver-grendeld is.
* Volgens uitvoering.
Neerklappen van de rugleuning Steek de gespen van de gordels in de houders. De rugleuning van de achterbank is in zijn geheel of in 2 delen neer teklappen*.
UW 306 IN DETAIL
NEERKLAPBARE/IN DELEN NEERKLAPBAREACHTERBANK (4-DEURS)
AB
1
Page 66 of 127

1
4
3
A
2
87
Neerklappen van de achterbank:
- Steek de gespen van de gordels in de houders A.
- Trek aan de lus 1.
- Klap de zitting 2tegen de rugleuning van de voorstoelen.
- Plaats de veiligheidsgordel in de houder 3.
- Neem de vergrendeling van de rugleuning los met de vergrendelknopjes 3aan
de zijkant.
- Klap de rugleuning 4neer.
Kantel altijd eerst de zitting van de achterbank omhoog alvorens de rugleu- ning neer te klappen om beschadiging te voorkomen. Als de bank weer in de normale stand wordt geklapt, let dan op dat de gordels niet onder de zitting of achter de rugleuning worden vastgeklemd.
Verwijderen van de zitting: kantel de zitting 90¡ omhoog om deze uit de auto te nemen.
Plaatsen van de zitting: plaats de zitting in de houders en klap de zitting neer. Afdekhoes
Toegang tot bagageruimte: -
van buitenaf: vouw de hoes naar
voren op.
- van binnenuit (over de achter- bank): til het gedeelte achter de
rugleuning omhoog.
Bagagenet* De sjorogen bieden gelegenheid om een bagagenet vast te maken. Eensterk bagagenet is als accessoire
leverbaar.
* Volgens uitvoering.
UW 306 IN DETAIL
NEERKLAPBARE/IN DELEN NEERKLAPBARE ACHTERBANK (BREAK)
Page 67 of 127

84
UW 306 IN DETAIL
Schakelaars stoelverwarming* Druk de schakelaar in. De temperatuur wordt automatisch geregeld. Druk nogmaals op de schakelaar om de verwarming uit te schakelen.Isofix bevestigingspunten* Met behulp van de Isofix bevesti- gingspunten op de twee zitplaatsenvan de achterbank kan een
speciaal
kinderzitje** worden ge•nstalleerd
dat voor autoÕs van het merk
PEUGEOT is gehomologeerd bij de
UTAC en verkrijgbaar is bij dePEUGEOT-servicepunten. De Isofix bevestigingspunten zijn als accessoire leverbaar en moeten ver-
plicht worden gemonteerd door een
PEUGEOT-servicepunt. De sloten van het kinderzitje worden verankerd aan de speciale bevesti-gingspunten en zorgen zo voor eenveilige en snelle montage van hetzitje. Het gelijktijdig gebruik van deveiligheidsgordel is verplichtindien
een zitje met het gezicht in de rijrich-ting wordt gemonteerd.
Voorin moet het kinderzitje verplicht
* Volgens uitvoering ** Beschikbaar in de loop van het
modeljaar
*** Volgens de wettelijke bepalingen
met de rug in de rijrichting*** worden gemonteerd
(indien uw auto is uit-
gerust met een airbag aan passa-gierszijde moet deze worden uit-geschakeld) , op de achterbank mag
het zitje met het gezicht in de rijrich-ting worden gemonteerd.
Voor een optimale veiligheid dient
de voorstoel (voor het zitje) in de tus- senstand en de rugleuning rechtop teworden geplaatst.
Volg de voorschriften van de fabri- kant van het kinderzitje.
Page 68 of 127

123
KINDERZITJES Kinderen jonger dan 10 jaar moeten in goedgekeurde* kinderzitjes op met veilig- heidsgordels uitgeruste plaatsen worden vervoerd.
PEUGEOT beveelt de volgende systemen aan:
Vanaf de geboorte tot 9 maanden (tot 10 kg)ÇBaby SafeÈ: wordt zowel voorin als achterin met de rug in de rijrichting aan- gebracht en met een driepuntsgordel vastgemaakt.
Van 9 maanden tot 3 of 4 jaar (9 tot 18 kg) ÇRšmer PeggyÈ: wordt op de achterzitting met een tweepuntsgordel (heup-gordel) of een driepuntsgordel vastgemaakt. Omwille van de veiligheid van uw kinderen: gebruik het zitje en de gordelbe-
schermer nooit los van elkaar.
Vanaf 3 of 4 jaar (15 tot 36 kg) "Klippan Optima": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastge-maakt (neerklapbare rugleuning). van 15 tot 25 kg: verhoging + rugsteunvan 25 tot 36 kg: gebruik alleen de verhoging
Let erop dat de driepuntsgordels of de banden van het kinderzitje goed vastgezet worden, zelfs bij een korte rit.
Om te voorkomen dat de achterportieren per ongeluk worden geopend: gebruik de kindersloten.
Let erop dat de achterportierruiten nooit meer dan 1/3 geopend worden.
88
UW 306 IN DETAIL
Laat een kind nooit in uw auto achter wanneer alleruiten gesloten zijn en deauto in de zon staat. Om kleine kinderen tegen
de zon te beschermen: breng rol- gordijnen aan op de achterste zij-ruiten. Laat de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto. Gebruik de veiligheidsgordels of de gordels van het kinderzitje altijd,ook bij korte ritten.
Volg de voorzorgsmaatregelen met betrekking tot een airbag aan pas-sagierszijde op.
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto zeer veel aandacht heeft besteed aan vei- ligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van u zelf.
Volg, om zo onbezorgd mogelijk te kunnen reizen met kinderen, de volgende adviezen op:
* Volgens de wettelijke bepalingen.
1
2
3
Page 69 of 127

1
89
UW 306 IN DETAIL
Veiligheidsgordels v——r met pyro- technische gordelspanners en gor-delkrachtbegrenzers* Dankzij de toepassing van veilig- heidsgordels met gordelspanners engordelkrachtbegrenzers is de veilig-heid van de voorste inzittenden bijfrontale aanrijdingen nog verder ver-beterd. De gordelspanners dienenom, afhankelijk van de kracht van deaanrijding, de veiligheidsgordelsstevig tegen de lichamen van de inzit-tenden te trekken. De veiligheidsgordels met gordel- spanners werken alleen als hetcontact is aangezet. De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel tegen hetlichaam van de inzittende getrokkenwordt.
Veiligheidsgordels achter 4-deurs:de zitplaatsen achter zijn
voorzien van drie veiligheidsgordels met oprolautomaat. 3-, 5-deurs, break: de zitplaatsen
achter zijn voorzien van twee veilig- heidsgordels met oprolautomaat eneen heupgordel in het midden. Steek de gespen in de houders als de gordels niet gebruikt worden.
* Volgens uitvoering. De veiligheidsgordel heeft het meeste effect als dezestrak om het lichaamgedragen wordt.
De gordelspanners kunnen, afhan-kelijk van de aard en de kracht vande aanrijding, v——r en onafhanke-lijk van de airbags afgaan. Het verklikkerlampje van de airbags gaat in ieder gevalbranden. Laat het systeem na een aanrijding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt. Het systeem is ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat het daarna vervangen.
VEILIGHEIDSGORDELS Hoogteverstelling van de veiligheidsgordels v——r
Trek aan knop 1en verschuif het
bevestigingspunt. De veiligheidsgordel omdoen
Trek de riem om u heen en steek de gesp in de gordelsluiting.
Page 70 of 127

UW 306 IN DETAIL
78
AFSTANDSBEDIENING Druk op de knop Aom de portieren
en het kofferdeksel respectievelijk de achterklep te vergrendelen. De ver-grendeling wordt bevestigd door hetcontinu branden van de richtingaan-wijzers gedurende ongeveer 2 seconden. Druk op de knop Bom de portieren
en het kofferdeksel respectievelijk de achterklep te ontgrendelen. De ont-grendeling wordt bevestigd door hetsnel knipperen van de richtingaanwij-zers.
SLEUTELS Zonder centrale vergrendeling Met de sleutel kunnen de sloten van
de portieren en het kofferdekselrespectievelijk de achterklep onaf-hankelijk van elkaar worden ver- enontgrendeld. Met centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier kunnen de
portieren en het kofferdeksel respec-tievelijk de achterklep gelijktijdig ver-grendeld of ontgrendeld worden. Als ŽŽn van de voorportieren geopend is, zal de vergrendeling niet plaats-vinden. BATTERIJEN VAN
AFSTANDSBEDIENING
VERVANGEN Maak het deksel van de afstandsbe- diening met behulp van een munt aande zijde van de ring los (batterijCR1620, 3 V). Als de afstandsbediening niet werkt nadat de batterij is vervangen, moetde synchronisatieprocedure wordenuitgevoerd.
SYNCHRONISATIE VAN
AFSTANDSBEDIENING Handmatig
- Zet het contact uit,
- Zet het contact weer aan,
- Druk meteen na het aanzetten van
het contact op de knop A.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Automatisch
- Zet het contact aan (stand M),
- Zet het contact uit en vergrendel de auto binnen 4 minuten met behulp van de afstandsbediening (knop A).
De afstandsbediening werkt nu weer.
Opmerking: druk de knop van de
afstandsbediening niet buiten hetbereik van de auto in. Hierdoor kanhet systeem buiten werking raken. Indat geval moet de afstandsbedieningopnieuw gesynchroniseerd worden.
A
B