Hyundai Grand Santa Fe 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2015, Model line: Grand Santa Fe, Model: Hyundai Grand Santa Fe 2015Pages: 710, PDF Size: 44.66 MB
Page 541 of 710

573
Rijden met uw auto
WAARSCHUWING
Uw auto is voorzien van banden die
ontworpen zijn voor veilige rij- en
stuureigenschappen. Gebruik geen
banden en velgen met een andere
maat of van een ander type dan de
banden en velgen die
oorspronkelijk op de auto zaten. Dit
kan de veiligheid en prestaties van
uw auto nadelig beïnvloeden, wat
kan leiden tot ernstig letsel doordat
de auto onbestuurbaar wordt of
over de kop slaat. Zorg er bij het
vervangen van de wielen voor dat
alle vier wielen dezelfde velgmaat,
dezelfde bandenmaat, dezelfde
profieldikte en hetzelfde
draagvermogen hebben. Gebruik
ook altijd velgen en banden van
hetzelfde merk. Als u de auto voor
terreinrijden toch voorziet van een
niet door HYUNDAI aanbevolen
banden- en velgencombinatie,
dient u deze banden- en
velgencombinatie niet te gebruiken
voor het rijden op de snelweg.WAARSCHUWING - Over
de kop slaan
Een onjuiste bediening van de auto
kan ertoe leiden dat u de macht
over het stuur kwijtraakt of dat de
auto over de kop slaat.
SUV's hebben bij een ongeval een grotere kans op over de kop slaan dan andere typen
personenauto's.
Door het specifieke ontwerp (grotere bodemvrijheid, kleinere
spoorbreedte, enz.) ligt het
zwaartepunt hoger dan bij
normale personenauto's.
Een SUV is niet ontworpen om met dezelfde snelheid als
conventionele auto's bochten tenemen.
Neem scherpe bochten zo voorzichtig mogelijk en voer
geen abrupte manoeuvres uit.
(Vervolg)(Vervolg)
De kans dat een persoon die zijnof haar veiligheidsgordel niet
draagt zeer ernstig gewond raakt
als de auto over de kop slaat, is
aanmerkelijk groter dan bij een
persoon die wel zijn of haar
veiligheidsgordel draagt. Zorg
ervoor dat alle inzittenden hun
veiligheidsgordel goed dragen.
Page 542 of 710

Rijden met uw auto
74
5
Op eigen kracht lostrekken van de auto
Draai eerst het stuurwiel een aantal
keren naar rechts en naar links om de
voorwielen vrij te maken wanneer de
auto vastzit in sneeuw, zand of modder
en het nodig is de auto heen en weer teschommelen om te proberen hem los te
trekken. Schakel vervolgens één van de
vooruitversnellingen in (bij een
automatische transmissie). Laat demotor niet met een te hoog toerental
draaien en laat de wielen niet te lang
doorslippen. Als de auto na enkele
pogingen nog vastzit, dient u de auto los
te laten trekken om oververhitting van de
motor en beschadiging van de
transmissie te voorkomen.
✽✽
AANWIJZING
De voertuigstabiliteitsregeling (ESC)
moet in stand OFF wordt gezet voordat
de auto op eigen kracht losgetrokken
wordt.
WAARSCHUWING
Als u met u auto vast komt te zitten
in de sneeuw, modder, zand, enz.,
kunt u proberen de auto weer los te
krijgen door afwisselend voor- en
achteruit te rijden. Doe dat echterniet als er mensen of obstakels in
de directe nabijheid van de auto
aanwezig zijn. Tijdens het voor- of
achteruitrijden kan de auto
plotseling naar voren of naar
achteren bewegen als de
aangedreven wielen weer grip
krijgen, waardoor personen letsel
kunnen oplopen of schade kanontstaan.WAARSCHUWING - Slippende wielen
Laat de wielen niet doorslippen,
vooral niet met hoge snelheid. Het
met hoge snelheid door laten
slippen van de wielen wanneer de
auto stilstaat, kan oververhitting
van de banden veroorzaken
waardoor deze kunnen exploderen
en voorbijgangers kunnen
verwonden.
OPMERKING
Het langdurig op eigen kracht lostrekken van de auto kan
oververhitting van de motor enbeschadiging van de transmissie en van de banden veroorzaken.
Page 543 of 710

575
Rijden met uw auto
Vloeiend nemen van bochten
Pas uw snelheid zo aan dat u in bochten
niet hoeft te remmen of te schakelen,
vooral op een nat wegdek. Het beste is
licht accelererend de bocht uit te rijden.
Als u deze adviezen opvolgt wordt de
bandenslijtage tot een minimum beperkt.Rijden in het donker
Omdat het rijden in het donker meer
gevaren oplevert dan het rijden bij
daglicht, volgen hier een aantal
belangrijke tips om te onthouden:
Rijd langzamer en houd meer afstand
tussen u en uw voorliggers omdat het
zicht in het donker beperkter is, vooral
in gebieden waar geen straat
-verlichting is.
Stel uw spiegels bij om schittering door de koplampen van andere auto's te
beperken. Houd uw koplampen schoon en, indien
uw auto niet is uitgerust met
automatische koplampverstelling, op
de juiste wijze afgesteld. Vuile of
verkeerd afgestelde koplampen
beperken het zicht in het donker.
Kijk niet rechtstreeks in de koplampen van tegemoetkomende auto's. U kunt
daardoor tijdelijk verblind raken en het
duurt enkele seconden voordat uw
ogen weer aan de duisternis gewendzijn.
OCM053010OUN056051
Page 544 of 710

Rijden met uw auto
76
5
Rijden in de regen
Regen en natte wegen kunnen het rijden
gevaarlijk maken, vooral wanneer u er
niet op bedacht bent. Hier volgen een
aantal aandachtspunten voor het rijdenin de regen:
Door hevige regenval zal het zicht
beperkt worden en de remafstand
groter worden. Matig daarom uwsnelheid.
Zorg ervoor dat uw ruitenwissers in goede staat verkeren. Vervang de
ruitenwisserbladen als ze strepen
achterlaten of bepaalde stukken
overslaan. Wanneer de banden niet in een goede
staat verkeren, kunnen de wielen bij
een noodstop op een nat wegdek gaan
slippen, waardoor een ongeluk kan
ontstaan. Zorg ervoor dat de banden in
goede staat verkeren.
Schakel uw verlichting in zodat anderen u beter kunnen zien.
Te snel door grote waterplassen rijden kan uw remmen aantasten. Als u door
plassen moet rijden, probeer dit danlangzaam te doen.
Trap het rempedaal tijdens het rijden licht in totdat de remmen weer normaal
werken wanneer u vermoed dat uw
remmen nat geworden zijn. Doorwaden van water
Vermijd het doorwaden van water tenzij u
er zeker van bent dat het water niet
hoger komt dan de onderzijde van de
wielnaven. Rijd altijd langzaam bij het
doorwaden van water. Bewaar voldoende
remafstand omdat het remvermogen
verminderd kan zijn. Droog de remmen door na het
doorwaden bij lage snelheid het
rempedaal een aantal malen voorzichtig
in te trappen. Rijden In het terrein
Rijd in het terrein voorzichtig omdat uw
auto beschadigd kan raken door stenen
of boomwortels. Zorg dat u weet hoe deomstandigheden in het terrein zijn
voordat u er gaat rijden.
1VQA3003
Page 545 of 710

577
Rijden met uw auto
Rijden met hoge snelheden
Banden
Verhoog de bandenspanning tot de
voorgeschreven waarde. Een te lagebandenspanning kan leiden tot
oververhitting van de banden en totschade aan de banden.
Laat de banden van uw auto tijdig
vervangen; versleten banden bieden
minder grip en raken sneller lek.
✽✽AANWIJZING
Overschrijd nooit de maximale
bandenspanning die op de band is
aangegeven.
Brandstof, koelvloeistof en motorolie
Bij het rijden met hoge snelheden wordt
meer brandstof verbruikt dan bij het
rijden in de stad. Vergeet niet zowel het
koelvloeistofpeil als het motoroliepeil tecontroleren.
Aandrijfriem
Een onvoldoende gespannen of
beschadigde aandrijfriem kan leiden tot
oververhitting van de motor.
WAARSCHUWING
Banden met een te hoge of een te lage spanning hebben een
negatieve invloed op het
rijgedrag en kunnen ervoor
zorgen dat u de macht over de
auto verliest, waardoor eenaanrijding met (ernstig) letsel het
gevolg kan zijn. Controleer
voordat u gaat rijden altijd eerst
de bandenspanning. Zie voor de
juiste bandenspanning “Banden
en wielen” in hoofdstuk 8.
Het rijden met banden zonder of met onvoldoende profiel is
gevaarlijk. Versleten banden
kunnen ertoe leiden dat u de
controle over uw auto verliest,
waardoor (ernstig) letsel kan
ontstaan. Versleten banden
moeten zo spoedig mogelijk
worden vervangen. Controleer
het profiel van uw banden altijd
voordat u gaat rijden. Zie voor
meer informatie en de
slijtagelimiet “Banden en wielen”in hoofdstuk 7.
1VQA1004
Page 546 of 710

Rijden met uw auto
78
5
RIJDEN IN DE WINTER
De slechtere weersomstandigheden in de winter leiden tot meer slijtage en
andere problemen. Volg onderstaande
aanwijzingen om de problemen tijdens
het rijden in de winter tot een minimum te
beperken: Sneeuw en ijs Om met uw auto op een besneeuwd
wegdek te kunnen rijden, kan het
noodzakelijk zijn gebruik te maken van
winterbanden of sneeuwkettingen onder
uw auto te monteren. Kies voor
winterbanden van dezelfde maat en
hetzelfde type als de oorspronkelijk
onder de auto gemonteerde banden. Het
niet in acht nemen van dit advies kan de
veiligheid en de rijeigenschappen van uw
auto nadelig beïnvloeden. Verder zijnhoge snelheden, plotseling remmen en
het nemen van scherpe bochten
potentieel gevaarlijke situaties.
Probeer bij het afremmen zoveel
mogelijk op de motor af te remmen. Doorplotseling te remmen op een met sneeuw
of ijs bedekte weg kan de auto in een slip
raken. Bewaar voldoende afstand tot uw
voorligger. Trap verder het rempedaal
met beleid in. Het monteren van
sneeuwkettingen zorgt wel voor een
betere grip maar kan niet voorkomen dat
de auto in een slip raakt.
✽✽
AANWIJZING
Het gebruik van sneeuwkettingen is niet
in alle landen toegestaan. Controleer
voor het monteren van sneeuwkettingen
of dat wettelijk is toegestaan.
Winterbanden
Als u winterbanden op uw auto laat
monteren, controleer dan of deze
dezelfde maat en beladingsindex hebben
als de originele banden. Monteersneeuwbanden op alle vier de wielen,
voor een optimale wegligging onder alle
weersomstandigheden. Houd er
rekening mee dat de grip op een droog
wegdek met winterbanden iets lager is
dan met de originele banden. Rijd ook
voorzichtig als de weg vrij is. Raadpleeg
uw bandenleverancier voor de maximum
snelheid van de banden.
Monteer geen banden met spikes zonder eerst na te gaan of het gebruik hiervan niet wettelijk verboden is.
WAARSCHUWING
- Afmetingen winterbanden
De maat en het type van de
winterbanden moeten gelijk zijn
aan die van de standaard
gemonteerde banden. Anders kan
de veiligheid en het rijgedrag van
uw auto negatief beïnvloed worden.
1VQA3005
Page 547 of 710

579
Rijden met uw auto
Sneeuwkettingen
Omdat de wangen van een radiaalband
vrij dun zijn, kunnen ze door sommige
typen sneeuwkettingen beschadigd
raken. Daarom wordt aanbevolen om
winterbanden te gebruiken in plaats van
sneeuwkettingen. Monteer geen
sneeuwkettingen op auto’s met
lichtmetalen velgen, omdat de velgen
daardoor beschadigd kunnen raken. Als
het onvermijdelijk is om sneeuwkettingen
te gebruiken, gebruik dan
sneeuwkettingen met een dikte van
minder dan 15 mm. Schade aan uw auto
die het gevolg is van het gebruik van
ongeschikte sneeuwkettingen valt niet
onder de fabrieksgarantie van uw auto.Breng, wanneer u sneeuwkettingen
gebruikt, de sneeuwkettingen als volgt
aan op de aangedreven wielen.
2WD: Voorwielen
4WD: Alle wielen
Als voor een 4WD-auto geen
complete set kettingen
beschikbaar is, brengt u de
kettingen alleen aan op de
voorwielen.
OPMERKING
Zorg ervoor dat desneeuwkettingen geschikt zijn
voor de maat en het type band dat op uw auto gemonteerd is.Ongeschikte sneeuwkettingenkunnen schade toebrengen aan de
carrosserie en de wielophanging,wat buiten de fabrieksgarantie valt. Bovendien kunnen de
bevestigingshaken beschadigd raken bij contact met de auto,waardoor de sneeuwkettingen loskunnen raken. Gebruik uitsluitend
sneeuwkettingen van SAE-klasse S.
Controleer nadat u ongeveer 0,5 - 1 km hebt gereden of de kettingennog goed zitten. Span de kettingen
of monteer ze opnieuw als ze loszitten.
1VQA3007
Page 548 of 710

Rijden met uw auto
80
5
Aanbrengen van sneeuwkettingen
Volg voor het plaatsen van de kettingen
de aanwijzingen van de fabrikant en trek
de kettingen zo strak mogelijk aan. Matig
uw snelheid als u met sneeuwkettingen
rijdt. Als u de kettingen tegen de
carrosserie of het chassis hoort slaan,
stop dan meteen en trek de kettingen
aan. Als ze daarna nog tegen de autoslaan, matig uw snelheid dan totdat dit
niet meer gebeurt. Verwijder de kettingen
zodra u weer op een schone weg rijdt. Gebruik hoogwaardige
ethyleenglycol koelvloeistof
Uw auto wordt afgeleverd met een
koelsysteem dat gevuld is met
hoogwaardige ethyleenglycol koelvloei-
stof. Alleen dit type koelvloeistof helpt
corrosie in het koelsysteem te
voorkomen, smeert de waterpomp
afdoende en voorkomt bevriezing van
het koelsysteem. Vervang de
koelvloeistof periodiek en vul het op de
juiste manier bij. Zie hiervoor hetonderhoudsschema in hoofdstuk 7.
Laat voor de winter controleren of de
koelvloeistof voldoende bescherming
tegen bevriezing biedt voor de te
verwachten winterse temperaturen.
Controleer de accu en de accukabels
In de winter krijgt de accu het extra
zwaar. Controleer de accu en de
accukabels en -klemmen visueel zoals
beschreven staat in hoofdstuk 7.
We adviseren u de ladingstoestand van de accu te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
- Sneeuwkettingen
Het rijgedrag van de auto kan door het gebruik van kettingen
negatief beïnvloed worden.
Rijd nooit sneller dan 30 km/h of sneller dan de door de fabrikant
aanbevolen snelheid. Houd de
laagste snelheid aan.
Rijd voorzichtig en vermijd oneffenheden, gaten, scherpe
bochten en andere situaties
waardoor de auto plotseling zoukunnen uitveren.
Vermijd het maken van scherpe bochten en het remmen met
geblokkeerde wielen.
OPMERKING
Kettingen die een verkeerde maat
hebben of niet goed gemonteerd
zijn, kunnen de remleidingen,wielophanging, carrosserie, envelgen van uw auto beschadigen.
Stop onmiddellijk en span de kettingen aan zodra u ze tegen deauto hoort tikken.
WAARSCHUWING
- Monteren van
sneeuwkettingen
Parkeer de auto op een vlakke
ondergrond en uit de buurt van het
overige verkeer voor het monteren
van de sneeuwkettingen. Zet de
alarmknipperlichten aan en plaats
indien mogelijk een
gevarendriehoek achter de auto.Zet de transmissie in stand P
(Parkeren), activeer de parkeerrem
en zet de motor af alvorens de
sneeuwkettingen te monteren.
Page 549 of 710

581
Rijden met uw auto
Laat de motor indien nodig vullen
met een speciale “winterolie”
In sommige landen wordt geadviseerd in de winter speciale winterolie te
gebruiken met een lagere viscositeit. Zie
hoofdstuk 8 voor meer informatie. Neem
contact op met een officiële HYUNDAI-
dealer als u niet weet wat voor soort olie
u moet gebruiken.
Controleer de bougies en het ontstekingssysteem
Controleer de bougies zoals beschreven
staat in hoofdstuk 7 en vervang ze indien
nodig. Controleer ook de bedrading en
de onderdelen van het ontstekings
-systeem op scheuren, slijtage en andere
vormen van beschadiging.Voorkom bevriezing van de sloten
Spuit een goedgekeurde slotontdooier of
glycerine in het sleutelgat om bevriezing
van de sloten te voorkomen. Verwijder
het ijs van een bevroren slot door het in
te spuiten met een goedgekeurde
slotontdooier. Een inwendig bevroren slotkunt u proberen te ontdooien met behulp
van een verwarmde sleutel. Zorg ervoor
dat u zich niet brandt aan de verwarmdesleutel.
Gebruik goedgekeurde
ruitensproeiervloeistof
Vul het ruitensproeierreservoir met
ruitensproeierantivries volgens de
aanwijzingen op de verpakking om
bevriezing van het ruitensproeier-systeem te voorkomen. Ruitensproeier-antivries is verkrijgbaar bij een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur en de
meeste automaterialenzaken. Gebruik
geen koelvloeistof of andere middelen
omdat deze de lak kunnen beschadigen.Voorkom vastvriezen van de parkeerrem Onder bepaalde omstandigheden kan de
parkeerrem in geactiveerde toestand
vastvriezen. De kans daar op is het
grootst als er rond de achterremmen
sprake is van een opeenhoping vansneeuw of ijs of als de remmen nat zijn.
Als de kans bestaat dat de parkeerrem
vast gaat vriezen, gebruik hem danalleen maar tijdelijk tijdens het in stand P
zetten van de transmissie (automatische
transmissie) en het blokkeren van de
wielen. Deactiveer daarna de
parkeerrem.
Page 550 of 710

Rijden met uw auto
82
5
Voorkom dat ijs en sneeuw zich
ophopen aan de onderzijde vande auto
In sommige gevallen kunnen sneeuw en
ijs zich ophopen onder de schermen en
de bewegingen van de stuurinrichting
belemmeren. Controleer regelmatig of de
onderdelen van de stuurinrichting vrij
kunnen bewegen als u in omstandig
-heden rijdt waarin opeenhoping van
sneeuw of ijs het geval zou kunnen zijn Neem de benodigde uitrusting
voor noodgevallen mee
Afhankelijk van de weersomstandig
-heden waaronder u rijdt, kan het nodig
zijn de juiste voorzorgsmaatregelen te
treffen en bepaalde zaken mee te
nemen. Onder deze zaken vallen
bijvoorbeeld sneeuwkettingen, een
sleepkabel of -ketting, een zaklantaarn,
een alarmknipperlicht, zand, een schep,
hulpstartkabels, een ruitenkrabber,
handschoenen, een stuk zeil of een
kleed, een deken, enz. Plaats geen voorwerpen of materialen in de motorruimte
Het plaatsen van voorwerpen of
materialen die koeling van de motor
verhinderen, in de motorruimte, kan een
storing of verbranding veroorzaken. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor de
schade veroorzaakt door een dergelijkeplaatsing.