PEUGEOT 107 2012 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2012, Model line: 107, Model: PEUGEOT 107 2012Pages: 140, PDF Size: 4.23 MB
Page 21 of 140

1
Controle tijdens het rijden
19
Instrumentenpaneel
1.Knop voor het weergeven van de
totaalkillometerteller of dagteller
Nulstelling dagteller
2
. Display pictogrammen 3.
Richtingaanwijzers4.
Snelheidsmeter
5. Brandstofniveaumeter 6
. Kilometerteller/dagteller 7.Controlelampje mistlichten voor 8.
Controlelampje mistachterlicht 9.Controlelampje grootlicht
10. Controlelampje dimlicht
Toerenteller
Dicht bij het maximumtoerental: schakel, alsde wijzer van de toerenteller in het rode gebied komt, over naar de volgende versnelling.
11.
Schakelstandindicatie van de 2 Tronic
versnellingsbak.
Page 22 of 140

Controle tijdens het rijden
20
Controle-/waarschuwingslampjes
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Handrem
permanent. De handrem is aangetrokken of niet goed vrijgezet.
Zet de handrem vrij, ter wijl u het rempedaak ingetrapt houdt:
het controlelampje moet nu uitgaan.
Houd u aan de veili
gheidsvoorschriften.
Raadplee
g het hoofdstuk "Handrem" voor meer informatie.
STOP
permanent,in combinatiemet een ander
waarschuwingslampje.
Dit waarschuwingslampje
brandt bij een te lagemotoroliedruk of bij een te hoge
koelvloeistof temperatuur. Zet de auto zo snel mo
gelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
PEUGEOT- net wer k of met een gekwalificeerde werkplaats.
Motoroliedruk
permanent,in combinatie
met hetwaarschuwingslampjeSTOP.
De motoroliedruk is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het
PEUGEOT- net wer k of een gekwalificeerde werkplaats.
Remsysteem
permanent. H
et remvloeistofniveau is te laag. Vul het niveau bi
j met een vloeistof voorzien van een
artikelnummer van PEUGEOT.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren bij het PEUGEOT-netwerk of bij een gekwalificeerde werkplaats.
+
permanent, in combinatie met hetwaarschuwingslampjeABS.
Er is een storing in het
remsysteem. Zet de auto zo snel mo
gelijk op een veilige plaats stil. Zet
het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 23 of 140

1
VSC
Controle tijdens het rijden
21
Antiblokkeersysteem (ABS)
permanent. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerkin
g blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel
mo
gelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Elektronischstabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
permanent. De ASR en/of het ESP zijnactief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een beterekoersstabiliteit.
permanent. Storin
g in de ASR of het ESP. Laat het systeem controleren bij hetPEUGEOT- net wer k of bij een gekwalificeerde werkplaats.
Koelvloeistoftemperatuur
permanent. De temperatuur van de
koelvloeistof is te hoog.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg dan het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Airbags
t
ijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkeleseconden en dooft als het contact wordt aangezet. Het lamp
je moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
knippert. Er is een storing inminimaal een van de airbags.
De airbags worden bij een aanrijding mogelijk niet meer geactiveerd. Laat het systeem controleren bij het
PEUGEOT- net wer k of bij een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Page 24 of 140

P/S
Controle tijdens het rijden
22
Uitschakelen passagiersairbag
permanent. D
e schakelaar van depassagiersairbag staat in destand "OFF".
De frontairbag aan passagierszijde is uitgeschakeld.
In dit geval kunt u een kinderzitjemet de "rug in de rijrichting"plaatsen.
Zet de schakelaar in de stand "ON " om de frontairbag aan
passa
gierszijde in te schakelen. Bevestig in dit geval op deze
zitplaats geen kinderzitje met de "rug in de rijrichting".
Laadstroom accu
permanent. Er is een storin
g in het
laadstroomcircuit van de accu (ver vuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem
dynamo ontspannen of gebroken...).
Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan. Parkeer de auto op een veilige plek.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats als dit niet het geval is.
Elektrischestuurbekrachtiging
permanent. Er is een storing met betrekking tot de elektrischestuurbekrachtiging. Ri
jd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Autogordel(s)voorin niet vastgemaakt/losgemaakt
(volgens uitvoering)
knippert, bij snelheden hoger dan 20 km/h in combinatie met een geluidssignaal.
De bestuurder en/of de
voorpassagier heeft zijn
auto
gordel niet vastgemaakt of
losgemaakt. Trek aan de
gordel en klik de gesp vast in de gesphouder.
Emissieregeling
permanent. Er is een storing in deemissieregeling. Het waarschuwin
gslampje moet doven als de motor wordt gestart.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
2 Tronic versnellingsbak permanent. De 2 Tr o n i c v e r s n e l l i ngsbak isdefect. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Page 25 of 140

1
Controle tijdens het rijden
23
Kilometerteller/dagteller
Meters
De brandstofniveaumeter geeft de resterende
hoeveelheid brandstof aan:-1/1
en zes blokjes: de brandstoftank is vol. -Ren een knipperend blokje: de
brandstoftank is bijna leeg.
Als het contact wordt aangezet, wordt
afhankelijk van de geselecteerde weergave bijhet afzetten van de motor, de kilometerteller of de dagteller weergegeven.
Druk op de knop 1 om afwisselend dekilometer teller en de dagteller weer te geven:
- bij de kilometer teller wordt "ODO"
weergegeven,
- bij de dagteller wordt "TRIP"weergegeven. Houd, als de da
gteller wordt weergegeven, de knop 1 ingedrukt om de dagteller op nulte zetten.
Te l a ag brandstofniveau
Als het brandstofniveau te laag is, gaat hetlaatste blokje knipperen in combinatie met eengeluidssignaal.
U kunt, afhankelijk van de rijomstandighedenen de motoruitvoering, minder dan 50 km met
de resterende hoeveelheid brandstof rijden. De resterende hoeveelheid brandstof
bedraagt nog ongeveer 5 liter. Als het blokje sneller begint te knipperen, bedraagt de resterende hoeveelheid nog ongeveer 3 liter.r
Als de auto is gestrand met een legebrandstoftank, moet minimaal 5 liter brandstof worden getankt.
Brandstofniveaumeter
Page 26 of 140

Controle tijdens het rijden
24
Schakelstandindicator 2 Tronic versnellingsbak
Schakelhendel in de stand EASY (automatische stand)
Selectiehendel in de
handgeschakelde stand
"Neutral" (Neutraalstand)
"Reverse"
(Achteruitversnelling) 1e versnellin
g
2e versnelling
3e versnelling
4e versnelling
5e versnellin
g
Als dit lampje bij draaiende motor gaat branden, duidt dit op een storing
in de 2 Tronic versnellin
gsbak.
Raadplee
g het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats. Waarschuwin
gslampje "!"
De aanduiding " M" verschijnt om
aan te geven dat deze stand isgeselecteerd.
De aanduiding verdwijnt als de standEASY wordt geselecteerd.
De aanduidin
g "E" verschijnt om
aan te geven dat deze stand is geselecteerd.
De aanduiding verdwijnt als dehandgeschakelde stand wordtgeselecteerd.
Page 27 of 140

1
Controle tijdens het rijden
25
Tijd instellen
Autoradio
Druk langer dan 2 seconden op deze knop; de
tijdsweergave gaat knipperen:
Druk op deze knop
(de waarde wordt continu
verhoogd) om de uren in te stellen.
Druk op deze knop
(de waarde wordt continu
verhoogd) om de minuten in te stellen.
Autoradio / Bluetooth
Druk op MENU
en selecteer "Instelling"
.
Selecteer "tijd"om de tijd in te stellen. Ki
es:
- "H+"om het uur te verhogen,
- "H-"om het uur te verlagen,
- "+M"
om de minuten te verhogen, -"-M"om de minuten te verlagen,-"12/24"om de urencyclus te kiezen. Bevestig uw instelling met "OK".
Als de knop gedurende enkeleseconden niet wordt ingedrukt, wordt defunctie automatisch beëindigd.
Page 28 of 140

26Toegang tot de auto
Sleutels / Afstandsbediening
Sleutels
Vergrendelen
Druk op de knop Aom de auto op afstand
te vergrendelen. Dit wordt bevestigd door
het gedurende kor te tijd branden van de richtingaanwijzers.Centrale vergrendeling/ontgrendeling
Met behulp van de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier kunnen alle portieren en de achterklep gelijktijdig vergrendeld of
ontgrendeld worden.
Ontgrendelen
Druk op de knop Bom de auto te ontgrendelen.
Dit wordt bevestigd door het tweemaal
knipperen van de richtingaanwijzers.
Lokaliseren van de auto
Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren
op een parkeerplaats: )Druk op de knop A, de knipperlichten gaaneven branden.
U kunt als aanvulling op de set sleutels (met afstandsbediening) van uw automaximaal drie nieuwe sleutels laten
bijmaken.Bij verlies van alle bij de auto behorende sleutels moet een kostbareen ingrijpende handeling aan uw autoworden verricht. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer u de auto heeft vergrendeld en merkt dat een van de portieren nietgoed is gesloten, sluit dan het portier envergrendel de auto opnieuw.
Met behulp van de sleutel kunnen de
voorport
ieren, de achterklep en de tankdop
vergrendeld en ontgrendeld worden, kan de passagiersairbag worden uitgeschakeld en
wordt het contactslot/stuurslot bediend. Met behulp van de afstandsbedienin
g kan
de auto op afstand worden vergrendeld en ontgrendeld en kan de auto worden gelokaliseerd.
Page 29 of 140

22
27 Toegang tot de auto
Elektronische startblokkering
Batterij van
afstandsbediening ver vangenS
ynchroniseren van de
afstandsbediening
Na het ver vangen van de batterij of in het geval
van een storin
g moet de afstandsbediening gesynchroniseerd worden. ) Zet het contact uit. )
Zet het contact weer aan. )
Druk direct gedurende enkele seconden
op een van de knoppen van de
afstandsbedienin
g. ) Zet het contact uit en ver wijder de sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.Raadpleeg als de storing niet is verholpen het PEUGEOT- net wer k of een gekwalificeerde werkplaats.
Gooi de batterij van de
afstandsbediening niet weg, de
batterij bevat metalen die schadelijk
zijn voor het milieu.
Lever de batterij in bij hetPEUGEOT- net wer k of bij een ander erkend verzamelpunt. Het rijden met vergrendelde por tieren
kan in geval van nood de toegang tot
het interieur belemmeren.
Haal uit veiligheidsover wegingen
(kinderen in de auto) de sleutel uit het
contactslot en neem deze mee als u
de auto verlaat, zelfs al is dit voor korte
duur.
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering.
Ver wijder om de batterij te ver vangen de
schroef en Peugeot Connect het huis met
een muntstuk bij het oog los om de batterij te
vervangen.
Batterij CR 2016/3 V.
Als de afstandsbediening na het ver vangen
van de batterij niet werkt, moet deze opnieuw
gesynchroniseerd worden. De radiografische afstandsbediening
is een gevoelig systeem; het is
raadzaam om niet met de knop van
de afstandsbediening te spelen om te
voorkomen dat de auto per ongeluk
ontgrendeld wordt.
Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening buiten het bereik
van uw auto. De afstandsbediening
kan dan onbruikbaar worden en
moet in dat geval opnieuw worden
gesynchroniseerd. Deze die
fstalbeveiliging blokkeer t het
motormanagementsysteem zodra het contact wordt afgezet en voorkomt zo het starten van
de motor nadat in de auto is ingebroken.
In de sleutel is een chip aan
gebracht die over
een specifieke code beschikt. Bij het aanzetten
van het contact moet de code van de sleutel worden herkend door de star tblokkering, waarna de motor gestar t kan worden.Bij een storing in het systeem kan de auto nietworden gestart.
Raadplee
g het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Page 30 of 140

28Toegang tot de auto
Elektrisch
bedienbare ruiten *
Por tieren
Bestuurdersportier
geopend
Als de knop in deze stand staat, blijft
als het bestuurdersportier is geopend
de plafonnier branden.
Om een por tier te ver
grendelen/ontgrendelen, druk op de knop A.
Enkelvoudige vergrendeling/ontgrendeling:
de por tieren worden onafhaneklijk van elkaar
vergrendeld/ontgrendeld.
Beide achterportieren zijn voorzien van een kinderslot om het openen van binnenuit te
verhinderen.
Duw de knop 1naar de buitenzijde van de auto.Neem bij het verlaten van de auto, zelfsvoor een korte periode, altijd de sleuteluit het contact. De bestuurder moet ervan verzekerdzijn dat de voorpassagier op dejuiste manier gebruik maakt van deelektrische ruitbediening. Zorg er voor dat kinderen zich tijdenshet bedienen van de ruiten niet kunnenbezeren.
Met het bedienen van de handgreep wordt het portier niet ontgrendeld.
Controleer voor het aanzetten van het contact altijd de stand van hetkinderslot.
Dit systeem werkt onafhankelijk van de centrale vergrendeling.
Ver wijder bij het verlaten van de autoaltijd de sleutel uit het contactslot.
Van binnenuit vergrendelen/
ont
grendelen van een portier
Deze functie werkt alleen vanaf hetbestuurdersportier.
Beide voorportieren zi
jn voorzien van elektrischbedienbare ruiten.
Druk bij aangezet contact op de schakelaar 1 of trek hem omhoog. De ruit stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten.
*
Afhankeli
jk van de uitvoering.
Kinderslot
Centrale vergrendeling/ontgrendeling: deportieren en de achterklep worden tegelijker tijd
vergrendeld/ontgrendeld.