YAMAHA SR400 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: SR400, Model: YAMAHA SR400 2016Pages: 94, PDF Size: 2.51 MB
Page 31 of 94

4-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
DAU63440
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende
staat is. Volg altijd de schema’s en proced ures voor inspectie en onderhoud in de gebrui-
kershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval
of schade. Rijd niet met de machine als u een probleem hebt gevonden. Als een pro-
bleem niet kan worden opgelost via de pro cedures in deze handleiding, laat de ma-
chine dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEMCONTROLESPAGINA
Brandstof Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.
Controleer de tankbelucht
ingsslang op obstakels,
scheuren of beschadiging en controleer de slangaan-
sluiting. 3-9, 3-10
Motorolie Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage. 6-10
Voorrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulis ch systeem op lekkage. 6-19,
6-23, 6-24
Achterrem Controleer de werking.
Controleer de vrije slag van het rempedaal.
Stel indien nodig bij. 6-20,
6-23
Koppeling Controleer de werking.
Smeer indien nodig de kabel.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij. 6-19
Gasgreep Controleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de gasgreep.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag
van de gasgreep af te stellen en de kabel en het kabel-
huis te smeren. 6-15,
6-28
2RD-9-D1.book 1 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 32 of 94

Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
4-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Bedieningskabels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig. 6-27
Aandrijfketting Controleer of de ketting correct is aangespannen.
Stel indien nodig bij.
Controleer de conditie van de ketting.
Smeer indien nodig. 6-25,
6-27
Wielen en banden Controleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig. 6-16,
6-18
Schakelpedaal Controleer of de werking soepel is.
Corrigeer indien nodig. 6-22
Rempedaal Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig het pedaalscharnierpunt. 6-29
Rem- en koppelings-
hendels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
6-28
Middenbok, zijstan-
daard Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de scharnierpunten.
6-29
Framebevestigingen Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig
zijn vastgezet.
Zet indien nodig vast. —
Instrumenten, verlich-
ting, signaleringssy-
steem en schakelaars Controleer de werking.
Corrigeer indien nodig.
—
Zijstandaardschake-
laar Controleer de werking van het startspersysteem.
Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren. 3-14
ITEM CONTROLES PAGINA
2RD-9-D1.book 2 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 33 of 94

5-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Gebruik en belangrijke rij-informatie
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
DAU59360
OPMERKING
Dit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. Draai in dit
geval de sleutel naar “OFF” en vervol-
gens naar “ON”. Als u dat niet doet zal
de motor niet starten, ondanks dat de
motor wordt aangezwengeld als u het
kickstartpedaal omlaag drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg het kick-
startpedaal omlaag om de motor op-
nieuw te starten.
2RD-9-D1.book 1 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 34 of 94

Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU59532
Starten van de motor
Het startspersysteem (pagina 3-15) staat
starten alleen toe als aan een van de vol-
gende voorwaarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
1. Draai de hendel van de brandstof- kraan naar “ON”.
2. Draai de sleutel naar “ON” en zet de noodstopschakelaar op “ ”.
De waarschuwingslampjes voor mo-
torstoring en het brandstofniveau
moeten enkele seconden oplichten en
daarna weer uitgaan.
LET OP
DCA23270
Als een waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid, of wanneer een waar-
schuwingslampje niet dooft, zie dan pa-
gina 3-2 voor een controle van het circuit
van het betreffende waarschu-
wingslampje.
3. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand. Het vrijst andcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrische circuit na te kijken.
4. Sluit de gasgreep volledig en trek de decompressiehendel in.
5. Trap het kickstartpedaal langzaam
omlaag totdat het startmerkteken
zichtbaar is op de kickindicator. 6. Laat de decompressiehendel los, laat
het kickstartpedaal los en trap het kick-
startpedaal dan met kracht omlaag om
de motor te starten.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van de
motor!
1. Startmerkteken
2. Kickindicator
21
2RD-9-D1.book 2 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 35 of 94

Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU59470
Startproblemen
Als de motor na 4 tot 5 keer aantrappen niet
start, maak dan de verbrandingskamer leeg
door de onderstaande procedure te volgen. 1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Houd de decompressiehendel inge-
knepen, open de gasgreep volledig en
trap het kickstartpedaal 4 tot 5 keer
omlaag.
3. Draai de sleutel naar “ON” en probeer opnieuw om de motor te starten.
DAU16673
Schakelen
Door de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare moto rvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.
OPMERKING
Om de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de slag
bereikt is, waarna het pedaal iets wordt op-
getrokken.
LET OP
DCA10261
Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnellings-
bak in de vrijstand, en sleep de mo-
torfiets niet over lange afstanden.
De versnellingsbak wordt alleen af-
doende gesmeerd terwijl de motor
draait. Door onvoldoende smering
kan de versnellingsbak worden be-
schadigd.
Gebruik altijd de koppeling om de
versnellingsbak te schakelen om zo
schade aan de motor, de versnel-
lingsbak en de aandrijving te voor-
komen; door hun constructie zijn
deze niet bestand tegen de schok-
ken die optreden bij belast schake-
1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1
2
1 3 4 5
N
2
2RD-9-D1.book 3 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 36 of 94

Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
len.
DAU16682Wegrijden en optrekken 1. Trek de koppelingshendel in om de koppeling te ontkoppelen.
2. Schakel de versnel lingsbak in de eer-
ste versnelling. Het vrijstandcontrole-
lampje moet uitgaan.
3. Draai geleidelijk de gasgreep open en
laat tegelijkertijd langzaam de koppe-
lingshendel los.
4. Sluit op de in de onderstaande tabel
aangegeven schakelpunten de gas-
greep en trek tegelijkertijd snel de kop-
pelingshendel in.
5. Schakel de versnellingsbak in de tweede versnelling. (Let erop dat u de
versnellingsbak niet in de vrijstand
zet.)
6. Draai de gasgreep gedeeltelijk open en laat de koppelingshendel los.
7. Volg dezelfde procedure om naar de volgende hogere versnelling te scha-
kelen.
OPMERKING
Houd u bij het schakelen onder normale
omstandigheden aan de aanbevolen scha-
kelpunten.
DAU16701Afremmen
1. Bekrachtig zowel de voor- als achter- rem om de motorfiets af te remmen.
2. Schakel de versnel lingsbak in de eer-
ste versnelling wanneer de motorfiets
20 km/h (12 mph) bereikt. Als de motor
dreigt af te slaan of zeer onregelmatig
loopt, trek dan de koppelingshendel in
en gebruik de remmen om de motor-
fiets te stoppen.
3. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand als de motorfiets vrijwel geheel
tot stilstand is gekomen. Het vrijstand-
controlelampje moet gaan branden.
DAU64120Aanbevolen schakelpunten
De aanbevolen schakelpunten tijdens op-
trekken en afremmen staan vermeld in de
tabel hieronder.
Opschakelpunten:1e 2e: 20 km/h (12 mph)
2e 3e: 30 km/h (19 mph)
3e 4e: 40 km/h (25 mph)
4e 5e: 50 km/h (31 mph)
Terugschakelpunten: 5e 4e: 35 km/h (22 mph)
4e 3e: 25 km/h (16 mph)
3e 2e: 20 km/h (12 mph)
2e 1e: 20 km/h (12 mph)
2RD-9-D1.book 4 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 37 of 94

Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU16811
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik
Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU16842
Inrijperiode
De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag dit
de eerste 1600 km (1000 mi) niet te zwaar
worden belast. De verschillende onderde-
len van de motor slijten op elkaar in totdat
de juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd
tijdens deze periode nooit langdurig volgas
en vermijd ook andere manoeuvres die tot
oververhitting van de motor kunnen leiden.
DAU17094
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 3500 tpm
achtereen draaien. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moet de motorolie worden ver-
verst en moet de oliefilterpatroon of het
oliefilterelement worden vervan-
gen.
[DCA10303]
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langer dan 4200 tpm
achtereen draaien.
1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP
DCA10311
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
2RD-9-D1.book 5 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 38 of 94

Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU17214
Parkeren
Zet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10312
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen en brandwonden kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een helling of een
zachte ondergrond, hierdoor kan de
machine kantelen met mogelijk
brandstoflekkage en brand tot ge-
volg.
Parkeer niet nabij gras of andere
brandbare materialen die vlam zou-
den kunnen vatten.
2RD-9-D1.book 6 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 39 of 94

6-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Periodiek onderhoud en afstelling
DAU17246
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u er-
voor dat uw machine in zo veilig en efficiënt
mogelijke conditie blijft. De eigenaar/be-
stuurder van de machine is verplicht de op-
timale veiligheid te waarborgen. Op de
volgende pagina's wordt de belangrijkste in-
formatie met betrekking tot inspecties, af-
stellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema's moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn onder
normale rijcondities. Het is echter mogelijk
dat de intervalperioden voor onderhoud
moeten worden verkort afhankelijk van het
weer, het terrein, de geografische locatie en
individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risico
op letsel of overlijden tijdens het uitvoe-
ren van onderhoud of het rijden met de
machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhoud
dan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van onderhoud de
motor af tenzij anders aangegeven.
Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.
Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brandwon-
den, brand of koolmonoxidevergifti-
ging, mogelijk met de dood tot
gevolg. Zie pagina 1-2 voor meer in-
formatie over koolmonoxide.
WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en -
voeringen kunnen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Laat onderdelen van
het remsysteem afkoelen alvorens deze
aan te raken.
2RD-9-D1.book 1 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 40 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-onderhoud
apart gegroepeerd. Dit onderhoud vereist
gespecialiseerde gegevens, kennis en ge-
reedschap. Onderhoud, vervanging, of re-
paratie van emissiecontroleapparatuur en -
systemen kan door elke gecertificeerde re-
parateur worden uitgevoerd (indien van toe-
passing). Yamaha dealers beschikken over
de training en het gereedschap om dit on-
derhoud uit te voeren.
DAU59370
Boordgereedschapsset
De boordgereedschapsset bevindt zich in
het gereedschapkastje.
Schuif het slotplaatje open, steek de sleutel
in het slot en draai hem dan een kwartslag
rechtsom om de boordgereedschapsset te
openen.
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Voor
de correcte uitvoering van bepaalde onder-
houdswerkzaamheden kan echter het ge-
bruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel vereist zijn.
OPMERKING
Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
1. Ontgrendelen.
2. Slotplaatje
1. Boordgereedschapsset
1
2
1
2RD-9-D1.book 2 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分