CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: BERLINGO MULTISPACE, Model: CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2017Pages: 292, PDF Size: 9.84 MB
Page 51 of 292

49
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
HANDGESCHAkELDE
VERSNELLINGSBA
k
Vijf versnellingen Zes versnellingen
Trap om soepel te kunnen schakelen
het koppelingspedaal altijd volledig in.
Om te voorkomen dat de werking van
het pedaal wordt gehinderd:
-
controleer of de mat goed op zijn
plaats ligt en correct is bevestigd
op de vloer
,
-
gebruik nooit meer dan één mat per
plaats.
Laat tijdens het rijden uw hand niet
op de versnellin
gspook rusten. Zelfs
een lichte belasting op de pook kan
na verloop van tijd slijtage aan de
onderdelen in de versnellingsbak
veroorzaken.
Schakelen in de 5e of
6e versnelling
Verplaats de versnellingshendel
helemaal naar rechts om de versnelling
correct in te schakelen.
Achteruitversnelling inschakelen
Zet de pook met beleid in de
achteruitversnelling om bijgeluiden
te beperken.
Schakel de achteruit pas in als de auto
volledig stilstaat.
STUURWIEL VERSTELLEN
Ontgrendel het stuurwiel, alleen bij
stilstaande auto, door aan de hendel te
trekken.
Zet het stuurwiel in de gewenste stand
en zet vervolgens de hendel weer
goed vast. Trek bij een auto met zesversnellingsbak
de ring onder de pookknop omhoog.
VOORDAT u GAAT RIJDEN
3
Versnellingsbak en stuurwiel
Page 52 of 292

50
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
De informatie wordt in
de vorm van een pijl op
het instrumentenpaneel
weergegeven. Daarnaast kan
de aanbevolen versnelling
worden weergegeven.
Het systeem past het
schakeladvies aan de
rijomstandigheden (helling,
belading van de auto, ...) en de rijstijl
van de bestuurder (veel vermogen
nodig, accelereren, remmen, ...) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
-
de eerste versnellin
g in te
schakelen,
-
de achteruitversnellin
g in te
schakelen.
Bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak is dit systeem uitsluitend
actief in de handgeschakelde stand.
SCHAkELINDICATOR
Afhankelijk van de rijomstandigheden
en de uitrusting van uw auto kan het
systeem u adviseren één of meer
versnellingen op te schakelen. U kunt
deze aanwijzingen opvolgen zonder
de tussenliggende versnellingen in te
hoeven schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen
versnellingen ook daadwerkelijk
in te schakelen. De keuze van de
optimale versnelling hangt namelijk
altijd af van de situatie op de weg, de
verkeersdrukte en de veiligheid. De
bestuurder blijft derhalve altijd zelf
verantwoordelijk voor het al dan niet
opvolgen van de aanwijzing.
De functie kan niet worden
uitgeschakeld.
Dit systeem geeft aan welke
versnelling moet worden ingeschakeld
om het brandstofverbruik te reduceren.
Versnellingsbak en stuurwiel
Page 53 of 292

51
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
ELEkTRONISCH GESTUURDE 6-VERSNELLINGSBAk
- geautomatiseerde stand:
selectiehendel in stand A.
-
handbediende stand:
selectiehendel in stand
M.
Voor de veiligheid:
De stand N kan alleen worden
ingeschakeld bij ingetrapt rempedaal.
Het verplaatsen van de
selectiehendel van stand A (rijden
in geautomatiseerde stand) naar
stand
M (rijden in handbediende
stand) of omgekeerd is op elk moment
mogelijk. Controlelampje A op het
instrumentenpaneel dooft.
Selecteren van de stand Starten van de motor
- Om de motor te kunnen starten
moet de selectiehendel zich in
stand
N bevinden.
-
T
rap het rempedaal krachtig in.
-
Bedien de startmotor
.
-
Plaats bij een draaiende motor de
selectiehendel in stand
R, A of M.
-
Laat het rempedaal los en geef
gas.
Als de selectiehendel niet in stand N staat
en/of het rempedaal niet is ingetrapt, kan
de motor niet worden gestart. Herhaal de
hierboven beschreven procedure.
Achteruitversnelling
Inschakelen van de
achteruitversnelling
Plaats de selectiehendel in stand R.
Schakel de achteruitversnelling pas
in als de auto stilstaat.
Neutraalstand Inschakelen van de
neutraalstand
Plaats de selectiehendel in stand N.
Selecteer deze stand niet als de auto
rijdt, zelfs niet voor een moment.
VOORDAT u GAAT RIJDEN
3
Versnellingsbak en stuurwiel
Page 54 of 292

52
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
Accelereren
Om optimaal te accelereren
(bijvoorbeeld als u wilt inhalen) hoeft
u slechts het gaspedaal voorbij de
weerstand in te trappen.
Stilstaande auto met draaiende
motor
Als de auto langere tijd met draaiende
motor stilstaat, schakelt de versnellingsbak
automatisch neutraalstand N in.
Afzetten van de motor
Voordat u de motor afzet, moet u de
selectiehendel in de stand N zetten.
In alle gevallen moet echter altijd de
handrem worden bediend. Controleer
of het controlelampje voor de handrem
op het instrumentenpaneel brandt.
Controleer alvorens
werkzaamheden in de motorruimte
uit te voeren of de selectiehendel
in de neutraalstand N staat.
Schakelen
Bij een EGS-versnellingsbak
kan bij hoge motortoerentallen
(felle acceleraties) een hogere
versnelling uitsluitend handmatig door
de bestuurder worden ingeschakeld. Trek de flipper "+"
naar u toe om op te
schakelen.
Trek de flipper "-"
naar u toe om terug te
schakelen.
-
Bij het stoppen van de auto of bij
lage snelheden (naderen van een
verkeerslicht bijvoorbeeld) schakelt
de versnellin
gsbak automatisch
terug tot in de 1
e versnelling.
-
U hoeft het gaspedaal tijdens het
schakelen niet volledig los te laten.
-
Het schakelen is alleen mogelijk als
het motortoerental dit toestaat.
-
In verband met de veilig
heid kan
het terugschakelen afhankelijk van
het motortoerental automatisch
plaatsvinden.
Handbediende stand
Inschakelen van de
handbediende stand
Plaats de selectiehendel in stand M. Geautomatiseerde stand Inschakelen van de
geautomatiseerde stand
Plaats de selectiehendel in stand A.
De versnellingsbak werkt nu in de
geautomatiseerde stand, zonder dat u
zelf hoeft te schakelen.
De versnellingsbak selecteert zelf de
versnelling die het best past bij de
volgende factoren:
-
rijstijl,
-
wegdek,
-
optimaal brandstofverbruik.
Versnellingsbak en stuurwiel
Page 55 of 292

53
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
STOP & START- S y STEEM
Het Stop & Start-systeem zet de motor
tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij
rood licht, opstoppingen enz.).
De motor wordt automatisch gestart
(START-stand) als u weer weg wilt
rijden.
Het starten gebeurt direct, snel en stil.
Het Stop & Start-systeem zorgt
met name inde stad voor een lager
brandstofverbruik, minder uitstoot van
schadelijke stoffen en een aangename
rust in het interieur tijdens het wachten.
Werking
Overgang naar de STOP-stand van de motor
Het verklikkerlampje "ECO" op het
instrumentenpaneel gaat branden
en de motor wordt afgezet:
- bij een handgeschakelde
versnellingsbak
, bij snelheden
beneden 20
km/h, wanneer u de
versnellingsbak in zijn vrij zet en u
de koppeling loslaat,
-
bij een elektronisch gestuurde
6-versnellingsbak
, bij snelheden
beneden 8
km/h, wanneer u op het
rempedaal trapt of wanneer u de
selectiehendel in de stand N zet. Als uw auto is uitgerust met een teller,
wordt de duur van de momenten dat
de motor in de STOP-stand staat,
opgeteld en weergegeven. Elke keer
als u het contact opnieuw aanzet,
wordt deze teller op 0
gezet.
Is uw auto uitgerust met
een elektronisch gestuurde
versnellingsbak en u parkeert
uw auto, dan is - ten behoeve van uw
eigen comfort - de STOP-stand de
eerste seconden na het uitschakelen
van de achteruit niet beschikbaar.
Als de STOP-stand geactiveerd is,
blijven alle andere componenten zoals
de remmen en de stuurbekrachtiging
enz. normaal functioneren.
Tank nooit als de motor door het
Stop&Start-systeem is afgezet; zet
in dat geval altijd het contact met
de sleutel af. Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
De STOP-stand wordt niet geactiveerd
als:
-
de auto op een steile hellin
g staat
(bergopwaarts of bergafwaarts),
-
het bestuurderportier geopend is,
-
de veilig
heidsgordel van de
bestuurder los is,
-
de auto sinds de laatste start met
de sleutel niet harder dan 10
km/h
heeft gereden,
-
de klimaatregeling in het interieur
dat niet toelaat,
-
de ruitontwaseming is
ingeschakeld,
-
bepaalde bijzondere
omstandigheden (laadtoestand
accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur
enz.) dat niet toelaten.
In dit geval knippert het
verklikkerlampje "ECO"
enkele seconden om
vervolgens te doven.
Dit is volkomen normaal.
VOORDAT u GAAT RIJDEN
3
Stop & Start
Page 56 of 292

54
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
Overgang naar de START-stand van
de motor
Het verklikkerlampje "ECO" gaat
uit en de motor wordt gestart:
- bij een handgeschakelde
versnellingsbak, trapt u het
koppelingspedaal volledig in,
-
bij een elektronisch gestuurde
6-versnellingsbak
:
●
met de selectiehendel in stand
A
of M, wanneer u het rempedaal
loslaat.
●
of met de selectiehendel in
stand
N en het rempedaal los,
wanneer u de selectiehendel in
stand A of M zet,
●
of wanneer u de
achteruitversnellin
g inschakelt.
Als u bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak
in de STOP-stand een versnelling
inschakelt maar daarbij het
koppelingspedaal niet volledig intrapt,
gaat er een verklikkerlampje branden
of wordt er een melding weergegeven
met het verzoek het koppelingspedaal
helemaal in te trappen, omdat anders
de motor niet gestart kan worden.
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Voor uw veiligheid of comfort wordt de
START-stand automatisch geactiveerd
als:
-
u het bestuurderportier opent,
-
de veilig
heidsgordel van de
bestuurder los wordt gemaakt, In dit geval knippert het
lampje "ECO" enkele
seconden om vervolgens te
doven.
Dit is volkomen normaal.
Uitschakelen
In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld om
het thermische comfort in het interieur op
peil te houden, kan het nuttig zijn om het
Stop & Start-systeem uit te schakelen.
U kunt deze functie op elk
willekeurig moment uitschakelen
door de schakelaar "ECO OFF"
in te drukken.
Het verklikkerlampje in de schakelaar
gaat branden en er verschijnt een
bericht op het display.
Als u het systeem met de motor in de
STOP-stand uitschakelt, dan wordt de
motor direct weer gestart.
Opnieuw inschakelen
Druk nogmaals op de schakelaar
"ECO OFF".
Het systeem is dan opnieuw actief; het
verklikkerlampje in de schakelaar gaat
uit en er verschijnt een melding op het
instrumentenpaneel.
Het systeem wordt automatisch
opnieuw ingeschakeld zodra u het
contact weer aanzet.
Storingen
Bij een storing in het systeem
gaat het verklikkerlampje in
de schakelaar "ECO OFF"
eerst knipperen en brandt
vervolgens permanent.
Dit systeem heeft specifieke
kenmerken en maakt gebruik van
een speciale accu (raadpleeg voor
meer informatie het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats).
Het gebruik van een andere dan de
door CITROËN voorgeschreven accu's
kan leiden tot storingen in het systeem. Laat het systeem door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats controleren.
Als er in de STOP-stand een storing
zou optreden, kan het zijn dat de
motor niet meer wil aanslaan of direct
afslaat. Alle verklikkerlampjes op het
instrumentenpaneel gaan dan branden.
Zet in dat geval het contact af en start
de auto met behulp van de sleutel.
-
de snelheid van de auto
hoger is dan 25
km/h bij een
handgeschakelde versnellingsbak
en hoger dan 11
km/h bij
een elektronisch gestuurde
6-versnellingsbak,
-
bepaalde bijzondere omstandigheden
(laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur
enz.) dit niet toelaten.
Stop & Start
Page 57 of 292

55
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
Het Stop & Start-systeem
maakt gebruik van een speciale
12V-accu. Laat eventuele
werkzaamheden aan dit type
accu uitsluitend uitvoeren door
het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Zie rubriek 8, gedeelte "Accu", voor
meer informatie over de 12V-accu.
Gebruiksvoorschrift: stoppen Gebruiksvoorschrift: starten
Verklikkerlampje
voorgloeien dieselmotor
Als de motor voldoende
op temperatuur is, gaat
het lampje na minder dan
1
seconde uit en kunt u de
motor direct starten.
Wacht bij koud weer tot dit lampje
uitgaat en zet vervolgens de startmotor
in werking (stand "Starten") tot de
motor aanslaat.
Verklikkerlampje geopend portierControleer als dit lampje brandt
of de portieren, achterdeuren,
schuifdeuren en de motorkap
goed zijn gesloten!
Ontzien van de motor en de
versnellingsbak
Laat de motor voordat u het contact
afzet enkele seconden draaien om
het toerental van de turbocompressor
(dieselmotor) te laten dalen.
Geef geen gas bij het afzetten van het
contact.
Het inschakelen van alleen een
versnelling bij het parkeren van de
auto is niet afdoende.
STARTEN EN AFZETTEN
Stand "AAN" en "Accessoires".
Verdraai terwijl u de contactsleutel
omdraait het stuurwiel iets (zonder
te forceren) om het stuurslot te
ontgrendelen. In deze stand kunnen
verschillende accessoires functioneren.
Stand "Starten".
De startmotor wordt in werking gezet. Laat de
sleutel los zodra de motor is aangeslagen.
Stand STOP: stuurslot.
Het contact is afgezet. Draai het
stuurwiel tot het stuurslot wordt
vergrendeld. Haal de sleutel uit het
contact.
Openen van de motorkap
Schakel omwille van uw veiligheid het
Stop & Start-systeem altijd uit alvorens
werkzaamheden onder de motorkap uit
te voeren om verwondingen als gevolg
van het automatisch inschakelen van
de START-stand te voorkomen.
Rijden op een overstroomde weg
Schakel het Stop & Start-systeem uit
wanneer u over een overstroomde weg
moet rijden.
Raadpleeg voor meer adviezen over
met name het rijden op overstroomde
wegen de desbetreffende rubriek.
VOORDAT u GAAT RIJDEN
3
Stop & Start
Page 58 of 292

56
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
HILL START A SSIST
Deze aan de dynamische
stabiliteitscontrole gekoppelde functie
(ook bekend onder de naam HHC (Hill
Holder Control)) vereenvoudigt het
wegrijden op een helling. Het systeem
wordt geactiveerd onder de volgende
omstandigheden:
-
de auto moet stilstaan met draaiende
motor en het rempedaal ingetrapt,
-
de hellin
g moet steiler zijn dan 5%,
-
bij het omhoog rijden op een
hellin
g moet de versnellingsbak
in de neutraalstand staan of
moet een andere versnelling
dan de achteruitversnelling zijn
ingeschakeld,
-
bij het afdalen van een helling moet de
achteruitversnelling zijn ingeschakeld.
De Hill Start Assist is een voorziening om het
rijcomfort te vergroten en kan niet gebruikt
worden als elektrisch bediende handrem.
Werking
Als u het rempedaal en het
koppelingspedaal hebt ingetrapt,
hebt u zodra u het rempedaal loslaat
ongeveer 2 seconden de tijd om,
zonder dat de auto de helling af begint
te rollen, gas te geven en weg te rijden.
Bij het wegrijden wordt de functie
automatisch gedeactiveerd door de
remdruk geleidelijk te laten afnemen.
Gedurende deze fase is het mogelijk
dat de remmen hoorbaar zijn, het
teken dat de auto in beweging komt.
Storing
De Hill Start Assist wordt
gedeactiveerd onder de volgende
omstandigheden:
-
als u het koppelingspedaal laat
opkomen,
-
als de handrem wordt
aangetrokken,
-
als de motor wordt afgezet,
-
als de motor afslaat.
In het geval van een storing
in het systeem gaat dit
verklikkerlampje branden
in combinatie met een
geluidssignaal en een melding
ter bevestiging op het display. Laat het
systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Starten en stoppen
Page 59 of 292

57
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
RIJADVIEZEN
Houd u altijd aan de verkeersregels en
let onder alle omstandigheden goed
op.
Richt uw aandacht op het verkeer en
houd uw handen op het stuurwiel,
zodat u snel kunt reageren op
onverwachte situaties.
Om veiligheidsredenen moet de
bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen alleen uitvoeren als
de auto stilstaat.
Las tijdens een lange rit om de twee
uur een pauze in.
Rijd bij slecht weer defensief, rem
eerder af en houd meer afstand tot uw
voorligger.
Rijden op een overstroomde weg
Probeer het rijden over overstroomde
wegen zo veel mogelijk te vermijden,
want het water kan de motor,
versnellingsbak en het elektrische
systeem van uw auto ernstig
beschadigen.
Bent u genoodzaakt over een overstroomd
weggedeelte te rijden, doe dan het volgende:
- kijk of het water niet meer dan
15 cm diep is, houd daarbij
rekening met golven die door
andere weggebruikers kunnen
worden veroorzaakt,
-
schakel het Stop & Start-systeem
uit,
-
rijd zo langzaam mogelijk zonder
de motor te laten afslaan. Rijd in
elk geval niet sneller dan 10 km/h,
-
zet de auto niet stil en zet de motor
niet af.
Als u het overstroomde weggedeelte
achter u hebt gelaten, rem dan,
zodra de verkeerssituatie dat toelaat,
meerdere keren licht af om de
remschijven en remblokken te drogen.
Als u twijfels hebt over de staat
van uw auto, neem dan contact op
met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. Rijd nooit met aangetrokken
handrem - kans op oververhitting
en beschadiging van het
remsysteem!
Kans op brand!
Het uitlaatsysteem van uw auto wordt
erg warm en blijft ook na het afzetten
van de motor nog enige tijd warm.
Parkeer daarom uw auto niet en zet uw
auto niet met draaiende motor stil op
een plaats waar brandbaar materiaal
(gras, afgevallen blad enz.) in contact
kan komen met het uitlaatsysteem.
Laat de auto nooit onbewaakt
met draaiende motor achter
. Als
u uw auto met draaiende motor
moet verlaten, trek dan de parkeerrem
aan en zet de versnellingsbak in
de neutraalstand of in de stand
N
of P, afhankelijk van het type
versnellingsbak.
Belangrijk!
VOORDAT u GAAT RIJDEN
3
Starten en stoppen
Page 60 of 292

58
Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016
RICHTINGAANWIJZERS
Functie "snelweg"
Duw de schakelaar één keer omhoog
of omlaag om de richtingaanwijzer aan
de desbetreffende zijde driemaal te
laten knipperen.
VERLICHTING
Links: omlaag duwen tot
voorbij het zware punt.
Rechts: omhoog duwen tot
voorbij het zware punt.
Verlichting vóór en achter
Lichten uit
Automatische verlichting
ParkeerlichtenDimlicht (groen)
Overschakelen van dim- naar
grootlicht
Trek de hendel helemaal naar u toe.
Vergeten verlichting
Wanneer u het contact afzet en
de follow me home-verlichting is
ingeschakeld, doven alle lichten
behalve de dimlichten.
Zie in rubriek 3
het gedeelte
"Cockpit" voor meer informatie
over de verklikkerlampjes.
knipperlichten
Draai deze ring om de
verlichting in te schakelen. Grootlicht (blauw)
U bedient de verlichting
door deze ring in de
stand "0" (verlichting uit)
te zetten en vervolgens in
de stand van uw keuze.
Als de verlichting aanstaat en er een
voorportier wordt geopend, klinkt er
een geluidssignaal.
Stuurkolomschakelaars