YAMAHA YZF-R1M 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2017, Model line: YZF-R1M, Model: YAMAHA YZF-R1M 2017Pages: 130, PDF Size: 10.05 MB
Page 61 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-39
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
netwerk “YAMAHA MOTOR CCU”
door het serienummer van de CCU in
te voeren als wachtwoord.
5. Plaats de zadelkap en GPS-ontvanger in de oorspronkelijke positie en breng
dan de schroeven aan.
OPMERKINGAangezien alle modellen met CCU een
draadloos netwerk me t een vergelijkbare
naam hebben, wordt aangeraden om
slechts één machine tegelijk in te schakelenom verwarring te voorkomen.
DAU66920
Opbergruimte voor documentenDe machine heeft een opbergruimte voor
documenten achter paneel C. (Zie
pagina 7-9.)
Als u de gebruikershandleiding of registra-
tie- en verzekeringsdocumenten in de op-
bergruimte voor documenten plaatst, doe
ze dan in een plastic zak om nat worden te
voorkomen. Voorkom bij het wassen van de
machine dat water de opbergruimte voor
documenten binnendringt.LET OP
DCA22540
Plaats geen hittegevoelige voorwerpen
in de opbergruimte voor documenten.
Deze ruimte kan heet worden wanneer
de motor draait of de machine in direct
zonlicht is geplaatst.
1. Opbergruimte voor documenten
2. Paneel C
1
2
Page 62 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-40
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU47261
AchteruitkijkspiegelsDe achteruitkijkspiegels van dit voertuig
kunnen naar voren worden geklapt om het
parkeren in smalle ruimten te vergemakke-
lijken. Klap de spiegels terug in hun oor-
spronkelijke stand voordat u gaat rijden.
WAARSCHUWING
DWA14372
Vergeet niet de achteruitkijkspiegels in
hun oorspronkelijk stand terug te klap-pen alvorens weg te rijden.
DAU66474
Afstellen van de voorvorkLET OP
DCA22471
Let erop dat u de goudkleurig ge-
anodiseerde afwerking niet bescha-
digt bij het afstellen van de vering.
Probeer nooit voorbij de maximum-
of minimuminstellingen te draaien
om schade aan de interne mecha-
nismen van de vering te voorko-men.
Voor YZF-R1
Dit model is voorzien van instelbare vering.
De veervoorspanning, uitgaande demping
en ingaande demping van beide vorkpoten
kunnen worden ingesteld.WAARSCHUWING
DWA10181
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolgzijn.
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
moer op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te verlagen en zo de vering zachte
r te maken de stel-
moer op beide vorkpoten in de richting (b).
Uitgaande demping
Draai om de uitveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stelbout
op beide vorkpoten in de richting (a). Draai
om de uitveerdemping te verlagen en zo de
vering zachter te maken de stelbout op bei-
de vorkpoten in de richting (b).
1. Rijstand
2. Parkeerstand11
2 22
2
1. Stelmoer veervoorspanningAfstelling veervoorspanning:Minimum (zacht):0 slag(en) in de richting (a)*
Standaard:
9 slag(en) in de richting (a)*
Maximum (hard): 15 slag(en) in de richting (a)*
* Met de stelmoer volledig gedraaid in de richting (b)
1
(a) (b)
Page 63 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-41
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
Ingaande demping
Draai om de ingaande demping te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de ingaande demping te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).
OPMERKING
Door geringe productie-afwijkingen zal
het totaal aantal klikken van een instel-
mechanisme voor veerdemping niet
altijd exact met bovenstaande specifi-
caties overeenkomen; het werkelijke
aantal klikken vormt echter wel altijd
het complete afstelbereik. Voor een
nauwkeurige afstelling moet u het aan- tal klikken controleren en zo nodig de
minimum- en standaardspecificaties
aanpassen.
Wanneer u de stelbout voor veerdem-
ping in de richting (a) draait, kunnen de
positie van 0 klikken en de positie van1 klik gelijk aan elkaar zijn.
Voor YZF-R1M
Dit model is voorzi en van elektronische
racevering van ÖHLINS.
De ingaande en uitgaande dempingskrach-
ten worden elektronisch afgesteld. (Zie
ERS op pagina 4-19.)
Veervoorspanning
De veervoorspanning wordt handmatig af-
gesteld.
1. Zet de machine uit.
2. Schuif de rubber afdekking van elke stekker terug.
3. Haal de stekker los van elke vorkpoot. LET OP: Gebruik om beschadiging
van de stekkers te voorkomen geen
scherpe gereedschappen of over-
matige kracht.
[DCA22770]
1. Stelbout uitgaande dempingAfstelling uitgaande demping: Minimum (zacht):
14 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 7 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 0 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelbout volledig gedraaid in
de richting (a)
1
(a) (b)
1. Stelbout ingaande dempingAfstelling ingaande demping:
Minimum (zacht):
23 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 17 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 0 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelbout volledig gedraaid in
de richting (a)
1
(a) (b)
Page 64 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-42
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
4. Draai om de veervoorspanning te ver- hogen en zo de vering stugger te ma-
ken de stelbout op beide vorkpoten in
de richting (a). Draai om de veervoor-
spanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelbout op beide
vorkpoten in de richting (b).
5. Sluit de stekker van elke vorkpoot aan.
6. Schuif de rubber afdekking weer naarde oorspronkelijke positie.
DAU66493
Schokdemperunit afstellen
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-dea-ler.
LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
1. Rubberafdekking
2. Kabelaansluiting
2
1
1. Stelbout veervoorspanningAfstelling veervoorspanning:Minimum (zacht):
0 slag(en) in de richting (a)*
Standaard: 5 slag(en) in de richting (a)*
Maximum (hard): 15 slag(en) in de richting (a)*
* Met de stelmoer volledig gedraaid in
de richting (b)
1
(a) (b)
Page 65 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-43
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
men.
Voor YZF-R1:
Dit model is voorzien van instelbare vering.
De veervoorspanning, uitgaande demping,
snelle ingaande demping en langzame in-
gaande demping kunnen worden ingesteld.
Veervoorspanning 1. Draai de borgmoer los.
2. Draai om de veervoorspanning te ver-
hogen en zo de vering stugger te ma-
ken de stelring in de richting (a). Draai
om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de
stelring in de richting (b).
De instelling voor de veervoorspan-
ning wordt bepaald door de afstand A
te meten. Hoe groter afstand A, des te
hoger de veervoorspanning; hoe klei-
ner afstand A , des te lager de veer-
voorspanning.
Verricht de afstelling met de speci-
ale sleutel in de boordgereed-
schapsset. 3.
Draai de borgmoer vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
LET OP:
Draai de borgmoer altijd vast tegen
de stelring, en haal de borgmoer
vervolgens aan met het voorge-
schreven aanhaalmoment.[DCA22760]
Uitgaande demping
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef in de richting (a). Draai om de
uitgaande demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelschroef in de
richting (b).
1. Stelring veervoorspanning
2. Borgmoer
1. Afstand A
(a) (b)1
2
1
Veervoorspanning:
Minimum (zacht):Afstand A = 77.5 mm (3.05 in)
Standaard:
Afstand A = 79.0 mm (3.11 in)
Maximum (hard): Afstand A = 85.5 mm (3.37 in)
Aanhaalmoment: Borgmoer:25 N·m (2.5 kgf·m, 18 lb·ft)
Page 66 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-44
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
Ingaande demping
Snelle ingaande dempingDraai om de ingaande demping te verhogen
en zo de snelle ingaande demping stugger
te maken de stelbout in de richting (a). Draai
om de ingaande demping te verlagen en zo
de vering zachter te maken de stelbout in de
richting (b). Langzame ingaande demping
Draai om de ingaande demping te verhogen
en zo de langzame ingaande demping stug-
ger te maken de stelschroef in de richting
(a). Draai om de ingaande demping te ver-
lagen en zo de vering zachter te maken de
stelschroef in de richting (b).
OPMERKING
Door geringe productie-afwijkingen zal
het totaal aantal klikken van een instel-
mechanisme voor veerdemping niet
altijd exact met bovenstaande specifi-
caties overeenkom
en; het werkelijke
aantal klikken vormt echter wel altijd
het complete afstelbereik. Voor een
1. Stelschroef uitgaande dempingAfstelling uitgaande demping: Minimum (zacht):
23 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 0 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig gedraaid
in de richting (a)(a) (b)
1
1. Stelbout snelle ingaande dempingInstelling snelle ingaande demping
Minimum (zacht):
5.5 slag(en) in de richting (b)*
Standaard: 3 slag(en) in de richting (b)*
Maximum (hard): 0 slag(en) in de richting (b)*
* Met de stelbout volledig gedraaid in
de richting (a)
(a) (b)
1
1. Stelschroef langzame ingaande dempingInstelling langzame ingaande dem-
ping Minimum (zacht):18 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
10 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 0 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig gedraaid in de richting (a)
(a) (b)
1
Page 67 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-45
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
nauwkeurige afstelling moet u het aan-
tal klikken controleren en zo nodig de
minimum- en standaardspecificaties
aanpassen.
Wanneer u de stelbout voor veerdem-
ping in de richting (a) draait, kunnen de
positie van 0 klikken en de positie van1 klik gelijk aan elkaar zijn.
Voor YZF-R1M:
Dit model is voorzien van elektronische
racevering van ÖHLINS.
Ingaande en uitgaande dempingskrach-
ten
De ingaande en uitgaande demping worden
elektronisch geregeld en afgesteld via het
menuscherm. Zie ERS op pagina 4-19 voor
informatie over het aanpassen van deze in-
stellingen.
Veervoorspanning
De veervoorspanning wordt handmatig af-
gesteld.
LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-men. 1. Draai de borgmoer los.
2. Draai om de veervoorspanning te ver-
hogen en zo de vering stugger te ma-
ken de stelring in de richting (a). Draai
om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de
stelring in de richting (b).
De instelling voor de veervoorspan-
ning wordt bepaald door de afstand A
te meten. Hoe groter afstand A, des te
hoger de veervoorspanning; hoe klei-
ner afstand A , des te lager de veer-
voorspanning.
Verricht de afstelling met de speci-
ale sleutel in de boordgereed-
schapsset.
3.
Draai de borgmoer vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
LET OP:
Draai de borgmoer altijd vast tegen
de stelring, en haal de borgmoer
vervolgens aan met het voorge-
schreven aanhaalmoment.[DCA22760]
1. Stelring veervoorspanning
2. Borgmoer
1
(a) (b)
2
1. Afstand AVeervoorspanning:
Minimum (zacht):
Afstand A = 0 mm (0.00 in)
Standaard: Afstand A = 4 mm (0.16 in)
Maximum (hard): Afstand A = 9 mm (0.35 in)
Aanhaalmoment: Borgmoer:
25 N·m (2.5 kgf·m, 18 lb·ft)
1
Page 68 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-46
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU67050
EXUP-systeemDit model is uitgerust met het Yamaha
EXUP-systeem (regelsy steem voor uitlaat-
druk). Dit systeem verhoogt het motorver-
mogen door middel van een klep die de
uitlaatstroom binnen de uitlaatkamer regelt.LET OP
DCA15611
Het EXUP-systeem werd afgesteld en
uitgebreid getest op de Yamaha fabriek.
Als deze afstellingen worden gewijzigd
zonder dat voldoende technische kennis
aanwezig is, kan de werking van de mo-
tor achteruitgaan of wordt de motor be-schadigd.
DAU70641
Gelijkstroom kabelstekker voor
accessoiresDit voertuig is uitgerust met een gelijk-
stroom kabelstekker voor accessoires.
Raadpleeg uw Yamaha dealer voordat u
accessoires monteert.
DAU15306
ZijstandaardDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Tr ek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor eenuitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig en
laat het repareren door een Yamaha dea-ler als de werking niet naar behoren is.
Page 69 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-47
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
DAU57950
StartspersysteemHet startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshen-
delschakelaar en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersy-
steem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
Page 70 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-48
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De startschakelaar/noodstopschakelaar moet op “ ” staan.3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de “ ”-zijde van de startschakelaar/noodstopschakelaar.Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12.
Druk op de “ ”-zijde van de startschakelaar/noodstopschakelaar.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer
het systeem te controleren.
WAARSCHUWING