YAMAHA XENTER 125 2012 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2012, Model line: XENTER 125, Model: YAMAHA XENTER 125 2012Pages: 84, PDF Size: 1.09 MB
Page 31 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
4-1
DAU15582
VOOR UW VEILIGHEID - CONTROLES VOOR HET RIJDEN
DAU15596
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en pro-
cedures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
DWA11151
WAARSCHUWING
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als
u een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de
machine dan nazien door een Yamaha dealer.
DAU15582
VOOR UW VEILIGHEID - CONTROLES VOOR HET RIJDEN
53B-F819D-D0_CS.indd 4-153B-F819D-D0_CS.indd 4-1
2011/11/01 12:52:572011/11/01 12:52:57
Process BlackProcess Black
Page 32 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
4-2
DAU15582
VOOR UW VEILIGHEID - CONTROLES VOOR HET RIJDENControleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof• Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofl eiding op lekkage.3-3, 3-8~3-9
Motorolie• Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage.6-10
Versnellingsbakolie• Controleer de machine op olielekkage. 6-12
Koelvloeistof• Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage.6-13
Voorrem• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge-
schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-19~6-22
Achterrem• Controleer de werking.
• Smeer indien nodig de kabel.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.6-19~6-20
Gasgreep• Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te
stellen en de kabel en het kabelhuis te smeren.5-2, 6-16, 6-23
53B-F819D-D0_CS.indd 4-253B-F819D-D0_CS.indd 4-2
2011/11/01 12:52:572011/11/01 12:52:57
Process BlackProcess Black
Page 33 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
4-3
DAU15582
VOOR UW VEILIGHEID - CONTROLES VOOR HET RIJDEN
ITEM CONTROLES PAGINA
Bedieningskabels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig.6-22
Wielen en banden• Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profi eldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.6-17~6-19
Remhendels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.3-7~3-8, 6-23
Middenbok• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het scharnierpunt.6-23
Framebevestigingen• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast.-
Instrumenten, verlichting, sig-
naleringssysteem en schake-
laars• Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.3-2~3-7
53B-F819D-D0_CS.indd 4-353B-F819D-D0_CS.indd 4-3
2011/11/01 12:52:572011/11/01 12:52:57
Process BlackProcess Black
Page 34 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
5-1
DAU15943
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAUT3680
Starten van de motor
DCA10250
LET OPZie pagina 5-3 voor instructies over het
inrijden van de motor alvorens de ma-
chine in gebruik wordt genomen.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
De waarschuwingslampjes voor mo-
torstoring en de koelvloeistoftempe-
ratuur moeten enkele seconden op-
lichten en daarna weer uitgaan.
LET
OP:
Als een waarschuwingslampje
niet uit gaat, vraag dan een Yama-
ha dealer het elektrisch circuit te
testen.
[DCAT1170]
2. Sluit de gasklep volledig.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken terwijl de voor- of achterrem
wordt bekrachtigd. LET OP: Trek
voor een maximale levensduur van
de motor nooit hard op als de mo-
tor koud is!
[DCA11041]
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startknop los, wacht een paar se-
conden en probeer het dan opnieuw.
Iedere startpoging moet zo kort mo-
gelijk duren om de accu te sparen.
Laat de startmotor nooit langer dan 10 seconden achtereen draaien.
DAU15943
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU15951
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle
bedieningselementen. Als u de werking
van een functie of bedieningselement niet
begrijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om
uitleg.
DWA10271
WAARSCHUWING
Een onvoldoende vertrouwdheid met
de bedieningselementen kan leiden tot
verlies van de controle, met mogelijk
een ongeval of letsel tot gevolg.
DAU45310
OPMERKINGDit model is uitgerust met een hellings-
hoeksensor, waarbij de motor afslaat bij
kanteling. Om de motor na een kanteling
weer te starten zet u het contactslot eerst
op “OFF” en daarna op “ON”. Als u dat niet
doet zal de motor niet starten, ondanks dat
de motor wordt aangezwengeld als u op
de startknop drukt.
53B-F819D-D0_CS.indd 5-153B-F819D-D0_CS.indd 5-1
2011/11/01 12:52:572011/11/01 12:52:57
Process BlackProcess Black
Page 35 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
5-2
DAU15943
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU16761
WegrijdenOPMERKINGLaat de motor warmdraaien voordat u
wegrijdt.
1. Houd met uw linkerhand de achter-
remhendel ingedrukt, houd met uw
rechterhand de rechterhandgreep
vast en duw de scooter van de mid-
denbok af.
2. Ga schrijlings op het zadel zitten en
stel de achteruitkijkspiegels af.
3. Zet de richtingaanwijzers aan.
4. Controleer op tegemoetkomend ver-
keer en draai voorzichtig aan de gas-
greep (rechts) om weg te rijden.
5. Schakel de richtingaanwijzers uit.
DAU16780
Sneller en langzamer rijden
(a) (b)
De rijsnelheid wordt geregeld door de gas-
greep open of dicht te draaien. Draai de
gasgreep richting (a) om sneller te gaan
rijden. Draai de gasgreep richting (b) om
langzamer te gaan rijden.
DAU16793
Remmen
DWA10300
WAARSCHUWING
● Vermijd hard en abrupt remmen
(met name wanneer u naar één
kant overhelt). De scooter zou na-
melijk kunnen slippen of omvallen.● Spoorwegovergangen, tramrails,
ijzeren platen gebruikt in de we-
genbouw en putdeksels worden in
natte toestand zeer glad. U dient
deze obstakels daarom met aange-
paste snelheid te naderen en voor-
zichtig te passeren.● Onthoud dat remmen op een nat
wegdek veel moeilijker is.● Rijd langzaam heuvelafwaarts,
remmen kan tijdens afdalingen
soms lastig zijn.
1. Sluit de gasklep volledig.
2. Bekrachtig de voor- en achterrem
gelijktijdig en oefen daarbij geleidelijk
meer druk uit.
53B-F819D-D0_CS.indd 5-253B-F819D-D0_CS.indd 5-2
2011/11/01 12:52:572011/11/01 12:52:57
Process BlackProcess Black
Page 36 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
5-3
DAU15943
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU16830
InrijperiodeDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1000 km (600 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit gedurende de eerste 1000 km (600 mi)
niet te zwaar worden belast. De verschil-
lende onderdelen van de motor slijten op
elkaar in totdat de juiste bedrijfsspelingen
zijn bereikt. Rijd tijdens deze periode nooit
langdurig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAUT3540
0 ~ 150 km (0 ~ 90 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig voorbij
1/3 opengedraaid.
Zet de motor steeds af nadat deze een uur
heeft gedraaid en laat deze dan vijf tot tien
minuten lang afkoelen.
Varieer van tijd tot tijd het motortoerental.
Laat de motor niet steeds in één vaste
stand van de gasgreep draaien.
150 ~ 500 km (90 ~ 300 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig voorbij
1/2 opengedraaid.
500 ~ 1000 km (300 ~ 600 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig voorbij
3/4 opengedraaid.
LET OP:
Na 1000 km
(600 mi) moeten de motorolie en de
eindoverbrengingsolie worden ververst
en moet de oliezeef worden gereinigd.
[DCA16501]1000 km (600 mi) en verder
Laat de motor niet langdurig volgas draai-
en. Varieer het toerental zo nu en dan.
DCA10270
LET OPAls tijdens de inrijperiode motorschade
optreedt, vraag dan direct een Yamaha
dealer de machine te controleren.
DAU16820
Tips voor een zuinig brandstof-
verbruikHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips
om het brandstofverbruik te verlagen:● Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.● Voer het toerental niet te hoog op ter-
wijl de motor onbelast draait.● Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoor-
wegovergangen).
53B-F819D-D0_CS.indd 5-353B-F819D-D0_CS.indd 5-3
2011/11/01 12:52:572011/11/01 12:52:57
Process BlackProcess Black
Page 37 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
5-4
DAU15943
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU17213
ParkerenZet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
DWA10311
WAARSCHUWING
● De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen en brandwonden kun-
nen oplopen.● Parkeer nooit op een helling of een
zachte ondergrond, hierdoor kan
de machine kantelen met mogelijk
brandsto ekkage en brand tot ge-
volg.● Parkeer niet nabij gras of andere
brandbare materialen die vlam
zouden kunnen vatten.
53B-F819D-D0_CS.indd 5-453B-F819D-D0_CS.indd 5-4
2011/11/01 12:52:572011/11/01 12:52:57
Process BlackProcess Black
Page 38 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-1
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAUS1823
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u
ervoor dat uw machine in zo veilig en effi -
ciënt mogelijke conditie blijft. De eigenaar/
bestuurder van de machine is verplicht de
optimale veiligheid te waarborgen. Op de
volgende pagina’s wordt de belangrijkste
informatie met betrekking tot inspecties,
afstellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in de perio-
dieke onderhoudsschema’s moeten wor-
den beschouwd als een algemene richtlijn
onder normale rijcondities. Het is echter
mogelijk dat de intervalperioden voor on-
derhoud moeten worden verkort afhanke-
lijk van het weer, het terrein, de geografi -
sche locatie en individueel gebruik.
DWA10321
WAARSCHUWING
Het niet of onjuist uitvoeren van on-
derhoud aan de machine vergroot het
risico op letsel of overlijden tijdens het
uitvoeren van onderhoud of het rijden
met de machine. Als u niet bekend bent
met voertuigonderhoud, laat het onder-
houd dan uitvoeren door uw Yamaha
dealer.
DWA15122
WAARSCHUWING
Zet voor het uitvoeren van onderhoud
de motor af tenzij anders aangegeven.● Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.● Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brandwon-
den, brand of koolmonoxidever-
giftiging, mogelijk met de dood tot
gevolg. Zie pagina 1-2 voor meer
informatie over koolmonoxide.
DWA10330
WAARSCHUWING
Deze scooter is uitsluitend ontworpen
voor gebruik op verharde wegen. Wan-
neer deze scooter wordt gebruikt in
een abnormaal stoffige, modderige of
vochtige omgeving, dient het luchtfil-
terelement vaker te worden gereinigd of
te worden vervangen om snelle slijtage
van de motor te voorkomen. Raadpleeg
een Yamaha dealer voor de juiste on-
derhoudsperiodes.
DWA15460
WAARSCHUWING
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voeringen kunnen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Laat onderdelen van
het remsysteem afkoelen alvorens deze
aan te raken.
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
53B-F819D-D0_CS.indd 6-153B-F819D-D0_CS.indd 6-1
2011/11/01 12:52:572011/11/01 12:52:57
Process BlackProcess Black
Page 39 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-2
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU17521
Boordgereedschapsset
1
1. BoordgereedschapssetDe boordgereedschapsset is te vinden in
het opbergcompartiment onder het zadel.
(Zie pagina 3-11.)
De onderhoudsinformatie in deze hand-
leiding en het gereedschap in de boord-
gereedschapsset zijn bedoeld om u te on-
dersteunen bij het uitvoeren van preventief
onderhoud en kleinere reparaties. Voor
de correcte uitvoering van bepaalde on-
derhoudswerkzaamheden kan echter het
gebruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel vereist zijn.OPMERKINGLaat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-253B-F819D-D0_CS.indd 6-2
2011/11/01 12:52:572011/11/01 12:52:57
Process BlackProcess Black
Page 40 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-3
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU46871
OPMERKING● De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.● Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 30000 km (17500 mi), beginnend vanaf 6000 km (3500 mi).● Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal ge-
reedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU46920
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteemNR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km
(600 mi)6000 km
(3500 mi)
12000 km
(7000 mi)18000 km
(10500 mi)24000 km
(14000 mi)
1 * Brandsto eiding• Controleer de brandstofslangen op scheurtjes of bescha-
digingen.√√√√ √
2 Bougie• Controleer de conditie.
• Reinigen en elektrodenafstand afstellen.√√
• Vervangen.
√√
3 * Ventielen• Controleer de klepspeling.
• Afstellen.√√√√
4 * Brandsto njectie• Controleer het stationair toerental.
√√√√√ √
5*Uitlaatdemper en uit-
laatpijp• Controleer of de schroefklem(men) goed vastzit(ten).
√√√√√
53B-F819D-D0_CS.indd 6-353B-F819D-D0_CS.indd 6-3
2011/11/01 12:52:572011/11/01 12:52:57
Process BlackProcess Black