YAMAHA XT600E 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2002, Model line: XT600E, Model: YAMAHA XT600E 2002Pages: 100, PDF Size: 2.09 MB
Page 51 of 100

6-13
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DC000076
<>Controleer na olie verversen de olie-
druk zoals hierna beschreven.11. Verwijder de onluchtingsschroef en
start dan de motor. Laat stationair
draaien om te zien of de olie uit de
ontluchtingsopening stroomt. Als olie
uit de opening stroomt, zet dan de
motor af en breng de ontluchtings-
schroef aan. Als er na een paar
minuten nog geen olie uit de ont-
luchtingsopening stroomt, zet dan de
motor direct af en vraag een
Yamaha dealer de oorzaak op te
sporen.12. Start de motor, laat hem een paar
minuten stationair draaien en contro-
leer daarbij op olielekkage. Als er
sprake is van olielekkage, zet de
motor dan direct af en zoek de oor-
zaak.
13. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer zo nodig.
1
1. Onluchtingsschroef
DAU03514
Reinigen van het
luchtfilterelementLuchtfilterelement, reinigenHet luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. Reinig het luchtfilterelement
vaker als u in zeer stoffige of vochtige
gebieden rijdt.
1. Verwijder het paneel B. (Zie pagina
6-8 voor het verwijderen en aan-
brengen van het paneel.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel door
de schroeven los te halen en trek
dan het luchtfilterelement eruit.
1
1
1. Schroef (×7)
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 50 (1,1)
Page 52 of 100

6-14
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
3. Geef een paar tikjes tegen het lucht-
filterelement om het meeste stof en
vuil te verwijderen en blaas dan het
nog achtergebleven vuil weg met
perslucht zoals afgebeeld. Vervang
het luchtfilterelement als dit bescha-
digd is.
4. Steek het luchtfilterelement in het
luchtfilterhuis, het pijlteken bovenop
moet naar binnen toe wijzen.
DAU00629
Afstellen van de carburateurCarburateur, afstellenDe carburateur vormt een belangrijk
onderdeel van de motor en moet zeer
precies worden afgesteld. Laat daarom
de meeste carburateurafstellingen over
aan een Yamaha dealer die over de
benodigde vakkennis en ervaring
beschikt. De afstelling die in het volgende
hoofdstuk is beschreven, wordt echter als
onderdeel van het routineonderhoud
beschouwd en kan wel door de eigenaar
worden uitgevoerd.
DC000094
<>De carburateur werd op de Yamaha
fabriek ingesteld en uitgebreid getest.
Als deze afstellingen worden gewijzigd
zonder dat voldoende technische ken-
nis aanwezig is, kan de werking van de
motor achteruitgaan of wordt de motor
beschadigd.
1
1. Net-zijde
DC000082
<>8Controleer of het luchtfilterele-
ment correct in het luchtfilterhuis
is geplaatst.
8Laat de motor nooit draaien zon-
der dat het luchtfilterelement aan-
wezig is, dat kan leiden tot over-
matige slijtage bij de zuiger en/of
de cilinder.5. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
6. Monteer het paneel.
1
1. Pijlteken
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 51 (1,1)
Page 53 of 100

6-15
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU00632
Afstellen van het stationair
toerentalStationair toerental, afstellenHet stationair toerental moet als volgt
worden gecontroleerd en eventueel afge-
steld volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.
1. Start de motor en laat een paar
minuten warmdraaien bij 1.000–
2.000 tpm, terwijl nu en dan het gas
wordt opengedraaid naar
4.000–5.000 tpm.OPMERKING:De motor is voldoende warm als deze
snel reageert op de gasbediening.
OPMERKING:Als het voorgeschreven stationair toeren-
tal niet haalbaar is volgens de hierboven
beschreven werkwijze, vraag dan een
Yamaha dealer de afstelling uit te voeren.
2. Controleer het stationair toerental en
stel dit zo nodig volgens de specifi-
catie af door de gasklepstelschroef
te verdraaien. Draai om het statio-
nair toerental te verhogen de schroef
richting a. Draai om het stationair
toerental te verlagen de schroef rich-
ting b.
1
b
a
1. Gasklepstelschroef
Stationair toerental:
1.200 – 1.400 tpm
(Behalve voor CH)
1.300 – 1.400 tpm
(Voor CH)
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 52 (1,1)
Page 54 of 100

6-16
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU00635
Afstellen van de vrije slag van
de gaskabel Gaskabel, afstellen van vrije slagDe vrije slag van de gaskabel dient
3–5 mm te bedragen bij de gasgreep.
Controleer de vrije slag van de gaskabel
regelmatig en laat zo nodig afstellen door
een Yamaha dealer.
a
a. Vrije slag van de gaskabel
DAU04259
Banden
Banden
Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optima-
le prestatie, levensduur en veilige werking
van uw motorfiets.
Bandspanning
De bandspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en eventueel worden
bijgesteld.
DW000082
X@8 8
De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld terwijl
de banden koud zijn (wanneer de
temperatuur van de banden gelijk
is aan de omgevingstemperatuur).
8 8
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en
het totale gewicht van rijder, pas-
sagier, bagage en accessoires dat
voor dit model is vastgesteld.
DAU00637
Afstellen van de klepspelingKlepspeling, afstellenDe klepspeling kan tijdens gebruik gaan
afwijken, waardoor de lucht/brandstof-
verhouding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een
Yamaha dealer worden afgesteld volgens
de intervalperioden vermeld in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 53 (1,1)
Page 55 of 100

6-17
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
8 8
Pas de luchtdruk in de wielophan-
ging en de bandspanning aan op
het te vervoeren gewicht.
8 8
Controleer vóór iedere rit de con-
ditie en spanning van de banden.
DWA00012
X@De aanwezigheid van bagage is van
grote invloed op het weggedrag, de
rem- en rij-eigenschappen en de veilig-
heid van uw motor, neem dus de vol-
gende voorzorgen in acht.
8 8
DE MOTORFIETS NOOIT OVER-
BELADEN! Rijden met een over-
beladen motorfiets kan leiden tot
beschadiging van de banden,
controleverlies of ernstig letsel.
Zorg dat het totale gewicht van de
motorrijder, de passagier, de
bagage en de gemonteerde acces-
soires nooit het voorgeschreven
maximumlaadgewicht voor de
machine overschrijdt.
8 8
Vervoer geen los verpakte spullen
die tijdens de rit kunnen gaan
schuiven.
8 8
Bevestig de zwaarste spullen op
veilige wijze dicht bij het midden
van de motorfiets en verdeel het
gewicht over beide zijden.
Bandenspanning
(gemeten op koude banden)
Belasting* Voor Achter
Tot 90 kg
150 kPa
(1,50 kgf/cm
2,
1,50 bar)150 kPa
(1,50 kgf/cm
2,
1,50 bar)
90 kg–maximale
150 kPa
(1,50 kgf/cm
2,
1,50 bar)225 kPa
(2,25 kgf/cm
2,
2,25 bar)
Terreinrijden
125 kPa
(1,25 kgf/cm
2,
1,25 bar)125 kPa
(1,25 kgf/cm
2,
1,25 bar)
Rijden met hoge
snelheid
150 kPa
(1,50 kgf/cm
2,
1,50 bar)225 kPa
(2,25 kgf/cm
2,
2,25 bar)
Maximale belasting* 180 kg
* Totaal gewicht van motorrijder, passagier, bagage
en accessoires
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 54 (1,1)
Page 56 of 100

6-18
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Inspectie van banden
Voor elk rit moeten de banden worden
gecontroleerd. Als de bandprofieldiepte
op het midden van de band de vermelde
limiet heeft bereikt, de band spijkers of
stukjes glas bevat of wanneer de wang
van de band scheurtjes vertoont, moet de
band onmiddellijk door een Yamaha
dealer worden vervangen.
a
1
1. Zijwand
a. Profieldiepte
DW000078
X@8 8
De banden op de voor- en achter-
wielen horen van hetzelfde merk
en dezelfde constructie te zijn,
anders is het weggedrag van de
motor mogelijk niet normaal.
8 8
Na uitgebreide testen zijn alleen
de hieronder vermelde banden
voor dit model goedgekeurd door
Yamaha Motor Co., Ltd.
OPMERKING:De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem
altijd de lokale voorschriften in acht.Bandeninformatie
Deze motorfiets is uitgerust met tubeless
banden.
Minimale bandprofiel-
diepte (voor en achter)1,6 mm
VOOR
Merk Maat ModelBRIDGESTONE
90/90-21 54S
TW47
90/90-21 M/C 54S
DUNLOP90/90-21 54S
TRAIL MAX L
90/90-21 M/C 54S
ACHTER
Merk Maat Model
BRIDGESTONE
120/90-17 64S
TW48
120/90-17 M/C 64S
DUNLOP120/90-17 64S
TRAIL MAX
120/90-17 M/C 64S
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 55 (1,1)
Page 57 of 100

6-19
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU00681
X@8Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen.
Rijden op een motor met versle-
ten banden is niet alleen verbo-
den, maar dit heeft ook een aver-
echts effect op de rijstabiliteit,
waardoor u de macht over het
stuur zou kunnen verliezen.
8De vervanging van onderdelen
van wielen en remmen, inclusief
banden, dient te worden overgela-
ten aan een Yamaha dealer, die
over de nodige vakkundige kennis
en ervaring beschikt.
8Het is sterk af te raden een lekke
binnenband te plakken. Als het
niet anders kan, moet de band
zeer zorgvuldig worden geplakt
en dan zo snel mogelijk worden
vervangen door een nieuwe band
van goede kwaliteit.
8Rijd niet te snel direct na het verwis-
selen van een band. Het bandopper-
vlak dient eerst te zijn ingereden
voordat het zijn optimale eigen-
schappen verkrijgt.
DAU00685
SpaakwielenWielenLet bij de voorgeschreven wielen op het
volgende voor een optimale prestatie,
levensduur en veilige werking van uw
motorfiets.
8Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging of kromheid en de spa-
ken op losheid. Laat ingeval van
schade het wiel door een Yamaha
dealer vervangen. Probeer het wiel
nooit zelf te repareren, hoe klein de
reparatie ook is. Vervang een wiel
dat vervormd is of haarscheurtjes
vertoont.
8Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren,
of kan een slechte wegligging en
een verkorte levensduur van de ban-
den tot gevolg hebben.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 56 (1,1)
Page 58 of 100

6-20
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU00694
Afstellen van de vrije slag van
de koppelingshendelKoppelingshendel, vrije slag afstellenDe vrije slag van de koppelingshendel
moet 10–15 mm bedragen, zoals weerge-
geven. Controleer de vrije slag van de
koppelingshendel regelmatig en stel zo
nodig als volgt af.
1. Draai de borgmoer bij de koppe-
lingshendel los.
2. Draai de stelbout richting avoor
meer vrije slag van de koppelings-
hendel. Draai de stelbout richting b
voor minder vrije slag van de koppe-
lingshendel.
a
b 12
c1. Borgmoer (koppelingshendel)
2. Stelbout
c. Vrije slag
7. Draai de borgmoer bij de koppe-
lingshendel en op het carter vast.
3. Als de voorgeschreven vrije slag van
de koppelingshendel werd gehaald
zoals hierboven beschreven, zet dan
de borgmoer vast en sla de rest van
de afstelprocedure over; zo niet, ga
dan als volgt verder.
4. Draai de stelbout bij de koppelings-
hendel richting aom de koppelings-
kabel losser te stellen.
5. Draai de borgmoer bij het carter los.
6. Draai de stelmoer richting avoor
meer vrije slag van de koppelings-
hendel. Draai de stelmoer richting b
voor minder vrije slag van de koppe-
lingshendel.
b
a
2
1
1. Borgmoer (carter)
2. Stelbout
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 57 (1,1)
Page 59 of 100

6-21
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU00696
Afstellen van de vrije slag van
de remhendelRemhendel, afstellen van vrije slagDe vrije slag van de remhendel dient
2–5 mm te bedragen, zoals weergege-
ven. Controleer de vrije slag van de rem-
hendel regelmatig en stel deze indien
nodig als volgt af.
1. Draai de borgmoer bij de remhendel
los.
2. Draai de stelbout richting avoor
meer vrije slag van de remhendel.
Draai de stelbout richting bvoor
minder vrije slag van de remhendel.
1
2b
a
c
1. Borgmoer
2. Afstelbout
c. Vrije slag
DAU00712
De stand van het rempedaal
afstellenRempedaalstand, afstellenDe bovenzijde van het rempedaal moet
op een afstand van ca. 12 mm onder de
voetsteun staan, zoals te zien in de
afbeelding. Controleer de stand van het
rempedaal regelmatig en laat zo nodig
afstellen door een Yamaha dealer.
a
a. Pedaalhoogte
3. Draai de borgmoer vast.
DW000099
X@8Na het afstellen van de vrije slag
van de remhendel moet de vrije
slag worden gecontroleerd, om
zeker te zijn dat de rem naar
behoren werkt.
8Een zacht of sponzig gevoel in de
remhendel kan betekenen dat er
lucht in het hydraulisch systeem
aanwezig is. Als er lucht in het
hydraulisch systeem zit, moet het
systeem door een Yamaha dealer
worden ontlucht voordat de
motorfiets wordt gebruikt. Lucht
in het hydraulisch systeem heeft
een negatief effect op de remwer-
king, waardoor u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen
met een ongeluk als gevolg.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 58 (1,1)
Page 60 of 100

6-22
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DW000109
X@Als het rempedaal zacht of sponzig
aanvoelt, wijst dat erop dat er lucht in
het hydraulisch systeem zit. Als er
lucht in het hydraulisch systeem zit,
moet het systeem door een Yamaha
dealer worden ontlucht voordat de
motorfiets wordt gebruikt. Lucht in het
hydraulisch systeem heeft een nega-
tief effect op de remwerking, waardoor
u de macht over het stuur zou kunnen
verliezen met een ongeluk als gevolg.
DAU00721
Controleren van de remblokken
voor- en achterRemblokken, controlerenDe remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU00713
Afstellen van de
remlichtschakelaar achterremRemlichtschakelaar, afstellenDe remlichtschakelaar, die wordt geacti-
veerd door het rempedaal, is correct
afgesteld wanneer het remlicht gaat bran-
den vlak voordat de remwerking intreedt.
Stel zo nodig de remlichtschakelaar als
volgt af.
Terwijl de stelmoer wordt gedraaid, moet
de remlichtschakelaar op zijn plaats wor-
den gehouden. Draai de stelmoer richting
aom het remlicht eerder te laten bran-
den. Draai de stelmoer richting bom het
remlicht later te laten branden.
21
a
b
1. Remlichtschakeraar
2. Stelmoer
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 59 (1,1)