Alfa Romeo 156 2000 Instructieboek (in Dutch)

Page 191 of 291

190
Uitvoering 2.5 V6 24V
k
1)motorolie
w
2)accu
π
3)remvloeistof
+
4)ruitensproei-
ervloeistof
n
5) koelvloeistof

6)olie van de
stuurbekrach-
tiging
P4U00204
fig. 2

Page 192 of 291

191
Uitvoering 1.9 JTD
k
1)motorolie
w
2)accu
π
3)remvloeistof
+
4)ruitensproei-
ervloeistof
n
5) koelvloeistof

6)olie van de
stuurbekrach-
tiging
P4U00424
fig. 3

Page 193 of 291

192
Uitvoering 2.4 JTD
k
1)motorolie
w
2)accu
π
3)remvloeistof
+
4)ruitensproei-
ervloeistof
n
5) koelvloeistof

6)olie van de
stuurbekrach-
tiging
P4U00425
fig. 4

Page 194 of 291

193
P4U00207
fig. 5
MOTOROLIEPEIL
CONTROLEREN
Fig. 6:uitvoeringen T.SPARK
Fig. 7: uitvoering 2.5 V6 24V
Fig. 8: uitvoeringen JTD
Controleer het oliepeil als de auto op een
vlakke ondergrond staat en enige minuten
(circa 5) na het uitzetten van de motor. Ver
wijder de oliepeilstok (A ) en maak
de peilstok schoon. Plaats de peilstok ge-
heel terug, verwijder de peilstok en con-
troleer of het niveau tussen het MIN- en
MAX-merkteken op de peilstok staat.
Het verschil tussen het MIN- en MAX-
merkteken komt overeen met ongeveer
1 liter olie.
BELANGRIJK De motor van een
nieuwe auto moet nog worden ingere-
den. Dit betekent dat het motoroliever-
bruik pas na de eerste 5000 ÷ 6000 km
stabiliseert.
Het motorolieverbruik hangt af van de
rijstijl en de gebruiksomstandigheden van
de auto.
fig. 6 - uitvoering T.SPARK
fig. 7 - uitvoering 2.5 V6 24Vfig. 8 - uitvoering JTD
P4U00208
P4U00209P4U00426
BESCHERMPLAAT MOTOR
(
fig. 5)
De auto is uitgerust met een bescherm-
plaat onder de motor.
BELANGRIJK De beschrijving voor
het verwijderen van de beschermplaat
dient slechts ter informatie. Wij raden u
aan deze werkzaamheden door de Alfa
Romeo-dealer te laten uitvoeren.
Bij het verversen van de motorolie en
het oliefilter, en het controleren en verver-
sen van de versnellingsbak-/differentieel-
olie, moet de bescherming worden verwij-
derd. Ga als volgt te werk:
– Draai de schroeven (A ) los en ver-
wijder de bescherming.

Page 195 of 291

194
MOTOROLIE BIJVULLEN
Fig. 9:uitvoeringen T.SPARK
Fig. 10: uitvoering 2.5 V6 24V
Fig. 11: uitvoering 1.9 JTD
Fig. 12: uitvoering 2.4 JTD
Als het olieniveau dicht bij het MIN-
merkteken staat, moet, na het verwijde-
ren van dop (B ), via de olievulopening
motorolie tot aan het MAX-merkteken
worden bijgevuld.
P4U00212
fig. 10 - uitvoering 2.5 V6 24Vfig. 9 - uitvoering T.SPARK
P4U00211
Onthoud dat bij een
warme motor de elek-
troventilateur, afhanke-
lijk van de temperatuur van de
motorkoelvloeistof, automatisch
kan inschakelen en verwondingen
kan veroorzaken.
V ul nooit motorolie bij
met andere specificaties
(klasse, viscositeit) dan
de olie waarmee de motor is ge-
vuld.
P4U00427
fig. 12 - uitvoering 2.4 JTD
P4U00428
fig. 11 - uitvoering 1.9 JTD
Tijdens het bijvullen van de motorolie
mag nooit het MAX-niveau worden over-
schrijden.
BELANGRIJK Na het bijvullen van de
olie de motor enkele seconden laten
draaien, vervolgens de motor uitzetten en
na enige minuten (ongeveer 5) het olie-
peil controleren.
W
ees voorzichtig als u
werkzaamheden in de
motorruimte moet ver-
richten en de motor nog warm is,
zodat brandwonden worden
voorkomen.

Page 196 of 291

195
Tijdens het bijvullen of
verversen van de motor-
olie mag nooit het MAX-
niveau worden overschreden. Als
het motoroliepeil te hoog is, kan
de olie worden aangezogen via
het blow-by circuit. Bij de JTD-uit-
voeringen kan hierdoor het mo-
tortoerental oncontroleerbaar op-
lopen (zelfs als het gaspedaal
wordt losgelaten en de contact-
sleutel in stand STOP wordt ge-
draaid) en schade aan de motor
veroorzaken, waardoor de motor
kan vastlopen en er brand kan
ontstaan.
P4U00215
fig. 13 - uitvoering T.SPARK
P4U00217
fig. 15 - uitvoering 1.9 JTD
P4U00216
fig. 14 - uitvoering 2.5 V6 24V
P4U00218
fig. 16 - uitvoering 2.4 JTD
MOTOROLIE VERVERSEN
Fig. 13: uitvoeringen T.SPARK
Fig. 14: uitvoering 2.5 V6 24V
Fig. 15: uitvoering 1.9 JTD
Fig. 16: uitvoering 2.4 JTD
De frequentie waarmee de motorolie
moet worden ververst, is afhankelijk van
het aantal afgelegde kilometers, de ver- streken tijd na de laatste verversing en de
gebruiksomstandigheden van de auto.
De motorolie moet bij een warme motor
worden afgetapt om het uitstromen van
de afgewerkte olie te vergemakkelijken.
Ga als volgt te werk:
– Zorg dat de auto op een vlakke onder-
grond staat, de handrem is aangetrokken,
de motor is afgezet en nog warm is.
–V erwijder de beschermplaat.
– Plaats een geschikte opvangbak
onder de aftapplug onder de auto.
–V erwijder zowel de olievuldop als de
peilstok om het aftappen te vergemakke-
lijken.
– Draai de aftapplug (A) onder op de
oliepan los en tap de olie volledig af.
–V ervang het oliefilter (zie volgende
paragraaf).

Page 197 of 291

196
Afgetapte motorolie en
gebruikte oliefilters be-
vatten stoffen die
schadelijk zijn voor het milieu.
Het is raadzaam om het verver-
sen van de motorolie en het ver-
vangen van het oliefilter door de
Alfa Romeo-dealer te laten uit-
voeren. De dealer beschikt over
de uitrusting voor het op milieu-
vriendelijke wijze en conform de
wettelijke bepalingen verwerken
van afgewerkte olie en oliefilters.
– Reinig de aftapplug en monteer de
plug.
– Giet nieuwe olie in de vulopening
(zie voor het type olie en de hoeveelheid
de tabel “Specificaties van de smeermid-
delen en vloeistoffen” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”).
– Sluit de vuldop.
– Start de motor en laat de motor 10-
15 seconden stationair draaien. Zet de
motor af en controleer na ongeveer 15
minuten het motoroliepeil, zodat de olie
in de oliepan heeft kunnen terugstromen.
– Maak de peilstok schoon en contro-
leer of het oliepeil niet boven het MAX-
merkteken staat.
– Steek de peilstok geheel in de ope-
ning.
– Controleer de aftapplug en het olie-
filter op lekkage.
– Monteer de beschermplaat. BELANGRIJK
Vanwege de toegevoegde reinigingsmid-
delen, kan de nieuwe olie al na een korte
tijd een donkere kleur krijgen. Dit is een
normaal verschijnsel en het is dus niet no-
dig om de olie vaker te verversen dan is
voorgeschreven. Wanneer de olieproduc-
ten van de aanbevolen merken (zie de ta-
bel “Specificaties van de smeermiddelen
en vloeistoffen” in het hoofdstuk “Tech-
nische gegevens”) niet verkrijgbaar zijn,
dan kunt u producten van andere merken
gebruiken, mist ze de voorgeschreven
classificatie en viscositeit hebben.
In dat geval is het raadzaam de motorolie
en het oliefilter na 10.000 km te vervangen
Dankzij de onderzoeks- en ontwikkelings-
programma’s van de smeermiddelenfabri-
kanten en de voortdurende technologische
verbeteringen, kunnen er nieuwe handels-
namen ontstaan die afwijken van de na-
men die vermeld staan in de tabel “Speci-
ficaties van de smeermiddelen en vloeistof-
fen”. Raadpleeg in geval van twijfel de
Alfa Romeo-dealer. In ieder geval moeten
de gebruikte smeermiddelen altijd voldoen
aan de voorgeschreven specificaties.
Houdt u bij het verwerken van afge-
werkte olie aan de geldende voorschrif-
ten.
MOTOROLIEFILTER
VERVANGEN
Fig. 17: uitvoeringen T.SPARK
Fig. 18: uitvoering 2.5 V6 24V
Fig. 19: uitvoeringen JTD
Ver
wijder de aftap-
plug voorzichtig; de olie
kan zeer warm zijn.

Page 198 of 291

197
Ga voor het vervangen van het oliefilter
als volgt te werk:
–V erwijder de beschermplaat.
– Bij de uitvoering 2.5 V6 24V moeten
ook de bevestigingsschroeven van beugel
( B-fig. 18 ) worden losgedraaid en de
slangen van de stuurbekrachtiging iets
worden verplaatst.
– Draai het filterelement ( A) met een
passende sleutel los en verwijder het.
–S meer de afdichtring van het nieuwe
filter in met motorolie.
– Schroef het nieuwe filter met de
hand op het cilinderblok vast.
– Monteer de beschermplaat. BELANGRIJK
Het oliefilter moet bij
elke verversing van de motorolie worden
vervangen.VERSNELLINGSBAK-/
DIFFERENTIEELOLIE
CONTROLEREN EN VERVERSEN
BELANGRIJK De beschrijving van de
procedure voor het controleren van het
oliepeil en het verversen van de versnel-
lingsbak-/differentieelolie dient slechts
ter informatie. Wij raden u aan deze
werkzaamheden door de Alfa Romeo-
dealer te laten uitvoeren.
Het oliepeil moet op een vlakke onder-
grond en bij een auto met stilstaande en
koude motor worden gecontroleerd.
P4U00219
fig. 17 - uitvoering T.SPARK
P4U00220
fig. 18 - uitvoering 2.5 V6 24V
P4U00221
fig. 19 - uitvoering JTD

Page 199 of 291

198
Ga, afhankelijk van de uitvoering, als
volgt te werk:
Uitvoeringen T.SPARK (fig. 20)
V oer voor het controleren van het olie-
peil de volgende werkzaamheden uit:
–V erwijder de beschermplaat.
–V erwijder de vuldop (A ) om het
oliepeil in het versnellingsbakhuis te con-
troleren; het oliepeil moet tot aan de on-
derrand van de opening reiken.
Ga voor het verversen van de olie (bij
een warme versnellingsbak en differen-
tieel) als volgt te werk:
–P laats een geschikte opvangbak on-
der de aftapplug (B) onder de auto.
P4U00222
fig. 20 - uitvoering T.SPARK –V
erwijder zowel de vuldop ( A) als
de aftapplug (B) en tap de olie volledig
af.
– Maak de aftapplug (B ) schoon en
schroef hem vast.
– Giet nieuwe olie in de vulopening
( A ) (zie voor het type olie en de hoeveel-
heid de tabel “Specificaties van de smeer-
middelen en vloeistoffen” in het hoofd-
stuk “Technische gegevens”). – Controleer of het oliepeil tot aan de
onderrand van de opening reikt. Plaats de
vuldop en schroef hem vast.
– Monteer de beschermplaat.
Uitvoeringen 2.5 V6 24V en JTD
(fig. 21) Voer voor het controleren van het olie-
peil de volgende werkzaamheden uit:
–T rek de peilstok ( A) uit en maak
hem schoon.
– Steek de peilstok volledig in de
buis, trek hem uit en controleer of het
oliepeil op het merkteken op de peilstok
staat.
– Steek tenslotte de peilstok weer vol-
ledig in de buis.

Page 200 of 291

199
Ga voor het verversen van de olie (bij
een warme versnellingsbak en differen-
tieel) als volgt te werk:
–V erwijder de beschermplaat. –P
laats een geschikte opvangbak on-
der de aftapplug (B) onder de auto.
–V erwijder zowel de peilstok(A ) en
de aftappluggen voor de versnellingsbak-
olie (B) en/of de differentieelolie ( C) en
tap de olie volledig af.
– Maak de aftappluggen ( B) en/of
(C) schoon en schroef ze vast.
– Giet nieuwe olie in de vulopening
( A ) (zie voor het type olie en de hoeveel-
heid de tabel “Specificaties van de smeer-
middelen en vloeistoffen” in het hoofd-
stuk “Technische gegevens”).
fig. 21 - uitvoeringen 2.5 V6 24V en JTD
P4U00223
– Controleer het oliepeil (zie volgende
paragraaf).
– Monteer de beschermplaat.

Page:   < prev 1-10 ... 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 ... 300 next >