Alfa Romeo 156 2000 Instructieboek (in Dutch)
Page 181 of 291
Page 182 of 291
181
Een goed en regelmatig onderhoud van de auto is de beste
manier om de prestaties en de veiligheid van de auto gedurende
langere tijd te garanderen.
Onthoud verder dat het nauwkeurig aanhouden van de onder-
houdsnormen die aangegeven zijn met het afgebeelde symbool,
de noodzakelijke voorwaarden vormen om de garantie te be-
houden.
Op de volgende pagina’s staat het onderhoudsschema en de con-
troles die uitgevoerd dienen te worden voor een goed onderhoud.
Wij raden u aan de in het onderhoudsschema voorgeschreven
handelingen bij de vastgestelde kilometerstanden te laten uit-
voeren.GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD..................................................pag. 182
ONDERHOUDSSCHEMA
........................................................................\
..........184
JAARLIJKS INSPECTIESCHEMA
....................................................................186
NIVEAUS CONTROLEREN, BIJVULLEN EN VERVERSEN
.........................189
LUCHTFILTER
........................................................................\
.............................206
DIESELFILTER
........................................................................\
.............................207
STOF-/POLLENFILTER
........................................................................\
.............209
ACCU
........................................................................\
............................................209
ELEKTRONISCHE REGELEENHEDEN
............................................................213
BOUGIES
........................................................................\
.....................................214
WISSERBLADEN
........................................................................\
........................214
RUITENSPROEIERS
........................................................................\
..................215
CARROSSERIE
........................................................................\
............................215
INTERIEUR
........................................................................\
..................................217
ONDERHOUD VAN DE AUTO
Page 183 of 291
182
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
VOORZORGSMAATREGELEN
In de motorruimte bevinden zich vele
bewegende delen, componenten die hoge
temperaturen kunnen bereiken en hoog-
spanningskabels die gevaar kunnen op-
leveren voor degene die niet bekend zijn
met de werking ervan.
Bij onderhoudswerkzaamheden moeten
de volgende voorzorgsmaatregelen wor-
den genomen:
– zet de motor af en wacht tot deze is
afgekoeld.
– kom niet in de buurt van de elektro-
ventilateur. Deze kan automatisch inscha-
kelen als de koelvloeistof een bepaalde
temperatuur heeft bereikt.
– rook niet en gebruik geen open vuur.
– houd altijd een brandblusser binnen
handbereik.
– gebruik de bij de auto geleverde krik
niet om de auto op te krikken voor werk-
zaamheden onder de auto. V
ertrouw het onder-
houd in principe toe aan
de Alfa Romeo-dealer.
Als u toch zelf onderhoud of kleine
reparaties verricht, controleer dan
of u over het juiste speciale ge-
reedschap en de noodzakelijke ori-
ginele Alfa Romeo-onderdelen en
de voorgeschreven bedrijfsvloei-
stoffen beschikt. Voer niet zelf on-
derhoudswerkzaamheden uit, als
u daarmee geen ervaring hebt.
De bij de auto gelever-
de krik dient uitsluitend
voor het verwisselen
van een wiel. De auto mag niet
met de krik worden opgekrikt
voor het uitvoeren van andere
werkzaamheden. Wendt u bij
voorkeur tot een Alfa Romeo-
dealer om deze werkzaamheden
uit te laten voeren.Pas op als u sjaals,
dassen of andere loszit-
tende kledingstukken
draagt: deze kunnen door de be-
wegende delen worden gegre-
pen.
GEVAAR - ERNSTIGE
VERWONDINGEN. Als u
controle- of onder-
houdswerkzaamheden in de
motorruimte uitvoert, moet u er
vooral op letten dat u uw hoofd
niet stoot tegen het uitstekende
deel van de motorkap.
Rook nooit tijdens
werkzaamheden in de
motorruimte: er kunnen
licht ontvlambare gassen aan-
wezig zijn; brandgevaar.
Page 184 of 291
183
ALGEMENE AANWIJZINGEN
Doelmatig onderhoud is een beslissende
factor voor een goede werking van de
auto en een lange levensduur. Zorg er
daarom voor dat de onderhoudsbeurten
tijdig worden uitgevoerd. Dankzij de ver-
dergaande ontwikkeling van het product
kunnen deze bij hogere kilometerstanden
worden uitgevoerd.
De service- en inspectiebeurten moeten
iedere 20.000 km worden uitgevoerd.
Het blijft echter altijd nuttig om regel-
matig wat aandacht aan de auto te schen-
ken, bijvoorbeeld door het systematisch
controleren van de vloeistofniveaus en de
spanning van de banden.
Denk er altijd aan dat een goed onder-
houd van de auto de beste manier is om
de prestaties en de veiligheid van de auto
gedurende langere tijd te garanderen.
Daarbij wordt ook het milieu ontzien en
blijven de exploitatiekosten laag. Het niet uitvoeren van deze servicebeur-
ten, aangegeven met het symbool
—,
kan het vervallen van de garantie tot ge-
volg hebben
U kunt de Alfa Romeo-dealer van te
voren om een prijsopgave voor de onder-
houdsbeurten vragen.
BELANGRIJK Het verdient aanbeve-
ling eventuele kleine defecten onmiddel-
lijk door de Alfa Romeo-dealer te laten
verhelpen en daarmee niet te wachten
tot de volgende servicebeurt.
BELANGRIJK De servicebeurten van
het geprogrammeerd onderhoud zijn door
de fabrikant voorgeschreven. Het niet uit-
voeren van deze servicebeurten kan het
vervallen van de garantie tot gevolg heb-
ben.
Als de auto vaak wordt
gebruikt voor het trek-
ken van aanhangers
moeten er kortere intervallen wor-
den aangehouden voor de werk-
zaamheden van het geprogram-
meerd onderhoud.
Belangrijk. Tijdens het
bijvullen mogen de vloei-
stoffen met verschillen-
de specificaties niet gemengd
worden: als de specificaties van
de vloeistoffen verschillen, kan de
auto ernstig beschadigd worden.
Page 185 of 291
184
ONDERHOUDSSCHEMA
x 1000 km 20 40 60 80 100 120 140 160 180
Banden op conditie en slijtage controleren•••••••••
Werking waarschuwingslampje voor versleten remblokken van de schijfremmen voor controleren•••••••••
Conditie remblokken van de schijfremmen achter controleren••••
Conditie stofhoezen van aandrijfassen, stuurhuis, stuurkogels en brandstof- en remleidingen op lekkage controleren•••••••••
Visueel de conditie controleren van:buitenzijde carrosserie, bodemplaatbescherming,
uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen, enz.),
en rubber slangen van het rem- en brandstofsysteem•••••••••
Getande distributieriem controleren••
Poly-V-aandrijfriem visueel controleren••
Slag handrem controleren••••
Klepspeling controleren/afstellen (turbodieselmotor)•• • • •
Uitlaatgasemissie controleren (benzinemotor)••••
Rookgas controleren (turbodieselmotor)••••
We rking benzinedamp-opvangsysteem controleren••
(*) Of iedere 3 jaar bij zware gebruiksomstandigheden (koud klimaat, in stadsverkeer met langdurig station\
air draaiende motor).
Of iedere 5 jaar, onafhankelijk van het aantal afgelegde kilometers.
Page 186 of 291
185
x 1000 km 20 40 60 80 100 120 140 160 180
Brandstoffilter vervangen (turbodieselmotor)•••••••••
Luchtfilter vervangen (benzinemotor)••••
Luchtfilter vervangen (turbodieselmotor)•••••••••
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (remsysteem, hydrau\
lische koppeling, stuurbekrachtiging, ruitenwissers, accu, motorkoelsysteem, enz.)•••••••••
Olie van Selespeed versnellingsbak controleren en eventueel bijvullen (\
2.0 T.SPARK)•••••••••
Getande distributieriem (*) (**) en Poly-V-aandrijfriem vervangen•
Aandrijfriem tegengesteld draaiende balansassen vervangen (2.0 T.SPARK)•
Bougies vervangen (T.SPARK 16V en 2.5 V6 24V)•
Werking regeleenheden controleren (via diagnosestekker)••••
Olie van handgeschakelde versnellingsbak en differentieel controleren en\
eventueel bijvullen••
Olie van automatische versnellingsbak controleren en eventueel bijvullen\
(2.5 V6 24V)•••••••••
Motorolie en oliefilter vervangen •••••••••
Remvloeistof vervangen (of om het jaar)•••
Stof-/pollenfilter vervangen•••••••••
(*) Of iedere 3 jaar bij zware gebruiksomstandigheden (koud klimaat, in stadsverkeer met langdurig station\
air draaiende motor).
Of iedere 5 jaar, onafhankelijk van het aantal afgelegde kilometers.
(**) Vanwege de zeer veeleisende bedrijfsomstandigheden moet in Nederland bij \
uitvoeringen met een T.Spark-motor de distributieriem
(**) om de 60.000 km of om de 36 maanden worden vervangen.
Page 187 of 291
186
JAARLIJKS
INSPECTIESCHEMA
V
oor auto’s waarmee jaarlijks minder
dan 20.000 km wordt gereden (bijvoor-
beeld ongeveer 10.000 km) is er een
JAARLIJKS INSPECTIESCHEMA dat het vol-
gende omvat:
– Banden op conditie en slijtage contro-
leren en bandenspanning eventueel her-
stellen (inclusief het reservewiel).
– Werking verlichting (koplampen, rich-
tingaanwijzers, waarschuwingsknipper-
lichten, bagageruimte, interieur, dash-
boardkastje, waarschuwings-/controle-
lampjes, enz.) controleren.
– Werking ruitenwissers/-sproeiers
voor/achter controleren en sproeiermon-
den afstellen.
– Stand wisserbladen controleren en
wisserbladen op slijtage controleren.
– Remblokken voor (schijfremmen) op
conditie en slijtage controleren.
– Visueel de conditie controleren van:
motor, versnellingsbak, aandrijfassen, uit-
laat-, brandstof- en remleidingen, rubber
delen (stofkappen, hoezen, enz.) en r
ubber slangen van rem- en brandstofsys-
teem.
– Acculading controleren.
– Conditie van diverse aandrijfriemen
visueel controleren.
– Vloeistofniveaus controleren en even-
tueel bijvullen (motorkoelsysteem, rem-
systeem, ruitensproeiers, accu, enz.).
– Motorolie verversen.
– Motoroliefilter vervangen.
– Pollenfilter vervangen.
AANVULLENDE
WERKZAAMHEDEN
Iedere 1000 km of voor een lange
reis controleren en eventueel bijvullen:
– niveau van de motorkoelvloeistof
– niveau van de remvloeistof/vloeistof-
niveau hydraulische koppelingbediening
– niveau van de olie van de stuurbe-
krachtiging
– niveau van de ruiten-/koplamp-
sproeiervloeistof
– conditie en spanning van de banden. Iedere 3000 km het motoroliepeil
controleren en eventueel bijvullen.
Iedere 5000 km (alleen dieselmo-
toren): condens uit brandstoffilter aftap-
pen. Gebruik bij voorkeur producten van
de FL Group omdat die speciaal zijn afge-
stemd op de Alfa Romeo-modellen (zie
de “Specificaties van de smeermiddelen
en vloeistoffen” in het hoofdstuk “Tech-
nische gegevens”).
BELANGRIJK - Motorolie
Ver
vang de motorolie vaker dan in het
onderhoudsschema staat aangegeven als
de auto overwegend onder zware bedrijfs-
omstandigheden rijdt, zoals:
– trekken van aanhangers of caravans;
– stoffige wegen;
– veel korte ritten (minder dan 7-8 km)
en bij buitentemperaturen onder nul;
– veel langdurig stationair draaiende
motor of lange ritten bij lage snelheden
(bijv. bij gebruik als taxi of bij huis-aan-
huis bezorging of als de auto lang stil-
staat).
Page 188 of 291
187
BELANGRIJK - LuchtfilterAls de auto over stoffige wegen rijdt,
moet het luchtfilter vaker worden vervan-
gen dan in het onderhoudsschema staat
aangegeven.
Raadpleeg bij twijfel over de vervan-
gingsinterval van motorolie en luchtfilter
in relatie tot het gebruik van de auto de
Alfa Romeo-dealer.
BELANGRIJK - Dieselfilter
Door het gebruik van dieselbrandstof
van mindere kwaliteit kan het noodzake-
lijk zijn het brandstoffilter vaker te ver-
vangen dan in het onderhoudsschema is
aangegeven. Een hortende motor kan
een indicatie zijn dat het filter vervangen
moet worden.
BELANGRIJK - Pollenfilter
Als de auto veel over stoffige wegen rijdt
of bij geconcentreerde luchtvervuiling,
moet het filter met actieve koolstof vaker
worden vervangen; dit is vooral raadzaam
als een beperking in de capaciteit van de
ventilatie wordt geconstateerd. BELANGRIJK - Accu
W ij raden u aan de acculading voor het
begin van de winter te controleren, om
de mogelijkheid van bevriezing van het
elektrolyt te voorkomen.
Voer deze controle vaker uit als de auto
overwegend voor korte trajecten wordt
gebruikt, of als accessoires zijn gemon-
teerd die permanent, ook bij uitgescha-
keld contact, stroom verbruiken. Dit geldt
in het bijzonder voor achteraf aange-
brachte accessoires.
Controleer de acculading (elektrolyt)
vaker dan is voorgeschreven in het onder-
houdsschema in dit hoofdstuk, als de
auto wordt gebruikt in warme klimaten of
onder zeer zware bedrijfsomstandig-
heden.
BELANGRIJK - Afstandsbediening
Als u op het knopje van de afstandsbe-
diening drukt en het lampje op de af-
standsbediening knippert één keer kort,
dan moet u de batterij vervangen door
een nieuw exemplaar van hetzelfde type. BELANGRIJK - Wielen
De spanning van de banden, inclusief
het reservewiel, moet regelmatig en voor
een lange rit, worden gecontroleerd.
De bandenspanning moet bij koude
banden worden gecontroleerd.
Controleer regelmatig of de profieldiepte
van het loopvlak nog voldoet aan de wet-
telijk vastgestelde minimumeisen.
BELANGRIJK Bepaalde type banden
zijn voorzien van slijtage-indicatoren; de
banden moeten vervangen worden zodra
deze indicatoren op het loopvlak zicht-
baar zijn.
Page 189 of 291
188
Controleer de banden regelmatig op
scheuren in de wangen en bulten of slijt-
plekken op het loopvlak. Als dit het geval
is, wendt u dan onmiddellijk tot de Alfa
Romeo-dealer. Stop zo snel mogelijk bij een lekke
band en verwissel het wiel om beschadi-
ging van de band, de velg, de wielophan-
ging en de stuurinrichting te voorkomen. De door de fabriek gemonteerde wielen
(velgen en banden) zijn het best afge-
stemd op de eigenschappen van de auto
en garanderen een maximum aan veilig-
heid en comfort onder alle rij-omstandig-
heden. Raadpleeg, voordat u velgen of banden
vervangt, de tabel met de toegestane
band- en velgtypen in het hoofdstuk
“Technische gegevens” of wendt u tot de
Alfa Romeo-dealer. Zorg er in ieder geval voor dat de oor-
spronkelijke combinatie van velg-/ban-
denmaat gehandhaafd blijft. Monteer altijd nieuwe banden en nooit
banden, waarvan de herkomst onbekend
is. BELANGRIJK
Als de auto onder spe-
ciale bedrijfsomstandigheden wordt ge-
bruikt (bijvoorbeeld bij het rijden over we-
gen met strooizout en/of bijtende stof-
fen, op een slecht wegdek, enz.) moeten
de stofhoezen van de aandrijfassen en
het stuurhuis vaker worden gecontroleerd
en de gewrichten, scharnieren, vangme-
chanismen van de portieren, motorkap en
kofferdeksel, enz. vaker worden gerei-
nigd en gesmeerd.
Als u smeermiddelen of vloeistoffen
heeft moeten gebruiken (in een nood-
situatie) met andere specificaties dan
die door de fabrikant worden voorge-
schreven (zie de tabel “Specificaties van
de smeermiddelen en vloeistoffen” in
het hoofdstuk “Technische gegevens”),
dan moeten de vloeistoffen en de filters
van het betreffende circuit zo snel moge-
lijk vervangen worden. BELANGRIJK - Rubber slangen
Houd voor de rubber slangen van het
remsysteem, de stuurbekrachtiging en het
brandstofsysteem zeer nauwkeurig de
voorschriften aan van het “Geprogram-
meerd onderhoudsschema”.
Page 190 of 291
189
NIVEAUS CONTROLEREN, BIJVULLEN EN VERVERSEN
Uitvoeringen 1.6 T. SPARK, 1.8 T.SPARK en 2.0 T.SPARK
k
1)motorolie
w
2)accu
π
3)remvloeistof
+
4)ruitensproei-
ervloeistof
n
5) koelvloeistof
∂
6)olie van de
stuurbekrach-
tiging
P4U00203
fig. 1