Alfa Romeo 159 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2010, Model line: 159, Model: Alfa Romeo 159 2010Pages: 331, PDF Size: 5.37 MB
Page 261 of 331

233
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Motorolieverbruik
Als richtlijn geldt een maximaal
motorolieverbruik van ongeveer 400
gram per 1000 km.
De motor van een nieuwe auto moet
nog worden ingereden. Dit betekent dat
het motorolieverbruik pas na de eerste
5000 ÷ 6000 km stabiliseert.
WAARSCHUWINGHet olieverbruik
is afhankelijk van de rijstijl en de be-
drijfsomstandigheden waaronder de au-
to wordt gebruikt.
WAARSCHUWINGVul niet bij met
olie met andere specificaties dan de olie
die al aanwezig is. Motorolie bijvullen
Als het olieniveau dicht bij of onder het
MIN-merkteken staat, moet via de olie-
vulopeningBmotorolie tot aan het
MAX-merkteken worden bijgevuld. Het
olieniveau mag nooit het MAX-merk-
teken overschrijden.
WAARSCHUWING Als het olie-
niveau tijdens een controle boven het
MAX-merkteken blijkt te staan, wendt
u dan tot het Alfa Romeo Servicenet-
werk om het niveau te laten herstellen.
BELANGRIJKNa het bijvullen of het
verversen van de olie, moet u de mo-
tor enige seconden laten draaien, ver-
volgens de motor uitzetten en na eni-
ge minuten het olieniveau controleren.
Wees bij het uitvoeren
van werkzaamheden in
de motorruimte extra voor-
zichtig als de motor nog warm
is: gevaar voor verbranding.
Onthoud dat bij een warme
motor de elektroventilateur
onverwacht kan inschakelen:
kans op verwonding. Pas op
als u sjaals, dassen of loszit-
tende kledingstukken draagt:
deze kunnen door de bewe-
gende onderdelen worden ge-
grepen.
OPGELET
Afgetapte motorolie en
gebruikte oliefilters be-
vatten stoffen die
schadelijk zijn voor het milieu.
Wendt u voor het verversen
van de motorolie en het ver-
vangen van de filters tot het Al-
fa Romeo Servicenetwerk.
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 233
Page 262 of 331

234
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDENMOTORKOELVLOEISTOF
fig. 13
Als het niveau te laag is, vul dan lang-
zaam, via de opening Avan het reser-
voir bij met een mengsel van 50% wa-
ter en PARAFLU UPvloeistof.
Een mengsel van 50 % PARAFLU UP
en 50 % water beschermt tot een tem-
peratuur van –35°C.
Onder extreem koude klimatologische
omstandigheden raden wij een mengsel
aan van 60% PARAFLU UPen 40%
gedemineraliseerd water.
A0E0017mfig. 13
Het motorkoelsysteem
gebruikt PARAFLU UP-
koelvloeistof, dat moet
worden gebruikt voor het even-
tueel bijvullen; meng beslist niet
met een andere vloeistof. Als er
toch gemengd wordt met een
andere vloeistof, start de mo-
tor dan niet en wendt u tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
Draai bij een zeer war-
me motor de dop van
het expansiereservoir nooit
los: gevaar voor verbranding.
OPGELET
Het koelsysteem staat
onder druk. Vervang
de dop indien nodig alleen door
een exemplaar van hetzelfde
type, anders kan de werking
van het systeem in gevaar
worden gebracht.
OPGELET
RUITEN-/
KOPLAMPSPROEIERVLOEISTOF
fig. 14
Verwijder, om vloeistof bij te kunnen vul-
len, de dop Aen vul bij met een meng-
sel van water en TUTELA PROFES-
SIONAL SC 35in de volgende ver-
houding:
❒30%TUTELA PROFESSIONAL
SC 35en 70% water in de zomer;
❒50%TUTELA PROFESSIONAL
SC 35 en 50% water in de winter.
Gebruik bij temperaturen lager dan
–20°CTUTELA PROFESSIONAL
SC 35puur.
A0E0029mfig. 14
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 234
Page 263 of 331

235
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
DATI TECNICI
INDICE
ALFABETICO
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Rijd niet met een leeg
ruitensproeierreservoir:
de ruitensproeiers zijn van
fundamenteel belang voor een
optimaal zicht.
OPGELET
Enkele in de handel
verkrijgbare ruiten-
sproeiervloeistoffen zijn licht
ontvlambaar. In de motor-
ruimte bevinden zich warme
onderdelen die bij contact de
vloeistof kunnen doen ont-
branden.
OPGELET
STUURBEKRACHTIGINGSOLIE
fig. 15-16
Controleer of het olieniveau maximaal
is: hiervoor moet de auto op een vlak-
ke ondergrond staan en moet de mo-
tor niet draaien en koud zijn.
Controleer of het peil op het MAX-
merkteken op het reservoir of bij het bo-
venste merkteken (maximaal peil) op
de peilstok onder de dop van het reser-
voir staat.
A0E0027mfig. 15 uitvoeringen 1.8 140 pk -
1750 TURBO BENZINE -
2.2 JTS Selespeed - 2.4 JTD
M
A0E0234mfig. 16 uitvoeringen 3.2 JTS -
1.9 JTD
M8V- 1.9 JTDM16V- 2.0 JTDM
Als het vloeistofpeil in het reservoir la-
ger dan het voorgeschreven peil is, moet
de vloeistof als volgt worden bijgevuld:
❒start de motor en wacht tot het vloei-
stofniveau in het reservoir is gesta-
biliseerd;
❒draai bij draaiende motor het stuur
een aantal malen geheel naar rechts
en naar links;
❒vul bij totdat het vloeistofniveau op
hetMAX-merkteken staat en draai
de dop vast.
Voorkom dat de stuur-
bekrachtigingsolie in
contact komt met de warme
delen van de motor: de olie is
licht ontvlambaar.
OPGELET
WAARSCHUWINGWendt u voor de-
ze werkzaamheden altijd tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 235
Page 264 of 331

236
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDENREMVLOEISTOF fig. 17
Controleer of het remvloeistofniveau nog
op het maximum niveau staat. Als vloei-
stof moet worden bijgevuld, dan raden
wij u aan de remvloeistof te gebruiken
die staat vermeld in de tabel “Vloei-
stoffen en smeermiddelen” (zie het
hoofdstuk “Technische gegevens”).
OPMERKINGMaak de dop van het
reservoir Aen het omringende opper-
vlak zorgvuldig schoon. Wees bij het
openen van de dop bijzonder voorzich-
tig zodat er geen vuil in het reservoir
komt. Gebruik voor het bijvullen altijd
een trechter met een ingebouwde fil-
terzeef van maximaal 0,12 mm.
A0E0016mfig. 17
WAARSCHUWINGWendt u voor
deze werkzaamheden altijd tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
Periodieke controle van de werking van
het lampje
xop het instrumentenpa-
neel: als op dop A(met sleutel in het
startsysteem) wordt gedrukt, moet het
lampje gaan branden.
WAARSCHUWINGDe remvloeistof
is hygroscopisch (trekt water aan). Daar-
om verdient het aanbeveling, als de au-
to overwegend wordt gebruikt in ge-
bieden met een hoge luchtvochtigheid,
de vloeistof vaker te vervangen dan in
het “Geprogrammeerd onderhouds-
schema” staat aangegeven.
Voorkom dat de zeer cor-
rosieve remvloeistof in
contact komt met de lak.
Als dit toch gebeurt, spoel dan
onmiddellijk met water.
De remvloeistof is gif-
tig en zeer corrosief.
Als per ongeluk remvloeistof
wordt gemorst, moeten de be-
treffende delen onmiddellijk
worden gewassen met water
en neutrale zeep en daarna
met veel water worden afge-
spoeld. Roep bij inslikken on-
middellijk de hulp in van een
arts.
OPGELET
Het symbool πop het
reservoir geeft aan dat
het een synthetische rem-
vloeistof bevat (en geen mi-
nerale remvloeistof). Het ge-
bruik van minerale vloeistof-
fen moet absoluut worden
vermeden, omdat de rubbers
in het remsysteem door deze
vloeistoffen worden bescha-
digd.
OPGELET
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 236
Page 265 of 331

237
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
DATI TECNICI
INDICE
ALFABETICO
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
LUCHTFILTER/
POLLENFILTER
Laat het luchtfilter of het pollenfilter ver-
vangen door het Alfa Romeo Service-
netwerk.
ACCU
Er hoeft geen elektrolyt met gedistilleerd
water aan de accu te worden toege-
voegd. Het is altijd nodig een periodie-
ke controle uit te laten voeren door het
Alfa Romeo Servicenetwerk, zodat de-
ze de werking van het elektrolyt kan
controleren.
BELANGRIJKWij raden u aan de ac-
culading ieder jaar, bij voorkeur voor het
begin van de winter, te controleren om
de mogelijkheid van bevriezing van het
elektrolyt te voorkomen. Voer deze con-
trole vaker uit als de auto overwegend
voor korte trajecten wordt gebruikt, of
als accessoires zijn gemonteerd die per-
manent, ook bij uitgeschakeld contact,
stroom verbruiken. Dit geldt in het bij-
zonder voor achteraf aangebrachte ac-
cessoires.
De vloeistof in de accu
is giftig en corrosief.
Voorkom contact met de huid
en de ogen. Houd open vuur en
vonkvormende apparaten ver-
wijderd van de accu: brand- en
ontploffingsgevaar.
OPGELET
Als de accu wordt los-
gekoppeld/aangesloten,
moet u ten minste 3 mi-
nuten wachten voordat u de
elektronische sleutel in het
startsysteem steekt, zodat de
klimaatregeleenheid de elektri-
sche actuatoren voor de tempe-
ratuurregeling en de luchtver-
deling in de beginstand kan zet-
ten.
Als de accu werkt met
een zeer laag vloei-
stofniveau, ontstaat onher-
stelbare schade aan de accu en
kan de accu openbarsten.
OPGELET
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 237
Page 266 of 331

238
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
ACCU VERVANGEN
Als de accu vervangen wordt, moet een
originele accu met dezelfde specificaties
worden geïnstalleerd.
Als de accu vervangen wordt door een
accu met andere specificaties, vervallen
de onderhoudsintervallen die in het “Ge-
programmeerd Onderhoudsschema”
staan aangegeven.
Voor het onderhoud van de accu dient u
zich strikt te houden aan de aanwijzin-
gen van de fabrikant van de accu.
Onoordeelkundige mon-
tage van elektrische en
elektronische apparatuur
kan ernstige schade toebrengen
aan de auto. Als u na aankoop
van de auto accessoires (diefsta-
lalarm, telefoon enz.) wilt in-
stalleren, wendt u dan tot het Al-
fa Romeo Servicenetwerk, dat u
kan informeren over de geschik-
te systemen en u vooral advies
kan geven over de noodzaak om
een accu met een grotere capa-
citeit toe te passen.
Als u de auto langere
tijd stalt in extreem
koude omstandigheden moet,
om bevriezing te voorkomen,
de accu worden verwijderd en
op een verwarmde plaats
worden bewaard.
OPGELET
Bij werkzaamheden
aan de accu of in de
buurt van de accu, moet u uw
ogen altijd beschermen met
een speciale bril.
OPGELET
Accu’s bevatten zeer
schadelijke stoffen voor
het milieu. Het verdient
aanbeveling een defecte accu
door het Alfa Romeo Service-
netwerk te laten vervangen,
omdat dit beschikt over de uit-
rusting voor het op milieuvrien-
delijke wijze en conform de
wettelijke bepalingen, verwer-
ken van defecte accu’s.
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 238
Page 267 of 331

239
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
PRAKTISCHE TIPS OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU
TE VERLENGEN
Om het snel ontladen van de accu te
voorkomen en de levensduur te verlen-
gen, dient u de volgende aanwijzingen
nauwkeurig op te volgen:
❒wanneer u de auto parkeert, con-
troleer dan of de portieren, de mo-
torkap, de schuifdeuren en de ach-
terdeuren/achterklep goed gesloten
zijn. Hiermee wordt voorkomen dat
de interieurverlichting blijft branden;
❒schakel de interieurverlichting uit: de
auto is in ieder geval uitgerust met
een systeem voor automatische uit-
schakeling van de interieurverlich-
ting;
❒voorkom zoveel mogelijk het ge-
bruik van stroomverbruikers als de
motor uitstaat (autoradio, waar-
schuwingsknipperlichten enz.).
❒voordat werkzaamheden aan de
elektrische installatie van de auto
worden uitgevoerd, moet eerst de
minklem van de accupool worden
losgemaakt;
❒de accuklemmen moeten altijd goed
zijn bevestigd.BELANGRIJKEen accu die geduren-
de langere tijd minder dan 50% geladen
is, raakt door sulfatering beschadigd.
Hierdoor loopt de capaciteit en het start-
vermogen terug.
Ook is de accu dan gevoeliger voor be-
vriezing (reeds bij temperaturen van
–10°C). Als u de auto langere tijd niet
gebruikt, zie dan “Auto langere tijd stal-
len” in het hoofdstuk “Starten en rij-
den”.
Als u na aanschaf van uw auto acces-
soires wilt monteren die constante voe-
ding nodig hebben (diefstalalarm enz.),
of accessoires die de elektrische instal-
latie zwaar belasten, raden wij u aan
contact op te nemen met het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk. Deze kan u de
meest geschikte installaties uit Lineac-
cessori Alfa Romeo aanraden en con-
troleren of de elektrische installatie van
de auto geschikt is voor het extra
stroomverbruik of dat het noodzakelijk
is een accu met een grotere capaciteit
te monteren.Enkele van deze stroomverbruikers blij-
ven continu stroom verbruiken ook bij
een uitgezette motor, waardoor de ac-
cu geleidelijk ontlaadt.
De totaal opgenomen stroom door alle
gebruikers (standaard of achteraf ge-
monteerd) moet lager zijn dan 0,6 mA
x Ah (van de accu), zoals in de volgende
tabel wordt aangegeven:
Accu van
60 Ah
70 Ah
90 AhMaximaal toegestaan
stroomverbruik bij
stilstaande auto
36 mA
42 mA
54 mA
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 239
Page 268 of 331

240
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDENEen verkeerde spanning veroorzaakt
een overmatige slijtage van de banden
fig. 18:
Ajuiste spanning: gelijkmatige slijta-
ge van het loopvlak.
Bte lage spanning: te grote slijtage aan
de zijkanten van het loopvlak.
Cte hoge spanning: te grote slijtage in
het midden van het loopvlak.
Banden moeten worden vervangen als
de profieldiepte van het loopvlak min-
der is dan 1,6 mm. Houdt u echter al-
tijd aan de voorschriften van het land
waarin u rijdt.
BELANGRIJKE TIPS
Voorkom bruusk remmen, met spin-
nende wielen optrekken, harde contac-
ten tussen banden en stoepranden, kui-
len en andere obstakels. Het langdurig
rijden op een slecht wegdek kan de ban-
den beschadigen.
Controleer de banden regelmatig op
scheuren in de wangen en bulten of slijt-
plekken op het loopvlak. Wendt u zich
in dit geval tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
Rijd nooit met een te zwaar beladen au-
to: hierdoor kunnen de banden en de
velgen ernstig beschadigd worden; stop
bij een lekke band onmiddellijk en ver-
vang de band om verdere beschadiging
van de band, de velg, de wielophanging
en de stuurinrichting te voorkomen;
WIELEN EN BANDEN
De spanning van de banden, inclusief
het noodreservewiel, moet regelmatig,
om de twee weken en voor een lange
rit, worden gecontroleerd: de banden-
spanning moet bij koude banden wor-
den gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de banden-
spanning toe; zie voor de juiste waar-
de van de bandenspanning de paragraaf
“Wielen” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”.
A0E0120mfig. 18
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 240
Page 269 of 331

241
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Bedenk dat ook de
wegligging afhankelijk
is van een juiste bandenspan-
ning.
OPGELET
Door een te lage span-
ning wordt de band te
warm, waardoor de band ern-
stig kan worden beschadigd.
OPGELET
Voer bij lichtmetalen
velgen geen spuit-
werkzaamheden uit die een
temperatuur vereisen boven
50°C. De mechanische eigen-
schappen van de wielen kun-
nen hierdoor in gevaar worden
gebracht.
OPGELET
Verwissel de banden
niet kruislings - ver-
vang de banden links niet door
die van rechts en andersom.
OPGELETBanden verouderen, ook als ze weinig
worden gebruikt. Scheurtjes in het loop-
vlak en op de wangen geven aan dat de
band verouderd is. Banden die langer
dan zes jaar onder een auto gemonteerd
zijn, moeten dan ook door een specia-
list worden gecontroleerd. Dit geldt in
het bijzonder voor het noodreservewiel.
Monteer nooit gebruikte banden of ban-
den, waarvan de herkomst onbekend is.
Bij de montage van een nieuwe band
moet ook het ventiel vernieuwd worden;
om een gelijke slijtage van de banden
op de vooras en de achteras te verkrij-
gen, is het raadzaam de banden om de
10.000 / 15.000 km van as te ver-
wisselen. Hierbij moeten de banden aan
dezelfde zijde van de auto gemonteerd
blijven, zodat een omkering van de
draairichting wordt voorkomen.
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 241
Page 270 of 331

242
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
RUITENWISSERS
WISSERBLADEN
Maak de wisserbladen regelmatig
schoon met een schoonmaakmiddel; wij
radenTUTELA PROFESSIONAL SC
35aan.
Vervang de wisserbladen als het rubber
vervormd of versleten is. Het verdient
aanbeveling ten minste één maal per
jaar de wisserbladen te vervangen.
Met enkele simpele voorzorgsmaatre-
gelen is het mogelijk beschadigingen
van het rubber te voorkomen:
❒wanneer de temperatuur onder 0°C
is gedaald, moet gecontroleerd wor-
den of er geen ijs tussen wisserblad
en ruit zit. Maak de wissers zo no-
dig vrij met een anti-vriesmiddel;
❒verwijder eventueel opgehoopte
sneeuw van de ruit: om de wisser-
bladen te beschermen en overver-
hitting van de ruitenwissermotor te
voorkomen;
❒schakel de ruitenwissers niet in op
een droge ruit.
RUBBER SLANGEN
Houd voor de rubber slangen van het
rem- en brandstofsysteem zeer nauw-
keurig de voorschriften van het “On-
derhoudsschema” in dit hoofdstuk aan.
Ozon, hoge temperaturen en het gedu-
rende langere tijd ontbreken van vloei-
stof in een systeem zorgen ervoor dat
de slangen uitdrogen en scheuren, waar-
door het betreffende systeem kan gaan
lekken. Daarom is zorgvuldige controle
noodzakelijk.
Rijden met versleten
ruitenwisserbladen is
gevaarlijk, omdat hierdoor het
zicht onder slechte atmosferi-
sche omstandigheden aanzien-
lijk wordt beperkt.
OPGELET
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 242