YAMAHA XT600E 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2002, Model line: XT600E, Model: YAMAHA XT600E 2002Pages: 100, PDF Size: 2.09 MB
Page 11 of 100

2-1
DAU00026
BESCHRIJVING
Locaties van onderdelen
2
1. Koplamp (pagina 6-33)
2. Benzinekraan (pagina 3-8)
3. Accu (pagina 6-31)
4. Gereedschapsset (pagina 6-1)
5. Helmhouder (pagina 3-10)6. Afstelring voor achterschokbreker-
veervoorspanning (pagina 3-10)
7. Zekering (pagina 6-32)
8. Chokeknop (choke) (pagina 3-9)
9. Versnellingspedaal (pagina 3-5)
1
2
3
45
6
7 8 9
Aanzicht linkerzijde
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 10 (1,1)
Page 12 of 100

2-2
BESCHRIJVING
2
10. Luchtfilter (pagina 6-13)
11. Oliefilter (pagina 6-11)
12. Olietank peilstock (pagina 6-10)
13. Achterrempedaal (pagina 3-5, 6-21)
10
11
13
12
Aanzicht rechterzijde
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 11 (1,1)
Page 13 of 100

2-3
BESCHRIJVING
2
1. Koppelingshendel (pagina 3-4, 6-20)
2. Linker stuurschakelaars (pagina 3-3)
3. Snelheidsmeter (pagina 3-2)
4. Kontaktslot-schakelaar (pagina 3-1)
5. Toerenteller (pagina 3-3)
6. Rechter stuurschakelaars (pagina 3-4)7. Voorremhendel (pagina 3-5, 6-21)
8. Gashendel (pagina 6-16, 6-27)
9. Tankdop (pagina 3-6)
1
234
5
67
8 9
Schakelaars en instrumenten
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 12 (1,1)
Page 14 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
Contactslot/stuurslot-unit.................................................................................3-1
Controlelampjes ..............................................................................................3-2
Snelheidsmeterunit .........................................................................................3-2
Toerenteller .....................................................................................................3-3
Stuurschakelaars ............................................................................................3-3
Koppelingshendel............................................................................................3-4
Schakelpedaal.................................................................................................3-5
Remhendel ......................................................................................................3-5
Rempedaal ......................................................................................................3-5
Vuldop brandstoftank ......................................................................................3-6
Brandstof .........................................................................................................3-6
Brandstofkraan ................................................................................................3-8
Chokeknop .....................................................................................................3-9
Zadel ...............................................................................................................3-9
Helmbevestiging............................................................................................3-10
Afstellen van de schokdemperunit ................................................................3-10
Zijstandaard ..................................................................................................3-11
Startspersysteem ..........................................................................................3-12
3
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 13 (1,1)
Page 15 of 100

3-1
DAU00029
Contactslot/stuurslot-unitContactslot/stuurslot-unitVia het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtings-
systemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
DAU00036
ON
Alle elektrische systemen worden elek-
trisch gevoed en de motor kan worden
gestart. De sleutel kan niet worden uitge-
nomen.
DAU00038
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DAU00040
X@Draai de contactsleutel nooit naar
“OFF” of naar “LOCK” terwijl de
motorfiets rijdt; elektrische systemen
worden dan afgeschakeld en mogelijk
zult u zo de macht over het stuur ver-
liezen of een ongeval veroorzaken.
Zorg altijd dat de motorfiets stilstaat
voordat u de sleutel naar “OFF” of
naar “LOCK” draait.
DAU01590
. .
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht
en het parkeerlicht branden, maar alle
overige elektrische systemen zijn uitge-
schakeld. De sleutel kan worden uitgeno-
men.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “
.” te kunnen draaien.
DCA00043
<>Gebruik de parkeerverlichting niet
gedurende langere tijd, anders kan de
accu ontladen raken.
DAU00027
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
ON
OFF
LOCK.
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektri-
sche systemen zijn uitgeschakeld. De
sleutel kan worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai hem dan naar de “LOCK”-
stand. Houd de sleutel hierbij inge-
drukt.
3. Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in en draai hem dan naar
“OFF” terwijl de sleutel ingedrukt wordt
gehouden.
12
1. Indrukken.
2. Draaien.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 14 (1,1)
Page 16 of 100

3-2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00056
ControlelampjesControlelampjes
DAU00063
Controlelampje grootlicht “&”Controlelampje grootlichtDit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is inge-
schakeld.
DAU00061
Controlelampje “N” voor vrijstandControlelampje vrijstandDit controlelampje brandt wanneer de
versnellingsbak in de vrijstand staat.
DAU00057
Controlelampje “5” richtingaanwij-
zersControlelampje richtingaanwijzersDit controlelampje knippert wanneer de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar
de linker- of rechterstand is gedrukt.
12
3&
5
N
1. Controlelampje grootlicht “&”
2. Controlelampje “N” voor vrijstand
3. Controlelampje “5” richtingaanwijzers
DAU00095
SnelheidsmeterunitSnelheidsmeterunitDe snelheidsmeterunit is voorzien van
een snelheidsmeter, een kilometerteller
en een ritteller. De snelheidsmeter toont
de actuele rijsnelheid. De kilometerteller
toont de totale afgelegde afstand. De rit-
teller toont de afstand afgelegd sinds de
teller het laatst via de terugstelknop werd
teruggesteld op nul. De ritteller kan wor-
den gebruikt om de afstand te schatten
die met een volle brandstoftank kan wor-
den afgelegd. Deze informatie stelt u in
staat de volgende tankstops te plannen.
1
2
4
3
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
3. Ritteller
4. Nulstelknop
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 15 (1,1)
Page 17 of 100

3-3
DAU00102
ToerentellerToerentellerMet de toerenteller kan de motorrijder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden.
DC000003
<>Laat de motor niet draaien terwijl de
toerenteller aanwijst in de rode zone.
Rode zone: 7.000 tpm en hoger
DAU03888
Dimlichtschakelaar “
%/&
”
DimlichtschakelaarZet deze schakelaar op “&” voor groot-
licht en op “%” voor dimlicht.
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar “
4/6
”
RichtingaanwijzerschakelaarDruk deze schakelaar naar “6” om
afslaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar “4” om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten keert
de schakelaar terug naar de midden-
stand. Om de richtingaanwijzers uit te
schakelen wordt de schakelaar ingedrukt
nadat hij is teruggekeerd in de midden-
stand.
DAU00129
Claxonschakelaar “
*
”
ClaxonschakelaarDruk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
1
5&
N
a
1. Toerenteller
2. Rode zone
DAU00118
StuurschakelaarsStuurschakelaars
DAU03898
Lichtschakelaar “
9/'
/:
”
LichtschakelaarZet deze schakelaar in de stand “
'
”
om het parkeerlicht, het achterlicht en de
instrumentenverlichting in te schakelen.
Zet de schakelaar in de stand “
:
” om
ook de koplamp in te schakelen. Zet de
schakelaar in de stand “
9” om alle verlich-
ting uit te schakelen.
DAU00119
Lichtsignaalschakelaar “&”LichtsignaalschakelaarDruk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
4 5 123*
1. Lichtschakelaar “9/
'
/:”
2. Lichtsignaalschakelaar “&”
3. Dimlichtschakelaar “%/&”
4. Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
5. Claxonschakelaar “*”
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 16 (1,1)
Page 18 of 100

3-4
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU03890
Noodstopschakelaar “
$/#
”
NoodstopschakelaarZet deze schakelaar op “
#
” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“
$
” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.
DAU00143
Startknop “
,
”
StartknopDruk deze knop in om de motor door mid-
del van de startmotor te starten.
DC000005
<>Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
1
2
,
1. Noodstopschakelaar “$/#”
2. Startknop “,”
DAU00152
KoppelingshendelKoppelingshendelDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppe-
len. Laat de hendel los om de koppeling
te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam
worden losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-12 voor
uitleg over het startspersysteem.)
1
1. Koppelingshendel
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 17 (1,1)
Page 19 of 100

3-5
DAU00157
SchakelpedaalSchakelpedaalHet schakelpedaal bevindt zich aan de
linkerzijde van de motor en wordt in com-
binatie met de koppelingshendel gebruikt
bij het schakelen van de versnellingen
van de 5-traps constant-mesh versnel-
lingsbak op deze motorfiets.FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
1
1. Versnellingspedaal
DAU00158
RemhendelRemhendelDe remhendel bevindt zich aan de rech-
terstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de voorrem te bekrachtigen.
1
1. Voorremhendel
DAU00162
RempedaalRempedaalHet rempedaal bevindt zich aan de rech-
terzijde van de motorfiets. Trap op het
rempedaal om de achterrem te bekrachti-
gen.
1
1. Achterrempedaal
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 18 (1,1)
Page 20 of 100

3-6
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00177
Vuldop brandstoftank
Vuldop brandstoftank
Verwijderen van de tankdop
1. Steek de sleutel in het slot en draai
een kwartslag linksom.
2. Draai de tankdop 1/3 slag linksom
en trek hem los.
Aanbrengen van de tankdop
1. Breng de tankdop aan in de vulope-
ning van de brandstoftank met de
sleutel in het slot, en draai dan de
dop 1/3 slag rechtsom.
2. Draai de sleutel 1/4 slag rechtsom
en neem hem dan uit.
OPMERKING:De tankdop kan alleen worden aange-
bracht met de sleutel in het slot.
Bovendien kan de sleutel niet worden uit-
genomen als de tankdop niet correct aan-
gebracht en vergrendeld is.
DW000023
X@Controleer of de tankdop correct is
afgesloten en vergrendeld alvorens te
gaan rijden.
b
a
a. Ontsluiten.
b. Openen.
DAU03753
BrandstofBrandstofControleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals
getoond.
DW000130
X@8Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen
zodra deze warm wordt en uitzet.
8Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
2
1
1. Vulslang
2. Brandstofnivo
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 19 (1,1)