PEUGEOT PARTNER TEPEE ELECTRIC 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: PARTNER TEPEE ELECTRIC, Model: PEUGEOT PARTNER TEPEE ELECTRIC 2017Pages: 252, PDF Size: 9.95 MB
Page 191 of 252

153
Om de lampunit te verwijderen:
F a uto's met achterklep, trek de lampunit in de
richting van het midden van de auto,
F
a
uto's met achterdeuren, trek de lampunit
naar u toe.
F
V
erwijder de twee bevestigingsbouten met
behulp van de meegeleverde sleutel.
F
T
rek de lampunit vanaf de buitenzijde naar
buiten.
F
Houd de lampunit vast en neem de stekker los.
F Beweeg de 4 klemmen opzij en ver wijder vervolgens de lamphouder. F
D
ruk de defecte lamp iets in en draai hem
linksom om hem te verwijderen.
F
V
ervang de lamp.
Zorg bij het aanbrengen er voor dat de
klemmen en de bedrading weer correct
worden teruggeplaatst om te voorkomen
dat de bedrading klem komt te zitten.
Nadat de lamp van de richtingaanwijzer achter
vervangen is, duurt het initialiseren meer dan
2
minuten.
Kentekenplaatverlichting
Ty p e A
, W5W – 5W
Met achterklep
F Ver wijder de kunststof kap met behulp van
een schroevendraaier.
F
V
ervang de lamp.
F
B
reng de kunststof kap aan en druk deze
vast.
Met achterdeuren
F Maak de binnenbekleding los.
F N eem de stekker los door de lip opzij te
bewegen.
F
D
raai de lamphouder een kwartslag
linksom.
F
V
ervang de lamp.
F
P
laats de lamphouder terug en sluit de
stekker aan.
F
P
laats de binnenbekleding terug.
8
Storingen verhelpen
Page 192 of 252

154
Derde remlicht
Ty p e A , W16W – 16W
F
D
raai de twee moeren los.
F
D
ruk de pennen samen.
F
N
eem indien nodig de stekker los om het
remlicht te verwijderen.
F
V
ervang de lamp.
Een zekering vervangen
De zekeringkasten bevinden zich: Informatie voor professionele reparateurs:
raadpleeg het schema van de "Methoden"
voor uitgebreide informatie over de
zekeringen en relais. Dit schema kunt u
opvragen bij het dealernetwerk.
Zekeringen vervangen
GoedDefect
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren van extra
accessoires die door PEUGEOT noch
aanbevolen noch geleverd worden en die
bovendien niet volgens haar specificaties
zijn gemonteerd. Dit geldt met name
als het gezamenlijke stroomverbruik
van de extra accessoires meer dan
10
milliampère bedraagt.
-
a
an de onderzijde van het dashboard aan
de linkerzijde (achter het deksel),
-
o
nder de motorkap (naast de accu).
Afhankelijk van de uitvoering is
uw auto voorzien van een extra
zekeringkast voor de trekhaak,
de aansluitingen bestemd voor
carrosserieombouw en de
aansluitingen van de Plancher
Cabine-uitvoeringen. Deze
bevindt zich aan de rechterzijde
achter het laadschot.
De verstrekte informatie heeft alleen betrekking
op de zekeringen die de gebruiker kan
ver vangen met behulp van de tang achter het
dashboardopbergvak aan de rechterzijde.
Raadpleeg voor alle andere werkzaamheden
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Voordat u een zekering ver vangt, dient u eerst
de oorzaak van de storing op te sporen en te
(laten) verhelpen.
F
G
ebruik de tang.
Ver vang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte.
Storingen verhelpen
Page 193 of 252

155
Zekeringen dashboard
Kantel het deksel voor toegang tot de
zekeringen.Zekeringen
F Stroomsterkte
A Functie
1 15Ruitenwisser achter
2 –
30 Vrij
Centrale vergrendeling
3 5Airbags
4 10Airconditioning, diagnoseaansluiting, buitenspiegelverstelling,
koplampverstelling
5 30Elektrisch bedienbare ruiten
6 30Sloten
7 5Plafonnier achter, kaartleeslampen voor, plafondlamp
8 20
Audiosysteem, display, detectie te lage bandenspanning, alarmsysteem en sirene
93012V-aansluiting voor en achter
10 15Middenconsole
11 15Stuurslot lage stroomsterkte
12 15Regen-/lichtsensor, airbags
13 5Instrumentenpaneel
14 15Parkeerhulp, automatische airconditioning, handsfree set
15 30Sloten
16 -Vrij
17 40Achterruit-/buitenspiegelverwarming
8
Storingen verhelpen
Page 194 of 252

156
Zekeringen interieur
ZekeringenFStroomsterkte AFunctie
1 -Vrij
2 20Stoelverwarming
3 -Vrij
4 15Relais inklapbare
buitenspiegels
5 15Relais aansluiting
koeluitrusting
Zekeringen voor trekhaakaansluiting/
trekhaak/carrosserieombouw/
plancher cabine
De benamingen zijn slechts ter indicatie, want
deze aanvullende zekeringkast heeft betrekking
op andere informatie die afhankelijk is van de
ombouwer/carrosseriebouwer voor wie het
handboek niet als technische ondersteuning
kan worden gebruikt.
Zekeringen
F Stroomsterkte
A Functie
1 15Vrij
2 15Contactrelais, optionele generator
3 1512V-voeding aanhanger
4 15Continuvoeding voor ombouwers/carrosseriebouwers
5 40Alarmknipperlichten
Storingen verhelpen
Page 195 of 252

157
Zekeringen motorruimte
Maak na het openen van de motorkap de
betreffende zekeringkast los en kantel deze
omlaag om bij de zekeringen te komen.Zekeringen
F Stroomsterkte
A Functie
1 20Motormanagement
2 15Claxon
3 10Ruitensproeierpomp voor en achter
4 –
20 Vrij
LED
5 15Motorcomponenten
6 10Stuurhoeksensor, ESP
7 10Remlichtschakelaar, koppelingspedaalschakelaar
8 25Startmotor
9 10Koplampverstelmotor, wagenparkbeheermodule
10 30Motorcomponenten
11 40Vrij
12 30Ruitenwissers
13 40Intelligente servicecentrale (BSI)
14 30Pomp
15 10Grootlicht rechts
16 10Grootlicht links
17 15Dimlicht rechts
18 15Dimlicht links
8
Storingen verhelpen
Page 196 of 252

158
Accu
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu
voor het starten van de motor met behulp van
startkabels en voor het laden van een lege
accu.Na het monteren van de accu duurt
het even voordat het Stop & Start-
systeem weer zal werken; hoe lang dit
duurt is afhankelijk van klimatologische
omstandigheden en de laadtoestand van
de accu (kan tot ongeveer 8 uur duren).
Bij de accu van het Stop & Start-systeem
hoeven de accukabels tijdens het opladen
niet losgenomen te worden.
De accu opladen met een
acculader
F Maak de accukabels los.
F V olg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
F
S
luit de accukabels weer aan, te beginnen
met de minkabel -).
F
C
ontroleer de staat van de accupolen en
de klemmen. Indien ze bedekt zijn met een
(witte of groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de polen en de
klemmen.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
F Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op een massapunt van de
auto met de lege accu (zo ver mogelijk bij
de accu vandaan).
F
S
tel de startmotor in werking en laat de
motor draaien.
F
W
acht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels los.
Het is raadzaam de accu los te koppelen
als uw auto langer dan een maand buiten
gebruik is.
Wacht 2
minuten na het afzetten van het
contact alvorens de accu los te koppelen.
Neem een accukabel nooit los bij draaiende
motor.
Laad de accu niet op zonder de accukabels los
te nemen.
Wacht na het opnieuw aansluiten van de accu
en het aanzetten van het contact 1
minuut voor
u de auto start, hierdoor kunnen de elektrische
systemen geïnitialiseerd worden. Raadpleeg,
wanneer hierna toch storingen optreden, het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Wacht na het ver vangen van een lamp
ongeveer 3
minuten alvorens de accu weer aan
te sluiten.
Deze sticker hoort bij het Stop & Start-
systeem en geeft aan dat er een speciale
12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door een dealer van het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als deze aanbevelingen niet worden
opgevolgd, kan dit vroegtijdige slijtage van
de accu tot gevolg hebben.
F
S
luit de rode kabel aan op de pluspolen (+)
van de twee accu's.
F
S
luit een uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op de minpool (-) van de
hulpaccu.
Storingen verhelpen
Page 197 of 252

159
Eco-mode
Als de motor is afgezet en de sleutel in
de stand contact aan blijft staan, kunnen
bepaalde functies (ruitenwissers, elektrische
ruitbediening, plafonniers, audiosysteem enz.)
niet langer dan dertig minuten worden gebruikt
om het leegraken van de accu te voorkomen.
Na dertig minuten worden de actieve functies
gepauzeerd en knippert het acculampje in
combinatie met een melding op het display.
Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze gedurende
enige tijd draaien.
De beschikbare tijd bedraagt het dubbele van
de tijd dat de motor heeft gedraaid. Deze tijd
zal echter altijd tussen de 5 en 30 minuten
bedragen.
Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden.
Slepen van uw auto
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het verwisselen
van een wiel en in het bijzonder het
gereedschap. Auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak moet de
versnellingshendel in neutraal
staan. Als dit voorschrift niet wordt
opgevolgd, kunnen onderdelen van de
versnellingsbak en het remsysteem
beschadigd raken en werkt de
rembekrachtiger na het starten van de
motor mogelijk niet meer.
Aan de voorzijde
F Maak de afdekking los door op het onderste
gedeelte te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
Deze procedure vereist het gebruik van het
sleepoog dat bij het gereedschap voor het
verwisselen van een wiel is meegeleverd.
8
Storingen verhelpen
Page 198 of 252

160
Aan de achterzijde
F Maak de afdekking los met behulp van een munt of het vlakke gedeelte van het
sleepoog.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
Takelen (met slechts twee
wielen op de grond)
Het geniet de voorkeur om professionele
sleep-/takelapparatuur te gebruiken bij het
takelen van de auto. Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de
trekkende auto hoger is dan van de auto
die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur wiel van
de gesleepte auto blijven zitten. Deze
persoon moet beschikken over een geldig
rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met
uitgeschakelde motor, werken ook de rem-
en stuurbekrachtiging niet.
Schakel in de volgende gevallen een
professioneel bergingsbedrijf in:
-
a
ls de auto is gestrand op de
autosnelweg of autoweg,
-
b
ij auto's met vier wielaandrijving,
-
a
ls het niet mogelijk is de
versnellingsbak in de neutraalstand te
zetten, het stuurslot te ontgrendelen of
de parkeerrem vrij te zetten,
-
b
ij takelen met slechts twee wielen op
de grond,
- b ij het ontbreken van een
goedgekeurde sleepstang.
Brandstoftank leeg
(diesel)
In het geval van een lege brandstoftank is
het noodzakelijk om het brandstofsysteem te
ontluchten.
BlueHDi-motor
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
Z
et het contact aan (zonder de motor te
st a r te n).
F
W
acht ongeveer 6 seconden en zet het
contact af.
F
H
erhaal deze procedure 10 keer.
F
B
edien de startmotor om de motor te
starten.
Overige HDi-motoren
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
B
edien de handopvoerpomp die zich
onder de beschermkap onder de motorkap
bevindt.
F
S
tel de startmotor in werking tot de motor
aanslaat.
Storingen verhelpen
Page 199 of 252

161
Kenmerken van motoren
en aanhangergewichten
Motoren
De motorspecificaties (cilinderinhoud,
maximumvermogen, maximaal toerental,
brandstof, CO
2-uitstoot...) van uw auto staan
vermeld op het kentekenbewijs en in de
commerciële documentatie.
Deze gegevens komen overeen met de op
de motortestbank gehomologeerde waarden,
onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in
de Europese regelgeving (richtlijn 1999/99/CE).
Neem voor meer informatie contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Gewichten en
aanhangergewichten
De gewichten een aanhangergewichten van uw
auto staan vermeld op het kentekenbewijs van
uw auto en in de commerciële documentatie.
U vindt deze waarden ook op het
constructeursplaatje.
Raadpleeg voor meer informatie een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats. Het maximaal toegestane treingewicht en de
aanhangergewichten gelden tot een hoogte
van maximaal 1000
meter. Het opgegeven
aanhangergewicht dient voor elke extra
1000 meter met 10% te worden verminderd.
De aanbevolen kogeldruk is het gewicht dat op
de trekhaakkogel mag rusten.
T M T: toegestaan maximaal treingewicht.
Bij hoge buitentemperaturen kunnen de
prestaties van de auto minder worden
om de motor te beschermen. Als de
buitentemperatuur meer dan 37°C
bedraagt, moet het treingewicht worden
verminderd.
Het trekken van een aanhanger met een
licht beladen auto heeft een negatieve
invloed op het rijgedrag.
Met een aangekoppelde aanhanger heeft
de auto een langere remweg.
Rijd bij het trekken van een aanhanger
nooit sneller dan 100 km/h (houd u aan de
ter plaatse geldende regels). Als de buitentemperatuur hoog is, is het
raadzaam om na het stilzetten van de auto
de motor 1 tot 2
minuten stationair te laten
draaien zodat deze beter kan afkoelen.
9
Technische gegevens
Page 200 of 252

162
Benzinemotoren/gewichten
5 zitplaatsen
MotorVersnellingsbak Hoeveelheid motorolie,
met vervangen filter (liter) Aanhanger ongeremd (kg) Aanbevolen kogeldruk
(kg)
1.6 110 pk
Handgeschakeld, 5 versnellingen3,25 750 55
1.6
VTi 100 pk
Handgeschakeld, 5 versnellingen4,25 600 70
1.6
VTi 120 pk
Handgeschakeld, 5 versnellingen4,25 690 70
1.6
VTi 120 pk Euro 6
Handgeschakeld, 5 versnellingen4,25 600 70
1.2 PureTech S&S 110 pk Euro 6 Handgeschakeld,
5
versnellingen 3,45
600 70
7 zitplaatsen
MotorVersnellingsbak Hoeveelheid motorolie,
met vervangen filter (liter) Aanhanger ongeremd (kg) Aanbevolen kogeldruk
(kg)
1.6 110 pk
Handgeschakeld, 5 versnellingen3,25 750 70
Technische gegevens