YAMAHA XT600E 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2002, Model line: XT600E, Model: YAMAHA XT600E 2002Pages: 100, PDF Size: 2.09 MB
Page 71 of 100

6-33
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DC000103
<>Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch
systeem en mogelijk brandgevaar te
vermijden.3. Draai de sleutel in “ON” en schakel
alle elektrische circuits uit om te zien
of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch systeem te tes-
ten.3. Maak de stekkers van de koplamp-
gloeilamp en het parkeerlicht los en
verwijder dan de kap voor de kop-
lampgloeilamp.
3
1
2
1. Stekker koplampgloeilamp
2. Aansluitkabel parkeerlicht (×2)
3. Gloeilampkap
DAU01146
Koplampgloeilamp vervangen
Koplampgloeilamp, vervangen
De koplamp op deze motorfiets heeft een
halogeen gloeilamp. Vervang de kop-
lampgloeilamp als volgt als deze is door-
gebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A.
(Zie pagina 6-7 voor de werkwijze bij
verwijderen en aanbrengen van het
stroomlijnpaneel.)
2. Verwijder de koplampunit door de
bouten los te halen.
1
1. Bout (×3)
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 70 (1,1)
Page 72 of 100

6-34
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
4. Verwijder de gloeilamphouder door
deze linksom te draaien en haal dan
de defecte gloeilamp los.
DW000119
X@Koplampgloeilampen worden zeer
heet. Houd daarom brandbare produc-
ten uit de buurt van een koplampgloei-
lamp en raak het lampglas niet aan
zolang dit niet is afgekoeld.
1
1. Gloeilamphouder
6. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de stekker en de bedrading aan.
7. Monteer de koplampunit door de
bouten aan te brengen.
8. Breng het stroomlijnpaneel aan.
9. Vraag zo nodig een Yamaha dealer
de koplamplichtbundel af te stellen.
5. Breng een nieuwe gloeilamp aan en
zet deze dan vast met de gloeilamp-
houder.
DC000105
<>Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van het
glas, de lichtintensiteit en de levens-
duur nadelig worden beïnvloed. Wrijf
eventuele verontreinigingen en vinger-
afdrukken op het gloeilampglas weg
met een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
a
a. Niet aanraken.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 71 (1,1)
Page 73 of 100

6-35
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU03497
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangenGloeilamp richtingaanwijzer, vervangen1. Verwijder de lamplens van de rich-
tingaanwijzer door de schroeven los
te halen.
1
2
1. Schroef
2. Lens
DAU01623
Gloeilamp in
remlicht/achterlicht vervangenGloeilamp remlicht/achterlicht, vervangen1. Verwijder de lamplens van het rem-
licht/achterlicht door de schroeven
los te draaien.
21
1. Schroef (×2)
2. Lens
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in
de fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de
schroef aan te brengen.
DCA00065
<>Zet de schroef niet overdreven strak
vast, anders kan de lamplens breken.
1
1. Gloeilamp
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 72 (1,1)
Page 74 of 100

6-36
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in
de fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de
schroeven aan te brengen.
DC000108
<>Zet de schroeven niet overdreven
strak vast, anders kan de lamplens
breken.
1
1. Gloeilamp
Verwijderen van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond
met een motorfietsstandaard of, als deze
niet voorhanden is, door een krik te plaat-
sen onder beide zijden van het frame aan
de voorzijde van het achterwiel, of onder
beide uiteinden van de swingarm.
DAU01579
Ondersteunen van de
motorfietsOndersteunen van de motorfietsDit model is niet voorzien van een mid-
denbok, neem daarom de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht bij het verwijde-
ren van het voor- en achterwiel of bij het
uitvoeren van ander onderhoud waarbij
de motorfiets rechtop moet staan.
Controleer of de motorfiets stabiel en
horizontaal staat alvorens onderhoud te
verrichten. Onder het motorblok kan een
stevige houten kist gezet worden voor
extra stabiliteit.
Onderhoud aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de
motorfiets met een motorstandaard
of, als geen andere standaard voor-
handen is, door een krik te plaatsen
onder het frame aan de voorzijde
van het achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 73 (1,1)
Page 75 of 100

6-37
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU00897
Voorwiel
Wiel (voor)
Verwijderen van het voorwielVerwijderen
DW000122
X@8 8
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
8 8
Zorg dat de motorfiets veilig
wordt ondersteund, zodat er geen
risico is op omvallen.1. Maak de snelheidsmeterkabel los
van het voorwiel.
1
1. Snelheidsmeterkabel
DAU03555
Aanbrengen van het voorwiel
Aanbrengen
1. Monteer de wielnaaf en het de tand-
wieloverbrenging voor de snelheids-
meter zodanig aan elkaar dat de
nokjes in de sleuven vallen.
2. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
1
1. Tandwieloverbrenging snelheidsmeter
2. Draai de moeren aan de wielashou-
der los en draai dan de wielas los.
3. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-36.
4. Trek de wielas uit en verwijder dan
het wiel.
DCA00048
<>Bekrachtig de rem niet terwijl het wiel
samen met de remschijf is verwijderd,
anders worden de remblokken tegen
elkaar vastgeklemd.
1
2
1. Wielashoudermoer (×4)
2. Wielas
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 74 (1,1)
Page 76 of 100

6-38
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
OPMERKING:Controleer of er voldoende afstand
bestaat tussen de remblokken alvorens
de remschijf ertussen te schuiven; de
sleuf in de tandwieloverbrenging voor de
snelheidsmeter moet over de aanslag op
de vorkpoot vallen.3. Monteer de wielas.
4. Laat het voorwiel zakken zodat dit
op de grond rust.
5. Draai de wielas vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.7. Bekrachtig de voorrem na het vast-
zetten van de wielashoudermoeren
en druk het stuur een paar keer ste-
vig naar beneden om te controleren
of de voorvork soepel in- en uitveert.
8. Sluit de snelheidsmeterkabel aan.
1
1. Aanslag
6. Draai de wielashoudermoeren vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment. Draai eerst de bovenste moe-
ren vast en dan de onderste moe-
ren. Bij vastdraaien in deze volgorde
moet aan de onderzijde van de wiel-
ashouder een spleet overblijven.
2 1
a
1. Bovenste moer (×2)
2. Onderste moer (×2)
3. Afstand
Aanhaalmoment:
Wielas:
59 Nm (5,9 m0kgf)
Aanhaalmoment:
Wielashoudermoer:
9 Nm (0,9 m0kgf)
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 75 (1,1)
Page 77 of 100

6-39
PERIODIC MAINTENANCE AND MINOR REPAIR
6
DAU04314
Achterwiel
Achterwiel
Verwijderen van het achterwiel
Verwijderen
DW000122
X@8 8
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
8 8
Zorg dat de motorfiets veilig
wordt ondersteund, zodat er geen
risico is op omvallen.1. Verwijder de wielasmoer.
2. Draai de bout in de remklauwsteun
los.
2
1
1. Wielasmer
2. Bout remklauwsteun
5. Draai de stelplaat voor de aandrijf-
ketting aan beide zijden van de
swingarm helemaal richting a.
1
a
1. Stelplaat
3. Licht het achterwiel van de grond
volgens de werkwijze op pagina
6-36.
4. Verwijder de bouten in de swingar-
muiteinden.
1
1
1. Bouten swingarmuiteinde (×2)
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 76 (1,1)
Page 78 of 100

6-40
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
6. Druk het wiel naar voren en haal dan
de aandrijfketting van het achter-
tandwiel.OPMERKING:De aandrijfketting hoeft niet te worden
gedemonteerd om het achterwiel te ver-
wijderen en aan te brengen.7. Trek de wielas uit en verwijder dan
het wiel.
DCA00048
<>Bekrachtig de rem niet terwijl het wiel
samen met de remschijf is verwijderd,
anders worden de remblokken tegen
elkaar vastgeklemd.
DAU01136
Aanbrengen van het achterwiel
Aanbrengen
1. Breng de aandrijfketting aan op het
achtertandwiel en steek dan de wiel-
as vanaf de linkerzijde naar binnen.OPMERKING:8Kijk of er voldoende afstand tussen
de remblokken is voordat de rem-
schijf ertussen worden geschoven.
8Controleer of de kettingstelplaten
zijn aangebracht met de inslagmerk-
zijde aan de buitenkant.2. Breng de bouten aan in het swingar-
muiteinde.
3. Stel de spanning van de aandrijfket-
ting af. (Zie pagina 6-25 voor de
werkwijze bij spannen van de aan-
drijfketting.)
4. Zet de wielasmoer vast en zet dan
de bouten in het swingarmuiteinde
vast met het voorgeschreven aan-
haalmoment.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 77 (1,1)
Page 79 of 100

6-41
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU01008
StoringzoekenStoringzoekenYamaha motorfietsen ondergaan een
grondige inspectie voordat ze vanaf de
fabriek op transport gaan, maar tijdens
gebruik kunnen toch storingen optreden.
Problemen in de brandstof-, compressie-
of ontstekingssystemen kunnen bijvoor-
beeld de oorzaak zijn van slecht starten
of een afname in motorvermogen.
In het volgende storingzoekschema is
een snelle en gemakkelijke werkwijze
weergegeven om deze vitale systemen
zelf te kunnen controleren. Ga met uw
motorfiets echter wel naar een Yamaha
dealer als reparaties nodig zijn, hier zijn
vakkundige monteurs aanwezig die
beschikken over het benodigde gereed-
schap en de ervaring en vakkennis om
het nodige onderhoud aan de machine
correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele
onderdelen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van min-
dere kwaliteit en hebben een kortere
levensduur, zodat dan later mogelijk toch
dure reparaties nodig zijn. Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
105 Nm (10,5 m0kgf)
Bout remklauwsteun:
48 Nm (4,8 m0kgf)
Bouten swingarmuiteinde:
2,5 Nm (0,25 m0kgf)
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 78 (1,1)
Page 80 of 100

6-42
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
2. Kompressie
3. Outsteking
4. Accu1. BrandstofKontroleer of er ben-Er is benzine.
Er is een beetje benzine.Vervolg met het kontroleren van de kompressie.
Vul benzine bij. Motor start niet: vervolg met compressiecontrole.
Laat de motor rond-Er is kompressie.
Er is geen kompressie.Vervolg met het kontroleren van de ontsteking.
Vraag uw Yamaha dealer om inspektie.
Verwijder de bougieNat.
Droog.Veeg de bougie schoon met een droge doek en
Vraag uw Yamaha dealer om inspektie.Open de gasklep halverwege
Start de motor niet, kontrol-
Laat de motor rond-De motor draair snel
De motor draait lang-De accu is in orde.
Kontroleer de aansluitklemmen en
Motor start niet:
zine in de tank zit.
draaien met de start-
motor.
en kontroleer de
elektroden-afstand.
draaien met de start-
motor.rond.
zaam rond.laad de accu op.verzoek een Yamaha
dealer om inspectie. eer dan de accu. en start de motor.
stel de elektrodenafstand bij of vervang de bougie.
DAU01397
Storingzoekschema
StoringzoekschemacodenoDW000125
DW000125
X@Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt
gewerkt.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 79 (1,1)