CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2014, Model line: BERLINGO MULTISPACE, Model: CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2014Pages: 269, PDF Size: 13.34 MB
Page 111 of 269

 109
   Veiligheid  tijdens  het  rijden   
VEILIGHEID
4
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
  De   ESC -stand is de 
normale stand voor situaties 
waarin weinig wielslip 
optreedt, gebaseerd op 
de meest voorkomende 
omstandigheden tijdens het rijden op 
autowegen en snelwegen. 
 Elke keer als u het contact afzet, 
wordt het ESC automatisch weer 
ingeschakeld.  
  De  stand   ESC OFF  is alleen 
geschikt voor het wegrijden 
en bij lage snelheden. 
 Deze stand is alleen mogelijk 
bij snelheden tot 50 km/h.     In de stand " 
Sneeuw " 
past het systeem bij het 
wegrijden de regeling aan op 
de hoeveelheid grip die elk 
voorwiel op dat moment heeft. 
 Tijdens het optrekken optimaliseert 
het systeem de wielslip zodanig 
dat de beschikbare grip effectief 
wordt gebruikt voor een maximale 
acceleratie.  
  In de stand "  Off road "  wordt 
bij het wegrijden veel wielslip 
toegestaan bij het wiel met 
de minste grip, zodat de 
modder van de band wordt 
verwijderd en het wiel vervolgens weer 
grip krijgt. Er wordt zo veel mogelijk 
koppel naar het wiel met de meeste 
grip overgebracht. 
 Tijdens het optrekken verdeelt het 
systeem de wielslip zodanig dat de 
handelingen van de bestuurder zo veel 
mogelijk effect hebben.     In de stand " 
Zand " is het 
gelijktijdig licht doorslippen 
van de aangedreven wielen 
toegestaan, zodat de auto 
vooruit komt en het risico van 
ingraven wordt beperkt. 
 Activeer op zand geen andere standen, 
omdat anders de kans bestaat dat de 
auto vast komt te zitten in het terrein.    
Page 112 of 269

11 0
   Veiligheidsgordels   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
11 0
 VEILIGHEIDSGORDELS 
  Hoogteverstelling 
 Knijp de knop van de geleider in 
en schuif deze omhoog of omlaag 
(veiligheidsgordel bestuurdersstoel en 
enkele  passagiersstoel).  
  Vastmaken 
 Trek aan de gordel en steek de gesp in 
de gordelsluiting. 
 Trek aan de gordel om de 
vergrendeling van de gesp te 
controleren.  
  Verklikkerlampje 
veiligheidsgordel bestuurder    Losmaken 
 Druk op de rode knop.   Als de bestuurder zijn 
veiligheidsgordel niet heeft 
vastgemaakt, gaat bij het 
starten van de motor het 
verklikkerlampje  branden.  
  Gebruiksvoorschrift 
 De bestuurder dient er vóór het 
wegrijden zeker van te zijn dat alle 
inzittenden hun veiligheidsgordels op 
de juiste manier hebben vastgemaakt. 
 Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens 
het rijden hun veiligheidsgordel dragen, 
ook al betreft het een korte rit. 
 De veiligheidsgordels zijn voorzien 
van een oprolautomaat die ervoor 
zorgt dat de lengte van de gordel 
automatisch wordt aangepast aan uw 
lichaamsbouw. 
 Gebruik geen accessoires om de 
veiligheidsgordels minder strak te 
laten aansluiten (zoals wasknijpers, 
klemmen, veiligheidsspelden, ...). 
 Controleer zowel voor als na het 
gebruik van de gordel of deze goed is 
opgerold. 
 Controleer na het neerklappen of 
verplaatsen van een stoel of de 
achterbank of de gordel goed is 
opgerold en de gordelsluiting zich op 
de juiste plaats bevindt. 
 De gordelspanners van de 
veiligheidsgordels vóór kunnen, 
afhankelijk van de aard en de kracht 
van de aanrijding, onafhankelijk van 
de airbags afgaan. De gordelspanners 
trekken de veiligheidsgordels direct 
stevig tegen het lichaam van de 
inzittenden. Het afgaan van de 
gordels gaat gepaard met een 
lichte onschadelijke rookvorming 
en een geluid als gevolg van de 
pyrotechnische lading in het systeem. 
 De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht 
waarmee de gordel tegen het lichaam van 
de inzittenden getrokken wordt.  
Page 113 of 269

   Veiligheidsgordels   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
 111
VEILIGHEID
4
  Voorschriften  voor  kinderen: 
   -   maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner dan 1,50 m gebruik van een 
geschikt kinderzitje. 
  -   laat nooit een kind op schoot  zitten tijdens het rijden. De 
veiligheidsgordel mag door niet 
meer dan één persoon gedragen 
worden.  
 Raadpleeg voor meer informatie 
over kinderzitjes in rubriek 4 het 
gedeelte "Kinderen in de auto". 
 Reinig de veiligheidsgordels met 
zeepsop of een reinigingsmiddel 
voor textiel, verkrijgbaar bij het 
CITROËN-netwerk.   
 Vanwege de wettelijke 
veiligheidsvoorschriften moeten 
werkzaamheden en controles aan de 
veiligheidsgordels worden uitgevoerd 
door het CITROËN-netwerk, dat 
tevens voor de garantie zorgt en 
de werkzaamheden volgens de 
voorschriften uitvoert. 
 Laat de veiligheidsgordels van 
uw auto regelmatig (ook na een 
kleine aanrijding) controleren door 
het CITROËN-netwerk of een 
gekwalifi ceerde werkplaats: de gordels 
mogen geen slijtagesporen en scheuren 
vertonen en er mogen geen wijzigingen 
aan de gordels zijn aangebracht. 
 De oprolautomaten zijn voorzien van 
een automatische blokkeerinrichting 
die in werking treedt bij een aanrijding, 
een noodstop of het over de kop slaan 
van de auto. 
 De veiligheidsgordels met 
pyrotechnische gordelspanners werken 
alleen als het contact aan staat. 
 U kunt de gordel losmaken door de 
rode knop op de gesphouder in te 
drukken. Geleid de gordel tijdens het 
oprollen. 
 Als de gordelspanners zijn geactiveerd, 
gaat het verklikkerlampje airbag branden. 
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een 
gekwalifi ceerde werkplaats. 
 Voor een effectieve werking van de 
veiligheidsgordel: 
   -   mag deze door niet meer dan één 
persoon worden gedragen, 
  -   moet worden voorkomen dat de  gordel gedraaid raakt en moet de 
gordel in een vloeiende beweging 
naar voren worden getrokken, 
  -   dient deze strak om het lichaam te  worden  gedragen.  
 De schoudergordel moet langs het 
holle gedeelte van de schouder 
worden geplaatst. 
 De heupgordel moet zo laag mogelijk 
op het bekken worden geplaatst. 
 Draai de gespen van de 
veiligheidsgordels niet om; de gordels 
zijn dan niet voldoende effectief. 
Als de zitplaatsen zijn voorzien van 
armsteunen, moet de heupgordel altijd 
onder de armsteun door worden geleid. 
 Controleer of de gordel goed is vastgemaakt 
door even aan de riem te trekken. 
  Autogordels  zitplaatsen  vóór 
 De autogordels vóór zijn voorzien van 
pyrotechnische gordelspanners en 
gordelkrachtbegrenzers.  
    Autogordels  zitplaatsen  achter 
(5 zitplaatsen) 
 De zitplaatsen achter zijn voorzien van 
driepuntsgordels met oprolautomaten.   
Page 114 of 269

11 2
   Veiligheidsgordels   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
11 2
  Autogordels  zitplaatsen  achter  
(7 zitplaatsen) 
  Tweede  zitrij 
 De drie zitplaatsen zijn uitgerust met 
driepuntsgordels en oprolautomaten. 
 Let er bij het neerklappen van de 
buitenste stoelen of het neerklappen 
van de rugleuningen in de tafelstand 
op dat de autogordel van de middelste 
zitplaats niet knel komt te zitten. 
 Let er bij het verstellen van de 
buitenste stoelen (verwijderen/
terugplaatsen) of bij het instappen 
naar de derde zitrij op dat er niets blijft 
haken aan de middelste autogordel. 
 Let erop dat de middelste autogordel 
op de juiste wijze is opgerold in de 
gordelhouder in het dak.    Derde  zitrij 
 De twee zitplaatsen zijn uitgerust met 
driepuntsgordels en oprolautomaten. 
 Bevestig de gordels niet aan de 
sjorogen, zoals met een rood kruis is 
aangegeven op de sticker. 
 Let erop dat de autogordels op de 
juiste wijze worden vastgemaakt aan 
de hiervoor bestemde ogen.  
  De autogordels van de derde zitrij 
kunnen worden opgeborgen als ze 
niet in gebruik zijn. Hierdoor is de 
bagageruimte beter toegankelijk en 
is het bagagescherm eenvoudiger te 
plaatsen. 
 Haak de musketonhaak vast op 
de hiervoor bestemde plaats in de 
bekleding van de achterstijl.    
Page 115 of 269

 11 3
   Airbags   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
 11 3
VEILIGHEID
4
 AIRBAGS 
 De airbags zijn speciaal ontworpen 
voor een betere veiligheid van de 
inzittenden bij ernstige aanrijdingen: 
ze vormen een aanvulling op de 
werking van de veiligheidsgordels met 
gordelkrachtbegrenzers.  De elektronische schoksensoren 
registreren in dat geval de frontale en 
zijdelingse aanrijdingen waaraan de 
registratiezones voor een aanrijding 
worden blootgesteld: 
   -   bij  een  ernstige  aanrijding  worden 
de airbags onmiddellijk opgeblazen 
en zorgen voor een betere 
bescherming van de inzittenden 
van de auto. Direct na de aanrijding 
ontsnapt het gas zodat noch het 
zicht, noch het eventueel verlaten 
van de auto door de inzittenden 
wordt belemmerd,    -   bij een minder ernstige aanrijding 
of een aanrijding van achteren, 
en in bepaalde gevallen waarin 
de auto over de kop slaat, treden 
de airbags niet in werking. De 
veiligheidsgordels zorgen in deze 
situaties voor uw bescherming.  
 De kracht van de aanrijding is 
afhankelijk van het soort obstakel 
en de snelheid van de auto op dat 
moment.  
Page 116 of 269

11 4
   Airbags   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
11 4
  Gebruiksvoorschrift 
 Maak er een gewoonte van om 
normaal rechtop in de voorstoelen te 
zitten. 
 Draag altijd een correct afgestelde 
veiligheidsgordel. 
 Zorg dat er zich niets bevindt tussen 
de airbag en de inzittenden (kinderen, 
huisdieren, objecten...). Dit kan 
de goede werking van de airbag 
belemmeren en/of de inzittende bij het 
opblazen van de airbag verwonden. 
 Laat na een aanrijding of diefstal 
van uw auto de airbagsystemen 
controleren. 
 Het is beslist niet toegestaan om 
werkzaamheden uit te voeren aan 
airbagsystemen, raadpleeg hiervoor 
het CITROËN-netwerk of een 
gekwalifi ceerde werkplaats. 
 Zelfs als alle bovenstaande 
voorschriften worden nageleefd, blijft 
de kans bestaan op letsel of lichte 
brandwonden aan het hoofd, de borst 
of de armen, als de airbag wordt 
geactiveerd. De airbag wordt namelijk 
zeer snel opgeblazen (binnen enkele 
milliseconden) en loopt vervolgens 
even snel leeg, waarbij de warme 
gassen via de daarvoor bestemde 
openingen naar buiten stromen.   Zij-airbags 
 Bedek de stoelen uitsluitend met de 
goedgekeurde stoelhoezen. Deze 
belemmeren het activeren van de zij-
airbags niet. Raadpleeg het CITROËN-
netwerk of een gekwalifi ceerde 
werkplaats. 
 Bevestig nooit iets aan de rugleuning 
van de stoelen; dit zou bij het afgaan 
van de airbags kunnen leiden tot 
verwondingen aan armen of middel. 
 Ga niet onnodig dicht tegen het 
portierpaneel  zitten.  
  Airbags  vóór 
 Houd het stuurwiel niet aan de spaken 
vast en laat uw handen niet op het 
stuurwielkussen rusten. 
 Zorg ervoor dat de passagier zijn 
voeten niet op het dashboard 
laat rusten; hij kan anders ernstig 
letsel oplopen als de airbag wordt 
opgeblazen. 
 Het is raadzaam niet te roken in de 
auto. Als de airbag wordt opgeblazen, 
kunnen brandende sigaretten of een 
pijp brandwonden of ander letsel 
veroorzaken. 
 Verwijder het stuurwiel nooit, maak 
geen gaten in de stuurwielbekleding en 
sla niet op het stuurwiel.   
  De airbags werken alleen als 
het contact aan is.  
 De airbags werken slechts eenmaal. 
Als er een tweede aanrijding 
plaatsvindt (tijdens hetzelfde of een 
volgend ongeval), werken de airbags 
niet meer. 
 Het activeren van de airbags gaat 
gepaard met wat rook en een knal, 
als gevolg van de activering van 
de pyrotechnische lading die in het 
systeem is geïntegreerd. 
 De rook is niet schadelijk, maar kan 
voor gevoelige personen irriterend zijn. 
 De knal die bij de ontsteking wordt 
geproduceerd, kan het gehoor 
gedurende een korte periode enigszins 
verminderen. 
 Wanneer een kinderzitje met 
de rug in de rijrichting op de 
passagiersstoel is geplaatst, 
moet de airbag aan passagierszijde 
zijn uitgeschakeld. Zie in rubriek 4 het 
gedeelte "Kinderen aan boord".  
Page 117 of 269

 11 5
   Airbags   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
 11 5
VEILIGHEID
4
  Window-airbags 
 De window-airbags beschermen de 
bestuurder en passagiers (uitgezonderd 
de middelste zitplaats van zitrij 2) bij 
een ernstige zijdelingse aanrijding, om 
de kans op hoofdletsel te verkleinen. 
 De window-airbags zijn aangebracht in 
de stijlen en het bovenste gedeelte van 
het interieur. 
  Activering 
 De window-airbag wordt gelijktijdig met 
de zij-airbag aan de desbetreffende zijde 
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse 
aanrijding binnen (een gedeelte van) 
de impactzone opzij ( B ), loodrecht op 
de lengteas van de auto en vanaf de 
buitenzijde richting de binnenzijde van 
de auto, die zich op een horizontale 
ondergrond moet bevinden. 
 De window-airbag wordt opgeblazen 
tussen de inzittende vóór of achter in 
de auto en de ruiten.   
  Zij-airbags 
 De zij-airbags beschermen de 
bestuurder en voorpassagier bij een 
ernstige zijdelingse aanrijding, om de 
kans op borstletsel te verkleinen. 
 De zij-airbags zijn aan de zijde van de 
portieren in de rugleuningen van de 
voorstoelen aangebracht. 
  Activering 
 De zij-airbags worden aan de 
desbetreffende zijde opgeblazen bij 
een ernstige zijdelingse aanrijding 
binnen (een gedeelte van) de 
impactzone opzij (  B ), loodrecht op 
de lengteas van de auto en vanaf de 
buitenzijde richting de binnenzijde van 
de auto, die zich op een horizontale 
ondergrond moet bevinden. 
 De zij-airbag wordt opgeblazen 
tussen de inzittende vóór en het 
desbetreffende  portierpaneel.     Registratiezones  voor  een 
aanrijding 
   A.   Impactzone  vóór 
  B.   Impactzone  opzij  
  Storing 
 Als dit verklikkerlampje op 
het instrumentenpaneel 
gaat branden in combinatie 
met een geluidssignaal en 
een melding op het display, 
raadpleeg dan het CITROËN-netwerk 
of een gekwalifi ceerde werkplaats 
om het systeem te laten controleren. 
De kans bestaat dat de airbags bij 
een ernstige aanrijding niet worden 
geactiveerd.   
 Bij een lichte zijdelingse aanrijding 
of bij over de kop slaan, kan 
het zijn dat de airbag niet wordt 
geactiveerd.   
Page 118 of 269

11 6
   Airbags   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
11 6
  Frontairbags 
 Deze zijn voor de bestuurder in 
het midden van het stuurwiel en 
voor de passagier in het dashboard 
aangebracht. 
  Activering 
 Ze worden tegelijkertijd geactiveerd, 
behalve als de airbag aan 
passagierszijde is uitgeschakeld, bij 
een ernstige frontale aanrijding binnen 
de impactzone  A , in de lengterichting 
van de auto en vanaf de voorzijde 
richting de achterzijde van de auto, die 
zich op een horizontale ondergrond 
moet bevinden. 
 De frontairbag wordt opgeblazen 
tussen de inzittende vóór en het 
dashboard om te voorkomen dat de 
inzittende naar voren wordt geworpen.     Uitschakelen 
 Alleen de airbag aan passagierszijde 
kan worden uitgeschakeld: 
   -    Zet het contact af , steek de sleutel 
in de schakelaar voor uitschakelen 
van de airbag aan passagierszijde, 
  -   draai deze in de stand   "OFF" , 
  -   verwijder de sleutel zonder de  stand van de sleutel te veranderen.  
 Het verklikkerlampje op 
het instrumentenpaneel 
brandt zolang de airbag is 
uitgeschakeld.    Als de twee verklikkerlampjes 
airbag permanent branden, plaats 
dan geen kinderzitje met de rug 
in de rijrichting. Neem contact op 
met het CITROËN-netwerk of een 
gekwalifi ceerde werkplaats.      Storing  airbag  vóór 
 Schakel voor de veiligheid van uw 
kind de airbag aan passagierszijde 
altijd uit als u een kinderzitje met 
de rug in de rijrichting op de voorstoel 
plaatst. Anders kan een kind bij het 
afgaan van de airbag levensgevaarlijk 
gewond  raken.     Inschakelen 
 In de stand  
"OFF"  werkt de airbag 
aan passagierszijde bij een eventuele 
aanrijding niet. 
 Als u het kinderzitje hebt verwijderd, 
zet dan de schakelaar weer op   "ON"  
om de airbag opnieuw in te schakelen 
en zo de veiligheid van uw passagier 
te  garanderen.  
 Als dit verklikkerlampje op 
het instrumentenpaneel gaat 
branden in combinatie met 
een geluidssignaal en een 
melding op het display, laat het 
systeem dan controleren door 
het CITROËN-netwerk of een 
gekwalifi ceerde werkplaats.  
Page 119 of 269

 11 7
   Kinderen  aan  boord   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
 11 7
VEILIGHEID
4
 ALGEMENE INFORMATIE MET 
BETREKKING TOT KINDERZITJES 
  Hoewel CITROËN bij het ontwerp van 
uw auto veel aandacht heeft besteed 
aan veiligheidsvoorzieningen voor uw 
kinderen, is hun veiligheid natuurlijk 
ook afhankelijk van uzelf. 
 Volg voor een optimale veiligheid de 
volgende adviezen op: 
   -   kinderen  jonger  dan  12  jaar of kleiner dan 1,50 meter 
dienen in goedgekeurde, 
aan het lichaamsgewicht 
aangepaste kinderzitjes op met 
veiligheidsgordels of ISOFIX-
bevestigingen uitgeruste plaatsen 
te worden vervoerd, 
  -   de veiligste plaats voor het  vervoeren van een kind is volgens 
de statistieken een plaats op de 
achterbank van uw auto, 
  -   kinderen tot 9 kg moeten zowel  voor- als achterin met de rug in de 
rijrichting worden vervoerd, 
  -   een kind mag nooit op de schoot  van een passagier worden 
vervoerd.   
  KINDERZITJE  VÓÓR 
  "Met de rug in de rijrichting" 
 Aanbevolen op de zitplaatsen achter 
tot 2 jaar. 
 Wanneer een kinderzitje met de rug 
in de rijrichting op de passagiersstoel 
vóór wordt geplaatst, moet de airbag 
aan passagierszijde zijn uitgeschakeld. 
Anders kan het kind bij het afgaan van 
de airbag levensgevaarlijk gewond 
raken.     "Met het gezicht in de rijrichting" 
 Aanbevolen op de zitplaatsen achter 
vanaf 2 jaar. 
 Wanneer een kinderzitje met 
het gezicht in de rijrichting op de 
passagiersstoel vóór wordt geplaatst, 
mag de airbag aan passagierszijde niet 
worden  uitgeschakeld.   
  De regels voor het vervoeren 
van kinderen zijn per land 
verschillend. Raadpleeg hiervoor 
de wetgeving in uw land. 
 Raadpleeg de lijst met de voor uw 
land goedgekeurde kinderzitjes. 
De aanwezigheid van ISOFIX-
bevestigingen, achterzitplaatsen en 
een (uitschakelbare) passagiersairbag 
is afhankelijk van de uitvoering.   
Page 120 of 269

11 8
   Kinderen  aan  boord   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
11 8
  Zie rubriek 4, gedeelte "Airbags".  
  De procedure voor kinderzitjes 
en de functie uitschakelen van de 
airbag aan passagierszijde zijn 
gelijk voor het hele CITROËN-gamma. 
 Als de airbag aan passagierszijde 
niet kan worden uitgeschakeld, is het 
absoluut verboden een kinderzitje 
"met de rug in de rijrichting" op de 
zitplaatsen voor te bevestigen.          Airbag  aan  passagierszijde  OFF  
  Sticker op beide zijden van de 
zonneklep  aan  passagierszijde