CITROEN DS4 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2017Pages: 468, PDF Size: 11.16 MB
Page 281 of 468

279
DS4_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
Een lamp vervangen
De koplampunits zijn voorzien van glas
van polycarbonaat met een speciale
vernislaag:
F
r
einig de koplampen nooit met
een droge of schurende doek en
gebruik geen oplosmiddelen,
F
g
ebruik een spons met zeepwater
of een pH-neutraal product,
F
w
anneer u met een
hogedrukreiniger hardnekkig vuil
probeert te verwijderen, houd
de straal dan nooit langdurig op
de koplampen, de achterlichten
en de randen ervan gericht, om
beschadiging van de vernislaag en
de afdichtrubbers te voorkomen. Bij het vervangen van lampen moet de
verlichting minstens enkele minuten
uitgeschakeld zijn (risico van ernstige
verbranding).
F
R
aak de lamp niet met de vingers
aan, maar gebruik een niet-
pluizende doek.
In verband met het behoud van de
kwaliteit van de koplampen mogen
uitsluitend anti-UV-lampen worden
gebruikt.
Vervang een kapotte lamp altijd door een
nieuwe lamp met dezelfde specificaties.Verlichting met LED's (light-
emitting diodes)
Neem voor het vervangen van dit type
lampen contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het CITROËN-netwerk biedt
vervangingssets aan voor leds (light-
emitting diodes).
Elektrocutiegevaar
Het vervangen van een xenonlamp
(D1S) moet worden uitgevoerd door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
08
Storingen verhelpen
Page 282 of 468

280
DS4_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
Let erbij het monteren van lampen met
nokjes (H1, H7 enz.) op dat deze nokjes
goed in de uitsparingen komen, zodat
het licht in de juiste richting schijnt.
1.
D
agrijverlichting/parkeerlicht
en (LED).
2.
M
eedraaiend dim-/grootlicht
(D1S).
3.
R
ichtingaanwijzers (LED).
4.
Mi
stlampen/bochtverlichting
(LED).1.
R
ichtingaanwijzers (H21
wit).
2.
D
imlicht (H7).
3.
G
rootlicht (H1).
4.
D
agrijverlichting / parkeerlichten
(P21/5W XL).
5.
Mi
stlampen met bochtverlichting (H11).
Verlichting vóór
1. Richtingaanwijzers (LED).
2. D
agrijverlichting / parkeerlicht (LED).
3.
D
imlicht (H7).
4.
G
rootlicht (H7).
5.
Mi
stlampen/bochtverlichting (H11).
Let erbij het monteren van lampen met
nokjes (H1, H7
enz.) op dat deze nokjes
goed in de uitsparingen komen, zodat
het licht in de juiste richting schijnt.
* LED: Light-emitting Diode.
Uitvoering met meedraaiende
xenon- en full LED-lampen Uitvoering met halogeenlampen
(t y p e 1)Uitvoering met halogeenlampen en
LED-lichtsignatuur* (type 2)
08
Storingen verhelpen
Page 283 of 468

281
DS4_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
Lamp van richtingaanwijzer
vervangen
De amberkleurige lampen, zoals die
van de richtingaanwijzers, moeten
worden vervangen door lampen met
dezelfde kleur en specificaties.
Wanneer het controlelampje van de
richtingaanwijzer (rechts of links) met een hogere
frequentie dan normaal knippert, duidt dit op een
defecte lamp aan de desbetreffende zijde.Uitvoering met halogeenlampen (type 2) en
uitvoering met xenonlampen
Raadpleeg voor het vervangen van dit type
LED-lampen het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
F
D
raai de lamphouder een kwart
omwenteling en verwijder deze.
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Verricht voor het monteren van de lampen de
genoemde handelingen in de omgekeerde
volgorde.
Toegang tot de lampen
Afhankelijk van de motoruitvoering moet u
aan de linkerkant de volgende handelingen
uitvoeren om bij de afdekkappen van de
lampen te komen.
F
M
aak de drie bevestigingspunten van de
luchtgeleider los en verwijder de geleider.
F
M
aak de beide bevestigingen van de
motorkapkabel los.
F
D
uw de kabel naar beneden.
Vergeet niet om na het vervangen van de
lamp alle onderdelen weer te monteren
(motorkapkabel en luchtgeleider). Uitvoering met halogeenlampen
(t yp e 1)
08
Storingen verhelpen
Page 284 of 468

282
DS4_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
F Trek aan de borglip om de beschermkap te verwijderen.
F
M
aak de stekker los.
F
D
ruk de veren uit elkaar om de lamp te
kunnen verwijderen.
F
T
rek de lamp uit de fitting en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Sluit bij het monteren uiterst zorgvuldig
de beschermkap om ervoor te zorgen
dat de lampunit goed wordt afgedicht. F T
rek aan de borglip om de beschermkap te
verwijderen.
F
M
aak de stekker los.
F
K
nijp de veren in om de lamp te kunnen
verwijderen.
F
V
erwijder de lamp en vervang hem.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde. F
T rek aan de borglip om de beschermkap te
verwijderen.
F
M
aak de stekker los.
F
V
erwijder de lamp en vervang hem.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Lampen dimlicht vervangen
(uitvoering met halogeenlampen) Lampen grootlicht vervangen
(uitvoering met halogeenlampen
t y p e 1)Lampen grootlicht vervangen
(uitvoering met halogeenlampen
t ype 2)
08
Storingen verhelpen
Page 285 of 468

283
DS4_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
F Trek aan de borglip om de beschermkap te verwijderen.
F
N
eem de stekker los.
F
D
raai de fitting een kwart omwenteling en
verwijder het geheel.
F
T
rek de lamp uit de fitting en vervang de
lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde. F
S teek ter hoogte van het midden van het
zijknipperlicht een platte schroevendraaier
tussen het zijknipperlicht en de voet van de
buitenspiegel.
F
W
ip het zijknipperlicht met de platte
schroevendraaier los.
F
N
eem de stekker van het zijknipperlicht los.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Een nieuw zijknipperlicht is verkrijgbaar bij
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Raadpleeg voor het vervangen van dit type
LED-lampen het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Lampen dagrijverlichting / parkeerlichten
vervangen (bij uitvoeringen met
halogeenlampen type
1)Lampen dagrijverlichting / parkeerlichten
vervangen (bij uitvoeringen met
halogeenlampen type
2
of xenonlampen)Geïntegreerde zijknipperlichten
vervangen
08
Storingen verhelpen
Page 286 of 468

284
DS4_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
Lamp van de zijverlichting (LED)
vervangen
Raadpleeg voor het vervangen van dit type
LED-lampen het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.F
S teek een platte schroevendraaier in het
gaatje van de bumperstrip.
F
W
ip de strip voorzichtig los.
F
V
er wijder de beide schroeven van de
mistlamp en neem deze uit de behuizing.
F
N
eem de stekker van de fitting los.
F
D
raai de fitting een kwart omwenteling en
verwijder het geheel.
F
T
rek de lamp uit de fitting en vervang de
lamp. Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Voor het vervangen van deze lampen
kunt u ook het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats raadplegen.
Lampen van mistlampen
vervangen (bij uitvoeringen met
halogeenlampen)
08
Storingen verhelpen
Page 287 of 468

285
DS4_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
1. Remlichten (P21/5W).
2. Parkeerlichten (LE DS)* .
3. R
ichtingaanwijzers (PY21W,
amberkleurig).
4.
A
chteruitrijlichten (P21W).
5.
M
istachterlichten (P21W).
Achterlichten
Amberkleurige lampen zoals de
richtingaanwijzers, moeten vervangen
worden door lampen met dezelfde
specificaties en kleur.
De lichten op de achterklep hebben,
met uitzondering van de lichtstroken,
geen functie en zijn uitsluitend om
esthetische redenen aangebracht. Deze drie lampen kunnen van buitenaf worden vervangen:
F
o
pen de achterklep,
F
v
er wijder het rooster in de bekleding aan
de desbetreffende zijkant,
F d raai de twee moeren met een dop of
pijpsleutel 10 los en ver wijder de moeren
met de hand,
F
n
eem de stekker van de lamp los,
F
v
erwijder de lampunit voorzichtig door deze
in een rechte beweging naar u toe te trekken,
F
v
erwijder de schuimrubber afdichting,F
k
lik de twee kleine secundaire stekkers los,
F
h
oud de twee borglippen van elkaar en trek
de fitting los,
F d raai de lamp een kwart slag en vervang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
Druk de lichtunit goed in de steungoot in de
lengteas van de auto.
Draai de moeren goed genoeg vast om te
zorgen voor een goede afdichting.
Draai ze echter niet al te vast, omdat de
achterlichtunit dan zou kunnen barsten.
*
LED
: l
ichtgevende diode.
Lampen van remlichten, achteruitrijlichten en richtingaanwijzers vervangen
08
Storingen verhelpen
Page 288 of 468

286
DS4_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
Lichtgeleiders / parkeerlichten
vervangenVervangen van de
kentekenplaatverlichting (W5W)
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om dit type LED-
verlichting te vervangen.
Neem voor het vervangen van dit type lamp
met leds contact op met het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
F
S
teek een kleine schroevendraaier in
een van de buitenste openingen van het
lampglas.
F
D
uw de schroevendraaier naar buiten.
F
V
erwijder het lampglas.
F
V
ervang de defecte lamp.
Druk het glaasje vast in de houder.
Lamp derde remlicht vervangen
(LED's)
Open de achterklep tot halver wege om het
vervangen te vergemakkelijken.
08
Storingen verhelpen
Page 289 of 468

287
DS4_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
Deze lampen zijn te vervangen vanaf de
buitenkant van de achterbumper:
F
s
teek uw hand onder de bumper,
F
v
erdraai de lamphouder een kwartslag en
trek deze naar u toe,
F
v
erdraai de lamp een kwartslag en
vervang deze.
Verricht voor het monteren de handelingen in
omgekeerde volgorde. Raak de uitlaat niet aan indien u de
lamp kort na het afzetten van het
contact vervangt; dit met het oog op
mogelijke brandwonden.
Lampen van mistachterlichten vervangen
08
Storingen verhelpen
Page 290 of 468

288
DS4_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
Zekering vervangen
De tang voor het verwijderen van zekeringen
is bevestigd aan de binnenzijde van het deksel
van de zekeringkast in het dashboard:
F
t
rek het deksel eerst rechtsboven en dan
linksboven los,
F
v
erwijder het deksel en keer het om,
Toegang tot het gereedschap
F neem de steun los waarop aan de achterzijde de tang is bevestigd. Voordat u een zekering vervangt, dient u
F
d
e oorzaak van de storing te achterhalen
om deze te verhelpen,
F
s
troomverbruikers uit te schakelen,
F
d
e auto stil te zetten met het contact uit,
F
d
e defecte zekering te achterhalen
met behulp van de zekeringtabel en de
schema's op de volgende bladzijden.
Vervangen van een zekering
Goed Defect
Het vervangen van een zekering door
een andere dan in de volgende tabellen
genoemd, kan tot ernstige storingen
leiden. Raadpleeg het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Tang
Voor ingrepen aan een zekering geldt:
F
g
ebruik een speciale tang om de zekering
uit de zekeringkast te ver wijderen en te
controleren of het smeltdraadje van de
zekering intact is,
F
v
ervang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte
(zelfde kleur): een afwijkende
stroomsterkte kan storingen veroorzaken
(brand).
Mocht de storing kort na het vervangen
van de zekering terugkeren, laat dan de
elektrische uitrusting controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
08
Storingen verhelpen