YAMAHA TMAX 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: TMAX, Model: YAMAHA TMAX 2016Pages: 108, PDF Size: 6.28 MB
Page 61 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU64031
Algemeen smeer- en onderhoudsschema
NR. ITEM
1 Luchtfilterelement Vervangen. 
2 *Luchtfilterelemen-
ten in v-snaarbe-
huizing Reinigen.

Vervangen. 
3 *Vo o r r e m Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage. 
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is
bereikt
4 *Achterrem Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage. 
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is
bereikt
5 *Remslangen Controleer op scheurtjes en
beschadigingen.
Zorg voor een correcte plaat- sing van slang(en) en
klem(men). 
Vervangen. Elke 4 jaar
6 *Remvloeistof Verversen. Elke 2 jaar
7 Achterremblok-
keerkabel Kabellengte controleren.
Stel indien nodig bij.
4000 km (2400 mi) na de
eerste 1000 km (600 mi) en daarna elke 5000 km (3000 mi)
8 *Achterremblokke-
ring Controleer de werking.
Controleer de rubberen mof.
Controleer de slijtage-indicator.
Stel indien nodig bij.

9 *Wielen Controleer de speling en con-
troleer op beschadigingen. 
10 *Banden Controleer op slijtage en
beschadigingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig. X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.66121824
2PW-F-D1.book 4 ページ ï¼’ï¼ï¼‘5年9月17日 木曜日 åˆå‰ï¼™æ™‚33分
Page 62 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
11 *Wiellagers Controleer de lagers op speling
of beschadigingen. 
12 *Aandrijfriem Controleer de conditie van de
riem.
Vervang indien beschadigd.
Controleer de riemspanning.
Stel indien nodig bij. 
Elke 10000 km (6000 mi)
tot 40000 km (24000 mi), en elke 5000 km (3000 mi) daarna
13 *Aandrijfpoelie en
aandrijfas Smeren.

14 *Balhoofdlagers Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid. 
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
15 *Framebevestigin-
gen Controleer of alle moeren, bou-
ten en schroeven stevig zijn
vastgezet. 
16 Scharnieras van
voorremhendel Smeren met siliconenvet.

17 Scharnieras van
achterremhendel Smeren met siliconenvet.

18 Zijstandaard, mid-
denbok Controleer de werking.
Smeren met lithiumvet.

19 *Zijstandaardscha-
kelaar Controleer de werking.

20 *Vo o r v o r k Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage. 
21 *Schokdemperunit Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage. 
22 Motorolie Verversen. (Zie pagina’s 4-6 en
7-10.) Wanneer de indicator olie-
verversing knippert
Controleer het olieniveau en controleer de machine op olie-
lekkage. Elke 5000 km (3000 mi)

23 Oliefilterpatroon Vervangen. 
NR. ITEM
X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE CONTROLE
110203040
0.66121824
2PW-F-D1.book 5 ページ ï¼’ï¼ï¼‘5年9月17日 木曜日 åˆå‰ï¼™æ™‚33分
Page 63 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU38263
OPMERKING
ï¬Motorluchtfilter en luchtf ilters van V-snaarbehuizing
Het motorluchtfilter op dit model is v oorzien van een geolied papieren filterelement.
Reinig dit niet met perslucht om beschadiging te voorkomen.
Het motorluchtfilterelement moet vaker worden vervangen en de luchtfilterelemen-
ten van de V-snaarbehuizing moeten vaker worden gereinigd bij rijden in zeer stof-
fige of vochtige gebieden.
ï¬Hydraulisch remsysteem Ververs na het demonteren van de remhoofdcilinders en remklauwen altijd de rem- vloeistof. Controleer regelmatig de remvlo eistofniveaus en vul de reservoirs indien
nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige on derdelen van de hoofdremcilinders en de
remklauwen worden vervangen en de remvloeistof worden ververst.
De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn ge-
scheurd of beschadigd.
24 *Koelsysteem Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage. 
Vervang koelvloeistof. Elke 3 jaar
25 *V-snaar Vervangen. Wanneer de indicator V-snaar-
vervanging knippert [elke 20000 km (12500 mi)]
26 *Voor- en achter-
remschakelaar Controleer de werking.

27 Bewegende delen
en kabels Smeren.

28 *Gasgreep Controleer de werking.
Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien
nodig af.
Smeer de kabel en het kabel- huis. 
29 *Lampen, richting-
aanwijzers en
schakelaars Controleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.

NR. ITEM
X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.66121824
2PW-F-D1.book 6 ページ ï¼’ï¼ï¼‘5年9月17日 木曜日 åˆå‰ï¼™æ™‚33分
Page 64 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU18773
Panelen verwijderen en
aanbrengen
Bij het uitvoeren van sommige onderhouds-
werkzaamheden die in dit hoofdstuk wor-
den beschreven, moeten de afgebeelde
panelen worden verwijderd. Neem deze pa-
ragraaf telkens door om een paneel te ver-
wijderen of aan te brengen.
DAU63780
Paneel A
Om het paneel te verwijderen
1. Verwijder de drukclips.
2. Verwijder het paneel door het naar bui- ten te trekken zoals getoond. Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de drukclips aan.
Paneel B
Om het paneel te verwijderen
1. Verwijder de drukclip.
2. Verwijder het paneel door aan de lin-
ker- en rechterbovenkant te trekken
om deze los te haken, zoals getoond.
1. Paneel A
2. Paneel B
3. Paneel C
1. Paneel D
231
1
1. Drukclip
2. Paneel A
1. Drukclip
2. Paneel B
1
2
1
2
2PW-F-D1.book 7 ページ ï¼’ï¼ï¼‘5年9月17日 木曜日 åˆå‰ï¼™æ™‚33分
Page 65 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
3. Verwijder het paneel zoals getoond.
Om het paneel aan te brengen
1. Steek de lipjes aan de linker- en rech- terbovenkant van het paneel in.
2. Lijn de middelste en onderste uitsteek- sels uit en druk het paneel dan in de
oorspronkelijke positie. 3. Breng de drukclip aan.
Paneel C
Om het paneel te verwijderen
Verwijder de schroeven en trek daarna het
paneel naar achteren en omhoog.
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de schroeven aan.
Paneel D
Om het paneel te verwijderen
Verwijder de schroeven en trek dan het pa-
neel naar buiten.
1. Schroef
2. Paneel C
2
1
2PW-F-D1.book 8 ページ ï¼’ï¼ï¼‘5年9月17日 木曜日 åˆå‰ï¼™æ™‚33分
Page 66 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de schroeven aan.
DAU19643
Controleren van de bougies
Bougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door verhit-
ting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. De conditie van de bougies kan daar-
naast veel duidelijk maken over de conditie
van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin ver-
kleurd zijn (de ideale kleur als normaal met
het voertuig wordt gereden), en alle bougies
in de motor horen dezelfde verkleuring te
hebben. Wanneer een bougie een heel an-
dere kleur vertoont, werkt de motor mogelijk
niet naar behoren. Probeer dergelijke pro-
blemen niet zelf vast te stellen. Laat in
plaats daarvan uw machine nakijken door
een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgeslet en en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafst and op specificatie.
1. Schroef
2. Paneel D
1
2
1
Voorgeschreven bougie:
NGK/CR7E
2PW-F-D1.book 9 ページ ï¼’ï¼ï¼‘5年9月17日 木曜日 åˆå‰ï¼™æ™‚33分
Page 67 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter zo
snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
DAU1985E
Motorolie en oliefilterpatroon
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon wor-
den vervangen volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op de middenbok.
Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat hem twee minuten warmdraaien en zet hem dan uit.
LET OP
DCA11291
Om het olieniveau te controleren moet
de motor koud zijn, anders wordt het ni-
veau verkeerd aangegeven.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijk glas linksonder in
het carter.
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
4. Als de motorolie beneden de merk-
1. Elektrodenafstand
Elektrodenafstand: 0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)
Aanhaalmoment: Bougie:
13 Nm (1.3 m·kgf, 9.4 ft·lbf)
1. Kijkglas olieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1
23
2PW-F-D1.book 10 ページ ï¼’ï¼ï¼‘5年9月17日 木曜日 åˆå‰ï¼™æ™‚33分
Page 68 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging van oliefilterpa-
troon) 1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond.
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de motor om de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de olieaf-
tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
5. Controleer de o-ring op beschadiging en vervang hem indien nodig.
OPMERKING
Sla de stappen 6–8 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.
6. Verwijder de oliefilterpatroon met een oliefiltersleutel.
OPMERKING
De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.
7. Smeer een dun laagje schone motor- olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
1. Olievuldop
1. Olieaftapplug
2. O-ring
3. Pakking
1
12
3
1. Olieaftapplug
2. O-ring
1. Oliefiltersleutel
2. Oliefilterpatroon
1 2
2
1
2PW-F-D1.book 11 ページ ï¼’ï¼ï¼‘5年9月17日 木曜日 åˆå‰ï¼™æ™‚33分
Page 69 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
OPMERKING
Zorg dat de O-ring correct aanligt. 8. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon en zet deze dan met een momentsleutel
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment.
9. Monteer de olieaftapplug met een nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
10. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motorolie,
breng dan de olievuldop aan en zet deze vast.
OPMERKING
Veeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11621
ï¬Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen oliën
met een “CD†dieselspecificatie of
oliën met een hogere kwaliteit dan
gespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II†of hogere aanduiding.
ï¬Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
11. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
12. Zet de motor af, controleer dan het olieniveau en corrigeer indien nodig.
13. Stel de indicator olieverversing terug. (Zie pagina 4-6.)
OPMERKING
Als de motorolie werd ververst voordat de
indicator olieverversing brandde (dus voor-
dat de intervalperiode voor olieverversing
was verstreken), moet de indicator na de
olieverversing worden teruggesteld zodat
het eerstvolgende tijdstip voor olieverver-
sing weer correct wordt aangegeven.
1. O-ring
1. Momentsleutel
Aanhaalmoment:Oliefilterpatroon:17 Nm (1.7 m·kgf, 12 ft·lbf)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:
43 Nm (4.3 m·kgf, 31 ft·lbf)
1
1
Aanbevolen motorolie:Zie pagina 9-1.
Oliehoeveelheid: Olieverversing: 2.70 L (2.85 US qt, 2.38 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterelement: 2.90 L (3.07 US qt, 2.55 Imp.qt)
2PW-F-D1.book 12 ページ ï¼’ï¼ï¼‘5年9月17日 木曜日 åˆå‰ï¼™æ™‚33分
Page 70 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU20071
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU52024Controleren van het koelvloeistofniveau 1. Zet de machine op de middenbok.
OPMERKING
ï¬Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud is,
temperatuurverschille n zijn namelijk
van invloed op het niveau.
ï¬Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistofni-
veau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau via het kijkglas.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
3. Als de koelvloeistof op of beneden de merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de voetplaatmat aan de linkerzijde door deze omhoog
te trekken.
4. Verwijder de afdekkap over het koel- vloeistofreservoir door de schroef los
te halen.
5. Verwijder de dop van het koelvloei- stofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau, en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwijder al-
leen de dop van he t koelvloeistofre-
servoir. Probeer nooit om de
radiatorvuldop te verwijderen als
de motor koud is.
[DWA15162] LET OP:
Als er geen koelvloeistof aanwezig
is, gebruik dan in plaats daarvan
gedistilleerd water of onthard lei-
dingwater. Gebruik geen hard wa-
ter of zout water, dit is schadelijk
voor de motor. Als er in plaats van1. Kijkglas koelvloeistofniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
12
3
1. Mat op de voetplaat
1. Kap koelvloeistofreservoir
2. Schroef
1
1 2
2PW-F-D1.book 13 ページ ï¼’ï¼ï¼‘5年9月17日 木曜日 åˆå‰ï¼™æ™‚33分