Hyundai Ioniq Electric 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Ioniq Electric, Model: Hyundai Ioniq Electric 2017Pages: 566, PDF Size: 44.45 MB
Page 81 of 566

Veiligheidsvoorzorgsmaatregel en
Het zo afstellen van de stoelen dat de bestuurder en de passagiers in een
veilige en comfortabele positie zittenspeelt, samen met de
veiligheidsgordels en de airbags, een
belangrijke rol bij de veiligheid van de
inzittenden bij een ongeval.
Airbags
U kunt voorzorgsmaatregelennemen om de kans op letsel door
een zich opblazende airbag te
beperken. Het te dicht op een airbag
zitten vergroot de kans op letsel in
hoge mate als de airbag geactiveerd
wordt. Zet uw stoel zo ver mogelijk
naar achteren, waarbij u de auto nog
wel onder controle moet kunnen
blijven houden.
Gebruik geen zitkussen waardoorde wrijving tussen de stoel en de
passagier verminderd wordt. De
passagier kan bij een aanrijding of
een noodstop onder de gordel
doorglijden. Er kan ernstig letsel ontstaan als
de veiligheidsgordel niet correctkan werken.
WAARSCHUWING
2-5
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Om de kans op ernstig letsel
door een zich opblazende
airbag te beperken, moeten de
volgende voorzorgsmaatregelen
getroffen worden:
•Zet de bestuurdersstoel zo ver
mogelijk naar achteren, maarhoud er daarbij rekening mee
dat u de auto volledig onder
controle moet kunnen blijvenhouden.
Zet de voorpassagiersstoel zo
ver mogelijk naar achteren. (Vervolg)
WAARSCHUWING
(Vervolg)
Houd het stuurwiel vast op 9
en 3 uur, zodat de kans opletsel aan uw armen en handen
tot een minimum beperkt
wordt.
Plaats NOOIT iets of iemand tussen een inzittende en de
airbag.
Laat, om de kans op beenletsel
tot een minimum te beperken,
de voorpassagier zijn voetenof benen nooit op het
dashboard zetten.
Page 82 of 566

2-6
Veiligheidssysteem van uw auto
Veiligheidsgordels
Doe bij elke rit voor het wegrijden
eerst de veiligheidsgordel om. De inzittenden moeten altijd rechtop
zitten en de veiligheidsgordel op de
juiste manier dragen. Baby's en kleine
kinderen moeten altijd vervoerd
worden in een geschikt kinderzitje.
Kinderen die te groot geworden zijn
voor een zittingverhoging en
volwassenen moeten altijd de
veiligheidsgordel gebruiken.
Voorstoelen
De voorstoel kan worden afgesteld met de bedieningshendel of -
schakelaars aan de buitenzijde van de
zitting. Stel voor het rijden de stoel af
in de juiste stand zodat het stuurwiel,de pedalen en de bedieningsorganen
op het dashboard gemakkelijk
bediend kunnen worden.
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen bij het
afstellen van de
veiligheidsgordel:
Gebruik een veiligheidsgordel
NOOIT voor meer dan één
inzittende.
Zet de rugleuning altijd zo veel
mogelijk rechtop en draag het
heupgedeelte van de
veiligheidsgordel strak tegen
het lichaam aan en laag over deheupen. (Vervolg)
(Vervolg)
Laat een kind of baby NOOIT
meerijden op de schoot van
een passagier.
Laat het schoudergedeelte van
de veiligheidsgordel niet langs
uw nek, langs een scherperand of langs een ander
gedeelte van uw lichaam dan
uw schouder lopen.
Zorg ervoor dat de
veiligheidsgordel nergenstussen bekneld raakt.
WAARSCHUWING
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen bij het
afstellen van uw stoel:
Probeer de stoel NOOIT tijdens
het rijden te verstellen. Door
een eventuele onverwachte
beweging van de stoel zou u de
controle over de auto kunnen
verliezen, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
Plaats niets onder de
voorstoelen. Losliggende
voorwerpen in de voetenruimte
van de bestuurder kunnen de
bediening van de pedalen
nadelig beïnvloeden, waardoor
een ongeval kan ontstaan.(Vervolg)
WAARSCHUWING
Page 83 of 566

2-7
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Handmatige verstelling
Verstellen in voor-/achterwaartse
richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Houd de hendel voor delangsverstelling omhooggetrokken.
2. Schuif de stoel in de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is. Probeer de
stoel naar voren of achteren te
schuiven zonder de hendel te
bedienen. Als de stoel beweegt,
dan is hij niet goed vergrendeld.
.
Om letsel te voorkomen:
Verstel uw stoel niet als u de
veiligheidsgordel omgedaanhebt.
Door de zitting naar voren te
bewegen, kan er veel druk
worden uitgeoefend op de
buikstreek.
Zorg er tijdens het verstellen
van de stoel voor dat uw
handen of vingers nietbekneld raken in het
mechanisme.
OPMERKING (Vervolg)
Zorg ervoor dat de rugleuning altijd in de normale positie kan
worden gezet en niets de juiste
vergrendeling van de
rugleuning hindert.
Leg geen aansteker op de vloer
of de stoel. Wanneer u de stoel
verstelt, kan er gas uit deaansteker ontsnappen
waardoor brand kan ontstaan.
Wees uiterst voorzichtig bij het
oppakken van kleine
voorwerpen die onder de
stoelen liggen of zich tussen
de stoel en de middenconsole
bevinden. Uw handen kunnen
klem komen te zitten of u kuntletsel aan uw handen oplopen
door scherpe randen aan het
stoelmechanisme.
Als er passagiers zitten op de
achterstoelen, wees dan
voorzichtig bij het afstellen van
de voorstoelen.
OAE036002
Page 84 of 566

2-8
Veiligheidssysteem van uw auto
Hellingshoek rugleuning
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Leun iets naar voren en trek dehendel van de
rugleuningverstelling omhoog.
2. Leun voorzichtig achterover en zet de rugleuning in de gewenste
positie.
3. Laat de hendel los en zorg ervoor dat de rugleuning vergrendeld is.(De hendel MOET in de
oorspronkelijke positie terugkeren
om de rugleuning te
vergrendelen.) Verstellen van de rugleuning
Het tijdens het rijden zitten op een
stoel met een rugleuning die te ver
achterover staat kan gevaarlijk zijn.
Ook bij het dragen van de
veiligheidsgordel neemt de
bescherming die de
veiligheidssystemen
(veiligheidsgordels en/of airbags)bieden, aanzienlijk af als de
rugleuning te ver achterover staat.
De veiligheidsgordel moet strak over
uw heupen en borst lopen voor een
maximale effectiviteit. Als de
rugleuning te ver achterover staat,
kan de schoudergordel zijn werk nietgoed doen omdat hij niet goed
aanligt tegen de borstkas. In plaats
daarvan loopt hij voor u langs. Bij
een ongeval kunt u tegen de
veiligheidsgordel aan geslingerd
worden, waardoor u nekletsel ofander letsel op kunt lopen.
Hoe verder de rugleuning naar
achteren staat, hoe groter de kans is
dat de inzittende bij een aanrijding
onder het heupgedeelte van degordel door schiet of dat de nek in
aanraking komt met het
schoudergedeelte van de gordel.
OAE036003
Rijd NOOIT met een rugleuning
die te ver achterover staat. Als de rugleuning te ver
achterover staat, neemt de kansop ernstig letsel bij eenaanrijding of een noodstop
aanzienlijk toe.
Passagiers moeten ALTIJD goed
in hun stoel zitten, de gordel op
de juiste manier dragen en de
rugleuning zo ver mogelijk
rechtop zetten.
WAARSCHUWING
Page 85 of 566

2-9
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Afstellen van de zittinghoogte
(indien van toepassing)
Om de zittinghoogte te wijzigen:
Duw de hendel een aantal maalomlaag om de zitting lager af te stellen.
Trek de hendel een aantal maal omhoog om de zitting hoger af testellen.
Elektrische verstelling
(indien van toepassing)
De voorstoel kan worden afgesteld
met de bedieningsschakelaars aan de
buitenzijde van de zitting. Stel voor het
rijden de stoel af in de juiste stand
zodat het stuurwiel, de pedalen en debedieningsorganen op het dashboard
gemakkelijk bediend kunnen worden.
OAE036004 Laat kinderen NOOIT alleen
achter in de auto. De elektrisch
verstelbare stoelen kunnen ook
bediend worden als het contactuit staat.
WAARSCHUWING
Page 86 of 566

2-10
Veiligheidssysteem van uw auto
Verstellen in voor-/achterwaartse
richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Druk op de voor- of achterzijde vande bedieningsschakelaar.
2. Laat de schakelaar los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
Hellingshoek rugleuning
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Druk op de voor- of achterzijde van de bedieningsschakelaar.
2. Laat de schakelaar los zodra de rugleuning in de gewenste stand staat.
OAE036006OAE036007
Om beschadiging van de
stoelen te voorkomen:
Laat de schakelaar los zodra
de stoel in de voorste of
achterste stand staat.
Verstel de stoel niet langer dan nodig is als de auto uit
staat. Als u dat wel doet, kande accu te ver ontladen raken.
Bedien niet meerdere
elektrisch verstelbare stoelen
op hetzelfde moment. Dat kan
een elektrische storing
veroorzaken.
OPMERKING
Page 87 of 566

2-11
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Verstellen van de rugleuning
Het tijdens het rijden zitten op een
stoel met een rugleuning die te ver
achterover staat kan gevaarlijk zijn.
Ook bij het dragen van de
veiligheidsgordel neemt de
bescherming die de
veiligheidssystemen
(veiligheidsgordels en airbags)bieden, aanzienlijk af als de
rugleuning te ver naar achterenstaat.De veiligheidsgordel moet strak over
uw heupen en borst lopen voor een
maximale effectiviteit. Als de
rugleuning te ver achterover staat,
kan de schoudergordel zijn werk nietgoed doen omdat hij niet goed
aanligt tegen de borstkas. In plaats
daarvan loopt hij voor u langs. Bij
een ongeval kunt u tegen de
veiligheidsgordel aan geslingerd
worden, waardoor u nekletsel ofander letsel op kunt lopen.
Hoe verder de rugleuning naar
achteren staat, hoe groter de kans is
dat de inzittende bij een aanrijding
onder het heupgedeelte van degordel door schiet of dat de nek in
aanraking komt met het
schoudergedeelte van de gordel.
Zittinghoogte
(indien van toepassing)
Om de zittinghoogte te wijzigen:
1.
bedieningsschakelaar naar boven
of naar beneden om de voorzijde
van de zitting omhoog of omlaag
te verstellen.
de bedieningsschakelaar naar
boven of naar beneden om dezitting omhoog of omlaag te
verstellen.
2. Laat de schakelaar los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
Rijd NOOIT met een rugleuning
die te ver achterover staat. Als de rugleuning te ver
achterover staat, neemt de kansop ernstig letsel bij eenaanrijding of een noodstop
aanzienlijk toe.
Bestuurder en passagiers
moeten ALTIJD goed in hun stoel
zitten, de gordel op de juiste
manier dragen en de rugleuning
zo ver mogelijk rechtop zetten.WAARSCHUWING
OAE036008
Page 88 of 566

2-12
Veiligheidssysteem van uw auto
Lendensteun (bestuurdersstoel,
indien van toepassing)
De lendensteun kan wordenafgesteld door op de schakelaar
voor de lendensteun te drukken.
Druk op de voorzijde (1) van de schakelaar voor meer steun en op
de achterzijde (2) voor mindersteun.
Obergvak in rugleuning
(indien van toepassing)
In de rugleuning van beide
voorstoelen bevindt zich een
opbergvak.
Achterstoelen
Neerklappen van de
achterstoelen
De rugleuningen achter kunnen
worden neergeklapt om het vervoer
van langere voorwerpen mogelijk te
maken of de bagageruimte te
vergroten.
Plaats geen zware of scherpe
voorwerpen in de
opbergvakken in de leuningen.
Bij een ongeval kunnen ze uit
de opbergvakken geslingerd
worden en inzittenden
verwonden.
OPMERKING
OAE036064
OAE036005
Laat nooit iemand op een
neergeklapte rugleuning
zitten als de auto rijdt. Dit is
geen veilige positie en de
veiligheidsgordels kunnen
niet gebruikt worden.
Hierdoor kan bij eenaanrijding of een noodstopernstig letsel ontstaan.
Voorwerpen die op de
neergeklapte rugleuning
vervoerd worden mogen niet
boven de bovenzijde van de
voorstoelen uitsteken. Als dat
wel het geval is kan de lading
bij een noodstop naar voren
schuiven en letsel of schade
veroorzaken.
WAARSCHUWING
Page 89 of 566

2-13
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Neerklappen van de rugleuning
achter:
1. Zet de rugleuning van de voorstoelzo veel mogelijk rechtop.
2. Druk de verstelknop (1) in om de hoofdsteun achter omlaag te
zetten (2).
3.Plaats de veiligheidsgordelhelemaal naar buiten alvorens de
rugleuning neer te klappen. Als udit niet doet, kan de
veiligheidsgordel de rugleuninghinderen. 4.Trek aan de hendel (1) voor het
neerklappen van de rugleuning en
klap de rugleuning naar voren.
OAE036018
OAE036065L
OAE036019
OAE036020
OAE036021
Page 90 of 566

2-14
Veiligheidssysteem van uw auto
5.Til de rugleuning op en duw hemnaar achteren om de achterstoel te
kunnen gebruiken.
Druk de rugleuning stevig naar
achteren totdat deze vastklikt. Zorg
ervoor dat de rugleuning
vergrendeld is.
Armsteun
De armsteun bevindt zich in hetmidden tussen de achterstoelen.
Kantel de armsteun omlaag uit de
rugleuning om hem te kunnen
gebruiken.
OAE036066L
Plaats geen voorwerpen op de
achterstoelen om te voorkomen
dat deze bij een aanrijding gaan
schuiven en de inzittendenraken en zo ernstig letsel
veroorzaken.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor, indien u de
rugleuning achter weer rechtop
zet, dat u deze vasthoudt en
rustig omhoog klapt. Controleerof de rugleuning goed
vergrendeld is door tegen de
bovenzijde van de rugleuning te
drukken. Anders kan bij eenaanrijding of noodstop de
rugleuning naar voren klappen,
waardoor de bagage met grote
kracht in het
passagierscompartiment
terecht kan komen en deinzittenden ernstig letselzouden kunnen oplopen.
WAARSCHUWING
OAE036022