Lancia Delta 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2014Pages: 291, PDF Size: 5.3 MB
Page 21 of 291

KENNISMAKING MET DE AUTO19
1
Storing parkeersensoren
(voor bepaalde versies/markten)
Dit lampje gaat branden (of het symbool verschijnt op
het dis play) wanneer er een storing vas tgesteld wordt in
de parkeers ensoren: Op het dis play vers chijnt een s peci-
aal bericht.
Storing bewakingssysteem bandenspanning
(voor bepaalde ver sies/markten)
Dit lampje gaat branden (of het symbool verschijnt op
het dis play) wanneer er een storing vas tgesteld wordt in
het TPMS (voor bepaalde vers ies/markten). Al s er een of
meerdere wielen zonder sens or worden gemonteerd, gaat
er een lampje branden op het in strumentenpaneel, dit blijft
branden tot de oors pronkelijke toestand hersteld is. Op
het dis play vers chijnt een s peciaal bericht.
OPMERKING Als een van bovengenoemde storingen zich
voor
doet, neem dat zo s nel mogelijk contact op met
het Lancia S ervicenetwerk.
Storing AFS
Dit lampje gaat branden (of het symbool verschijnt op
het display) wanneer er een storing vastgesteld wordt in
de AFS (zie paragraaf “Koplampen” in dit hoofd stuk).
Op het display verschijnt een speciaal bericht.
Stuurcorrectie niet beschikbaar
Dit lampje gaat branden (of het symbool verschijnt op
het dis play) wanneer de s tuurcorrectie niet bes chikbaar
i s . Op het dis play vers chijnt een s peciaal bericht. Bezig
met reg eneratie DPF (roetfilter)
(alleen dieselmotoren met DPF) ( geel)
Wanneer de contact sleutel naar MAR wordt ge-
draaid, gaat het lampje branden, maar dit moet
na enkele seconden doven. het lampje gaat continu bran-
den wanneer het DPF systeem bezig is met het verwijde-
ren van de opgehoopte vervuilende deeltje s (roet) door
middel van regeneratie.
Het lampje gaat niet elke keer branden al s het DPF gere-
gener
eerd wordt, alleen wanneer de rijom standigheden zo-
danig zijn dat de bestuurder hiervan op de hoogte moet
zijn. de auto moet tot aan het einde van het regeneratie-
proces in beweging blijven om het lampje te laten doven.
Een regeneratieproces duurt gemiddeld 15 minuten. de op-
timale conditie s voor afronding van het regeneratieproces
worden bereikt door een rijs nelheid van 60 km/u aan te
houden met een toerental boven 2000/min. Als dit lamp-
je gaat branden, wij st dit niet op een storing en hoeft de au-
to dus niet naar een werkplaats te worden gebracht. Wan-
neer het lampje gaat branden, ver schijnt er een s peciaal
bericht op het display (voor bepaalde ver sies/markten).
h
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.58 Pagina 19
Page 22 of 291

20KENNISMAKING MET DE AUTO
Brandstofreserve (geel) Wanneer de contacts leutel naar MAR wordt ge-
draaid, gaat het lampje branden, maar dit moet
na enkele s econden doven. het lampje gaat bran-
den wanneer er nog ongeveer 5 à 7 liter brand stof in
de tank is .
Op het dis play vers chijnt een s peciaal bericht.
BELANGRIJK het lampje knippert om te wijzen op een s to-
ring in het systeem. Laat het systeem controleren door
het Lancia S ervicenetwerk.
K
Pas de rijsnelheid aan de verkeers- en weer-
somstandigheden aan en neem de wegenver-
keerswetgeving in acht. de motor afzetten ter-
wijl het DPF lampje brandt is toegestaan, maar
het meermaals onderbreken van het regeneratie-
proces kan leiden tot voortijdig kwaliteitsverlies van
de motorolie. Daarom wordt steeds aanbevolen te
wachten tot het lampje is gedoofd alvorens de mo-
tor af te zetten, zoals hiervoor is beschreven.
het wordt sterk afgeraden de DPF-generatie bij stil-
staand voertuig te voltooien. Wanneer het lampje blijft branden of tijden s het rijden
gaat branden, wijs t dit op een onjuiste werking van het in-
s puitsysteem; met name duidt een va st brandend lampje
op een s toring in het brands toftoevoer-/inspuitsysteem die
overmatige uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies,
slechte rijeigenschappen en een hoog brandstofverbruik
kan veroorzaken. Bij sommige vers ies vers chijnt een s pe-
ciaal bericht op het di splay . Onder deze om standigheden
kan met gematigde snelheid verder worden gereden zon-
der te veel van de motor te eis en. het langdurig rijden
met continu brandend lampje kan tot schade leiden. Ga
zo snel mogelijk naar een Lancia Servicepunt.
Het lampje dooft nadat de s toring is verdwenen, maar
de storing wordt toch door het systeem in het geheugen
opges lagen.
STORING EOBD/inspuitsysteem ( geel)
Onder normale om standigheden, wanneer
de contacts leutel naar MAR wordt gedraaid, gaat
het lampje branden maar het moet doven zodra
de motor is gestart.
U
Ga zo snel mogelijk naar een Lancia Servi-
cepunt als het lampje Uniet gaat branden
als de sleutel naar MAR wordt gedraaid of
als het lampje continu of knipperend gaat branden
tijdens het rijden (bij sommige versies verschijnt
er ook een bericht op het display). de verkeerspoli-
tie beschikt over speciale apparatuur waarmee
de werking van het lampje Ukan worden gecon-
troleerd. Neem in elk geval de wettelijke voor-
schriften van het land waarin u rijdt in acht.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.58 Pagina 20
Page 23 of 291

KENNISMAKING MET DE AUTO21
1
Geavanceerd ESP-systeem (geel)
Wanneer de contacts leutel naar MAR wordt ge-
draaid, gaat het lampje branden, maar dit moet
na enkele s econden doven. Als het lampje niet uit
gaat of blijft branden samen met de led op de knop A SR
tijdens het rijden, neem dan contact op met het Lancia
S ervicenetwerk. Bij s ommige versies vers chijnt een s pe-
ciaal bericht op het di splay . Als het lampje tijdens het rij-
den gaat knipperen, betekent dir dat het Geavanceerde
E SP-systeem geactiveerd is .
Als de accu wordt lo sgekoppeld, gaat het lampje ábran-
den (en vers chijnt er een bericht op het di splay ) om aan
te geven dat het systeem weer uitgelijnd moet worden.
Om het lampje uit te s chakelen, de volgende initiali satie-
procedure uitvoeren:
❍ draai de contact sleutel naar MAR;
❍ draai het s tuurwiel zowel helemaal naar recht s als naar
links (om de s tand met de wielen recht vooruit te ver-
anderen);
❍ draai de contacts leutel naar de stand STOP en daar-
na naar MAR.
Al s het lampje
ána enkele s
econden niet uitgaat, ga dan
naar een Lancia S ervicepunt.
á
Storing Hill Holder (geel)
Het álampje gaat branden om te wijzen op
een storing in het Hill Holder-systeem. Neem
in dit geval zo s nel mogelijk contact op met
het Lancia S ervicenetwerk. Al s alternatie gaat,
bij sommige vers ies het * symbool op het di s-
play branden.
Op het dis play vers chijnt een s peciaal bericht.
á
*
Voorgloeisysteem
Dit lampje gaat branden wanneer de contact-
s leutel in de s tand MAR wordt gedraaid. het lamp-
je dooft zodra de voorgloeibougie s de van te voren inges tel-
de temperatuur hebben bereikt. Start de motor onmiddel-
lijk nadat het lampje i s gedoofd.
BELANGRIJK Bij hele hoge buitentemperaturen, kan
het lampje s lechts heel kort branden.
Storing voorgloeisysteem
Het lampje knippert om een s toring in het voorgloeisys-
teem aan te geven. Ga zo s nel mogelijk naar een Lancia
S ervicepunt.
Op het dis play vers chijnt een s peciaal bericht.
m
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.58 Pagina 21
Page 24 of 291

22KENNISMAKING MET DE AUTO
Water in dieselfilter (geel)
Wanneer de contacts leutel naar MAR wordt ge-
draaid, gaat het lampje branden, maar dit moet
na enkele s econden doven. het lampje gaat bran-
den als er water in het dies elfilter is waargenomen. Op
het dis play vers chijnt een s peciaal bericht.
c
Water in het brandstoftoevoercircuit kan het in-
spuitsysteem ernstig beschadigen en een onre-
gelmatige werking van de motor veroorzaken.
Als het lampje
cgaat branden (bij bepaalde versies
verschijnt ook een bericht op het display), neem dan
zo snel mogelijk contact op met het Lancia Service-
netwerk om het systeem te laten aftappen. Als het lamp-
je onmiddellijk na het tanken gaat branden, kan het zijn
dat er tijdens het tanken water in de tank terecht is
gekomen: zet de motor onmiddellijk uit en neem con-
tact op met het Lancia Servicenetwerk.
Storing ABS (geel)
Wanneer de contacts leutel naar MAR wordt ge-
draaid, gaat het lampje branden, maar dit moet
na enkele s econden doven. het lampje gaat bran-
den wanneer het systeem niet werkt of niet bes chikbaar
i s . In dit geval blijft het remsysteem normaal werken, maar
zonder de extra pre staties van het AB S-systeem.
Rijd voorzichtig naar het dichts tbijzijnde Lancia Servi-
cepunt om het systeem te laten controleren.
Op het dis play vers chijnt een s peciaal bericht.
>
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.58 Pagina 22
Page 25 of 291

KENNISMAKING MET DE AUTO23
1
Storing Lancia Code-systeem (geel) Dit lampje gaat branden (of het symbool ver-
s chijnt op het dis play), als het continu blijft
branden al s de contacts leutel op MAR is gedraaid,
dan wijs t dit op een mogelijke storing (zie “Lancia Co-
de-systeem”.
Als het lampje
Y(of het symbool op het di splay ) knip-
pert als de motor loopt, dan betekent dit dat de auto niet
beveiligd i s door de s tartblokkering (zie “Lancia Code-
systeem”).
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk om alle
s leutels te laten programmeren.
Storing alarmsysteem
(voor bepaalde ver sies/markten)
Een storing in het alarm systeem wordt aangegeven door
het aangaan van dit lampje (of het ver schijnen van
het symbool op het di splay ). Neem zo snel mogelijk con-
tact op met het Lancia Servicenetwerk.
Op het dis play vers chijnt een s peciaal bericht.
Inbraakpo ging
(voor bepaalde ver sies/markten)
Dit lampje gaat branden (of het symbool verschijnt op
het display) wanneer er een inbraakpoging wordt gede-
tecteerd. Neem zo s nel mogelijk contact op met het Lan-
cia Servicenetwerk.
Op het dis play vers chijnt een s peciaal bericht.
Y
Onvoldoende bandenspanning
(voor bepaalde ver sies/markten)
Wanneer de contactsleutel op MAR wordt ge-
draaid, gaat het lampje branden, maar dit moet
na enkele s econden doven. het lampje gaat branden (geel),
of het symbool ver schijnt op het dis play (rood), als de ban-
dens panning van een of meer banden onder een van te vo-
ren ingestelde waarde zakt. Op die manier waarschuwt
het TPMS de bestuurder en geeft de mogelijkheid aan dat
de band gevaarlijk leeg is en waarschijnlijk lek i s geraakt
(zie paragraaf “TPM S” in dit hoofds tuk).
BELANGRIJK Rijd niet verder met een of meerdere lek-
ke banden, dit kan de bes tuurbaarheid van de auto in
gevaar brengen. Breng de auto tot s tilstand, voorkom
bruus k remmen en s turen. Vervang het wiel meteen door
het noodreservewiel (voor bepaalde versies/markten) of
repareer het m. b. v. de s peciale reparatiekit (zie “Een wiel
vervangen” in hoofds tuk “4”) en neem zo s nel mogelijk
contact op met het Lancia Servicenetwerk.
Controleer de bandenspanning
Wanneer de s leutel op MAR wordt gedraaid, gaat het waar-
s chuwings lampje (bij bepaalde vers ies/markten) branden,
maar dit moet na enkele seconden uitgaan.
Het lampje gaat branden (of het symbool vers chijnt op
het dis play) om de lekke band aan te geven (zie “TPM S”
paragraaf in dit hoofd stuk).
Als twee of meer
dere banden lek zijn, dan worden op
het dis play achtereenvolgen s aanwijzingen gegeven voor
n
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.58 Pagina 23
Page 26 of 291

24KENNISMAKING MET DE AUTO
elk van de banden. Herstel de correcte bandenspanning
zo snel mogelijk (zie paragraaf “Banden spanning bij kou-
de banden” in hoofd stuk “6").
Bandenspanning ongeschikt voor snelheid
Wanneer de s leutel op MAR wordt gedraaid, gaat
het waars chuwingslampje (bij bepaalde ver sies /markten)
branden, maar dit moet na enkele seconden uitgaan.
Indien het noodzakelijk i s met een s nelheid van meer dan
160 km/h te rijden, pomp de banden dan tot een hogere
waarde op dan de in de paragraaf “Banden spanning” in
hoofds tuk “6” vermelde waarden.
Als het TPMS -systeem (voor bepaalde ver sies /markten)
vas ts telt dat de s panning van een of meer banden onge-
s chikt is voor de huidige snelheid, gaat het lampje bran-
den (en ver schijnt er een bericht op het dis play) (zie pa-
ragraaf “Lage bandens panning” in dit hoofdstuk) dit blijft
zo tot het voertuig snelheid mindert tot een s nelheid on-
der de van te voren inge stelde drempelwaarde (zie para-
graaf “TPMS ” in dit hoofd stuk)..
BELANGRIJK Verminder uw snelheid in dit geval on-
middellijk, oververhitte banden zijn van invloed op
de pres taties van de banden, ze kunnen onher stelbaar be-
s chadigd raken en zelf s leiden tot een klapband. Buitengewoon sterke radiofrequentie-interfe-
rentie kan ertoe leiden dat het TPMS niet juist
werkt. de bestuurder wordt hierover ingelicht
met een bericht (voor bepaalde versies/markten).
Het bericht verdwijnt automatisch zodra de storing
is verdwenen.
Storing buitenverlichtin g (geel)
Dit lampje gaat branden (of het symbool ver-
s chijnt op het dis play) wanneer er een s toring
vas tges teld wordt in van de volgende lichten:
❍ stads licht;
❍ remlichten (voor bepaalde vers ies/markten);
❍ mis tachterlichten;
❍ richtingaanwijzer s;
❍ kentekenverlichting;
❍ dagverlichting.
De storing kan de volgende oorzaken hebben: een of meer
lampen doorgebrand, de betreffende zekering (en) door-
gebrand of elektri sche verbinding onderbroken.
Op het dis play vers chijnt een s peciaal bericht.
W
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.58 Pagina 24
Page 27 of 291

KENNISMAKING MET DE AUTO25
1
Mistachterlichten (geel)
Het lampje gaat branden wanneer de mi stach-
terlichten worden inges chakeld.
4
Mistlampen voor (groen)
Dit lampje gaat branden wanneer de mi stlampen
voor worden inges chakeld.
5
Richtingaanwijzers
( g roen – knipperend)
De lampjes gaan branden wanneer de hendel
van de richtingaanwijzer s omlaag of omhoog
wordt gezet of wanneer de knop voor de alarm-
knipperlichten wordt ingedrukt.
F
D
Dagverlichtin g/dimlicht (groen)
Dit lampje gaat branden als
de dagverlichting of het dimlicht wordt
ingeschakeld.
Follow me home
Dit lampje gaat branden wanneer dit systeem inges cha-
keld is (zie “Follow me home”).
Op het dis play vers chijnt een s peciaal bericht.
3
Grootlicht (blauw)
Het lampje gaan branden wanneer het groot-
licht wordt inges chakeld.
1
Cruise-control (groen)
(voor bepaalde ver sies/markten)
Wanneer de contact sleutel naar MAR wordt ge-
draaid, gaat het lampje branden, maar dit moet
na enkele seconden doven. het lampje op het di splay gaat
branden als de draaischakelaar van de crui se-control op
ON wordt gedraaid.
Op het dis play vers chijnt een s peciaal bericht.
Ü
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.58 Pagina 25
Page 28 of 291

26KENNISMAKING MET DE AUTO
DISPLAY
De auto kan uitgerust zijn met een multifunctioneel/her-
configureerbaar di splay dat tijdens het rijden nuttige in-
formatie op bas is van wat eerder is ingesteld aan de be-
s tuurder toont. MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY “STANDAARD”
SCHERM fig. 6
Op het s tandaards cherm wordt de volgende informatie
weergegeven:
A. Datum
B. Mogelijke in schakeling Dualdrive elektris che stuurbe-
krachtiging
C. Aanduiding Sportieve rijmodus (voor bepaalde ver-
s ies /markten)
D. Tijd
E. Kilometerteller (weergave totaal stand aantal gereden ki-
lometers /mijlen)
F. Aanduiding mogelijke aanwezigheid van ij s op de weg
G Buitentemperatuur
H Geprogrammeerd onderhoud sinterval
I Stand hoogteregeling koplampen (alleen bij inge-
s chakeld dimlicht).
fig. 6L0E1000g
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.58 Pagina 26
Page 29 of 291

KENNISMAKING MET DE AUTO27
1
E. Aanwijzingen toestand van het voertuig (bijv. open por-
tieren, eventuele ij svorming op de weg, enz..) /Gear S hift
Indicator (voor bepaalde ver sies /markten)
F. Stand hoogteregeling koplampen (alleen bij inge scha-
keld dimlicht)
G. Buitentemperatuur
Bij sommige vers ies wordt, wanneer de menuoptie “Mo-
torinfo” wordt gekozen, op het di splay de turbodruk weer-
gegeven als de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, fig. 8.
fig. 8L0E0004mfig. 7L0E1033g
HERCONFIGUREERBAAR MULTIFUN CTIONEEL
“STANDAARD” DISPLAY fig. 7
Op het s tandaards cherm wordt de volgende informatie
weergegeven:
A. Tijd
B. Datum
C. Aanduiding Sportieve rijmodus (voor bepaalde ver-
s ies /markten)
D. Kilometerteller (weergave totaal stand aantal gereden
kilometers /mijlen)
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.58 Pagina 27
Page 30 of 291

28KENNISMAKING MET DE AUTO
GEAR SHIFT INDICAT O R
De GSI (Gear S hift Indicator) advis eert de bestuurder
een andere vers nelling in te schakelen via een s peciale aan-
wijzing op het ins trumentenpaneel (zie fig. 9).
Via de GS I wordt de bes tuurder gewaars chuwd dat een an-
dere vers nelling brand stofbes paring kan opleveren.
Wanneer het pictogram S HIFT UP (NSHIFT) op het dis -
play vers chijnt, geeft de GS I het advies om een hogere ver-
s nelling in te schakelen, terwijl wanneer het pictogram
S HIFT DOWN (O SHIFT) vers chijnt, de bes tuurder
wordt geadvis eerd een lagere ver snelling in te s chakelen.
NB de aanwijzing op het in strumentenpaneel blijft bran-
den zolang de bes tuurder niet schakelt of zolang de rij-
oms tandigheden niet terugkeren naar een situatie waarin
s chakelen niet nodig i s om het verbruik te verminderen.
fig. 9L0E1025gfig. 10L0E0005m
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 10
Õ: Om het weergegeven menu en de bijbehorende optie s
naar boven te doorlopen of om de weergegeven waar-
de te verhogen.
S ET: indrukken om het menu te openen en/of naar
het volgende s cherm te gaan of de keuze te beve stigen. In-
gedrukt houden om naar het standaards cherm terug te
keren.
Ô: Om het weergegeven menu en de bijbehorende optie s
naar beneden te doorlopen of om de weergegeven
waarde te verlagen.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.58 Pagina 28