PEUGEOT 5008 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2018, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2018Pages: 364, PDF Size: 13.09 MB
Page 241 of 364

239
Als er AdBlue® op de zijkant van de auto of
op een andere plaats is gemorst, spoel het
additief dan onmiddellijk weg met koud water of
veeg het weg met een vochtige doek.
Gekristalliseerde vloeistof moet worden
ver wijderd met een spons en warm water.
Belangrijk: als u
AdBlue hebt bijgevuld
nadat het reser voir leeg is geraakt , dient
u
ongeveer 5
minuten te wachten voordat
u
het contact weer aanzet, zonder het
bestuurderspor tier te openen, de auto te
vergrendelen, de sleutel in het contactslot
te steken of de sleutel van het Keyless
entr y en star t-systeem in het interieur te
brengen .
Zet ver volgens het contact aan en start na
10
seconden wachten de motor.
F
Z
et het contact uit en ver wijder de sleutel uit het
contactslot om de motor af te zetten.
of
F
D
ruk bij uitvoeringen met Keyless entry and start
op de knop " START/STOP " om de motor af te
zetten. F
Z
org dat u beschikt over een flacon of
jerrycan met AdBlue
®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het etiket
voordat u
de inhoud van de flacon of fles in het
AdBlue-reser voir van uw auto giet.
Of
F
S
teek het vulpistool van de AdBlue
®-pomp in de
vulopening van het reser voir en vul bij tot het
vulpistool automatisch uitgeschakeld wordt. Belangrijk:
-
O
m er voor te zorgen dat het AdBlue
®-
reser voir niet overstroomt, wordt
aanbevolen:
•
O
m 10
tot 13
liter bij te vullen met behulp
van AdBlue
®-flacons.
Of
•
N
iet meer bij te vullen nadat het
vulpistool bij het tankstation automatisch
uitgeschakeld wordt.
-
A
ls het AdBlue
®-reser voir van uw auto
helemaal leeg is (dit wordt aangegeven
door de waarschuwingsmeldingen en
u
kunt in dat geval de motor niet meer
opnieuw starten), moet u
het reser voir
vullen met minimaal 5
liter vloeistof.
Na het vullen
F Breng de blauwe dop aan op de vulopening en draai de dop een zesde omwenteling rechtsom,
tot de aanslag.
F
S
luit de brandstofvulklep.
Voer de lege AdBlue
®-jerrycans niet als
huisvuil af.
Deponeer ze in de daartoe bestemde
containers of breng de flacons naar uw
verkooppunt.
F
Z
org dat de auto is ontgrendeld en open de
brandstofvulklep. Draai de blauwe vuldop van
het AdBlue
®-reservoir een zesde omwenteling
linksom.
F
V
er wijder de blauwe dop.
7
Praktische informatie
Page 242 of 364

240
Gevarendriehoek
Voordat u uit de auto stapt om de gevarendriehoek
u it te vouwen en te plaatsen moet u om
veiligheidsredenen de alarmknipperlichten
inschakelen en uw reflecterende veiligheidsvest
aantrekken.
Opbergruimte Uitvouwen van de
gevarendriehoek
Uitvoeringen met een originele gevarendriehoek:
F
h aal de gevarendriehoek uit het etui;
F
v
ouw de poten uit;
F
d
raai beide zijkanten van de driehoek omhoog;
F
m
aak de zijkanten aan elkaar vast.
Raadpleeg bij andere gevarendriehoeken
de instructies voor het uitvouwen in de
gebruiksaanwijzing van de gevarendriehoek.
Plaatsen van de
gevarendriehoek
F Plaats de gevarendriehoek achter de auto, houd u daarbij aan de ter plaatse geldende regels.
In de binnenbekleding van de achterklep bevindt
zich een opbergvak voor de gevarendriehoek.
F
O
pen de achterklep.
F
O
ntgrendel het deksel door de schroef een
kwartslag linksom te draaien.
Brandstoftank leeg (diesel)
Bij auto's met dieselmotor is het in het geval
van een lege brandstoftank noodzakelijk om het
brandstofsysteem te ontluchten.
Als
de motor niet direct aanslaat, beëindig dan uw
s
tartpoging en herhaal de procedure. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de tankbeveiliging
(diesel)
.
1.6 BlueHDi- of 2.0 BlueHDi 150
S&S-motor
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter diesel.
F Z et het contact aan (zonder de motor te starten).
F
W
acht ongeveer 6 seconden en zet het contact
af.
F
H
erhaal de handelingen 10
keer.
F
B
edien de startmotor om de motor te starten.
1.5 BlueHDi- of 2.0 BlueHDi 180
S&S-motor
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter diesel.
F Z et het contact aan (zonder de motor te starten).
F
W
acht ongeveer 1 minuut en zet het contact af.
F
B
edien de startmotor om de motor te starten.
Als de motor niet wil starten, voer dan de procedure
nogmaals uit.
In geval van pech
Page 243 of 364

241
2.0 HDi-motor
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter diesel.
F O pen de motorkap.
F
M
aak indien nodig de sierkap los om de
handopvoerpomp te kunnen bereiken.
F
D
raai de ontluchtingsschroef los.
F
B
edien de handopvoerpomp tot u brandstof door
de transparante slang ziet stromen.
F
D
raai de ontluchtingsschroef weer vast.
F
B
edien de startmotor tot de motor aanslaat
(als de motor niet gelijk aanslaat, wacht dan
ongeveer 15
seconden en start de motor
opnieuw).
F
A
ls de motor na meerdere pogingen niet
aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp en
vervolgens de startmotor opnieuw.
F
B
reng de sierkap weer aan en zorg er voor dat
deze goed wordt bevestigd.
F
S
luit de motorkap.
Boordgereedschap
Het boordgereedschap bestaat uit al het
gereedschap waarmee uw auto is geleverd.
De samenstelling er van is afhankelijk van de
uitrusting van uw auto:
-
bandenreparatieset;
-
reservewiel.
Beschikbaar gereedschap
1. Wielblokken om het wegrollen van de auto te
voorkomen (afhankelijk van de uitvoering).
2. Dop voor de slotbouten (in het
dashboardkastje) (afhankelijk van de
uitvoering).
Hiermee kunnen met behulp van de
wielsleutel de speciale slotbouten worden
verwijderd.
3. Afneembaar sleepoog.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het slepen van de auto en het
gebruik van het afneembare sleepoog.
Uitvoeringen met een
bandenreparatieset:
4. Bandenreparatieset.
Deze bestaat uit een 12V-compressor en een
flacon met afdichtmiddel om de desbetreffende
band tijdelijk te repareren en op spanning te
brengen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de bandenreparatieset .
8
In geval van pech
Page 244 of 364

242
Uitvoeringen met een reservewiel:
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het reser vewiel.Al het gereedschap is specifiek bestemd voor
uw auto. Van welk gereedschap uw auto is
voorzien, is afhankelijk van de uitvoering van
de auto.
Gebruik het niet voor andere doeleinden.
De krik mag uitsluitend worden gebruikt
voor het ver wisselen van een wiel met een
beschadigde band.
Gebruik niet een andere krik dan de door de
fabrikant geleverde krik.
Als de auto niet is voorzien van de originele
krik, neem dan contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats, om
de door de fabrikant voorgeschreven krik aan
te schaffen.
De krik voldoet aan de Europese regelgeving
zoals deze is vastgelegd in de Richtlijn
2006/42/EG over machines.
De krik is onderhoudsvrij.
Toegang tot het gereedschap
Een deel van het gereedschap is onder de vloerplaat
van de bagageruimte, tegen de dorpel, opgeborgen.
De linker bak bevat de wielsleutel en het verlengstuk
ervan.
De rechter bak bevat de wielblokken en het
sleepoog.
Toegang:
F
o
pen de achterklep,
F
v
ouw de harmonicapanelen samen,
F
p
laats de stoelen van de derde zitrij,
F
m
aak het benodigde gereedschap los van de
dorpel van de bagageruimte.
5. Wielsleutel.
Hiermee kan de wieldop worden ver wijderd en
kunnen de wielbouten worden losgedraaid.
6. Krik met geïntegreerde slinger.
Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
7. Gereedschap voor het ver wijderen van
beschermdoppen van wielbouten (afhankelijk
van de uitvoering).
Hiermee kunnen bij lichtmetalen velgen de
beschermdoppen van de wielbouten worden
verwijderd.
8. Verlengstuk van de wielsleutel.
Hiermee kunt u
de moer van de lierkabel los- of
vastdraaien.
Uitvoeringen met een
bandenreparatieset
Uitvoering zonder opbergbak
Deze set bevindt zich in een tas achter de linker
stoel van de tweede zitrij.
F
K
lap de rugleuning op de zitting voor toegang tot
de tas.
In geval van pech
Page 245 of 364

243
Uitvoering met opbergbak
Deze set bevindt zich in de opbergbak vóór de linker
stoel van de tweede zitrij.
F
T
il het deksel van de opbergbak op voor toegang
tot de set.
Uitvoeringen met een reservewiel
F Voer eerst de handelingen uit voor toegang tot het reservewiel.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het reser vewiel.
Bandenreparatieset
Scan de QR-code op pagina 3 om verklarende
v ideo's te bekijken.
De bandenreparatieset bestaat uit een compressor
en een flacon met afdichtmiddel. Hiermee kunt u
de
band tijdelijk repareren , zodat u
de dichtstbijzijnde
garage kunt bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke
banden worden gerepareerd, als het lek zich in het
loopvlak of de hiel van de band bevindt.
De elektrische installatie van de auto biedt de
mogelijkheid een compressor aan te sluiten
en te gebruiken voor de duur die nodig is om
een gerepareerde lekke band op spanning te
brengen.
Samenstelling van de set
1. 12V-compressor, met geïntegreerde
manometer.
2. Flacon met afdichtmiddel, met geïntegreerde
slang.
3. Sticker met snelheidslimiet.
Reparatiemethode
F Parkeer het voertuig zonder het verkeer te
belemmeren en trek de parkeerrem aan.
F
V
olg de veiligheidsinstructies
(alarmknipperlichten, gevarendriehoek, dragen
van een reflecterend veiligheidsvest, enz.) met
betrekking tot de regels die gelden in het land
waar u
zich bevindt.
F
Z
et het contact af.
F
R
ol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen.
Deze gereedschapskist bevindt zich in het midden
van het reser vewiel, onder de auto.
De kist bevat de krik en het gereedschap voor het
verwijderen van de sierdoppen van wielbouten.
F
D
ruk op de knop om het deksel te ontgrendelen.
F
H
oud de knop ingedrukt, schuif het deksel naar
het midden en verwijder het.
8
In geval van pech
Page 246 of 364

244
Ver wijder niet het voor werp dat de lekkage
heeft veroorzaakt uit de band.
F
S
luit de slang van de compressor aan op de
flacon met afdichtmiddel. F
H
aal het dopje van het ventiel van de lekke band
en bewaar het op een schone plaats.
F
C
ontroleer of de schakelaar van de compressor
in de stand " O" staat.
F
R
ol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit. Alleen de 12V-aansluitingen voorin en in de
bagageruimte mogen worden gebruikt om de
compressor aan te sluiten.
De 12V-aansluiting aan de achterzijde van
de middenconsole is niet geschikt voor dit
gebruik.
F
Be
vestig de sticker met
snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet moet in het
interieur, in het gezichtsveld van de bestuurder,
worden geplakt om hem/haar te herinneren
aan het feit dat de band tijdelijk is gerepareerd.
F
K
eer de flacon met afdichtmiddel om en bevestig
deze aan de desbetreffende uitsparing van de
compressor. F
S luit de slang van de flacon met afdichtmiddel
aan op het ventiel van de lekke band en zet deze
stevig vast. F
S
luit de stekker van de compressor aan op de
12V-aansluiting in de auto.
Op deze sticker staat de bandenspanning
aangegeven.
In geval van pech
Page 247 of 364

245
F Zet het contact aan.Als na ongeveer 7 minuten de druk niet
2
bar is, is de band niet te repareren; neem
contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u
verder te
helpen. F
V erwijder de set.
F V er wijder de flacon met afdichtmiddel en berg
deze op.
Let op: het afdichtmiddel is schadelijk bij
inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het middel is op
de flacon vermeld.
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar
lever deze in bij het PEUGEOT-netwerk of een
officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats een nieuwe
flacon met afdichtmiddel te kopen. Rijd na het repareren van een band met de
bandenreparatieset niet sneller dan 80
km/h.
Controleren/aanpassen
bandenspanning
U kunt de compressor, zonder inspuiting
van het afdichtmiddel, ook gebruiken om de
bandenspanning te controleren of de banden
op spanning te brengen.
F
V
er wijder het dopje van het ventiel van de band
en bewaar het op een schone plaats.
F
R
ol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen.
F
A
ctiveer de compressor door de schakelaar in
de stand " l" te zetten tot de bandenspanning
2,0
bar bedraagt. Het afdichtmiddel wordt onder
druk in de band gespoten; maak de slang niet los
van het ventiel tijdens deze handeling (kans op
terugslag).
F
Z
et de schakelaar in de stand " O".
F
O
ntkoppel de stekker van de compressor van de
12V-aansluiting in de auto.
F
V
er vang de dop op het ventiel. F
G
a onmiddellijk ongeveer vijf kilometer bij lage
snelheid (tussen 20
en 60
km/h) rijden, zodat het
afdichtmiddel het lek kan dichten.
F
Z
et de auto stil, controleer de reparatie en meet
de bandenspanning met de set. F
S
luit de slang aan op het ventiel en zet deze
stevig vast.
8
In geval van pech
Page 248 of 364

246
F Controleer of de schakelaar van de compressor in de stand " O" staat.
F
R
ol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
Alleen de 12V-aansluitingen voorin en in de
bagageruimte mogen worden gebruikt om de
compressor aan te sluiten.
De 12V-aansluiting aan de achterzijde van
de middenconsole is niet geschikt voor dit
gebruik.
F
S
luit de stekker van de compressor aan op de
12V-aansluiting in de auto.
F
Z
et het contact aan. Op deze sticker staat de bandenspanning
aangegeven.
Als na 7
minuten de druk niet 2 bar is, is de
band niet te repareren; neem contact op met
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om u
verder te laten helpen.F
Z et, zodra de gewenste bandenspanning is
bereikt, de schakelaar in de stand " O".
F
V
er wijder de set en berg deze op.
Rijd met een gerepareerde band niet meer dan
200
km; neem contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om
de band te laten vervangen.
Als de spanning van één of meer
banden is aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem worden
gereset.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem .
F
S
chakel de compressor in door de schakelaar
in de stand " I" te zetten en breng de band
op de spanning die is aangegeven op de
bandenspanningssticker van de auto. Om de
bandenspanning te verlagen: druk op de zwarte
knop op de slang van de compressor, bij de
aansluiting op het ventiel.
Reservewiel
Scan de QR-code op pagina 3 om verklarende
v ideo's te bekijken.
In het geval van een lekke band kunt u
het wiel met
het bij de auto geleverde gereedschap ver wisselen
volgens de onderstaande procedure.
In geval van pech
Page 249 of 364

247
Toegang tot het reservewiel
Alleen een noodreser vewiel kan met de lier
onder de auto worden bevestigd.
Verwijderen van het reservewielOpbergen van het gereedschap
Het reser vewiel wordt met een lier tegen de bodem
van de bagageruimte vastgeklemd.F
V
ouw het harmonicapaneel op en zet de linker
stoel op de 3e zitrij (indien aanwezig) rechtop.
F
T
rek het uitgesneden gedeelte van de vloermat
omhoog om de bout voor het bedienen van de
lier vrij te maken.
F
Z
et het verlengstuk 8 op het uiteinde van de
wielsleutel 5 en draai de bout rechtsom om
de kabel van de lier te laten vieren tot het
reser vewiel plat op de grond ligt. Draai de kabel
zo ver los als nodig is om het wiel gemakkelijk te
bereiken.
F
T
rek het wiel met de doos uit de achterkant van
de auto.
F
Z
et het reser vewiel rechtop om bij de
gereedschapskist ( A) te kunnen komen. F
M
aak het verbindingsstuk los van het deksel van
de kist ( B – C).
F H aal het verbindingsstuk door de naaf van het
wiel om het wiel te kunnen ver wijderen ( D).
F
B
erg het desbetreffende gereedschap op in de
gereedschapskist en sluit het deksel weer.
F
Z
et de gereedschapskist op de grond.
8
In geval van pech
Page 250 of 364

248
Het wiel met de lekke band kan niet met de
lier aan de onderzijde van de auto worden
bevestigd.
Dit wiel moet in de bagageruimte worden
opgeborgen. Gebruik een hoes of iets dergelijks
om de bagageruimtebekleding te beschermen.
Terugplaatsen van de lier en het
reser vewiel
Na het monteren van het reser vewiel in de
plaats van het wiel met de lekke band moet de
lier en de doos met gereedschap onder de auto
worden teruggeplaatst voordat weggereden
kan worden.
F
S
teek het verbindingsstuk in het gat van de
gereedschapskist (B – C ).
F
R
ol de kabel van de lier op door de bout van de
lier linksom te draaien met de wielsleutel 5
en het
verlengstuk 8 : als de kabel volledig is opgerold,
moet u
geen weerstand meer voelen.
F
B
erg het overige gereedschap op in de
opbergvakken onder de vloer van de
bagageruimte.
F
B
erg het desbetreffende gereedschap op in de
gereedschapskist en sluit het deksel weer.
F
Z
et de gereedschapskist op de grond. F
Z
et het wiel rechtop.
F
H
aal het verbindingsstuk door de naaf van het
wiel ( D).
F
S
teek het verbindingsstuk in het gat van de
gereedschapskist ( B – C). F
C entreer en plaats het reser vewiel op de doos
met gereedschap ( D).
F
S
teek de centreerdop in de wielnaaf.
F
P
laats het wiel met de doos onder de achterzijde
van de auto.
F Monteer het wiel met de gereedschapskist onder de auto door de bout van de lier linksom te
draaien met de wielsleutel 5
en het verlengstuk 8.
In geval van pech