Hyundai Grand Santa Fe 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2015, Model line: Grand Santa Fe, Model: Hyundai Grand Santa Fe 2015Pages: 710, PDF Size: 44.66 MB
Page 571 of 710

Wat te doen in een noodgeval
10
6
Het controlelampje storing TPMS is gecombineerd met het
waarschuwingslampje lage
bandenspanning. Wanneer door het
systeem een storing wordt
gedetecteerd, knippert het
waarschuwingslampje gedurende
ongeveer een minuut en blijft daarna
branden.
Elke keer dat de auto wordt gestart,
blijft deze volgorde optreden, zolang
de storing aanwezig is. Wanneer het
controlelampje brandt, kan hetsysteem mogelijk niet naar behoreneen te lage bandenspanning
vaststellen. Storingen in het TPMS
kunnen door verschillende oorzaken
ontstaan, waaronder het plaatsen,
vervangen of wisselen van banden
of velgen waardoor het TPMS niet
goed werkt. Controleer na het
vervangen van een of meerdere
band(en) of velg(en) het
controlelampje storing TPMS om
ervoor te zorgen dat het TPMS goed
werkt.✽✽
AANWIJZING
In de volgende situaties raden we u
aan het systeem door een officiële
HYUNDAI-dealer na te laten
kijken.
1. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning/storing TPMS
gaat niet gedurende 3 seconden
branden nadat het contact in
stand ON is gezet of de motor is
gestart.
2. Het controlelampje storing TPMS blijft branden nadat het
gedurende ongeveer 1 minuut
geknipperd heeft.
3. Het waarschuwingslampje positie lage bandenspanning blijft
branden.Waarschuwingslampje lage bandenspanning
Waarschuwingslampje positie
lage bandenspanning
ODMEEM2004
■Type A
■ Type B ■Type C
ODMEEM2005/ODMEEM2005HO
Page 572 of 710

611
Wat te doen in een noodgeval
Wanneer de waarschuwingslampjes
van het controlesysteem lage
bandenspanning branden en een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven op het LCD-display in
het instrumentenpaneel, is de
bandenspanning van een of
meerdere band(en) te laag. Het
waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning geeft aan welkeband een te lage bandenspanningheeft doordat het bijbehorende
lampje gaat branden.
Wanneer een van deze
waarschuwingslampjes gaat
branden of wanneer een
waarschuwingsmelding verschijnt op
het LCD, verminder dan onmiddellijk
snelheid, vermijd scherp aansnijden
van bochten en anticipeer op een
langere remweg. Zet de auto zo snelmogelijk stil en controleer debanden. Breng de banden op de juiste
spanning zoals aangegeven op het
voertuigplaatje of hetbandenspanningslabel op de
middenstijl aan bestuurderszijde.Vervang de band met een te lagebandenspanning door het
reservewiel als u geen tankstation
kunt bereiken of als de band lek is.
Wanneer u de band met lage druk
vervangen hebt door de reserveband
en u rijdt ongeveer 10 minuten met
een snelheid boven 25 km/uur, zal
een van de volgende dingengebeuren:
Het controlelampje storing TPMS
knippert gedurende ca. 1 minuut
en blijft daarna branden omdat deTPMS-sensor niet op het
reservewiel is gemonteerd.
(reservewiel met sensor niet inauto)
Het controlelampje storing TPMS blijft continu branden tijdens het
rijden omdat de TPMS-sensor niet
op het reservewiel is gemonteerd.
(reservewiel met sensor in auto)OPMERKING
Mogelijk gaat het
waarschuwingslampje lagebandenspanning in de winter of bij koud weer branden als debanden bij warm weer op deaanbevolen spanning zijngebracht. Het betekent niet dat uw TPMS defect is, omdat delagere temperatuur eenevenredig lagere bandenspanning tot gevolgheeft.
Controleer de bandenspanningen stel deze af wanneer u vaneen warm gebied naar een koud gebied of vice versa rijdt, ofwanneer de buitentemperatuuraanmerkelijk toe- of afneemt.
Page 573 of 710

Wat te doen in een noodgeval
12
6
Controlelampje storing
TPMS (controlesysteem
lage bandenspanning)
Het controlelampje storing TPMS
gaat branden nadat het ongeveer 1
minuut heeft geknipperd wanneer er
een probleem is met het controle
-
systeem lage bandenspanning (TPMS).
We raden u aan het systeem door
een officiële HYUNDAI-dealer na te
laten kijken om het probleem te laten
vaststellen.
✽✽ AANWIJZING
In het geval van een storing in het
TPMS is het mogelijk dat het
waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning niet gaat branden,
ook al is de spanning van een band
te laag.
Een wiel wisselen met TPMS
Bij een lekke band gaan de
waarschuwingslampjes lagebandenspanning en positie lage
bandenspanning branden. We radenu aan het systeem door een officiële
HYUNDAI-dealer na te laten kijken.
Ieder wiel is uitgerust met een bandenspanningssensor achter het
ventiel in het wiel. Gebruik wielen die
speciaal geschikt zijn voor TPMS. Wij
raden u aan uw banden door een
officiële HYUNDAI-dealer te laten
nakijken.
WAARSCHUWING
- Schade door lage bandenspanning
Een te lage bandenspanning
zorgt ervoor dat de auto
instabiel wordt en kan ervoor
zorgen dat u de controle overde auto verliest en dat de
remweg wordt verlengd. Doorrijden op banden met een
te lage spanning heeft
oververhitte en defecte banden
tot gevolg.
OPMERKING
We raden u aan door HYUNDAI goedgekeurd bandenreparatie
-
middel te gebruiken.
Het bandenreparatiemiddel opde bandenspanningsensor enhet wiel moet grondig wordenverwijderd wanneer u de band door een nieuw exemplaarvervangt.
Page 574 of 710

613
Wat te doen in een noodgeval
Wanneer u ongeveer 10 minuten rijdt met een snelheid hoger dan 25 km/h
na het vervangen van de lekke band
door het reservewiel, doet zich het
volgende voor:
Het controlelampje storing TPMSknippert gedurende ca. 1 minuut
en blijft daarna branden omdat deTPMS-sensor niet op het
reservewiel is gemonteerd.
(reservewiel met sensor niet inauto)
Het controlelampje storing TPMS blijft continu branden tijdens het
rijden omdat de TPMS-sensor niet
op het reservewiel is gemonteerd.
(reservewiel met sensor in auto) Mogelijk kunt u de bandenspanningniet beoordelen door alleen naar de
banden te kijken. Gebruik altijd een
bandenspanningsmeter van een
goede kwaliteit om de banden
-
spanning te meten. Een band die
warm is (door het rijden), heeft eenhogere bandenspanning dan een
band die koud is (doordat dezegedurende ten minste 3 uur heeftstilgestaan of niet meer dan 1,6 km
heeft gereden gedurende deze
periode).
Laat de band afkoelen alvorens de
bandenspanning te meten. Zorg er
altijd voor dat de band koud is
alvorens deze op de aanbevolen
spanning te brengen. Een koudeband houdt in dat de auto gedurende3 uur heeft stilgestaan of niet meerdan 1,6 km heeft gereden gedurende
deze periode.
OPMERKING
We raden u aan door HYUNDAI
goedgekeurd bandenreparatie
-
middel te gebruiken indien uwauto is uitgerust met hetcontrolesysteem voor lage bandenspanning (TPMS). Hetvloeibare bandenreparatie
-
middel kan de bandenspanning-
sensoren beschadigen.
WAARSCHUWING - TPMS
Het TPMS waarschuwt niet voor ernstige en plotselinge
schade aan de banden
veroorzaakt door externe
factoren, zoals spijkers en
dergelijke.
Als de auto instabiel aanvoelt, haal dan onmiddellijk uw voet
van het gaspedaal, trap het
rempedaal licht in en breng
uw auto op een veilige plaatstot stilstand.
Page 575 of 710

Wat te doen in een noodgeval
14
6
WAARSCHUWING
- TPMS beschermen
Het aanpassen, wijzigen of
uitschakelen van onderdelen
van het controlesysteem lagebandenspanning (TPMS)
verhindert mogelijk dat de
bestuurder door het systeem
wordt gewaarschuwd over een
te lage bandenspanning en/of
storingen in het TPMS. Door het
aanpassen, wijzigen of
uitschakelen van onderdelen
van het TPMS vervalt mogelijk
de garantie voor dat deel van deauto.WAARSCHUWING
- EUROPA
Voer geen wijzigingen door aan de auto, deze kunnen de
TPMS-functie beïnvloeden.
Op de markt leverbare velgen zijn niet voorzien van een
TPMS-sensor. Voor uw
veiligheid adviseren we u bij
het vervangen van onderdelen
deze aan te schaffen bij een
officiële HYUNDAI-dealer.
Als u op de markt leverbare velgen monteert, gebruik dan
door de HYUNDAI-dealer
goedgekeurde TPMS-
sensoren. Als uw auto niet is
voorzien van alle TPMS-
sensoren of als het TPMS niet
correct werkt, kan uw auto bij
de APK worden afgekeurd.
(Vervolg)(Vervolg)❈
❈ Alle gedurende de
onderstaande periode op de
EUROPESE markt verkochte
auto's moeten zijn voorzien
van het TPMS.
- Nieuw model auto: vanaf 1
november 2012
- Bestaand model auto: vanaf 1 november 2014 (op basis
van voertuigregistraties)
Page 576 of 710

615
Wat te doen in een noodgeval
CONTROLESYSTEEM LAGE BANDENSPANNING (TPMS) - TYPE B (INDIEN VAN TOEPASSING) (1) Waarschuwingslampje lage
bandenspanning/controlelampje
storing TPMS
(2) W aarschuwingslampje positie
lage bandenspanning enaanduiding bandenspanning
(aangegeven op LCD-display)
❈ TPMS : Tire Pressure Monitoring
System Controleer de bandenspanning
U kunt de bandenspanning
controleren in de informatiemodus
op het instrumentenpaneel.
- Zie "Modus gebruikersinstellingen"in hoofdstuk 4.
ODM064024L
■ Type A
■ Type B
ODM064021L/ODM064021HO
ODM064023L
ODM062002■Type A
ODM064020L/ODM064020HO
■Type B
Page 577 of 710

Wat te doen in een noodgeval
16
6
De bandenspanning wordt 1 - 2
minuten na het rijden weergegeven.
Als de bandenspanning niet wordt weergegeven nadat de auto tot
stilstand is gebracht, wordt de
melding "Rijden om weer te geven"
(Drive to display) getoond.Controleer de bandenspanning na
het rijden.
U kunt de bandenspanningseenheid wijzigen
in de Modus gebruikersinstellingen
op het instrumentenpaneel.
- psi, kpa, bar (zie "Modusgebruikersinstellingen" in hoofdstuk 4). Bandenspanningscontrole-
systeem
Controleer iedere maand bij koude
banden of de bandenspanning van
alle banden, inclusief het reservewiel
(indien van toepassing),
overeenkomt met de aanbevolen
spanning op het voertuigplaatje of
het bandenspanningslabel. (Als de
bandenmaat van uw auto niet
overeenkomt met de bandenmaat op
het voertuigplaatje of hetbandenspanningslabel, dient u de
juiste spanning voor deze banden tebepalen.) Voor extra beveiliging is uw auto
uitgerust met eenbandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) dat ervoor zorgt dat een
waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
wanneer de bandenspanning vaneen of meerdere band(en)
aanmerkelijk te laag is. Wanneer het
waarschuwingslampje lage
bandenspanning brandt, dient u de
auto dus stil te zetten, de banden zo
snel mogelijk te controleren en ze op
de juiste spanning te brengen. Rijden
op banden waarvan de
bandenspanning te laag is, heeft
oververhitte en mogelijk
beschadigde banden tot gevolg. Te
lage bandenspanning levert een
hoger brandstofverbruik op, verkort
de levensduur van de banden en
heeft mogelijk invloed op de
rijeigenschappen van de auto en de
remweg.
WAARSCHUWING
Een te hoge of te lage bandenspanning kan de
levensduur van de band
reduceren, een negatief effect
hebben op de rijeigenschappenen tot een klapband leiden
waardoor u de macht over het
stuur kunt verliezen, hetgeen
kan leiden tot een ongeval.
Page 578 of 710

617
Wat te doen in een noodgeval
Het TPMS dient niet ter vervanging
van onderhoud van de banden te
worden gebruikt. Het is de
verantwoordelijkheid van debestuurder dat de banden op dejuiste spanning zijn, ook al is de
bandenspanning nog niet zo laag dat
het waarschuwingslampje gaat
branden.
Uw auto is tevens uitgerust met een
controlelampje storing TPMS dat
aangeeft wanneer het systeem niet
goed werkt. Het controlelampje
storing TPMS is gecombineerd met
het waarschuwingslampje lage
bandenspanning. Wanneer het
systeem een storing signaleert,
knippert het waarschuwingslampje
gedurende ongeveer een minuut en
blijft het daarna branden. Deze
volgorde blijft ook bestaan bij
volgende starts van de auto, zolang
als het probleem aanwezig is.
Wanneer het controlelampje brandt,kan het systeem mogelijk niet naarbehoren een te lage
bandenspanning vaststellen.Storingen in het TPMS kunnen door
verschillende oorzaken ontstaan,
waaronder het plaatsen, vervangen
of wisselen van banden of velgen
waardoor het TPMS niet goed werkt.
Controleer na het vervangen van een
of meerdere band(en) of velg(en) het
controlelampje storing TPMS om
ervoor te zorgen dat het TPMS goed
werkt.
✽✽
AANWIJZING
In de volgende situaties raden we u
aan het systeem door een officiële
HYUNDAI-dealer na te laten
kijken.
1. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning/controlelampje
storing TPMS gaat niet
gedurende 3 seconden branden
nadat het contact in stand ON is
gezet of de motor draait.
2. Het controlelampje storing TPMS blijft branden nadat het
gedurende ongeveer 1 minuut
heeft geknipperd.
3. Het waarschuwingslampje positie lage bandenspanning blijft
branden.
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
Waarschuwingslampje positie
lage bandenspanning enaanduiding bandenspanning
ODM064023L
■ Type A
ODM064020L/ODM064020HO
■
Type B
Page 579 of 710

Wat te doen in een noodgeval
18
6
Wanneer de waarschuwingslampjes
van het bandenspanningscontrole
-
systeem branden en er een
waarschuwingsmelding op het LCD-
scherm in het instrumentenpaneel
wordt weergegeven, is de
bandenspanning van een of meerdere
band(en) aanmerkelijk te laag. Het
waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning geeft aan welke bandeen te lage bandenspanning heeftdoordat het bijbehorende lampje gaat
branden.
Wanneer een van deze
waarschuwingslampjes gaat
branden, verminder dan onmiddellijk
snelheid, vermijd scherp aansnijden
van bochten en anticipeer op een
langere remweg. Zet de auto zo snelmogelijk stil en controleer de
banden. Breng de banden op de
juiste spanning zoals aangegeven op
het voertuigplaatje of hetbandenspanningslabel op de
middenstijl aan bestuurderszijde.
Vervang de band met een te lagebandenspanning door het
reservewiel als u geen tankstation
kunt bereiken of als de band lek is. Wanneer u ongeveer 10 minuten rijdtmet een snelheid hoger dan 25 km/h
na het vervangen van de band meteen te lage bandenspanning door
het reservewiel, doet zich het
volgende voor:
Het controlelampje storing TPMS
knippert mogelijk gedurende
ongeveer 1 minuut en blijft daarna
branden omdat de TPMS-sensor
niet op het reservewiel isgemonteerd.
✽✽
AANWIJZING
Het reservewiel is niet uitgerust met
een bandenspanningssensor.
OPMERKING
Mogelijk gaat het waarschuwingslampje lagebandenspanning in de winter ofbij koud weer branden als de banden bij warm weer op deaanbevolen spanning zijngebracht. Het betekent niet dat het TPMS defect is, omdat delagere temperatuur eenevenredig lagere bandenspanning tot gevolgheeft.
Controleer de bandenspanningen stel deze af op deaanbevolen spanning wanneer u van een warm gebied naar eenkoud gebied of vice versa rijdt,of wanneer de buitentemperatuur aanmerkelijktoe- of afneemt.
Page 580 of 710

619
Wat te doen in een noodgeval
Controlelampje storing TPMS
(bandenspanningscontrolesysteem)
Het controlelampje storing TPMS
gaat branden nadat het ongeveer 1
minuut heeft geknipperd wanneer er
een probleem is met hetbandenspanningscontrolesysteem(TPMS).
We raden u aan het systeem door
een officiële HYUNDAI-dealer na te
laten kijken om het probleem te laten
vaststellen.
✽✽
AANWIJZING
In het geval van een storing in het
TPMS gaat het
waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning mogelijk niet
branden, ook al is de spanning van
een band te laag.
WAARSCHUWING
- Schade door lage bandenspanning
Een te lage bandenspanning
zorgt ervoor dat de auto
instabiel wordt en kan ervoor
zorgen dat u de controle overde auto verliest en dat de
remweg wordt verlengd. Doorrijden op banden met een
te lage spanning heeft
oververhitte en defecte banden
tot gevolg.OPMERKING
Het controlelampje storing TPMS gaat mogelijkgedurende ongeveer 1 minuut knipperen en blijft daarnabranden als de auto in de buurtrijdt van elektriciteitskabels of zenders zoals in de nabijheidvan politiebureaus, overheids-en publieke gebouwen, zendstations, militaireinstallaties, luchthavens,zendmasten, enz. Dit kan denormale werking van het TPMS storen.
Het controlelampje storing TPMS gaat mogelijk gedurendeongeveer 1 minuut knipperenen blijft daarna branden als er sneeuwkettingen gebruiktworden of als er in de autobepaalde elektronische apparatuur wordt gebruikt,zoals een notebook, een ladervoor een mobiele telefoon, een externe starthulp of eennavigatiesysteem, enz. Dit kande normale werking van het TPMS storen.