Hyundai Ioniq Electric 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Ioniq Electric, Model: Hyundai Ioniq Electric 2017Pages: 566, PDF Size: 44.45 MB
Page 391 of 566

5-46
Rijden met uw auto
Informatie
Het detectiebereik van de Rear Cross
Traffic Alert (RCTA) is ongeveer 0,5
m - 20 m. Een naderende auto wordt
gesignaleerd als de rijsnelheid ervan
tussen 4 km/h en 36 km/h is.
Het detectiebereik is mogelijk
afhankelijk van de omstandigheden.
Rijd altijd voorzichtig en houd uw
omgeving goed in de gaten wanneer u
achteruitrijdt.Type waarschuwing
Als de auto die door de sensoren is
gesignaleerd uw auto nadert, klinkt
de waarschuwingszoemer, knippert
het waarschuwingslampje in de
buitenspiegel en verschijnt er een
melding in het LCD-display. Informatie
De waarschuwingszoemer wordt uitgeschakeld wanneer de
gesignaleerde auto het
detectiebereik verlaat of als uw auto
wegrijdt van de gesignaleerde auto.
Het systeem werkt mogelijk niet goed door andere factoren of
omstandigheden. Let altijd op uw
omgeving.
Als het detectiegebied in de buurt van de achterbumper wordt
geblokkeerd door een muur,
barrière of geparkeerde auto, wordt
het detectiebereik mogelijk
verkleind.
ii
■ Links■ Rechts
OAE056046L/OAE056047L
Page 392 of 566

5-47
Rijden met uw auto
5
Het systeem werkt mogelijk nietgoed wanneer de achterbumper
beschadigd is of als hij is
vervangen of gerepareerd.
Het detectiebereik is deels afhankelijk van de breedte van
de weg. Als de weg smal is, kan
het systeem mogelijk andere
voertuigen signaleren op de
naastliggende rijstrook.
Het systeem wordt mogelijk uitgeschakeld ten gevolge van
elektromagnetische golven.
AANWIJZING(Vervolg)
Het Blind Spot Detection-
systeem (BSD) en Rear Cross
Traffic Alert (RCTA) zijn geen
vervanging voor een juist en
veilig rijgedrag. Rijd
altijd veilig en wees
voorzichtig bij het wisselen
van rijstrook of
achteruitrijden. Het Blind SpotDetection-systeem (BSD)
signaleert mogelijk niet alleobjecten naast de auto.
Het waarschuwingslampje in
de buitenspiegel gaatbranden wanneer er door het
systeem achteropkomend
verkeer wordt gesignaleerd.
Vertrouw niet alleen op het
waarschuwingslampje maar
houd ook de omgeving rond
de auto goed in de gaten, om
aanrijdingen te voorkomen.
Rijd veilig, ook al is de auto
uitgerust met het Blind SpotDetection-systeem (BSD) en
Rear Cross Traffic Alert
(RCTA). Vertrouw niet
blindelings op het systeem,
maar controleer altijd de
omgeving bij het wisselen van
rijstrook of achteruitrijden.
Het systeem waarschuwt de
bestuurder mogelijk niet in
alle gevallen, dus houd uw
omgeving tijdens het rijdenaltijd goed in de gaten.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
Page 393 of 566

5-48
Rijden met uw auto
Gevallen waarbij het systeemniet mag worden gebruikt
Het controlelampje BSD in de
buitenspiegel werkt mogelijk niet
goed wanneer:
Het buitenspiegelhuis beschadigd is.
De spiegel bedekt is met vuil, sneeuw e.d.
De ruit bedekt is met vuil, sneeuw e.d.
De ruit getint is.
Beperkingen van het system
De bestuurder dient in onderstaande
situaties voorzichtig te zijn omdat hetsysteem onder bepaalde
omstandigheden andere voertuigen
of objecten mogelijk niet signaleert
De auto rijdt op een bochtige weg of door een tolpoort.
De sensor is bedekt met water, sneeuw, modder, enz.
De achterbumper waar de sensor is geplaatst, wordt bedekt door een
object, zoals een bumpersticker,
een bumperbeschermer, een
fietsendrager, enz.
De achterbumper is beschadigd of de sensor bevindt zich niet meer in
zijn oorspronkelijke positie.
De voertuighoogte is lager of hoger dan normaal door zware
lading in de bagageruimte, een
abnormale bandenspanning, enz.
De auto rijdt in slecht weer, zoals hevige regen of sneeuw. Er bevindt zich een vast voorwerp
in de buurt van de auto, zoals een
vangrail.
Als er met de auto gereden wordt in de buurt van gebieden met
metalen constructies, zoals bij
wegwerkzaamheden, spoorwegen,enz.
Er is een groot voertuig in de buurt, zoals een bus of vrachtwagen.
Er is een (motor)fiets in de buurt.
Er bevindt zich een platte aanhanger in de buurt.
Als uw auto gelijktijdig weggereden is met de auto naast u en geaccelereerd heeft.
Als het andere voertuig met zeer hoge snelheid passeert.
Tijdens het wisselen van rijstrook.
Tijdens het op- of afrijden van een steile weg waar de hoogte van de
rijstroken verschillend is.
Als het andere voertuig zeer dicht nadert.
Er hangt een aanhanger of fietsendrager achter de auto.
Page 394 of 566

5-49
Rijden met uw auto
5
Als de temperatuur in de buurt vande achterbumper hoog of laag is.
Als de sensoren geblokkeerd worden door andere voertuigen,
wanden of pilaren rond de
parkeerplaats.
Wanneer het gesignaleerde voertuig ook achteruitrijdt terwijl
uw auto achteruitrijdt.
Als er zich kleine objecten binnen het detectiebereik bevinden, zoals
een winkelwagen of een
wandelwagen.
Bij een auto met een geringe hoogte, zoals een sportauto.
Als andere voertuigen zich dicht bij uw auto bevinden.
Als het voertuig op de naastliggende rijstrook één
rijstrook opschuift ten opzichte van
u OF als het voertuig op de tweede
rijstrook naast u opschuift naar de
naastliggende rijstrook.
Bij het rijden op een nat wegdek.
Page 395 of 566

5-50
Rijden met uw auto
Het AEB-systeem (Autonomous
Emergency Braking) (indien van
toepassing) is ontworpen om de
voorligger te signaleren en in de gaten
te houden of om een voetganger op
de weg te signaleren door middel van
radarsignalen en cameraherkenning.
De bestuurder wordt gewaarschuwd
dat een aanrijding zeer waarschijnlijk
is en, indien nodig, wordt een
noodstop uitgevoerd.Systeeminstelling en - activering
Systeeminstelling
De bestuurder kan de AEB activeren
door de startknop in stand ON te
zetten en het volgende te selecteren:
'Gebr. Instell. Rijbegeleiding
Waarschuwing verkeer achterzijde'
De AEB wordt gedeactiveerd als de bestuurder de systeeminstellingongedaan maakt.
AA UU TTOO NNOO MM OOUUSS EE MM EERR GG EENN CCYY BB RRAA KKIINN GG (( AA EEBB )) (( IINN DDIIEE NN VV AA NN TT OO EEPP AA SSSSIINN GG))
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van Autonomous
Emergency Braking (AEB):
Het systeem dient slechts als
hulpmiddel en vermindert niet
de noodzaak om zeer
voorzichtig en oplettend te
rijden. Het bereik van de
parkeersensoren is beperkt
en niet alle objecten worden
even goed gesignaleerd. Lette allen tijde op dewegomstandigheden.
Rijd NOOIT harder dan de wegomstandigheden of de
bochten toelaten.
Rijd altijd voorzichtig om
onverwachte en plotselinge
situaties te voorkomen. AEB
brengt de auto niet volledig
tot stilstand en voorkomt
geen aanrijdingen.
WAARSCHUWING
OAE056022L
Page 396 of 566

5-51
Rijden met uw auto
5
Het
waarschuwingslampje in
het LCD-display gaat
branden als u het AEB-
systeem uitschakelt. De bestuurder
kan de AAN/UIT-status van de AEB
aflezen op het LCD-display. Het
waarschuwingslampje gaat ook
branden als de ESC (Electronic
Stability Control) is uitgeschakeld(antidoorslipregeling en
stabiliteitsregeling uitgeschakeld).
Als het waarschuwingslampje AAN
blijft terwijl de AEB geactiveerd is,
adviseren we u het systeem te laten
nakijken door een officiële
HYUNDAI-dealer. De bestuurder kan de
waarschuwingstijd instellen op het
LCD-display.
Ga naar 'Gebr. Instell.
Rijbegeleiding Waarschuwing
aanrijding voorzijde Late
waarschuwing/Normaal/Vroege
waarschuwing' Dit zijn de opties voor Forward
Collision Warning:
Late waarschuwing :
Bij deze keuze wordt Forward
Collision Warning eerder
geactiveerd dan normaal. Deze
instelling hanteert een maximale
afstand tussen het voorgaande
voertuig of een voetganger voordat
de eerste waarschuwing wordt
geactiveerd.
Normaal : Bij deze keuze wordt ForwardCollision Warning op de
standaardwijze geactiveerd. Deze
instelling hanteert eenstandaardafstand tussen het
voorgaande voertuig of een
voetganger voordat de eerste
waarschuwing wordt geactiveerd.
Vroege waarschuwing : Bij deze keuze wordt het ForwardCollision Warning later geactiveerd
dan normaal. Deze instelling
hanteert een geringere afstand
tussen het voorgaande voertuig of
een voetganger voordat de eerste
waarschuwing wordt geactiveerd.
OAE056023L
Page 397 of 566

5-52
Rijden met uw auto
Voorwaarden voor activeren
De AEB kan worden geactiveerd als AEB is geselecteerd in het LCD-
display en als aan de volgende
voorwaarden is voldaan.
- De ESC (elektronische
stabiliteitsregeling) is geactiveerd.
- De rijsnelheid moet 8 km/h - 70 km/h zijn om ervoor te zorgen dat
het systeem voetgangers vóór deauto kan signaleren.
- De rijsnelheid moet 8 km/h - 180 km/h zijn om ervoor te zorgen dat het
systeem voorliggers kan signaleren.
Wanneer u harder dan 80 km/h rijdt,
zorgt het AEB-systeem ervoor dat er
slechts gedeeltelijk wordt geremd.
Dit voorkomt dat u onbedoeld
midden op de snelweg tot volledige
stilstand komt.
AEB-waarschuwingsmelding
en systeemregeling
De AEB geeft
waarschuwingsmeldingen en
waarschuwingsalarmen
overeenkomstig het risico op een
aanrijding, zoals bij het plotseling
stoppen van de auto vóór u, een te
korte remafstand of het signaleren
van een voetganger. Verder regelthet systeem het remsysteem
overeenkomstig het risico op een
aanrijding.
De bestuurder kan in de Gebr.
Instell. op het LCD-scherm de
waarschuwingstijd instellen. De
opties voor de waarschuwingstijd
voor de Waarschuwing aanrijding
voorzijde zijn Vroege waarschuwing,
Normaal en Late waarschuwing.Breng de auto op een veilige
plaats volledig tot stilstand
voordat u de schakelaar op hetstuurwiel bedient om het AEB-
systeem in/uit te schakelen.
De AEB wordt automatisch
geactiveerd nadat de
startknop in stand ON gezet is.
De bestuurder kan de AEBdeactiveren door desysteeminstelling in het LCD-
display uit te schakelen.
De AEB wordt automatisch
gedeactiveerd als de ESC
(elektronische
stabiliteitsregeling) wordt
uitgeschakeld. Als de ESC is
uitgeschakeld, kan de AEB
niet worden geactiveerd in het
LCD-display.
WAARSCHUWING
Page 398 of 566

5-53
Rijden met uw auto
5
Waarsch. Voorz.(1ewaarschuwing)
Deze eerste waarschuwingsmelding
verschijnt op het LCD-display en er
klinkt een waarschuwingszoemer.
Botsing waarsch.(2ewaarschuwing)
Deze waarschuwingsmelding
verschijnt op het LCD-display en er
klinkt een waarschuwingszoemer.
- Als er een auto wordtgesignaleerd, neemt uw
rijsnelheid mogelijk enigszins af. - Als uw auto rijdt met een snelheid
lager dan 70 km/h en er wordt
een voetganger gesignaleerd in
de Botsing waarsch. fase (2 e
waarschuwing), neemt uw
rijsnelheid mogelijk iets af. Als u
harder rijdt dan 70 km/h en er
voor de auto een voetganger
wordt gesignaleerd, werkt deAEB niet.
OAEE056025LOAEE056027L
Page 399 of 566

5-54
Rijden met uw auto
Noodremmen(3ewaarschuwing)
Deze waarschuwingsmelding
verschijnt op het LCD-display en er
klinkt een waarschuwingszoemer.
- Als de gesignaleerde auto vóór ulangzamer rijdt dan 80 km/h
neemt uw rijsnelheid mogelijk
sterk af om een aanrijding te
voorkomen. - Als degesignaleerde auto vóór u harder
rijdt dan 80 km/h neemt uw
rijsnelheid mogelijk enigszins af. - Als uw auto langzamer rijdt dan
70 km/h en er voor de auto een
voetganger gesignaleerd wordt,
kan de rijsnelheid sterk afnemen.
Als u harder rijdt dan 70 km/h en
er voor de auto een voetganger
wordt gesignaleerd, werkt deAEB niet.
Werking remsysteem
In een noodsituatie bereidt het remsysteem zich voor op een
directe reactie zodra de bestuurder
het rempedaal intrapt.
De AEB zorgt voor extra remvermogen voor een maximale
remvertraging zodra de bestuurder
het rempedaal intrapt.
De regeling van het remsysteem wordt automatisch gedeactiveerdals de bestuurder het gaspedaal
sterk intrapt of het stuurwiel abrupt
verdraait.
De AEB-remregeling wordt automatisch uitgeschakeld als de
risicofactoren verdwijnen.
De bestuurder dient altijd
uiterst voorzichtig te zijn bij het
bedienen van de auto, ongeacht
of het AEB-systeem ervoor
zorgt dat er een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven of een alarmklinkt.
OPMERKING
OAEE056030L
Page 400 of 566

5-55
Rijden met uw auto
5
AEB-radarsensor vóór
Om ervoor te zorgen dat het AEB-
systeem goed werkt, moet de
behuizing van de lens van de
radarsensor schoon zijn en vrij zijn
van vuil, sneeuw, enz. Vuil, sneeuw
e.d. op de lens kan de prestaties van
de radarsensor negatief
beïnvloeden.
Waarschuwingsmelding enwaarschuwingslampje
AEB uitgeschakeld.
Radar geblokkeerd
Wanneer de behuizing van de lens
van de sensor wordt geblokkeerd door
vuil, sneeuw, e.d., wordt de werking
van het AEB-systeem mogelijk tijdelijk
uitgeschakeld. Als dit gebeurt, wordt
er een waarschuwingsmelding
weergegeven op het LCD-display.
Het AEB-systeem werkt binnen
bepaalde parameters, zoals de
afstand tot de voorligger of
voetganger, de snelheid van de
voorligger en de rijsnelheid.Bepaalde omstandigheden
zoals slecht weer en dewegomstandigheden hebben
mogelijk een negatieve invloed
op de werking van het AEB-systeem.
WAARSCHUWING
OAEE056011
OAE056031L
De regeling van het remsysteem kan de auto niet
volledig tot stilstand brengen
noch alle aanrijdingen
voorkomen.
De bestuurder blijft zelf
verantwoordelijk voor het veilig
rijden en het bedienen van deauto.
WAARSCHUWING