alarm PEUGEOT PARTNER 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2022, Model line: PARTNER, Model: PEUGEOT PARTNER 2022Pages: 324, PDF Size: 9.52 MB
Page 4 of 324

2
Inhoudsopgave
■
OverzichtOverzicht 4
Stickers 6
■
Eco-rijden
1InstrumentenpaneelInstrumentenpanelen 10
Digitaal instrumentenpaneel 12
Waarschuwings- en verklikkerlampjes 14
Meters 21
Boordcomputer 28
BLUETOOTH audiosysteem met touchscreen 29
Touchscreen 30
Datum en tijd instellen 32
2Toegang tot de autoElektronische sleutel met afstandsbediening en
ingebouwde fysieke sleutel 33
Noodprocedures 40
Centrale vergrendeling/ontgrendeling 43
Portieren 45
Algemene aanbevelingen voor de schuifdeuren 45
Dakklep 46
Alarm 47
Elektrische ruitbediening 49
Kantelbare achterportierruiten 51
3Ergonomie en comfortAlgemene aanbevelingen voor de stoelen 52
Voorstoelen 52
PEUGEOT
i-Cockpit 52
Het stuurwiel verstellen 55
Spiegels 55
Tweezitsbank vóór 56
Achterbank (zitrij 2) 58
Achterstoelen (zitrij 2) 59
Achterstoelen (zitrij 3) 60
Interieurvoorzieningen 62
Bagageafdekscherm met twee standen
(verwijderbaar)
68
Bagageafdekscherm (7 zitplaatsen) 68
Gevarendriehoek 70
Multi-flexbank 71
Dubbele cabine 73
Verwarming en ventilatie 76
Verwarming 77
Handbediende airconditioning 77
Automatische airconditioning met gescheiden
regeling
78
Ontwasemen - ontdooien voorruit 80
Voorruitverwarming 81
De achterruit- en buitenspiegelverwarming
gebruiken
81
Verwarming en airconditioning achter 82
Extra verwarmings-/ventilatiesysteem 82
Temperatuurconditionering (Elektrisch) 84
4Verlichting en zichtLichtschakelaar 87
Richtingaanwijzers 88
Automatisch inschakelen koplampen 89
Dagrijverlichting / Parkeerlichten 89
Follow me home- en instapverlichting 90
Automatische verlichtingssystemen - Algemene
aanbevelingen
90
Grootlichtassistent 90
Hoogteverstelling van de koplampen 92
Ruitenwisserschakelaar 92
Ruitenwisserbladen vervangen 94
Automatische stand ruitenwissers 94
5VeiligheidAlgemene aanbevelingen met betrekking tot de
veiligheid 96
Noodoproep of pechhulpoproep 96
Alarmknipperlichten 98
Claxon 99
Geluidssignaal voor voetgangers (elektrisch) 99
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP) 99
Advanced Grip Control 101
Hill Assist Descent Control 102
Veiligheidsgordels 104
Airbags 108
Kinderzitjes 11 0
De airbag vóór aan passagierszijde uitschakelen 11 3
ISOFIX-kinderzitjes 11 7
i-Size-kinderzitjes 120
Mechanische kinderbeveiliging 121
Elektrisch kinderslot 121
6RijdenRijadviezen 122
Starten/afzetten van de motor 124
Handbediende parkeerrem 128
Elektrische parkeerrem 129
Hill Start Assist 131
Handgeschakelde 5-versnellingsbak 132
Handgeschakelde 6-versnellingsbak 132
Automatische transmissie 133
Selectiehendel (elektrisch) 138
Rijstanden 139
Schakelindicator 140
Stop & Start (Benzine of Diesel) 141
Bandenspanningscontrolesysteem 142
Rij- en parkeerhulpsystemen - Algemene
adviezen
144
Verkeersbordherkenning 146
Snelheidsbegrenzer 149
Snelheidsregelaar - Specifieke adviezen 151
Programmeerbare snelheidsregelaar 151
Page 6 of 324

4
Overzicht
Presentatie
Presentatie
Deze afbeeldingen en beschrijvingen dienen slechts
als voorbeeld. De aanwezigheid en de locatie van
bepaalde componenten variëren afhankelijk van
de uitvoering, het uitrustingsniveau en het land van
verkoop.
Cockpit
1. Ontgrendeling motorkap
2. Zekeringen dashboard
3. Claxon
4. Instrumentenpaneel
5. Alarm
Plafonnière
Noodoproep of pechhulpoproep
Binnenspiegel of Surround Rear Vision-
weergavescherm (Peugeot Partner)
Observatiespiegel (Peugeot Rifter)
Paneel met waarschuwingslampjes voor
veiligheidsgordels en airbag vóór aan
passagierszijde (Peugeot Rifter)
Bediening van het zonnescherm voor het
panoramadak (Peugeot Rifter)
6. BLUETOOTH-audiosysteem met touchscreen
Touchscreen met PEUGEOT Connect Radio of
PEUGEOT Connect Nav
7. USB-aansluiting 8.
Verwarming / airconditioning
Ontwasemen - ontdooien voorruit en voorste
zijruiten
Achterruitverwarming
9. Elektrische parkeerrem
Toets "START/STOP"
10. Versnellingsbak (Benzine of Diesel)
Selectiehendel (elektrisch)
11 . 12V-aansluiting
12. 230V-aansluiting
13. Dashboardkastje
14. Opbergruimte
Dashboardkastje
15. Uitschakeling airbag vóór aan passagierszijde
(aan de zijkant van het dashboardkastje, bij
geopend portier)
Page 7 of 324

5
Overzicht
Schakelaars op of rondom het stuurwiel
1.Schakelaar verlichting / richtingaanwijzers
Toets voor het wisselen van weergave van de
Surround Rear Vision (Peugeot Partner)
Toets activering spraakherkenning
2. Schakelaar ruitenwissers / ruitensproeiers /
boordcomputer
3. Toetsen voor het selecteren van de
multimediabron (SRC), het beheren van muziek
(LIST) en het beheren van telefoongesprekken
( telefoontje)
4. Bediening snelheidsbegrenzer /
programmeerbare snelheidsregelaar/Adaptieve
snelheidsregelaar
5. Draaiknop voor het selecteren van de
weergavemodus van het instrumentenpaneel
6. Spraakbediening
Volume
7. Bediening audiosysteem
Schakelaarpaneel aan de zijkant
1.Handmatige hoogteverstelling van de koplampen
2. Stop & Start
3. Parkeerhulp
4. Extra verwarmings- / ventilatiesysteem (Diesel)
Voorverwarmen / voorkoelen (Elektrisch)
5. Active Lane Departure Warning System
6. Bandenspanningscontrolesysteem
7. Elektrisch kinderslot
8. Voorruitverwarming
Knoppen op het bestuurdersportier
1.Vergrendelen / ontgrendelen van de laadruimte
(Peugeot Partner)
2. Elektrische kinderbeveiliging
Middelste schakelaarpaneel
1.Alarmknipperlichten
2. Vergrendelen / ontgrendelen van binnenuit
3. Hill Assist Descent
4. Eco-mode
5. Advanced Grip Control
6. Elektrische parkeerrem
7. Starten / afzetten van de motor
8. DSC- / ASR-systeem
Page 35 of 324

33
Toegang tot de auto
2Elektronische sleutel met
afstandsbediening en
ingebouwde fysieke sleutel,
Als een van de portieren of de achterklep nog open is of als de elektronische sleutel
van het Keyless Entry and Start-systeem in de
auto is achtergebleven, werkt de centrale
vergrendeling niet.
Als de auto echter is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit na ongeveer 45
seconden ingeschakeld.
Als de auto wordt ontgrendeld maar de portieren of de achterklep worden
vervolgens niet geopend, dan wordt de auto
automatisch na ongeveer 30 seconden weer
vergrendeld. Als de auto is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit automatisch weer
ingeschakeld.
Het automatisch in- en uitklappen van de buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door een PEUGEOT-dealer of gekwalificeerde
werkplaats.
Laat de auto uit veiligheidsoverwegingen nooit onbeheerd achter, zelfs niet voor korte
tijd, zonder de elektronische sleutel van het
Keyless Entry and Start-systeem mee te nemen.
Vergeet niet dat de auto kan worden gestolen
als de sleutel nog in een van de aangegeven
gebieden aanwezig is terwijl de auto niet is
vergrendeld.
De handsfree functies worden in de ruststand gezet als ze 21 dagen niet worden
gebruikt, zodat de batterij in de elektronische
sleutel en de accu van de auto niet leeg lopen.
Druk op een van de toetsen van de
afstandsbediening of plaats de elektronische
sleutel in de lezer en start de motor om het
systeem weer te activeren.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het Keyless Entry and
Start-systeem.
Elektrische storingen De elektronische sleutel werkt in
sommige gevallen niet goed in de nabijheid
van elektronische apparatuur (zoals mobiele
telefoons (ingeschakeld of in stand-by), laptops
en sterke magnetische velden). Als dat het geval
is, moet u de elektronische sleutel verder weg
van de elektronische apparatuur houden.
Sleutel met afstandsbediening
Met de sleutel met afstandsbediening kunt de auto
ontgrendelen of vergrendelen door de centrale
vergrendeling te bedienen via het portierslot of met
de afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens voor
lokalisatie van de auto, het openen en sluiten van
de tankdop en de klep van de laadaansluiting en het
starten of afzetten van de motor, en maakt deel uit
van de diefstalbeveiliging.
De knoppen van de afstandsbediening werken niet meer als het contact aan staat.
De sleutel uitklappen/inklappen
► Druk op deze toets om de sleutel uit of in te
klappen.
De afstandsbediening kan beschadigd raken als u niet op de toets drukt.
Keyless Entry and Start
Hiermee kunt u de auto op afstand ontgrendelen of
vergrendelen.
Page 36 of 324

34
Toegang tot de auto
De afstandsbediening dient tevens voor het
lokaliseren en starten van de auto en maakt deel uit
van de diefstalbeveiliging.
Geïntegreerde sleutel
Hiermee kan de auto worden vergrendeld en
ontgrendeld als de afstandsbediening niet werkt:
–
batterij van afstandsbediening leeg, accu van auto
leeg of losgekoppeld et cetera.
–
auto staat in een gebied met sterke
elektromagnetische straling.
► Blijf aan deze knop 1 trekken om de sleutel 2 uit
het apparaat te verwijderen.
Als het alarm is geactiveerd, stopt het geluidssignaal, dat klinkt als een van de
deuren met de sleutel (geïntegreerd in de
afstandsbediening) wordt geopend, wanneer het
contact wordt ingeschakeld.
Wanneer de ingebouwde sleutel is uitgenomen, dient u deze altijd bij u te
houden om de betreffende noodprocedures uit te
kunnen voeren.
"Keyless Entry and Start" met de
elektronische sleutel op zak
Met dit systeem kunt u de auto ontgrendelen,
vergrendelen en starten terwijl u de
afstandsbediening op zak houdt in het
detectiegebied "A ".
De functie handsfree-toegang werkt niet en
de portieren kunnen niet worden geopend
als het contact AAN (stand Accessoires) is gezet
met de knop "START/STOP".
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het starten en afzetten van de
motor, en in het bijzonder de stand "contact
aan".
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw vergrendelde auto op
afstand herkennen, door:
–
De richtingaanwijzers knipperen ongeveer 10
seconden.
– De plafonniers gaan branden.► Druk op deze toets.
Verlichting inschakelen met
de afstandsbediening
Druk kort op deze knop om de verlichting via
de afstandsbediening in te schakelen
(inschakelen van het parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door de knop een tweede keer in te drukken terwijl
de verlichting nog brandt, wordt de verlichting via de
afstandsbediening weer uitgeschakeld.
Advies
Afstandsbediening De afstandsbediening is een gevoelig
apparaat dat met hoge frequentie werkt; zit niet
aan de afstandsbediening terwijl u deze in uw
zak hebt, omdat u dan per ongeluk de auto kunt
ontgrendelen.
Druk niet op de toetsen van de afstandsbediening
wanneer u buiten het bereik van de auto
bent, omdat dat ervoor kan zorgen dat de
afstandsbediening niet meer werkt. In dat geval
moet de afstandsbediening worden gereset.
De afstandsbediening werkt niet als de sleutel
in het contactslot zit, zelfs niet als het contact is
uitgeschakeld.
Page 38 of 324

36
Toegang tot de auto
configuratiemenu van de auto worden in- en
uitgeschakeld.
Alle portieren ontgrendelen
Met de sleutel
► Steek om de auto volledig te ontgrendelen de
sleutel in het slot en draai deze in de richting van de
voorzijde van de auto.
►
T
rek vervolgens aan de portiergreep om het
portier te openen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
opnieuw uitgeschakeld. Het alarm zal worden
geactiveerd door het openen van een portier en
kan worden uitgeschakeld door het contact aan te
zetten.
Met de afstandsbediening
► Druk op een van deze toetsen om
de auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer 2 seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt.
Met de Keyless Entry and Start-
afstandsbediening op zak
► Wanneer u de auto wilt ontgrendelen, legt
u uw hand achter een van de handgrepen
(voorportier(en), handbediende schuifdeur(en) of
deuren) terwijl de afstandsbediening zich binnen
detectiegebied A bevindt.
►
T
rek aan de handgreep om het portier / de deur
te openen.
Met achterdeuren
► Plaats, om de auto te ontgrendelen, met de
afstandsbediening binnen de detectiezone A , uw
hand achter de handgreep van de achterdeur.
►
T
rek vervolgens aan de handgreep om de
achterdeur te openen.
Met achterklep
► Druk, als de afstandsbediening zich binnen het
detectiegebied A bevindt, op de ontgrendelknop van
de achterklep om de auto te ontgrendelen.
►
Open de achterklep.
Selectief ontgrendelen
Met de afstandsbediening
► Druk één keer op deze toets om alleen
de portieren van het
passagierscompartiment te ontgrendelen.
►
Druk nogmaals op deze toets om schuifdeuren
en achterdeuren van de laadruimte te ontgrendelen.
Page 39 of 324

37
Toegang tot de auto
2of► Druk op deze toets op de
afstandsbediening om alleen de laadruimte
te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer 2 seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt.
Met de Keyless Entry and Start-
afstandsbediening op zak
► Om alleen de cabine te ontgrendelen,
terwijl u de afstandsbediening op zak hebt
binnen detectiezone A , moet u uw hand aan de
achterkant van de portiergreep van het
bestuurdersportier houden.
► Om alleen de cabine te ontgrendelen,
terwijl u de afstandsbediening op zak hebt
binnen detectiezone B , moet u uw hand aan de
achterkant van de portiergreep van het
bestuurdersportier houden.
►
T
rek vervolgens aan de portiergreep om de
cabine te openen.
De vergrendelingsstatus van de laadruimte
blijft ongewijzigd.
►
Om alleen de
laadruimte te ontgrendelen,
terwijl u de afstandsbediening op zak hebt binnen
detectiezone A of B of C, moet u uw hand aan de
achterkant van een linker of rechter portiergreep
houden of het achterportier (de linker achterdeur of
de achterklep).
►
T
rek aan de handgreep om de laadruimte te
openen.
Afhankelijk van de uitvoering worden de buitenspiegels alleen uitgeklapt wanneer de
cabine wordt ontgrendeld en het alarmsysteem is
uitgeschakeld.
Ontgrendelen
Het ontgrendelen wordt aangegeven door het gedurende enkele seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt en wordt het
alarmsysteem uitgeschakeld.
Met de sleutel
► Steek om de auto volledig te ontgrendelen de
sleutel in het slot en draai deze in de richting van de
voorzijde van de auto.
►
T
rek vervolgens aan de portiergreep om het
portier te openen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
opnieuw uitgeschakeld. Het alarm zal worden
geactiveerd door het openen van een portier en
kan worden uitgeschakeld door het contact aan te
zetten.
Met de afstandsbediening
► Druk op deze toets om de auto te
ontgrendelen.
Page 42 of 324

40
Toegang tot de auto
Met de afstandsbediening
► Druk op deze toets om de
supervergrendeling in te schakelen.
►
Druk daarna binnen 5 seconden na
vergrendeling weer op de toets.
Met de Keyless Entry and Start-
afstandsbediening op zak
► U kunt de auto vergrendelen door met de
afstandsbediening binnen detectiegebied A
op de merktekens van een van de voor- of
achterportiergrepen te drukken.
►
Druk
binnen vijf seconden nogmaals op
de merktekens om de supervergrendeling in te
schakelen.
Met achterdeuren
► Wanneer u de auto wilt vergrendelen, zorg
dan dat de afstandsbediening zich binnen
het detectiegebied A bevindt en druk op de
vergrendeltoets van de linkerdeur.
►
Druk
binnen 5 seconden nogmaals op de knop
om de supervergrendeling in te schakelen.
Noodprocedures
Sleutels, afstandsbediening of
elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw
legitimatiebewijs en indien mogelijk de sleutelcode
naar een PEUGEOT-dealer.
De PEUGEOT-dealer kan de sleutelcode en de
transpondercode uitlezen, waardoor er een nieuwe
sleutel kan worden besteld.
De auto volledig met de
sleutel ontgrendelen/
vergrendelen
Gebruik deze procedure in de volgende situaties:
– De batterij van de afstandsbediening is leeg.
–
Een storing in de afstandsbediening.
–
De accu van de auto is leeg.
–
De auto staat in een gebied met sterke
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u de batterij van de
afstandsbediening vervangen.
In het tweede geval kunt u het probleem mogelijk
verhelpen door de afstandsbediening te resetten.
Zie de betreffende hoofdstukken.
► Steek de sleutel in het portierslot linksvoor .
►
Draai de sleutel in de richting van de voorzijde
/ achterzijde om de auto te ontgrendelen /
vergrendelen.
►
Draai de sleutel binnen 5 seconden
nogmaals naar de achterzijde van de auto om de
supervergrendeling van de auto in te schakelen.
Als de auto is uitgerust met een alarmsysteem, wordt het alarm niet
ingeschakeld bij het vergrendelen met de sleutel.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, klinkt de
sirene bij het openen van de deur. De sirene
stopt als het contact wordt ingeschakeld.
Als de auto wordt ontgrendeld met de sleutel in het slot nadat de auto met de
afstandsbediening of het Keyless Entry and
Start-systeem is vergrendeld, dan worden alle
portieren en de achterklep ontgrendeld.
Als de auto wordt ontgrendeld met de sleutel
in het slot nadat de auto met de sleutel is
vergrendeld, dan worden alleen de portieren
(voorportieren en schuifdeur(en)) ontgrendeld. De
deuren en achterklep worden niet ontgrendeld.
Wanneer het contact wordt aangezet, worden ze
ontgrendeld.
Page 49 of 324

47
Toegang tot de auto
2– Breng de dakklep voorbij het weerstandspunt om
deze te vergrendelen met de steunen.
Rijd nooit zonder dat de steunen zijn aangebracht.
Sluiten van de dakklep:
–
Controleer of de steunstang goed is vergrendeld.
–
Beweeg de dakklep omlaag.
–
Druk de dakklep omlaag, houd de twee ringen van
de veer vast en plaats de haak in de behuizing.
–
Beweeg de zwarte handgreep omlaag om de
dakklep te vergrendelen.
Wanneer de dakklep achter is vergrendeld, zit deze
stevig tegen de afdichting, voor een waterdichte
afdichting zonder geluid.
Steunstang
De auto is uitgerust met een steunstang voor het
vervoeren van lange ladingen, na het openen van de
dakklep aan de achterkant.
►
Klap de steunstang terug door de handgreep
omhoog te bewegen.
►
Beweeg deze naar de stijl.
►
Ondersteun lange ladingen die moeten worden
getransporteerd, til ze op en verplaats de steunstang
met een hand.
►
Zorg dat de stang goed wordt vastgezet door
de handgreep omlaag te drukken voorbij het
weerstandspunt en zet de lading stevig vast.
De zijsteunen kunnen als vasthaakpunten worden
gebruikt.
De achterbumper is versterkt, zodat deze kan fungeren als opstap om in de auto te
komen.
Bevestig geen ladingen op de dakklep.
Rijd nooit zonder aangebrachte steunstang.
De achterdeuren kunnen alleen worden
vergrendeld als de steunstang is aangebracht.
Wanneer de dakklep open is, wees dan
voorzichtig wanneer u op een weg met
hoogtebeperking rijdt.
Laat ladingen nooit direct op de achterdeuren
steunen.
Neem de instructies met betrekking tot het
waarschuwen van andere weggebruikers in acht.
Gebruik de dakklep alleen bij korte ritten.
Alarm
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en
diefstal.
Zelfbeveiligingsfunctie Het systeem controleert op storingen in
systeemcomponenten.
Het alarm gaat af als iemand de accu, de toets of
de kabels van de sirene probeert los te koppelen
of te beschadigen.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats voor alle
werkzaamheden aan het alarmsysteem.
Omtrekbeveiliging
Het systeem controleert of de auto wordt geopend.
Het alarm gaat af als iemand een van de te openen
carrosseriedelen (waaronder ook de motorkap)
probeert te openen.
Interieurbeveiliging
(zonder scheidingswand)
Het systeem controleert op bewegingen in het
interieur.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt ingeslagen,
als iets of iemand de auto binnendringt of als iets of
iemand in de auto beweegt.
Page 50 of 324

48
Toegang tot de auto
(met scheidingswand)
Het systeem controleert alleen de bewegingen in de
cabine.
Het alarm wordt geactiveerd als er een ruit wordt
ingeslagen of iemand de cabine betreedt.
Het alarm wordt niet geactiveerd als iemand de
laadruimte betreedt.
Als uw auto is voorzien van het extra verwarmings-/ventilatiesysteem, kan er
geen interieurbeveiliging worden gebruikt.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het extra verwarmings-/
ventilatiesysteem.
Wegsleepbeveiliging
Het systeem controleert op veranderingen in de
positie van de auto.
Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild of
verplaatst.
Wanneer de auto is geparkeerd, gaat het alarm niet af als de auto wordt aangestoten
of aangereden.
Vergrendelen van de auto met
volledig ingeschakeld alarm
Inschakelen
► Zet het contact af en verlaat de auto.
► Vergrendel de auto met de afstandsbediening of
met het "Keyless Entry and Start"-systeem.
Het alarmsysteem is geactiveerd: het rode
controlelampje van de toets knippert één keer per
seconde en de richtingaanwijzers gaan gedurende
ongeveer 2 seconden branden.
De omtrekbeveiliging wordt 5 seconden nadat de auto is vergrendeld, geactiveerd.
De interieur- en wegsleepbeveiliging worden 45
seconden nadat de auto is vergrendeld,
geactiveerd.
Als een portier, de achterklep of de motorkap niet goed is gesloten, wordt de
auto niet vergrendeld, maar worden de
omtrekbeveiliging, de interieurbeveiliging en de
wegsleepbeveiliging na 45 seconden wel
ingeschakeld.
Uitschakelen
► Druk op de ontgrendeltoets van de
afstandsbediening.
of
►
Ontgrendel de auto met het Keyless Entry and
Start-systeem.
Het alarmsysteem wordt uitgeschakeld; het
controlelampje van de toets gaat uit en de
richtingaanwijzers knipperen gedurende ongeveer 2
seconden.
Als de auto automatisch opnieuw wordt vergrendeld (als binnen 30 seconden één
van de portieren of de achterklep niet is
geopend), wordt het alarmsysteem automatisch
weer ingeschakeld.
Vergrendelen van de auto met
alleen de omtrekbeveiliging
ingeschakeld
Schakel de interieurbeveiliging en de
wegsleepbeveiliging uit om vals alarm te voorkomen,
bijvoorbeeld in de volgende gevallen:
–
Het raam of schuif- / kanteldak staat een klein
stukje open.
–
De auto wordt gewassen.
–
Er wordt een wiel verwisseld.
–
De auto wordt gesleept.
–
De auto staat op een schip of veerboot.
Uitschakelen van de interieur- en
wegsleepbeveiliging
► Zet het contact af en druk binnen 10 seconden
op de alarmtoets totdat het rode controlelampje blijft
branden.
►
V
erlaat de auto.
►
V
ergrendel de auto meteen met de
afstandsbediening of het Keyless Entry and
Start-systeem.
Alleen de omtrekbeveiliging wordt ingeschakeld: het
rode controlelampje in de toets knippert één keer
per seconde.
De interieur- en wegsleepbeveiliging worden uitsluitend uitgeschakeld als deze procedure