YAMAHA DT125R 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: DT125R, Model: YAMAHA DT125R 2000Pages: 90, PDF Size: 4.74 MB
Page 21 of 90
3-8
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
23
4
5
6
7
8
9
DW000130
X@Zorg dat de benzinetank niet al te vol
is. Let tevens op dat er geen benzine
op een heet motorblok wordt gemorst.
Vul de tank nooit verder dan tot onder-
aan de vulhals, anders bestaat de kans
dat de benzinetank overloopt, als de
benzine door verwarming uitzet.
DAU00185
<>Als er benzine wordt gemorst, veeg
deze dan onmiddellijk weg met een
droge, zachte doek. Benzine kan
geverfde oppervlakken en plastic
afwerking aantasten.
DAU00191
OPMERKING:Als de motor klopt of pingelt, probeer dan
een verschillend merk benzine of benzine
met een hoger oktaangehalte.
DAU01084
Katalysator(Voor Zwitserland en Oostenrijk)
Deze motorfiets is voorzien van een kata-
lysator in de uitlaat.
DW000128
X@Het uitlaatsysteem is heet meteen na
het afzetten van de motor.
Zorg dat het uitlaatsysteem voldoende
is afgekoeld alvorens te beginnen met
afstellingen of smering.
Aanbevolen brandstof:
Normale, loodvrije benzine met een
oktaangehalte van 91 ron of hoger
(oktaangehalte zoals door onder-
zoek bepaald).
Inhoud benzinetank:
Totaal:
10,0 L
Reserve:
1,8 L
3MB-9-D7-3 12/27/00 2:37 PM Page 8
Page 22 of 90
3-9
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
23
4
5
6
7
8
9
DC000114
<>Neem de volgende punten in acht om
brand of eventuele beschadigingen
aan de motorfiets te voorkomen.8 8
Gebruik uitsluitend loodvrije ben-
zine. Bij gebruik van loodhouden-
de benzine zal de katalysator
onherstelbaar worden bescha-
digd.
8 8
Parkeer de motorfiets nooit boven
gras of op een andere plaats met
brandbare materialen.
8 8
Laat de motor niet langdurig sta-
tionair draaien.
DAU03050
BenzinekraanDe benzinekraan voert benzine toe aan
de carburateur en tegelijkertijd wordt de
benzine gefilterd.
De benzinekraan heeft drie verschillende
standen:
OFF
Met de benzinekraan in deze stand
stroomt er geen benzine naar de motor.
Zet de benzinekraan altijd in deze stand
als de motor niet draait.
RES
ONFUEL
OFF
1
1.Pijlteken op ÒOFFÓ
DAU02956
Tweetakt-motorolieZorg dat er voldoende tweetakt-motorolie
in de olietank aanwezig is. Indien nodig,
bijvullen met het aanbevolen type olie.
21
1.Olietankdop
2.Stopmoer
Aanbevolen motorolie:
Yamalube 2 of 2-takt motorolie
(JASO FC kwaliteit of ISO EG-C,
EG-D kwaliteit)
Inhoud olietank:
1,2 L
OFF: gesloten stand
3MB-9-D7-3 12/27/00 2:37 PM Page 9
Page 23 of 90
3-10
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
23
4
5
6
7
8
9
ON
FUEL
RES
OFF
1
ON
1.Pijlteken op ÒONÓON
Met de benzinekraan in deze stand
stroomt er benzine naar de carburateur.
Zet de benzinekraan in deze stand voor
het starten van de motor en het rijden met
de motorfiets.ON: normale stand
a
b
1
RES
Dit is de reservestand. Als de tank tijdens
het rijden leeg raakt, zet u de benzine-
kraan in deze stand. Vul de tank dan bij
de eerste gelegenheid bij. Zet na het bij-
tanken vooral de benzinekraan weer
terug in de normale ÒONÓ stand!
DAU02976
Chokeknop (choke) Ò
1Ó
Het starten van een koude motor vereist
een rijker mengsel (meer benzine/minder
lucht). Een gescheiden choke-startcircuit
zorgt voor de toevoer van dit verrijkte
mengsel.
Draai in de arichting om de chokeknop
(choke) in te schakelen.
Draai in de brichting om de chokeknop
(choke) uit te schakelen.1.Chokeknop (choke) Ò1Ó
OFF
ONFUEL RES
1
RES
1.Pijlteken op ÒRESÓRES: reserve-stand
3MB-9-D7-3 12/27/00 2:37 PM Page 10
Page 24 of 90
3-11
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
23
4
5
6
7
8
9
1
DAU00212
KickstarterDraai de kickstarter weg van het motor-
blok. Duw de kickstarter met uw voet
lichtjes omlaag, totdat u voelt dat deze
aangrijpt en trap deze vervolgens met
kracht omlaag om de motor te starten. Dit
model beschikt over een primair-gekop-
pelde kickstarter dus u kunt de motor
starten terwijl er een versnelling is inge-
schakeld, mits de koppeling ingetrokken
is. Het is echter raadzaam om de versnel-
ling vrij te zetten om de motor te starten.1.Kickstarter
DAU02934
StuurslotHet stuur op slot zetten
Draai het stuur helemaal naar rechts en
open het dekseltje van het stuurslot.
Steek de sleutel in het slot en draai deze
een 1/8 slag naar links. Druk vervolgens
de sleutel in terwijl u het stuur iets terug
naar links draait en draai de sleutel nu 1/8
slag rechtsom.
Controleer of het stuur vergrendeld is,
trek de sleutel uit het slot en plaats het
dekseltje terug over het slot.
1
1.Stuurslot
Het stuur van het slot halen
Steek de sleutel in het slot, druk hem in
en draai hem een 1/8 slag naar links
zodat hij omhoogkomt. Dan is het stuur
ontgrendeld en kunt u de sleutel verwijde-
ren.
3MB-9-D7-3 12/27/00 2:37 PM Page 11
Page 25 of 90
3-12
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
23
4
5
6
7
8
9
Installeren
1.Steek de nokken aan de voorkant
van het zadel in de uitsparingen en
draai de zadelbouten aan.
2.Installeer de panelen.OPMERKING:Kontroleer, alvorens te gaan rijden, of het
zadel goed vast zit.
1
DAU00261
HelmhouderOm de helmhouder te openen, steekt u
de sleutel in het slot en draait u hem in de
aangegeven richting.
Draai de sleutel terug in de oorspronkelij-
ke stand om de helmhouder op slot te
zetten.
DW000030
X@Ga nooit rijden terwijl er zich een helm
in de helmhouder bevindt. De helm
zou ergens tegenaan kunnen stoten,
waardoor u uw evenwicht zou kunnen
verliezen met als gevolg een ongeluk.1.Openen
1
DAU01648
ZadelVerwijderen
1.Verwijder de panelen D en E. (Zie
blz. 6-9 voor het verwijderen en
installeren van de panelen.)
2.Verwijder de zadelbouten en licht
het zadel omhoog.1.Bout (
´2)
3MB-9-D7-3 12/27/00 2:37 PM Page 12
Page 26 of 90
3-13
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
23
4
5
6
7
8
9
b
a21
DAU01650
Afstellen van de
achterschokbrekerDeze schokbreker is uitgevoerd met een
afstelmechanisme voor de voorbelasting.
Stel de voorbelasting als volgt in:1.Draai de borgmoer los.
2.Draai de afstelmoer in de arichting
om de veer-voorbelasting te verho-
gen en in de brichting om de veer-
voorbelasting te verlagen. De voor-
belasting is geheel afhankelijk van
de ingestelde lengte van de veer.
Als u de veer korter instelt, geeft dit
een hogere voorbelasting en als u
de veer langer instelt, zal de voorbe-
lasting minder zijn.1.Vergrendelmoer
2.Afsteller
“A”
DC000015
<>Probeer de afsteller nooit voorbij de
minimum- of maximumstand te draai-
en.
Veer-voorbelasting:
Minimaal (zacht):
Afstand A: 235 mm
Standaard:
Afstand A: 230 mm
Maximaal (stug):
Afstand A: 220 mm
3.Draai de borgmoer vast met het
voorgeschreven aantrekkoppel.
DC000018
<>Draai de vergrendelmoer altijd tegen
de veer-afstelmoer aan en draai de ver-
grendelmoer met het voorgeschreven
aantrekkoppel vast.
Aantrekkoppel:
Borgmoer:
55 Nm (5,5 mákg)
3MB-9-D7-3 12/27/00 2:37 PM Page 13
Page 27 of 90
3-14
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
23
4
5
6
7
8
9
12
1.Luchtkamer
2.Slang
DAU00325
Opmerking over het Yamaha
energie-induktiesysteem
(Y.E.I.S.)De luchtkamer en -slang dienen altijd
uiterst voorzichtig behandeld te worden.
Een verkeerde installatie of een bescha-
digd onderdeel zullen leiden tot slecht
funktioneren van de motorfiets. Vervang
gescheurde of beschadigde onderdelen
onmiddellijk. Breng nooit enige wijziging
in dit systeem aan.
DC000022
<>Probeer nooit veranderingen aan te
brengen in het Yamaha energie-induk-
tiesysteem.
DAU00315
X@Deze schokbreker bevat stikstofgas
onder bijzonder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie aandachtig
door alvorens over te gaan tot onder-
houdswerkzaamheden aan de schok-
breker. Yamaha is niet verantwoorde-
lijk voor beschadigingen of
verwondingen ontstaan door verkeerd
behandelen van de schokbreker.
8 8
Probeer de cilinder niet te ope-
nen.
8 8
Zorg dat de schokbreker niet in de
buurt komt van open vuur of
blootgesteld wordt aan hoge tem-
peraturen. Dit zou kunnen leiden
tot een ontploffing door uitzetting
van het stikstofgas.
8 8
Zorg dat de cilinder niet vervormd
of anderzins beschadigd wordt.
Dit zal een slechte werking van de
schokbreker tot gevolg hebben.
8 8
Als er iets mis is met de schok-
breker of er moet onderhouds-
werk aan verricht worden, breng
uw motorfiets dan naar een
Yamaha dealer.
1
DAU00320
Achterste opbergvak
DW000032
X@Zorg dat de 2 kg maximale belading
niet overschreden wordt.1.Achterste opbergvak
3MB-9-D7-3 12/27/00 2:37 PM Page 14
Page 28 of 90
3-15
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
23
4
5
6
7
8
9
DC000023
<>De Y.P.V.S. (Yamaha Power Valve
System = het kleppensysteem) is in de
fabriek afgesteld, na vele uitgebreide
tests. Als de afstellingen worden ver-
anderd door iemand met onvoldoende
technische kennis, kan dit leiden tot
slechtere motorprestaties en bescha-
diging van de motor.Onder de volgende omstandigheden zult
u het Yamaha kleppensysteem (Y.P.V.S.)
kunnen horen:8Als de kontaktslot-schakelaar op
ÒONÓ wordt gezet en u start de
motor.
8Als de motor afslaat terwijl de kon-
taktslot-schakelaar op ÒONÓ staat.
DC000024
<>Als de Y.P.V.S. niet goed funktioneert,
vraag uw Yamaha dealer dan om deze
te inspekteren.
1
1.Y.P.V.S.
DAU00326
Y.P.V.S. (Yamaha Power Valve
System = Yamaha kleppensys-
teem)Het Y.P.V.S. Yamaha kleppensysteem is
een bijzonder belangrijk onderdeel van de
motor en vereist een zeer nauwkeurige
afstelling. Laat de afstelling over aan een
Yamaha monteur die
over voldoende technische kennis en
ervaring beschikt om deze afstelling te
verrichten.
DAU00330
ZijstandaardDit model is uitgerust met een onderbre-
kingscircuit voor de onsteking. Rijd nooit
met de motorfiets terwijl de zijstandaard
is uitgeklapt. De zijstandaard bevindt zich
aan de linkerkant. (Zie blz. 5-1 voor een
uitleg van dit onderbrekingscircuit).
3MB-9-D7-3 12/27/00 2:37 PM Page 15
Page 29 of 90
DW000045
X@Mocht er iets mis zijn met het onder-
brekingscircuit, raadpleeg dan onmid-
dellijk een Yamaha dealer.
3-16
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
23
4
5
6
7
8
9
DAU00333
Kontrole van de zijstandaard-
onderbrekingsschakelaarKontroleer, aan de hand van de onder-
staande informatie, de zijstandaard-
onderbrekingsschakelaar
op een juiste werking.DRAAI DE KONTAKTSLOT-SCHAKELAAR
NAAR ÒONÓ EN DE
MOTORSTOPSCHAKELAAR NAAR Ò#Ó.ZET DE VERSNELLING VRIJ EN KLAP DE
ZIJSTANDAARD OMLAAG.TREK DE KOPPELINGSHENDEL IN EN
SCHAKEL EEN VERSNELLING IN.DE MOTOR START.TRAP DE KICKSTARTER OMLAAG.
DE MOTOR SLAAT AF.DE ZIJSTANDAARD-
ONDERBREKINGSSCHAKELAAR IS IN
ORDE.
DW000044
X@Rijd nooit met deze motorfiets terwijl
de zijstandaard is uitgeklapt. Als de
zijstandaard niet volledig is opgeklapt,
kan het gebeuren dat deze de grond
raakt waardoor u uw balans zou kun-
nen verliezen met als gevolg een zeer
ernstig ongeluk. Yamaha heeft in deze
motorfiets een onderbrekingscircuit
voor de ontsteking ingebouwd om
ongelukken door een niet goed inge-
klapte zijstandaard te vermijden. Voer
de hieronder beschreven procedure
regelmatig uit, om te kontroleren of het
onderbrekingscircuit juist funktio-
neert. Mocht er iets mis zijn met het
onderbrekingscircuit, raadpleeg dan
onmiddellijk een Yamaha dealer.
3MB-9-D7-3 12/27/00 2:37 PM Page 16
Page 30 of 90
4-1
DAU01114
KONTROLE VOOR HET RIJDEN
1
2
34
5
6
7
8
9
Als eigenaar bent u verantwoordelijk voor de toestand van uw voertuig. De vitale onderdelen en funkties van uw motorfiets kunnen
wel eens onverwacht teruglopen, ook al rijdt u er niet mee (bijvoorbeeld door blootstelling aan de elementen). Elke beschadiging, lek-
kage of verlies van bandenspanning kan ernstige gevolgen hebben. Daarom is het van groot belang om naast een zorgvuldige visu-
ele inspektie ook voor elke rit de volgende punten grondig te kontroleren.
DAU00340
KONTROLE VOOR HET RIJDEN
Onderdeel Kontrole blz.
9Kontroleer op soepele werking, vrije slag, remvloeistofnivo,
Voorrem enen remvloeistof-lekkage.9Eventueel bijvullen met DOT4 (of DOT3) remvloeistof.
3-6, 6-21~ 6-25
9Kontroleer op soepele werking, vrije slag, remvloeistofnivo,
Achterremen remvloeistof-lekkage.9Eventueel bijvullen met DOT4 (of DOT3) remvloeistof.
Koppeling9Kontroleer op soepele werking en vrije slag.
3-5, 6-219Indien noodzakelijk afstellen.
9Kontroleer op soepele werking.
Gasgreep9Indien noodzakelijk smeren. 6-17, 6-279Indien nodig de speling van de gaskabel bijstellen.
Zelfsmeertank9Kontroleer oliepeil.
3-99Indien nodig motor met olie bijvullen.
Versnellingsbak-olie9Kontroleer oliepeil.
6-11 ~ 6-129Indien nodig motor met olie bijvullen.
Koelvloeistof-reservoirtank9Kontroleer het koelvloeistofniveau.
6-13 ~ 6-159Zonodig bijvullen.
Ketting9Kontroleer kettingspanning en algehele toestand.
6-26 ~ 6-279Indien noodzakelijk smeren/afstellen.
Wielen/banden9Kontroleer op slijtage, beschadiging en degelijk vastzittende spaken.
6-18 ~ 6-209Kontroleer bandenspanning.
Kabel9Kontroleer op soepele werking.
6-27
9Indien noodzakelijk smeren.
3MB-9-D7-4 12/27/00 2:37 PM Page 1