YAMAHA TRICITY 300 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2021, Model line: TRICITY 300, Model: YAMAHA TRICITY 300 2021Pages: 112, PDF Size: 15.05 MB
Page 51 of 112
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
5-23
5
Met de motor uit:
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Beweeg de zijstandaard omlaag.
3. Zet de noodstopschakelaar in de stand “run”.
4. Zet het contactslot aan.
5. Bekrachtig de voor- of achterrem.
6. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog uit:
7. Beweeg de zijstandaard omhoog.
8. Bekrachtig de voor- of achterrem.
9. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
10. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Het systeem is in orde. De machine mag worden gebruikt. De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de machine
voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De remschakelaar werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de machine voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de machine voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE NEE JA
Bij deze inspectie moet de machine op de
middenbok worden gezet.
Laat als een storing wordt aangetroffen de
machine nakijken alvorens te gaan rijden.WAARSCHUWING
UBEDD0D0.book Page 23 Monday, October 12, 2020 8:10 AM
Page 52 of 112
Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
6-1
6
DAU1559B
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en proce-
dures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvol doen de inspectie of on derhou d van de machine ver groot het risico op on geval of scha de. Rij d niet met d e machine als u
een pro bleem he bt g evon den. Als een pro bleem niet kan wor den op gelost via de proce dures in d eze handleid ing, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Bran dstof • Controleer het brandstofniv
eau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer de tankoverloopslang op obstakels, scheuren of beschadiging en controleer de slangaansluiting. 5-16, 5-18
Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage. 8-12
Versnellin gsb akolie • Controleer de machine op olielekkage. 8-14
Koelvloeistof • Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloe
istof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage. 8-15
UBEDD0D0.book Page 1 Monday, October 12, 2020 8:10 AM
Page 53 of 112
Voor uw veilighei d – controles voor het rijd en
6-2
6
Vo or re m • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 8-25, 8-25
Achterrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 8-25, 8-25
Gas greep • Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren. 8-21, 8-28
Be dienin gska bels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig. 8-27
Wielen en ban den • Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
8-21, 8-23
Rempe daal • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het pedaalscharnierpunt.
8-29
Remhen dels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten. 8-28
ITEM CONTROLES PAGINA
UBEDD0D0.book Page 2 Monday, October 12, 2020 8:10 AM
Page 54 of 112
Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
6-3
6
Mi dd enbok, zijstan daar d • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de scharnierpunten. 8-29
Frame bevesti gin gen • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast.
—
Instrumenten, verlichtin g,
si gnalering ssysteem en
schakelaars • Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.
—
Zijstan daar dschakelaar • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te
controleren. 5-21
ITEM
CONTROLES PAGINA
UBEDD0D0.book Page 3 Monday, October 12, 2020 8:10 AM
Page 55 of 112
Gebruik en belan grijke rij-informatie7-1
7
DAU15952
Lees de gebruikersha ndleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed ienin gselementen kan lei den tot ver-
lies van d e controle, met mog elijk een
on geval of letsel tot g evolg.
DAU16842
Inrijperiod eDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1600 km (1000 mi) niet te
zwaar worden belast. De verschillende on-
derdelen van de motor slijten op elkaar in
totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn be-
reikt. Rijd tijdens deze periode nooit lang-
durig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAU88951
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 4500 tpm
achtereen draaien. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moeten de motorolie, ein dover-
b ren gin gsolie en het oliefilterelement
wor den vervan gen.
[DCA12932]
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langer dan 5400 tpm
achtereen draaien. 1600 km (1000 mi) en ver
der
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP
DCA23060
Voer het toerental niet zover op dat
d e toerenteller in de ho getoerenzo-
ne wijst.
Als er tij dens de inrijperio de van d e
motor een motorstorin g optree dt,
laat de machine d an onmiddellijk
nazien door een Yamaha dealer.
UBEDD0D0.book Page 1 Monday, October 12, 2020 8:10 AM
Page 56 of 112
Gebruik en belan grijke rij-informatie
7-2
7
DAU91750
De motor startenHet startspersysteem staat starten van de
motor alleen toe wanneer de zijstandaard
omhoog is gezet.
Om de motor te starten1. Draai het contactslot naar ON en zet
de noodstopschakelaar in de stand
“run”.
2. Controleer of de indicator en het/de waarschuwingslampje(s) enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. (Zie
pagina 5-1.)OPMERKINGStart de motor niet als het waarschu-
wingslampje motorstoring blijft bran-
den.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden en aan blijven totdat de
machine een snelheid van 10 km/h (6
mi/h) bereikt.LET OP
DCA24110
Als een waarschuwin gs- of controle-
lampje niet werkt zoals hier boven be-
schreven, vraa g d an uw Yamaha dealer
om de machine te controleren.3. Draai het gas volledig dicht. 4. Druk op de startknop terwijl de voor-
of achterrem wordt bediend.
5. Laat de startkno p los als de motor
start, of na 5 seconden. Wacht 10 se-
conden voordat u opnieuw op de
knop drukt om de accuspanning weer
te laten opbouwen.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor no g
kou d is, d it verkort de levens duur van d e
motor!
DAUM4280
OPMERKINGDit model is uitgerust met een hellings-
hoeksensor, waarbij de motor afslaat bij
kanteling. In dat geval gaat ook het contro-
lelampje voor storing branden, maar dit
duidt niet op een storing. Schakel de ma-
chinevoeding uit en vervolgens weer in om
het controlelampje uit te zetten. Wanneer u
dit niet, doet zal de motor niet aanslaan,
ook al probeert de startmotor de motor op
gang te brengen na het indrukken van de
startknop.
UBEDD0D0.book Page 2 Monday, October 12, 2020 8:10 AM
Page 57 of 112
Gebruik en belan grijke rij-informatie7-3
7
DAU74640
We grij den1. Houd met uw linkerhand de achter-
remhendel ingedrukt, houd met uw
rechterhand de handgreep vast en
duw de machine van de middenbok
af.
2. Ga schrijlings op het zadel zitten en stel de achteruitkijkspiegels af.
3. Controleer of de parkeerrem is gelost. (Zie pagina 5-12.)
4. Schakel de toepasselijke richtingaan-
wijzer in.
5. Controleer op tegemoetkomend ver- keer en draai voorzichtig aan de gas-
greep (rechts) om weg te rijden.
6. Schakel de richtingaanwijzer uit.
DAU16782
Sneller en lan gzamer rij denDe rijsnelheid wordt geregeld door de gas-
greep open of dicht te draaien. Draai de
gasgreep richting (a) om sneller te gaan rij-
den. Draai de gasgreep richting (b) om
langzamer te gaan rijden.
DAU60650
Remmen
WAARSCHUWING
DWA17790
Vermij d har d en a brupt remmen
(met name wanneer u naar één kant
overhelt). Hier door zou de machine
kunnen slippen of kantelen.
Spoorweg overgan gen, tramrails,
ijzeren platen geb ruikt in de weg en-
b ouw en put deksels wor den in nat-
te toestan d zeer g lad. U d ient deze
o bstakels daarom met aan gepaste
snelhei d te na deren en voorzichti g
te passeren.
Onthou d d at remmen op een nat
we gdek veel moeilijker is.
Rijd lan gzaam heuvelafwaarts,
remmen kan tij dens af dalin gen
soms lasti g zijn.1. Sluit de gasklep volledig.
2. Bekrachtig de voor- en achterrem ge-
lijktijdig en oefen daarbij geleidelijk
meer druk uit.
1. Handgreep
1 1
(a)
(b)
UBEDD0D0.book Page 3 Monday, October 12, 2020 8:10 AM
Page 58 of 112
Gebruik en belan grijke rij-informatie
7-4
7
DAU16821
Tips voor een zuini g b ran dstof-
ver bruikHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Voer het toerental niet te hoog op ter-
wijl de motor onbelast draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU89300
ParkerenAls u de machine parkeert, schakel dan de
machinevoeding uit en zet de machine op
de zijstandaard of middenbok. Bekrachtig
de parkeerrem en schakel dan de Smart-
sleutel uit.
WAARSCHUWING
DWA21020
Schakel alvorens van de machine te
stappen de machinevoe din g uit en b e-
krachti g d e parkeerrem.OPMERKINGZelfs als de machine is geparkeerd op een
locatie die wordt afgescheiden door een
hek of een glazen ruit, kunnen andere per-
sonen de motor starten en de machine be-
dienen als de Smart-sleutel zich binnen het
bereik bevindt. Schakel de Smart-sleutel uit
wanneer u de machine achterlaat. (Zie pa-
gina 3-4.)Als de zijstandaard omlaag wordt gezet ter-
wijl de motor draait, slaat de motor af en
klinkt de zoemer gedurende ongeveer 1 mi-
nuut. Zet om de zoemer te stoppen de ma-
chinevoeding uit of zet de zijstandaard
omhoog.
OPMERKING Zet alvorens de machine achter te la-
ten altijd het contactslot op “OFF”
of “ ”. Als u dit nalaat, kan de accu
ontladen raken.
De alarmzoemer voor de zijstandaard
kan zo worden ingesteld dat deze niet
wordt geactiveerd. Neem contact op
met uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA10312
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet wor den, parkeer
d us op een plek waar voet gan gers
of kin deren niet g emakkelijk met
d eze on der delen in aanrakin g kun-
nen komen en bran dwon den kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een hellin g of een
zachte on der gron d, hier door kan
d e machine kantelen met mo gelijk
b ran dstoflekka ge en b rand tot g e-
vol g.
Parkeer niet nab ij gras of an dere
b ran dbare materialen die vlam zou-
d en kunnen vatten.
UBEDD0D0.book Page 4 Monday, October 12, 2020 8:10 AM
Page 59 of 112
Periodiek on derhoud en afstelling
8-1
8
DAU17246
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u
ervoor dat uw machine in zo veilig en effi-
ciënt mogelijke conditie blijft. De eige-
naar/bestuurder van de machine is
verplicht de optimale veiligheid te waarbor-
gen. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot
inspecties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema’s moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn on-
der normale rijcondities. Het is echter mo-
gelijk dat de intervalperioden voor
onderhoud moeten worden verkort afhan-
kelijk van het weer, het terrein, de geografi-
sche locatie en individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van on der-
hou d aan de machine ver groot het risico
op letsel of overlij den tij dens het uitvoe-
ren van on derhou d of het rij den met d e
machine. Als u niet b ekend b ent met
voertui gon derhou d, laat het on derhou d
d an uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van on derhou d d e
motor af tenzij an ders aan geg even.
Een draaien de motor heeft bewe-
g en de delen die lichaams delen of
kle din g kunnen grijpen en elektri-
sche on der delen die schokken of
b ran d kunnen veroorzaken.
Het laten d raaien van de motor tij-
d ens het uitvoeren van ond erhoud
kan lei den tot oo gletsel, bran dwon-
d en, bran d of koolmonoxi dever gif-
ti g in g, mo gelijk met de dood tot
g evol g. Zie pa gina 1-2 voor meer in-
formatie over koolmonoxi de.
WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voering en kunnen tij dens het g eb ruik
zeer heet wor den. Laat on der delen van
het remsysteem afkoelen alvorens d eze
aan te raken.
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-
onderhoud apart gegroepeerd. Dit onder-
houd vereist gespecialiseerde gegevens,
kennis en gereedschap. Onderhoud, ver-
vanging, of reparatie van emissiecontrole-
apparatuur en -systemen kan door elke
gecertificeerde reparateur worden uitge-
voerd (indien van toepassing). Yamaha
dealers beschikken over de training en het
gereedschap om dit onderhoud uit te voe-
ren.
UBEDD0D0.book Page 1 Monday, October 12, 2020 8:10 AM
Page 60 of 112
Periodiek on derhou d en afstelling
8-2
8
DAU85230
Geree dschapssetDe gereedschapsset bevindt zich op de
aangegeven plaats.
De informatie in deze handleiding en het
gereedschap in de gereedschapsset zijn
bedoeld om u te ondersteunen bij het uit-
voeren van preventief onderhoud en kleine-
re reparaties. Voor de correcte uitvoering
van bepaalde onderhoudswerkzaamheden
is echter het gebruik van een momentsleu-
tel en ander gereedschap vereist.OPMERKINGLaat werkzaamheden uitvoeren door een
Yamaha dealer als u niet beschikt over de daarvoor vereiste gereedschappen of erva-
ring.1. Gereedschapsset
1
UBEDD0D0.book Page 2 Monday, October 12, 2020 8:10 AM