YAMAHA XT600E 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2002, Model line: XT600E, Model: YAMAHA XT600E 2002Pages: 100, PDF Size: 2.09 MB
Page 31 of 100

4-3
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4
Framebevestigingen•Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
•Zet zo nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars•Controleer de werking.
•Corrigeer als dat nodig is.3-1–3-4, 6-33–6-36
Zijstandaardschakelaar•Controleer de werking van het startspersysteem.
•Als het systeem defect is, vraag dan een Yamaha dealer de machine na te kijken.3-11–3-13 ONDERDEEL CONTROLES PAGINAOPMERKING:Voordat de motorfiets wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt maar weinig
tijd in beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard.
DWA00033
X@Wanneer functies vermeld in de Controlelijst voor Gebruik niet naar behoren werken, laat dan een inspectie uitvoeren en
eventueel repareren voordat u de machine gebruikt.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 30 (1,1)
Page 32 of 100

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
Starten van de motor.......................................................................................5-1
Starten van een warme motor .........................................................................5-2
Schakelen van versnellingen ..........................................................................5-3
Aanbevolen schakelpunten (alleen voor Zwitserland).....................................5-3
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ...........................................................5-4
Inrijperiode ......................................................................................................5-4
Parkeren..........................................................................................................5-5
5
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 31 (1,1)
Page 33 of 100

1. Draai de kraanhendel in “ON”.
2. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “#” is gezet.
3. Schakel de versnellingsbak in de
vrijstand.OPMERKING:Als de versnellingsbak in de vrijstand
staat, moet het vrijstandcontrolelampje
branden; zo niet, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.4. Zet de choke aan en draai de gas-
greep helemaal dicht. (Zie pagina
3-9 voor de bediening van de
choke.)
5. Start de motor door de startknop in
te drukken.
5-1
DAU00372
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU00373
X@8Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties
en hun werking voordat u gaat rij-
den. Informeer bij een Yamaha
dealer als u de werking van een
schakelaar of functie niet volko-
men begrijpt.
8Start de motor nooit in een afge-
sloten ruimte en laat deze hierin
ook niet lange tijd aaneen draaien.
Uitlaatgassen zijn giftig en het
inademen ervan kan al binnen
korte tijd leiden tot bewusteloos-
heid en dodelijk letsel. Controleer
altijd of er voldoende ventilatie is.
8Controleer of de zijstandaard is
ingetrokken alvorens weg te rij-
den. Als de zijstandaard niet
behoorlijk is ingetrokken, kan
deze de grond raken en zo de
motorrijder afleiden, waardoor u
de macht over het stuur verliest.
DAU03515
Starten van de motorStarten van de motorHet startspersysteem staat starten alleen
toe als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
8De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
8De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
DW000054
X@8Controleer voor het starten van de
motor de werking van het starts-
persysteem en volg daarbij de
werkwijze beschreven op pagina
3-13.
8Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 32 (1,1)
Page 34 of 100

5-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
7. Zet de choke uit zodra de motor
warm is.OPMERKING:De motor is warm wanneer hij normaal
reageert op de gasbediening terwijl de
choke uit is gezet.
DAU01258
Starten van een warme motorStarten van een warme motorVolg dezelfde procedure als bij starten
van een koude motor, alleen is het
gebruik van de choke niet nodig als de
motor warm is.
OPMERKING:Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden
en probeer het dan opnieuw. Om de accu
te sparen, dient u de startmotor nooit lan-
ger dan 10 seconden achtereen te laten
draaien.6. Zet na het starten van de motor de
chokehendel tot halverwege terug.
DCA00055
<>De motor gaat het langst mee als hij
steeds eerst warmdraait alvorens weg
te rijden. Trek nooit snel op terwijl de
motor nog koud is!
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 33 (1,1)
Page 35 of 100

5-3
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU00423
Schakelen van versnellingenSchakelen van versnellingenDoor de versnellingen te schakelen kunt
u het beschikbare motorvermogen dose-
ren bij het wegrijden, optrekken, tegen
een helling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKING:Om de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enke-
le malen ingetrapt totdat het einde van de
slag bereikt is, waarna het pedaal iets
wordt opgetrokken.
DC000048
<>8Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnel-
lingsbak in de vrijstand, en sleep
de motorfiets niet over lange
afstanden. De versnellingsbak
wordt alleen afdoende gesmeerd
terwijl de motor draait. Door
onvoldoende smering kan de ver-
snellingsbak worden beschadigd.
8Gebruik altijd de koppeling om de
versnellingsbak te schakelen om
zo schade aan de motor, de ver-
snellingsbak en de aandrijving te
voorkomen; door hun constructie
zijn deze niet bestand tegen de
schokken die optreden bij belast
schakelen.
DAU02941
Aanbevolen schakelpunten
(alleen voor Zwitserland)Schakelpunten (alleen voor Zwitserland)De aanbevolen schakelpunten tijdens
accelereren staan vermeld in de tabel
hierna.OPMERKING:Wanneer ineens twee versnellingen tege-
lijk wordt teruggeschakeld, moet in gelijke
mate snelheid worden geminderd (bij-
voorbeeld minderen tot 35 km/u bij terug-
schakelen van de 4e naar de 2e versnel-
ling).
1
5
4
3
2
N
1
1. Versnellingspedaal
N. Vrijstand
Aanbevolen snelheid
(km/u)
1e→2e
2e→3e
3e→4e
4e→5e23
36
50
60
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 34 (1,1)
Page 36 of 100

5-4
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU00424
Tips voor een zuinig brandstof-
verbruikBrandstofverbruik, tips voor een zuinigHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips
om het brandstofverbruik te verlagen:
8Laat de motor goed warmdraaien.
8Zet de choke zo snel mogelijk uit.
8Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u acce-
lereert.
8Geef geen gas tijdens het terug-
schakelen en voorkom dat de motor
onbelast met een hoog toerental
draait.
8Laat de motor niet langdurig statio-
nair draaien maar zet hem af (bij-
voorbeeld in files, bij stoplichten of
bij spoorwegovergangen).
DAU01128
InrijperiodeInrijperiodeDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1.600 km. Lees daarom de volgende
informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1.600 km niet te zwaar wor-
den belast. De verschillende onderdelen
van de motor slijten op elkaar in totdat de
juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd
tijdens deze periode nooit langdurig vol-
gas en vermijd ook andere manoeuvres
die tot oververhitting van de motor kun-
nen leiden.
DAU04315
0–1.000 km
Laat de motor niet langdurig meer dan
4,000 tpm draaien.
1.000–1.600 km
Laat de motor niet langdurig meer dan
5,000 tpm draaien.
DCA00058
<>Nadat 1.000 km zijn afgelegd moet de
motorolie worden ververst en het olief-
ilterelement worden vervangen.1.600 km en verder
De machine kan nu verder normaal wor-
den gebruikt.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 35 (1,1)
Page 37 of 100

5-5
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DC000053
<>8
8
Voer het toerental niet zover op
dat de toerenteller aanwijst in de
rode zone.
8 8
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
DAU00457
ParkerenParkerenZet om te parkeren de motor af, neem de
sleutel uit het contactslot en draai dan de
benzinekraan naar “OFF”.
DW000058
X@8De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking
kunnen komen.
8Parkeer niet op een helling of op
een zachte ondergrond, de motor
zou dan kunnen omvallen.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 36 (1,1)
Page 38 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
Boordgereedschapsset ............................................. 6-1
Periodiek smeer- en onderhoudsschema ................. 6-3
Stroomlijn- en framepanelen verwijderen
en aanbrengen ...................................................... 6-6
Controleren van de bougie ....................................... 6-8
Motorolie en oliefilterelement ....................................6-10
Reinigen van het luchtfilterelement ........................ 6-13
Afstellen van de carburateur ................................... 6-14
Afstellen van het stationair toerental ....................... 6-15
Afstellen van de vrije slag van de gaskabel ........... 6-16
Afstellen van de klepspeling ................................... 6-16
Banden .....................................................................6-16
Spaakwielen ........................................................... 6-19
Afstellen van de vrije slag van de
koppelingshendel ..................................................6-20
Afstellen van de vrije slag van de
remhendel .............................................................6-21
De stand van het rempedaal afstellen ......................6-21
Afstellen van de remlichtschakelaar
achterrem ..............................................................6-22
Controleren van de remblokken voor-
en achter ...............................................................6-22
Controleren van remvloeistofniveau .........................6-23
Verversen van remvloeistof ......................................6-24
Doorbuiging aandrijfketting .......................................6-25
Smeren van de aandrijfketting ..................................6-26Controleren en smeren van de kabels ......................6-27
Controleren en smeren van gasgreep en
gaskabel ................................................................6-27
Controleren en smeren van rem- en
schakelpedalen .....................................................6-28
Controleren en smeren van de rem- en
koppelingshendel ..................................................6-28
Controleren en smeren van de zijstandaard .............6-28
Smeren van achterwielophanging ............................6-29
Controleren van de voorvork ....................................6-29
Controle van stuursysteem .......................................6-30
Controleren van wiellagers .......................................6-30
Accu ..........................................................................6-31
Zekering vervangen ..................................................6-32
Koplampgloeilamp vervangen ..................................6-33
Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen ................6-35
Gloeilamp in remlicht/achterlicht vervangen .............6-35
Ondersteunen van de motorfiets ..............................6-36
Voorwiel ....................................................................6-37
Achterwiel .................................................................6-39
Storingzoeken ...........................................................6-41
Storingzoekschema ..................................................6-42
6
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 37 (1,1)
Page 39 of 100

6-1
DAU00462
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU01175
BoordgereedschapssetBoordgereedschapssetDe boordgereedschapsset is te vinden
achter paneel A. (Zie pagina 6-7 voor het
verwijderen en aanbrengen van het
paneel.
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van pre-
ventief onderhoud en kleinere reparaties.
Het gebruik van extra gereedschap zoals
een momentsleutel kan echter nodig zijn
om bepaalde onderhoudswerkzaamhe-
den correct uit te voeren.
DW000060
X@Vraag een Yamaha dealer het onder-
houdswerk uit te voeren als u hiermee
niet echt vertrouwd bent.
DAU00464
Veiligheid is de verantwoordelijkheid van
de eigenaar. Door periodiek inspecties,
afstellingen en smeerbeurten uit te laten
voeren, zorgt u ervoor dat uw machine in
zo veilig en efficiënt mogelijke conditie
blijft. Op de volgende pagina’s wordt de
belangrijkste informatie met betrekking tot
inspecties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema zijn
slechts te beschouwen als algemene
richtlijn voor normale rijomstandigheden.
Het is echter mogelijk dat de INTERVAL-
PERIODEN VOOR ONDERHOUD MOE-
TEN WORDEN VERKORT AFHANKE-
LIJK VAN HET WEER, HET TERREIN,
DE GEOGRAFISCHE LOCATIE EN INDI-
VIDUEEL GEBRUIK.
1
1. Gereedschapsset
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 38 (1,1)
Page 40 of 100

6-2
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
OPMERKING:Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het
gereedschap of de ervaring die voor
bepaalde werkzaamheden vereist zijn.
DW000063
X@Door modificaties die niet door
Yamaha zijn goedgekeurd kan het
motorvermogen achteruitgaan of de
machine te onveilig worden om nog te
gebruiken Raadpleeg een Yamaha
dealer voordat u zelf wijzigingen aan-
brengt.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 39 (1,1)