Hyundai Ioniq Electric 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Ioniq Electric, Model: Hyundai Ioniq Electric 2017Pages: 566, PDF Size: 44.45 MB
Page 91 of 566

2-15
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Hoofdsteun
De hoofdsteunen voor en achter zijn
verstelbaar. De hoofdsteunen
vergroten het comfort voor de
inzittenden, maar belangrijker is dat ze
speciaal ontworpen zijn om de
inzittenden beter te beschermen tegeneen whiplash en ander nek- en
rugletsel bij een ongeval, in het
bijzonder bij een aanrijding vanachteren.Sla, om beschadiging te
voorkomen, NOOIT tegen dehoofdsteun en trek er niet aan.
AANWIJZING
Om de kans op ernstig letsel bij
een ongeval te beperken,
moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen getroffen
worden bij het afstellen van dehoofdsteunen:
Stel de hoofdsteunen voor alle inzittenden altijd op de juiste
hoogte af VOOR het wegrijdenmet de auto.
Vervoer NOOIT iemand in een
stoel waarvan de hoofdsteun
verwijderd is.
(Vervolg)
(Vervolg)
Stel de hoofdsteun zo af dat
het midden van de hoofdsteun
zich op dezelfde hoogte
bevindt als de ogen.
Stel de hoofdsteun van de
bestuurdersstoel NOOIT aftijdens het rijden.
Stel de hoofdsteun zo af dat
hij zich zo dicht mogelijk bij
het hoofd van de inzittende
bevindt. Gebruik geen loskussen tussen de rug en derugleuning.
Controleer of de hoofdsteun
goed vergrendeld is nadat hij
is afgesteld.
WAARSCHUWING
OLF034072NWanneer er geen inzittenden aanwezig zijn op de
achterstoelen, zet dan de
hoofdsteunen in de laagste
stand. De hoofdsteunen van de
achterstoelen kunnen het zicht
naar achteren belemmeren.
OPMERKING
Page 92 of 566

2-16
Veiligheidssysteem van uw auto
Hoofdsteunen voorstoelen
De bestuurdersstoel en de
voorpassagiersstoel zijn voorzien
van een verstelbare hoofdsteun voor
de veiligheid en het comfort.
Afstellen van de hoogte
De hoofdsteun hoger afstellen:
1. Trek hem omhoog om hem in degewenste positie (1) te zetten.
De hoofdsteun lager afstellen:
1. Houd de ontgrendelknop (2) op de hoofdsteun ingedrukt.
2. Laat de hoofdsteun in de gewenste positie (3) zakken.
Verstellen in voor-/achterwaartse
richting (indien van toepassing)
De hoofdsteun kan in drie standen
naar wens naar voren worden
getrokken. Trek de hoofdsteun
helemaal naar voren en laat hem losom de hoofdsteun helemaal naarachteren te plaatsen.
OLMB033009
OAE036010OAE036009
Page 93 of 566

2-17
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Wanneer u de rugleuning naar
voren klapt terwijl de hoofdsteun
en zitting in een hoge stand staan,
raakt de hoofdsteun mogelijk de
zonneklep of andere onderdelen
van de auto.
Verwijderen/plaatsen
Verwijderen van de hoofdsteun:
1. Zet de rugleuning (2) rechtop metde hendel of de schakelaar voor de
rugleuningverstelling (1).
2. Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk omhoog. 3. Druk de ontgrendelknop op de
hoofdsteun (3) in terwijl u de
hoofdsteun naar boven (4) trekt.
AANWIJZING
OAE036012
OAE036011
■Type A
■Type BOLF034015 Laat tijdens het rijden NOOIT iemand zitten in een stoel
waarvan de hoofdsteun
verwijderd is.
WAARSCHUWING
Page 94 of 566

2-18
Veiligheidssysteem van uw auto
Plaatsen van de hoofdsteun:
1. Zet de rugleuning rechtop.
2. Stop de pennen van dehoofdsteun (2) in de gaten terwijl u
de ontgrendelknop (1) indrukt.
3. Stel de hoofdsteun vervolgens af op de gewenste hoogte. 4. Zet de rugleuning (4) rechtop met
de hendel of de schakelaar voor de
rugleuningverstelling (3).
Hoofdsteunen achterstoelen
Elke achterstoel is voor de veiligheid
en het comfort van de passagier
voorzien van een hoofdsteun.
Controleer of de hoofdsteunen
goed vergrendeld zijn nadat ze
opnieuw geplaatst zijn en of ze
goed zijn afgesteld.
WAARSCHUWING
OAE036014
OAE036013
■
Type A
■Type B
OLMB033016
Page 95 of 566

2-19
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Afstellen van de hoogte
De hoofdsteun hoger afstellen:
1. Trek hem omhoog om hem in degewenste positie (1) te zetten.
De hoofdsteun lager afstellen:
1. Houd de ontgrendelknop (2) op de hoofdsteun ingedrukt.
2. Laat de hoofdsteun in de gewenste positie (3) zakken. Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk
omhoog (2) en druk vervolgens de
ontgrendelknop (1) in om de
hoofdsteun te verwijderen.
Stop de pennen van de hoofdsteun (3) in de gaten terwijl u de
ontgrendelknop (1) indrukt om de
hoofdsteun te plaatsen. Zet hem
vervolgens op de juiste hoogte.
Stoelverwarming en stoelventilatiesysteem
Stoelverwarming voor
(indien van toepassing)
Met de stoelverwarming kunnen de
stoelen bij lage buitentemperaturen
worden verwarmd.
Controleer of de hoofdsteunen
goed vergrendeld zijn nadat ze
in de juiste positie gezet zijn omde inzittenden op de juiste
manier te beschermen.
WAARSCHUWING
OAE036017OAE036072L De stoelverwarming kan
ERNSTIGE BRANDWONDEN
veroorzaken, zelfs bij lage
temperaturen, en in hetbijzonder als de
stoelverwarming gedurende
langere tijd wordt gebruikt.
Passagiers moeten in staat zijn
te voelen of de stoel te warm
wordt, zodat ze destoelverwarming uit kunnen
schakelen, indien noodzakelijk.
Bij personen die
temperatuurwisselingen of pijn
aan de huid niet kunnen voelen,
moet extreme voorzichtigheid
in acht worden genomen, vooral
als het gaat om de volgende
soorten passagiers:
(Vervolg)
WAARSCHUWING
Page 96 of 566

2-20
Veiligheidssysteem van uw auto
Om beschadiging van de stoelverwarming en stoelen te
voorkomen:
Gebruik voor het reinigen van destoelen geen oplosmiddel, zoals
thinner, benzeen, alcohol of
wasbenzine.
Plaats geen zware of scherpe voorwerpen op stoelen die zijn
voorzien van stoelverwarming.
Wijzig de bekleding van de stoel niet. Dit kan de stoelverwarming
beschadigen. De stoelverwarming kan worden
ingeschakeld door op de toets te
drukken voor de bestuurdersstoel
en/of de voorpassagiersstoel terwijlhet contact in stand ON staat. Laat de toetsen in stand UIT staan als
de stoelverwarming niet gebruikt
hoeft te worden.
AANWIJZING(Vervolg)
Kinderen, ouderen,
gehandicapten enziekenhuispatiënten.
Mensen met een gevoelige
huid die gemakkelijkverbranden.
Vermoeide personen.
Dronken personen.
Personen die onder invloed
zijn van medicijnen die het
reactievermogen verminderenof slaap opwekken.
Plaats NOOIT isolerend
materiaal, zoals een deken of
kussen, op de stoel als destoelverwarming is
ingeschakeld. Dit kan tot
oververhitting van de
stoelverwarming leiden, wat kan
resulteren in brand of schadeaan de stoel.
WAARSCHUWING
OAEE036002
Page 97 of 566

2-21
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Iedere keer als u op de toets drukt,verandert de temperatuurinstelling
voor de stoel als volgt:
Door bij ingeschakelde stoelverwarming langer dan 1,5
seconden op de toets te drukken,
wordt de stoelverwarming
uitgeschakeld.
De standaardinstelling voor de stoelverwarming is UIT als de
startknop in stand ON wordt gezet.
Informatie
Als de toetsen voor de
stoelverwarming in stand AAN staan,
wordt de stoelverwarming
automatisch in- of uitgeschakeld,
afhankelijk van de temperatuur van
de stoel.Stoelventilatiesysteem voor (indien van toepassing)
Het stoelventilatiesysteem zorgt voor
het koelen van de stoelen door lucht
te blazen door kleine
uitstroomopeningen in het oppervlak
van de zittingen en de rugleuningen. Laat de toetsen in de stand OFF staan als het niet nodig is het
stoelventilatiesysteem te gebruiken.
Druk, terwijl het contact in stand ON staat, op de toets om debestuurdersstoel of de
voorpassagiersstoel te koelen
(indien van toepassing). Iedere keer als u de schakelaar
indrukt, verandert de luchtstroom
als volgt:
Door bij ingeschakeld stoelventilatiesysteem langer dan1,5 seconden op de toets te
drukken, wordt het
stoelventilatiesysteem
uitgeschakeld.
De standaardinstelling voor het stoelventilatiesysteem is UIT als
de startknop in stand ON wordt
gezet.
i
OAEE036003
UIT HOOG ( )
LAAG ( ) MIDDEN ( )
UIT HOOG ( )
LAAG ( ) MIDDEN ( )
Page 98 of 566

2-22
Veiligheidssysteem van uw auto
Om beschadiging van het stoelventilatiesysteem te
voorkomen:
Gebruik hetstoelventilatiesysteem ALLEEN als het verwarmings- enventilatiesysteem is
ingeschakeld. Als hetstoelventilatiesysteem
gedurende langere tijd gebruikt
wordt terwijl het verwarmings- en
ventilatiesysteem uitgeschakeld
is, kan er een defect ontstaan aanhet stoelventilatiesysteem.
Gebruik voor het reinigen van de stoelen geen oplosmiddel, zoals
thinner, benzeen, alcohol of
wasbenzine.
Voorkom dat er vloeistoffen gemorst worden op het
oppervlak van de zittingen en
rugleuningen van de
voorstoelen; hierdoor zouden de
uitstroomopeningen verstopt
kunnen raken waardoor hetsysteem niet meer correct kanfunctioneren.
(Vervolg)(Vervolg)
Plaats geen materialen zoals
plastic tassen of kranten onder
de stoelen. Deze zouden de
luchtinlaat kunnen blokkeren,
waardoor de uitstroomopeningen
mogelijk niet goed werken.
Zet de motor uit en start hem weer als de uitstroomopeningen
niet werken. We adviseren u de
auto te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer als
dat geen verbetering brengt.
Wijzig de bekleding van de stoel niet. Dit kan hetstoelventilatiesysteem
beschadigen.
Stoelverwarming achter
(indien van toepassing)
De achterstoelverwarming kan
worden ingeschakeld door op een
van de schakelaars te drukken terwijlhet contact in stand ON staat. Laat de toetsen in stand UIT staan als
de stoelverwarming niet gebruikt
hoeft te worden.
AANWIJZING
OAE036023
Page 99 of 566

2-23
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Iedere keer als u op de toets drukt,
verandert de termperatuurinstelling
voor de stoel als volgt:
De standaardinstelling voor de
stoelverwarming is UIT als de
startknop in stand ON wordt gezet.Informatie
Als de toetsen voor de
stoelverwarming in stand AAN staan,
wordt de stoelverwarming
automatisch in- of uitgeschakeld,
afhankelijk van de temperatuur van
de stoel.Ventilatiekanaal batterijpakket
Het koelkanaal van de
hoogspanningsbatterij bevindt zichaan de onderzijde in het midden
tussen de achterstoelen. Het
koelkanaal zorgt voor de koeling van
de hoogspanningsbatterij.
Als het koelkanaal van de
hoogspanningsbatterij verstopt zit,
raakt de hoogspanningsbatterij
mogelijk oververhit. Zorg ervoor dat
er niets het koelkanaal afdekt.
i
UIT HOOG ( ) LAAG ( )
OAEE036004
Page 100 of 566

2-24
Veiligheidssysteem van uw auto
In dit hoofdstuk wordt beschreven
hoe de veiligheidsgordels op de juiste
manier gebruikt worden. Verder
worden er zaken behandeld die
achterwege moeten worden gelaten
bij het gebruik van de
veiligheidsgordels.
Voorzorgsmaatregelen
veiligheidsgordel
Doe altijd uw veiligheidsgordel om en
zorg ervoor dat al uw passagiers dat
ook doen voordat u wegrijdt. Airbags
(indien van toepassing) zijn
ontworpen als aanvulling op de
veiligheidsgordels als extra
veiligheidsvoorziening en niet ter
vervanging ervan. In de meeste
landen is het gebruik van
veiligheidsgordels door alle
inzittenden verplicht.
VVEEIILL IIGG HH EEIIDD SSGG OO RRDD EELLSS
ALLE inzittenden moeten de
veiligheidsgordel dragen als de
auto in beweging is. Neem de
volgende voorzorgsmaatregelen
bij het afstellen en dragen van
de veiligheidsgordels:
Kinderen tot en met 13 jaar moeten altijd op een
achterstoel plaatsnemen en de
gordel op de juiste manier
dragen.
Laat kinderen nooit op de
voorpassagiersstoel
meerijden, tenzij de airbag is
uitgeschakeld. Als een kind op
de voorpassagiersstoel zit,
moet de stoel zo ver mogelijk
naar achteren worden gezet en
moet het kind goed vast
worden gezet.
Vervoer een baby of kind
NOOIT op de schoot van een
andere inzittende.
Rijd NOOIT met een rugleuning die te ver
achterover staat.
(Vervolg)
WAARSCHUWING (Vervolg)
Vervoer nooit meerdere kinderen op één stoel of
vastgezet met één
veiligheidsgordel.
Draag nooit de
schoudergordel onder de arm
door of achter uw rug.
Zet breekbare voorwerpen
nooit vast met een
veiligheidsgordel. Bij krachtigremmen of een aanrijding
kunnen ze beschadigd raken
door de veiligheidsgordel.
Gebruik de veiligheidsgordel
niet in gedraaide toestand. Een
gedraaide veiligheidsgordel
biedt in geval van een ongeval
onvoldoende bescherming.
Gebruik een veiligheidsgordel
waarvan de band of andere
onderdelen beschadigd zijnniet.
Zet de gesp van de
veiligheidsgordel niet vast in
de gordelsluiting van eenandere stoel.
(Vervolg)