YAMAHA TMAX 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: TMAX, Model: YAMAHA TMAX 2016Pages: 108, PDF Size: 6.28 MB
Page 21 of 108

Smart-sleutelsysteem
3-7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
storingen ontstaan.
Oefen geen overmatige kracht uit
op de Smart-sleutel bij het vervan-
gen van de batterij.
Zorg ervoor dat de batterij correct
wordt geplaatst. Controleer de rich-
ting van de positieve/“+” kant van
de batterij.
De batterij van de Smart-sleutel vervan-
gen 1. Open de behuizing van de Smart-sleu-
tel zoals getoond.
2. Verwijder de schakelaarplaat en rege- leenheid uit de behuizing van de
Smart-sleutel.
3. Verwijder het batterijdeksel.
4. Verwijder de batterij.
OPMERKING
Voer de verwijderde batterij af volgens de
lokaal geldende voorschriften. 5. Plaats een nieuwe batterij zoals ge- toond. Let op de polariteit van de bat-
terij.
6. Breng het batterijdeksel aan.
7. Breng de schakelaarplaat en rege- leenheid aan in de behuizing van de
Smart-sleutel.
8. Klik de behuizing van de Smart-sleutel voorzichtig dicht.
1. Accukap
2. Bedieningseenheid
3. Schakelaarplaat
3
1
2
Vereiste batterij:
CR2025
1. Accu
2. Bedieningseenheid
2 1
2PW-F-D1.book 7 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 22 of 108

Smart-sleutelsysteem
3-8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU61633
Machinevoeding inschakelen en
stuurslot loszetten
1. Houd met de Smart-sleutel ingescha- keld en binnen het bereik de schake-
laar “ON/ ” één seconde ingedrukt.
2. Na verificatie van de Smart-sleutel klinkt de zoemer twee keer, gaat het
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem kort branden en wordt het
stuurslot (indien vergrendeld) automa-
tisch losgezet.
OPMERKING
Als het stuurslot zichzelf niet automa-
tisch kan loszetten, gaat het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
knipperen. Probeer het stuur voorzich-
tig naar links of rechts te draaien en
druk dan op de schakelaar “ON/ ”.
Als het stuur nog steeds vergrendeld is
en niet wordt losgezet, knippert het
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem 16 keer en stopt het loszetten
van het stuurslot halverwege. Draai
het stuur voorzichtig naar links en
rechts om het loszetten van het stuur-
slot te vergemak kelijken en druk weer
op de schakelaar “ON/ ”.
LET OP
DCA15825
Als het stuurslot niet kan worden losge-
zet en het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem knippert, laat dan een Yamaha dealer het Smart-sleutelsy-
steem controleren.
3. De machinevoeding wordt ingescha- keld zodra het stuurslot volledig is los-
gezet. Het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem gaat uit en de
multifunctionele meter gaat aan.
4. De motor kan nu worden gestart. (Zie
pagina 6-2.)
1. Schakelaar “ON/ ”
1
2PW-F-D1.book 8 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 23 of 108

Smart-sleutelsysteem
3-9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU61693
De machine uitschakelen
Druk om de machinevoeding uit te schake-
len (en de motor af te zetten als deze draait)
met de Smart-sleutel aan en binnen het be-
reik op de schakelaar “OFF/LOCK”.
Na verificatie van de Smart-sleutel klinkt de
zoemer eenmaal om te bevestigen dat de
machinevoeding is uitgeschakeld.
Als de Smart-sleutel zich niet binnen het be-
reik bevindt of niet met de machine kan
communiceren als u op de schakelaar
“OFF/LOCK” drukt, zal de machine niet
worden uitgeschakeld en zal de zoemer ge-
durende drie seconden klinken (het contro-
lelampje van het Smart-sleutelsysteem zal
ook knipperen) om u te waarschuwen dat
de machinevoeding niet is uitgeschakeld.
Bevestig de locatie en toestand van de
Smart-sleutel en probeer nogmaals om de
machine uit te schakelen.
OPMERKING
De bestuurder moet de machinevoe-
ding handmatig uitschakelen.
De machinevoeding zal niet automa-
tisch worden uitgeschakeld, zelfs niet
als de Smart-sleutel buiten het bereik
van het Smart-sleu telsysteem wordt
gebracht.
De machinevoeding kan niet worden
uitgeschakeld met de schakelaar
“OFF/LOCK” wanneer de machine
rijdt. Parkeer de machine op een veili-
ge plaats voordat u de voeding uit- schakelt.
Zonder de Smart-sleutel kan de ma-
chinevoeding worden uitgeschakeld
door nogmaals op de schakelaar
“OFF/LOCK” te drukken terwijl het
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem knippert.
Zie pagina 7-37 voor meer informatie
over de noodmodus en hoe de machi-
nevoeding kan worden ingeschakeld
zonder de Smart-sleutel.
1. Schakelaar “OFF/LOCK”
1
2PW-F-D1.book 9 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 24 of 108

Smart-sleutelsysteem
3-10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU61612
Het stuur vergrendelen
Parkeer de machine op een veilige plaats
en schakel de machinevoeding uit. Draai
het stuur geheel naar links en houd de
schakelaar “OFF/LOCK ” minstens één se-
conde ingedrukt.
OPMERKING
Als het stuurslot correct vergrendelt,
klinkt de zoemer één keer.
Als het stuurslot niet correct vergren-
delt, klinkt de zoemer gedurende drie
seconden en knippert het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem.
Draai het stuur nogmaals geheel naar
links en houd de schakelaar
“OFF/LOCK” weer één seconde inge-
drukt.
WAARSCHUWING
DWA14742
Bedien het stuurslot niet terwijl het voer-
tuig beweegt.
DAU61683
Zadel openen en sluiten
Openen van het zadel 1. Zet de machine op de middenbok.
2. Druk met de Smart-sleutel ingescha- keld en binnen het bereik op de scha-
kelaar “SEAT OPEN/ ”.
3. Het zadelslot zal worden ontgrendeld na verificatie van de Smart-sleutel.
4. Klap het zadel omhoog.
WAARSCHUWING
DWA17941
Bedien de schakelaar “SEAT OPEN/ ”
niet terwijl de machine rijdt.
Sluiten van het zadel
Klap het zadel omlaag en druk dan aan om
te vergrendelen.
OPMERKING
Controleer voordat u wegrijdt of het za-
del goed is gesloten.
In noodgevallen kan het zadel worden
1. Schakelaar “SEAT OPEN/ ”
1
2PW-F-D1.book 10 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 25 of 108

Smart-sleutelsysteem
3-11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
geopend met een mechanische sleu-
tel. (Zie pagina 7-37.)
DAU61593
Parkeermodus
Het stuur is vergrendeld en de alarmverlich-
ting en richtingaanwijzers kunnen worden
ingeschakeld, maar a lle andere elektrische
systemen zijn uit.
De parkeermodus inschakelen
1. Vergrendel het stuur. (Zie pagina 3-10.)
2. Houd de schakelaar “SEAT
OPEN/ ” minstens één seconde in-
gedrukt.
3. Na verificatie van de Smart-sleutel
klinkt de zoemer twee keer. Het Smart-
sleutelsysteem wisselt naar de par-
keermodus en het controlelampje van
het Smart-sleutels ysteem gaat bran-
den.
OPMERKING
In de parkeermodus kan het zadel niet wor-
den geopend.
LET OP
DCA21990
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd, hierdoor kan de accu
ontladen raken.
De parkeermodus uitschakelen
Houd de schakelaar “SEAT OPEN/ ” in-
gedrukt. Na verificatie van de Smart-sleutel
klinkt de zoemer één keer. De parkeermo-
dus wordt geannuleerd en het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem gaat
uit.
2PW-F-D1.book 11 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 26 of 108

4-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Werking van de bedieningselementen en instrumenten
DAU49398
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU11032Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en “”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11081Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp
is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU63521Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer een elektrisch systeem dat de mo-
torwerking controleert, defect is. Vraag in
dat geval een Yamaha dealer het zelfdiag-
nosesysteem te controleren.
Het elektrische circuit van het waarschu-
wingslampje kan worden gecontroleerd
door de machinevoeding in te schakelen.
Het waarschuwingslampje moet enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet oplicht
wanneer u de machinevoeding inschakelt of als het waarschuwingslampje blijft branden,
laat het elektrische circuit dan controleren
door een Yamaha dealer.
OPMERKING
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de machinevoeding is ingeschakeld en op
de schakelaar “ON/ ” wordt gedrukt. Dit
wijst echter niet op een storing.
DAU63532ABS-waarschuwingslampje “ ” (voor
modellen met ABS)
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
machinevoeding wordt ingeschakeld en uit
als met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje:
niet gaat branden als de machinevoe-
ding wordt ingeschakeld
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het syst eem te controleren.
(Zie pagina 4-13 voor uitleg over de werking
van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat zodra met een snelheid van 10
km/h (6 mi/h) of hoge r wordt gereden, of
als het waarschuwingslampje tijdens het
rijden gaat branden of knipperen, keert
het remsysteem terug naar conventio-
neel remmen. Als een van de boven-
staande gevallen zich voordoet, of als
het waarschuwingslampje helemaal niet
gaat branden, rij dan extra voorzichtig
om te voorkomen dat de remmen in
noodsituaties blokkeren. Laat het rem-
1. Controlelampjes richtingaanwijzers “ ” en “”
2. ABS-waarschuwingslampje “ ” (voor modellen met ABS)
3. Controlelampje grootlicht “ ”
4. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
5. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “ ”
1
5411
3 2
ABS
ABS
2PW-F-D1.book 1 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 27 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
systeem en de elektrische circuits zo
snel mogelijk door een Yamaha dealer
controleren.
OPMERKING
Als de startknop wordt ingedrukt terwijl
de motor draait gaat het ABS-waar-
schuwingslampje branden, maar dit
duidt niet op een storing.
Het ABS-waarschuwingslampje kan
gaan branden wanneer gas wordt ge-
geven terwijl de machine op de mid-
denbok staat. Er is dan echter geen
sprake van een storing.
DAU61652Controlelampje Smart-sleutelsysteem
“”
Dit controlelampje geeft de toestand van
het Smart-sleutels ysteem aan. Als het
Smart-sleutelsysteem normaal werkt, is dit
controlelampje uit. Als er een storing op-
treedt in het Smart-sl eutelsysteem, gaat het
controlelampje knipperen. Het controle-
lampje knippert ook wanneer de machine
en Smart-sleutel met elkaar communiceren
en bij uitvoering van bepaalde bewerkingen
van het Smart-sleutelsysteem. (Zie pagina
3-1.)
OPMERKING
Als op de startschakelaar wordt gedrukt,
gaat het controlelampje ongeveer een se-
conde lang branden en dooft het vervolgens
weer. Als het controlelampje niet zoals ge-
bruikelijk gaat branden of dooft, laat dan
een Yamaha dealer de machine controle-
ren.
DAU63541
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter toont de actuele rijsnel-
heid.
Als de machinevoeding wordt ingescha-
keld, slaat de naald van de snelheidsmeter
eenmaal helemaal uit tot aan de hoogste
snelheid en keert daarna weer terug naar
nul om het elektrische circuit te testen.
1. Snelheidsmeter
1
2PW-F-D1.book 2 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 28 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU63551
Toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de be-
stuurder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de machinevoeding wordt ingescha-
keld, slaat de naald van de toerenteller een-
maal helemaal uit tot het hoogste aantal
toeren per minuut en keert daarna weer te-
rug naar nul tpm om het elektrische circuit te
testen.
LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 8250 tpm en hoger
DAU63564
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12313
Zet de machine stil voordat u wijzigingen
aanbrengt in de instellingen van het mul-
tifunctionele display. Het aanbrengen
van wijzigingen tijdens het rijden kan u
afleiden en vergroot het risico op een
ongeval.
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1
2
1. “SELECT”-toets
2. Brandstofniveaumeter
3. Waarschuwingsindicator brandstofniveau “”
4. Kilometerteller
5. Waarschuwingsindicato r koelvloeistoftempe-
ratuur “ ”
6. Temperatuurmeter koelvloeistof
7. “RESET”-toets
1. Ritteller/ritteller brandstofreserve
2. Omgevingstemperatuur/gemiddeld brand- stofverbruik/huidig brandstofverbruik
2
34
5
6117
2
1
2PW-F-D1.book 3 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 29 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een brandstofniveaumeter
een temperatuurmete r koelvloeistof
een kilometerteller
twee rittellers
een ritteller brandstofreserve
een voorziening voor zelfdiagnose
een klok
een omgevingstemperatuurweergave
een weergave van het brandstofver-
bruik
een ritteller olieverversing
een ritteller V-snaarvervanging
OPMERKING
Vergeet niet de machinevoeding in te
schakelen voordat u de “SELECT”- en
“RESET”-toets gebruikt.
Als de machinevoeding wordt inge-
schakeld, verschijnen alle segmenten
een voor een op het multifunctionele
display en verdwijnen dan weer om de
elektrische circuits te testen. Klok
De klok maakt gebruik van een 24-uursy-
steem.
De klok wordt weergegeven als de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid.
De klok op tijd zetten:
1. Houd de “SELECT”-toets en de “RE-
SET”-toets tegelijker tijd minstens twee
seconden ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knippe-
ren, drukt u op de “RESET”-toets om
de uren in te stellen.
3. Druk op de “SELECT”-toets en de mi-
nutenaanduiding zal gaan knipperen.
4. Druk op de “RESET”-toets om de mi- nuten in te stellen.
5. Druk op de “SELECT”-toets en laat deze dan los om de klok te starten.
Kilometerteller- en rittellermodus
1. Klok
1
1. Klok
1. Kilometerteller/rittellers/ritteller brandstofre- serve
1
1
2PW-F-D1.book 4 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分
Page 30 of 108

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
4-5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
De kilometerteller toont de totale afstand die
door de machine is afgelegd.
De rittellers tonen de afgelegde afstand
sinds de tellers voor het laatst werden te-
ruggesteld.
De brandstofreserve-ritteller toont de afge-
legde afstand sinds de waarschuwingsindi-
cator brandstofniveau ging branden.
De ritteller voor olieverversing toont de af-
gelegde afstand sinds de motorolie voor het
laatst werd ververst.
De ritteller V-snaarvervanging toont de af-
gelegde afstand sinds de V-snaar voor het
laatst werd vervangen.
OPMERKING
De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999.
De rittellers worden teruggesteld en
blijven tellen nadat 9999.9 is bereikt.
Door indrukken van de toets “SELECT” wis-
selt de weergave tussen de kilometerteller- modus en de rittellermodi, in de
onderstaande volgorde:
Odo
Trip 1 Trip 2 V-Belt Trip Oil
Trip Odo
Als nog ca. 3.0 L (0.79 US gal, 0.66 Imp.gal)
brandstof in de brandstoftank aanwezig is,
wisselt het display automatisch naar “Trip
F”, de brandstofreserve-ritteller, en wordt de
afgelegde afstand vanaf dat punt aangege-
ven. In dat geval wordt door het indrukken
van de “SELECT”-toets in de onderstaande
volgorde gewisseld tussen de diverse weer-
gaven van rittellers en kilometerteller:
Odo Trip 1 Trip 2 Trip F V-Belt
Trip Oil Trip Odo
Om een ritteller terug te stellen, selecteert u
deze door de “SELECT”-toets in te drukken
totdat “Trip F”, “Trip 1” of “Trip 2” verschijnt.
Houd terwijl “Trip F”, “Trip 1” of “Trip 2”
wordt weergegeven de “SELECT”-toets
minstens één seconde ingedrukt. Wanneer
u de brandstofreserve-ritteller niet zelf met
de hand op nul terugstelt, wordt deze auto-
matisch teruggesteld zodra na het tanken 5
km (3 mi) is gereden en verschijnt de vorige
weergavemodus weer.
OPMERKING
De weergave kan niet worden gewisseld
naar “Trip F” nadat de brandstofreserve-rit-
teller is teruggesteld.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
1. Olieverversingskilometerteller
1. Kilometerteller V-snaarvervanging
1
1
1. Ritteller brandstofreserve
1
2PW-F-D1.book 5 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分