YAMAHA DT125R 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: DT125R, Model: YAMAHA DT125R 2000Pages: 90, PDF Size: 4.74 MB
Page 51 of 90

6-14
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
8.Maak de koelvloeistofslang weer
vast.
9.Giet de aanbevolen koelvloeistof in
de radiateur, totdat deze vol is.
Aanbevolen koelvloeistof:
Hoogkwalitatieve
ethyleen-glycol antivries met anti-
corrosie middel voor
aluminium motoren.
Mengverhouding koelvloeistof/water:
1:1
Totale hoeveelheid:
1,05 L
Inhoud expansietank:
0,35 L
4.Verwijder de radiateurdop-stopbout
en dan de radiateurdop.
5.Plaats een opvangbak onder de
motor en verwijder de koelvloeistof-
aftapplug.
6.Laat alle koelvloeistof weglopen en
spoel het koelsysteem grondig door
met kraanwater.
7.Vervang de sluitring van de koel-
vloeistof-aftapbout als deze bescha-
digd is en draai de aftapbout vast
met het voorgeschreven aantrekkop-
pel.
1
13
2
1.Aftapbout1.Slang van de expansietank
2.Merkteken voor maximum-niveau
3.Merkteken voor minimum-niveau
Aantrekkoppel:
Koelvloeistof-aftapbout:
10 Nm (1,0 m0kg)
3MB-9-D7-6 12/27/00 2:39 PM Page 14
Page 52 of 90

6-15
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DC000080
<>Te hard water (te veel kalk) of zout
water zal de motor beschadigen. Als u
geen zacht water kunt vinden, kunt u
gedestilleerd water gebruiken.10.Breng de radiateurdop weer aan en
draai deze vast.
11.Laat de motor enkele minuten draai-
en. Stop de motor en controleer het
koelvloeistofpeil in de radiateur. Als
het peil aan de lage kant is, vul dan
koelvloeistof bij tot aan de vulhals
van de radiateur.
12.Verwijder de radiateurdop-stopbout.
13.Vul de expansietank met koelvloei-
stof tot de tank geheel vol is.
14.Doe de dop weer op de expansiet-
ank en controleer het koelsysteem
op lekkage.OPMERKING:Als u sporen van lekkage vindt, vraag dan
een Yamaha dealer om het koelsysteem
te inspecteren.15.Breng de stroomlijnkap, het paneel
en het zadel weer aan.
1
DAU03107
LuchtfilterHet luchtfilter dient regelmatig schoonge-
maakt te worden, op de voorgeschreven
tijdstippen. Als u veel op stoffige wegen
of in regenachtige gebieden rijdt, dient u
het luchtfilter vaker schoon te maken.
1.Verwijder het paneel D. (Zie blz. 6-9
voor het verwijderen en installeren
van het paneel.)
2.Verwijder de schroeven van de
luchtfilter-behuizing en dan de lucht-
filter-behuizing zelf.1.Schroef (´3)
3.Verwijder het luchtfilter uit de behui-
zing.
3MB-9-D7-6 12/27/00 2:39 PM Page 15
Page 53 of 90

6-16
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
6.Plaats het luchtfilter met de geleider
weer in de behuizing.
7.Installeer het luchtfilterdeksel en het
paneel met de schroeven.
DC000082
<>8 8
Zorg dat het luchtfilter naar beho-
ren in de luchtfilter-behuizing zit.
8 8
Laat de motor nooit lopen zonder
dat het luchtfilter ge•nstalleerd is.
Dit kan leiden tot bijzonder snelle
slijtage van cilinders en/of zui-
gers.
DAU00629
Afstelling van de carburateurDe carburateur is een bijzonder belangrijk
onderdeel van de motor. De afstelling
ervan dient bijzonder nauwkeurig te
geschieden. Het verdient aanbeveling om
deze afstelling over te laten aan uw
Yamaha dealer die de nodige kennis van
zaken heeft en over ruime ervaring
beschikt. Het hieronder beschreven routi-
ne-onderhoudswerk kunt u echter zelf uit-
voeren.
DC000094
<>De carburateur is na vele tests in de
Yamaha fabrieken afgesteld.
Veranderen van de afstellingen kan lei-
den tot slecht lopen van de motor en
zelfs tot beschadiging hiervan.
4.Trek het luchtfilterelement uit de
geleider en reinig dit met een oplos-
middel. Na het reinigen, drukt u het
element stevig aan, om het oplos-
middel er uit te persen.
5.Breng de voorgeschreven olie aan
op het oppervlak van het luchtfilter
element en pers de overtollige olie
eruit. Het element moet nog wel nat
zijn, maar er mag geen olie uit drui-
pen.
1
2
1.Geleider
2.Luchtfilter element
Aanbevolen olie:
Motorolie
3MB-9-D7-6 12/27/00 2:39 PM Page 16
Page 54 of 90

6-17
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
b
a
1
DAU00632
Afstelling stationair toerental1.Start de motor en laat deze enkele
minuten lang warmdraaien met een
toerental van 1.000 ˆ 2.000 tpm.
Laat de motor af en toe met een wat
hoger toerental lopen 4.000 ˆ 5.000
tpm. De motor is warm als deze snel
op de beweging van de gasgreep
reageert.
2.Stel het stationair toerental nu op het
voorgeschreven toerental af, door de
gasstopschroef te verdraaien. Draai
de schroef in de richting aom het
toerental te verhogen en draai de
schroef naar bom het toerental te
verlagen.1.Gasstopschroef
OPMERKING:Als u het toerental niet op de voorge-
schreven waarde krijgt, raadpleeg dan
een Yamaha dealer.
Standaard stationair toerental:
1,250 ~ 1,450 r/min
a
DAU00634
Afstelling van de gaskabelOPMERKING:Alvorens de speling van de gaskabel af te
stellen, dient u het stationair-toerental af
te stellen.De gaskabel-speling kunt u afstellen door
de afstelmoer te verdraaien totdat de juis-
te speling van de gashendel is verkregen.a.Speling
Speling:
3 ~ 5 mm
3MB-9-D7-6 12/27/00 2:39 PM Page 17
Page 55 of 90

6-18
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU00652
BandenLet, voor goede rijprestaties, een lange
levens duur en veilig rijden, op de volgen-
de punten:
Bandenspanning
Kontroleer de bandenspanning altijd,
voordat u met de motorfiets
wegrijdt.
DW000082
X@De bandenspanning dient gemeten te
worden als de temperatuur van de
banden gelijk is aan de omgevings-
temperatuur. De bandenspanning is
afhankelijk van het totale gewicht van
de bagage, de bestuurder, de mede-
passagier, overige accessoires
(stroomlijnkappen, zadeltassen, enz. -
monteer nooit accessoires
die niet zijn goedgekeurd voor deze
motorfiets) en de snelheid van de
motorfiets.
*Belasting is het totale gewicht van bagage, bestuur-
der, mede-passagier en accessoires.Maximale belasting*
180 kg
178 kg (Alleen CH, A)
Bandenspanning bij
VoorAchter
koude banden
125 kPa150 kPa
Belasting tot 90 kg(1,25 kg/cm
2, (1,50 kg/cm
2.
1,25 bar)1,50 bar)
90 kg ~150 kPa175 kPa
Maximale belasting*(1,50 kg/cm
2, (1,75 kg/cm
2,
1,50 bar) 1,75 bar)
125 kPa150 kPa
Bij rijden op terrein(1,25 kg/cm
2, (1,50 kg/cm
2,
1,25 bar)1,50 bar)
1.Draai de borgmoer los.
2.Draai de afstelmoer in de richting a
voor meer speling, of in de richting
bom de speling te verminderen.
3.Draai de borgmoer weer aan.
2
1
b
a
1.Vergrendelmoter
2.Afstellmoer
3MB-9-D7-6 12/27/00 2:39 PM Page 18
Page 56 of 90

6-19
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DW000083
X@Een juiste verdeling van het gewicht is
van groot belang voor een goede weg-
ligging, juist reageren op het remmen,
balans en veiligheid in het algemeen.
Zorg ervoor dat bagage die u vervoert,
goed vast zit zodat deze niet kan gaan
schuiven. Plaats de zwaarste voorwer-
pen in het midden van de motorfiets
en verdeel het gewicht gelijkmatig
over rechter- en linkerzijde. Stel de
voorbelasting van de schokbrekers in
aan de hand van het totale gewicht en
breng de bandenspanning ook op de
juiste waarde. OVERLAAD UW
MOTORFIETS NOOIT. Overschrijdt
nooit het totaal toegestane gewicht
van bagage, bestuurder, medepassa-
gier, overige accessoires (stroomlijn-
kappen, zadeltassen, enz. - monteer
nooit accessoires die niet zijn goedge-
keurd voor deze motorfiets). Een te
zwaar beladen motorfiets kan leiden
tot beschadiging van de banden, een
ongeluk en ernstige verwondingen.
Inspekteren van de banden
Kontroleer de banden altijd, voordat u
met de motorfiets wegrijdt. Als het mid-
denprofiel de minimale waarde bereikt
(zie de afbeelding), als er zich een spijker
of stukjes glas in de band bevinden, of als
de flank van de band gescheurd is, vraag
uw Yamaha dealer dan om de band te
vervangen.
DW000078
X@Na uitgebreide tests heeft Yamaha
Motor Co., Ltd. de hieronder genoem-
de banden goedgekeurd voor gebruik
met dit model motorfiets. Yamaha
Motor Co., Ltd. kan geen enkele garan-
tie verlenen over het rijgedrag van de
motorfiets als er andere of andere
kombinaties van banden worden
gebruikt dan de hieronder vermelde.
De voor- en de achterband dienen van
hetzelfde merk en hetzelfde type te
zijn.
1
2
1.Profieldiepte
2.Zijwand
BandenmerkrBandenmaatType
BRIDGESTONE2,75-21 45PTW25VOORBandenmerkrBandenmaatType
BRIDGESTONE4,10-18 59PTW44ACHTER
Minimale
profieldiepte (voor en1,6 mm
achter)
3MB-9-D7-6 12/27/00 2:39 PM Page 19
Page 57 of 90

6-20
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU00685
WielenLet, voor goede rijprestaties, een lange
levensduur en veilig rijden, op de volgen-
de punten:
8Kontroleer de wielen altijd, voordat u
met de motorfiets wegrijdt.
Kontroleer de velgen op barsten,
vervorming en andere beschadigin-
gen; kontroleer of de spaken niet
loszitten of verbogen en/of bescha-
digd zijn. Als er iets mis is met de
wielen, vraag uw Yamaha dealer
dan om dit te inspekteren. Probeer
nooit zelf iets aan een wiel te repare-
ren, zelfs geen kleine reparaties. Als
een wiel vervormd is of barstjes ver-
toont, laat het dan vervangen.
8Banden en wielen dienen altijd uitge-
balanceerd te worden nadat deze
nieuw gemonteerd zijn. Als u dit niet
doet, kan dit leiden tot slechtere
prestaties, een moeilijker bediening
van de motorfiets en een kortere
levensduur van de banden.
8Als u een nieuwe band heeft gemon-
teerd, rijd dan in het begin voorzich-
tig, zodat de band zich naar de velg
kan zetten en optimale prestaties
kan leveren.
DAU00681
X@8 8
Rijden met versleten banden is
bijzonder gevaarlijk. Versleten
banden leiden tot moeilijker
bediening van de motorfiets en
verlies aan wegligging. Laat een
versleten band onmiddellijk ver-
vangen door een Yamaha dealer.
Vervanging van remmen, banden
en andere onderdelen die met het
wiel te maken hebben dient u over
te laten aan een Yamaha dealer.
8 8
Het is niet raadzaam om een lekke
binnenband te plakken. Als het
door bepaalde omstandigheden
noodzakelijk is om een binnen-
band te repareren, ga dan zeer
zorgvuldig te werk en vervang de
binnenband hierna zo snel moge-
lijk door een nieuwe binnenband
van een goede kwaliteit.
OPMERKING:De voorwaarden voor de minimale profiel-
diepte, kunnen van land tot land verschil-
len. Houd u aan de plaatselijke regelin-
gen, en minimaal aan de voorwaarden
van Yamaha.
3MB-9-D7-6 12/27/00 2:39 PM Page 20
Page 58 of 90

6-21
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
3
12b
a
DAU00694
Afstelling van de vrije slag
van de koppelingshendelDe vrije slag van de koppelingshendel
dient van 10 ~ 15 mm te bedragen.
1.Draai de borgmoer aan de koppe-
lingshendel los.
2.Draai de stelbout aan de koppelings-
hendel in de richting aom de vrije
slag te vergroten of in de richting b
om de vrije slag te verkleinen.
3.Draai de borgmoer aan de koppe-
lingshendel weer vast.
Kunt u op deze wijze de juiste vrije slag
niet instellen, ga dan als volgt te werk.1.Vergrendelmoter
2.Afstellmoer
3.Speling
ab 12
4.Draai de borgmoer aan de koppe-
lingshendel los.
5.Draai de stelbout aan de koppelings-
hendel in de richting aom de kabel
los te zetten.
6.Draai de borgmoer aan de kant van
het motorblok los.
7.Draai de stelbout aan de kant van
het motorblok in de richting a4om
de vrije slag te vergroten of in de
richting bom de vrije slag te ver-
kleinen.
8.Draai de borgmoeren aan het motor-
blok en aan de koppelingshendel
weer vast.1.Vergrendelmoer
2.Afsteller
3
2
1b
a
DAU00696
Afstellen van de vrije slag
van de voorremhendelDe vrije slag aan het uiteinde van de voor-
remhendel dient ongeveer2~5 mmte
bedragen.
1.Draai de borgmoer los.
2.Draai de afstelbout in richting aom
de vrije slag te vergroten of in rich-
ting bom de vrije slag te verklei-
nen.
3.Nadat u de afstelling heeft gemaakt,
draait u de borgmoer weer aan.1.Vergrendelmoter
2.Afstellmoer
3.Speling
3MB-9-D7-6 12/27/00 2:39 PM Page 21
Page 59 of 90

6-22
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DW000099
X@8 8
Kontroleer de vrije slag van de
remhendel. Kontroleer tevens of
de rem goed funktioneert.
8 8
Als de remhendel sponzig aan-
voelt, zit er waarschijnlijk lucht in
het remsysteem. In een dergelijk
geval dient u het remsysteem te
ontluchten. Rijd niet met de
motorfiets voordat het remsys-
teem ontlucht is. Als er lucht in
het remsysteem zit, gaat het rem-
vermogen bijzonder sterk achter-
uit, hetgeen kan leiden tot een
ongeluk. Vraag uw Yamaha dealer
om het remsysteem te inspekte-
ren en, indien nodig, te ontluch-
ten.
a
1
DAU00712
Afstellen van de
achterrem-pedaalhoogteDe bovenkant van het achterrempedaal
dient 15 mm onder de bovenkant van de
voetsteun te liggen. Mocht dit op uw
motorfiets niet het geval zijn, vraag uw
Yamaha dealer dan om de achterrem-
pedaalhoogte af te stellen.1.Voetsteun
a.Pedaalhoogte
DW000109
X@Als het achterrempedaal sponzig aan-
voelt, kan dit betekenen dat er lucht in
het remsysteem zit. Deze lucht moet
verwijderd worden door het remsys-
teem te ontluchten. Rijd nooit met de
motorfiets als er zich lucht in het rem-
systeem bevindt. Lucht in het remsys-
teem zal het remvermogen van de
motorfiets sterk verminderen, met als
gevolg verhoogde kans op ongeluk-
ken. Laat uw Yamaha dealer het rem-
systeem inspekteren en ontluchten.
3MB-9-D7-6 12/27/00 2:39 PM Page 22
Page 60 of 90

6-23
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU00713
Afstelling van de
remlicht-schakelaarHet achterste remlicht wordt ingeschakeld
door het rempedaal; de schakelaar ervan
is juist ingesteld als het remlicht gaat
branden vlak voor de rem aangrijpt. Om
de schakelaar van het achterste remlicht
bij te stellen, houdt u de behuizing van de
schakelaar vast zodat deze niet mee-
draait wanneer u de instelmoer verdraait.
Draai de instelmoer in de richting aom
het remlicht eerder te laten oplichten.
Draai de instelmoer in de richting bom
het remlicht later te laten oplichten.
b
a 1
2
1.Remlichtschakelaar
2.Afstellmoer
DAU00717
Kontrole van de
remvoeringen voor en achterKontroleer de remvoeringen op slijtage en
beschadiging. Als de
dikte van de remvoeringen minder dan de
voorgeschreven waarde is,
laat uw Yamaha dealer dan nieuwe rem-
voeringen plaatsen.
1
1.Slijtagegrens: 0,8 mm VOOR
1
1.Slijtagegrens: 0,8 mmACHTER
3MB-9-D7-6 12/27/00 2:39 PM Page 23