YAMAHA SR400 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: SR400, Model: YAMAHA SR400 2016Pages: 94, PDF Size: 2.51 MB
Page 11 of 94

Veiligheidsinformatie
1-5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
het frame of de bovenste voorvork-
klem (en niet aan, bijvoorbeeld, het
stuur, de richtingaanwijzers of onder-
delen die kunnen afbreken). Kies de
plaats voor de spanbanden zorgvuldig
om te voorkomen dat deze tijdens het
transport schuurplekken op de lak ver-
oorzaken.
Zorg indien mogelijk dat de vering iets
door de spanbanden wordt ingedrukt,
zodat de motorfiets tijdens het trans-
port niet overmatig kan stuiteren.
2RD-9-D1.book 5 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 12 of 94

2-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Beschrijving
DAU63371
Aanzicht linkerzijde
1. Motoroliepeilstok (pagina 6-10)
2. Olievuldop (pagina 6-10)
3. Tankdop (pagina 3-8)
4. Brandstofkraan (pagina 3-11)
5. Accu (pagina 6-32)
6. Zekering (pagina 6-33)
7. Stelring voor veervoorspanni ng schokdemperunit (pagina 3-13)
8. Schakelpedaal (pagina 3-6)
1, 2 4
5, 63
7
8
2RD-9-D1.book 1 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 13 of 94

Beschrijving
2-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU63391
Aanzicht rechterzijde
1. Luchtfilterelement (pagina 6-14)
2. Kickstarter (pagina 3-12)
3. Kickindicator (pagina 5-2)
4. Koplamp (pagina 6-35)
5. Rempedaal (pagina 3-7)
6. Boordgereedschapsset (pagina 6-2)
7. Stelring voor veervoorspanning schokdemperunit (pagina 3-13)
12
4
563
7
2RD-9-D1.book 2 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 14 of 94

Beschrijving
2-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU63401
Bedieningen en instrumenten
1. Koppelingshendel (pagina 3-6)
2. Schakelaargroep linker stuurzijde (pagina 3-4)
3. Snelheidsmeterunit (pagina 3-3)
4. Contactslot/stuurslot (pagina 3-1)
5. Toerenteller (pagina 3-4)
6. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-24)
7. Schakelaargroep rechters tuurzijde (pagina 3-4)
8. Remhendel (pagina 3-7)
9. Gasgreep (pagina 6-15)
10.Decompressiehendel (pagina 3-12)
12 345 78
9
6
10
2RD-9-D1.book 3 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 15 of 94

3-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Werking van de bedienings elementen en instrumenten
DAU10462
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden het ont-
stekingssysteem en de verlichtingssyste-
men bediend en wordt het stuur
vergrendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
DAU45111ON
Alle elektrische circ uits worden voorzien
van stroom, de instrumentenverlichting en
het achterlicht gaan branden, en de motor
kan worden gestart. De sleutel kan niet wor-
den uitgenomen.
OPMERKING
De koplamp gaat automatisch branden als
de motor wordt gestart en blijft aan totdat de
sleutel naar “OFF” wordt gedraaid, zelfs als
de motor afslaat.
DAU10662OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rijdt. Hier-
door worden de elektrische systemen
uitgeschakeld, wat mogelijk kan leiden
tot verlies van de controle of een onge-
val.
DAU10687LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in en
draai deze dan naar “LOCK”.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING
Als het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.
Om het stuur te ontgrendelen
1. Steek de sleutel in.
2. Druk de sleutel in de “LOCK”-stand in
P
ON
OFF
LOCK
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Drukken.
2. Draaien.
12
12
2RD-9-D1.book 1 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 16 of 94

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
en draai deze dan naar “OFF”.
DAU59680 (Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichting of de richting-
aanwijzers langdurig gebruikt, kan dit de
accu ontladen.
DAU49398
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU11022Controlelampje richtingaanwijzers
“”
Dit controlelampje knippert wanneer een
richtingaanwijzer knippert.
DAU11061Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp
is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11354Waarschuwingslampje brandstofniveau
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het brandstofniveau daalt tot be-
neden ca. 2.2 L (0.58 US gal, 0.48 Imp.gal).
Vul in dat geval zo snel mogelijk brandstof
bij.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
1. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
2. Waarschuwingslampje brandstofniveau “ ”
3. Vrijstandcontrolelampje “ ”
4. Controlelampje grootlicht “ ”
5. Controlelampje richtingaanwijzers “ ”
4
2
153
2RD-9-D1.book 2 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 17 of 94

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet meteen
op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
DAU11486Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer er een probleem wordt aangege-
ven in het elektrisch circuit dat de motor
controleert. Als dit zich voordoet, vraag dan
een Yamaha-dealer de machine te contro-
leren.
Het elektrisch circui t voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet meteen
op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
DAU11631
Snelheidsmeterunit
De snelheidsmeterunit is voorzien van een
snelheidsmeter, een kilometerteller en een
ritteller. De snelheidsmeter toont de actuele
rijsnelheid. De kilometerteller toont de totale
afgelegde afstand. De ritteller toont de af-
stand afgelegd sinds de teller het laatst via
de terugstelknop werd teruggesteld op nul.
De ritteller kan worden gebruikt om de af-
stand te schatten die met een volle brand-
stoftank kan worden afgelegd. Deze
informatie stelt u in staat de volgende tank-
stops te plannen.
1. Terugstelknop
2. Snelheidsmeter
3. Kilometerteller
4. Ritteller
123 4
2RD-9-D1.book 3 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 18 of 94

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU11882
Toerenteller
Met de toerenteller kan de bestuurder het
motortoerental controleren en dit binnen het
ideale bereik houden.
LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 7000 tpm en hoger
DAU1234H
Stuurschakelaars
Links
Links
Rechts
DAU12352Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1
2
1. Dimlichtschakelaar “ / ”
2. Lichtsignaalschakelaar “ ”
1. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
2. Claxonschakelaar “ ”
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Schakelaar alarmverlichting “ / ”
1
2
1
2
1
2
2RD-9-D1.book 4 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 19 of 94

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
een lichtsignaal te laten afgeven.
OPMERKING
Als de dimlichtschakelaar is ingesteld op
“ ”, heeft de lichtsignaalschakelaar geen
effect.
DAU12401Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12501Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12661Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “ ”. Zet deze schakelaar op “ ” om de
motor direct uit te schakelen in een noodge-
val, zoals wanneer de machine omslaat of
als de gaskabel blijft hangen.
DAU12735Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet draait
omdat hierdoor de accu kan ontladen.
2RD-9-D1.book 5 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 20 of 94

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU12822
Koppelingshendel
De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerzijde van het stuur. Trek de hendel
naar het stuur toe om de koppeling te ont-
koppelen. Laat de hendel los om de koppe-
ling te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam wor-
den losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-15.)
DAU12872
Schakelpedaal
Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de 5-
traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
1. Koppelingshendel
1
1. Schakelpedaal
1
2RD-9-D1.book 6 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分