Peugeot 206 SW 2003 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2003, Model line: 206 SW, Model: Peugeot 206 SW 2003Pages: 168, PDF Size: 2.12 MB
Page 51 of 168

26-05-2003
RADIOFUNCTIE Opmerkingen over de radio-ontvangst De ontvangst van uw autoradio wijkt af van de ontvangst van uw radio thuis. De ontvangst van langegolf, middengolf en FM- zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aan de kwaliteit van het apparaat,maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels, in tunnels of onder viaducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, de reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebouwen, enz.) en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst. Selecteren van de radiofunctieAutoradio RB3: Druk herhaaldelijk op de toets "SRC".
Autoradio RD3: Druk op de toets R.
Selecteren van het golfbereik Autoradio RB3: Druk kort op de toets "BND/AST"om de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Autoradio RD3: Druk kort op de toets Rom de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Automatisch afstemmen Druk kort op ŽŽn van de toetsen Lof Nom respectievelijk de volgende of vorige zender te selec-
teren. Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. De radio stopt bij de eerste zender die na het loslaten van de toets wordt gevonden.
Als de functie TAis ingeschakeld, wordt alleen afgestemd op zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Eerst worden de sterkste zenders afgezocht in de stand "LO". Daarna wordt in de stand "DX"ook naar zwakkere zenders
gezocht.Druk twee keer kort op de toets Lof Nom direct in de stand "DX"op de zwakkere zenders af te kunnen stemmen.
UW 206 IN DETAIL
48
Page 52 of 168

26-05-2003
Handmatig afstemmen Druk op de toets "MAN".
Druk kort op de toets Lof Nom respectievelijk de volgende of vorige zender te selecteren.
Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. Het zoeken stopt zodra de toets wordt losgelaten.Als de toets "MAN"opnieuw wordt ingedrukt, wordt teruggekeerd naar het automatisch afstemmen op een zender.
Handmatig opslaan van zenders Kies het gewenste station. Houd ŽŽn van de voorkeuzetoetsen "1"t/m "6" langer dan twee seconden ingedrukt.
Het geluid valt weg en keert weer terug: de desbetreffende zender is nu opgeslagen. Automatisch opslaan van FM-zenders (autostore)
Autoradio RB3: Houd de toets "BND/AST"langer dan twee seconden ingedrukt.
Autoradio RD3: Houd de toets "R"langer dan twee seconden ingedrukt.
De autoradio slaat automatisch de 6 sterkste FM-zenders op. Deze zenders worden op de FMast-band opgeslagen.
Als er minder dan 6 zenders worden gevonden, blijven de resterende geheugens ongewijzigd. Oproepen van opgeslagen zenders
Telkens als een van de toetsen "1"t/m "6" wordt ingedrukt, wordt de desbetreffende zender weergegeven.
UW 206 IN DETAIL 49
Page 53 of 168

26-05-2003
RDS Gebruik van de RDS-functie (Radio Data Systeem) op FM De RDS -functie biedt de mogelijkheid om naar een zender te luisteren, ongeacht de verschillende frequenties die voor deze
zender gebruikt worden in de diverse regio's.
Druk kort op de toets "RDS"om de functie in of uit te schakelen.
Op het multifunctionele display verschijnt: Ð "RDS" als deze functie is ingeschakeld,
Ð "(RDS)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Volgen van RDS-zenders
Op het display wordt de naam van de zender aangegeven. Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds de sterkste zender die hetzelfde programma uitzendt.
Verkeersinformatie Druk op de toets "TA"om deze functie in of uit te schakelen.
Op het display verschijnt: Ð "TA" als deze functie is ingeschakeld,
Ð "(TA)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Als deze functie is ingeschakeld, wordt de geluidsbron die op dat moment te horen is (radio, cassette, CD of CD-wisselaar) onderbroken om voorrang te verlenen aan de ontvangen verkeersinformatie. Druk op de toets "TA"om de verkeersinformatie te onderbreken, de functie is dan uitgeschakeld.
N.B.: Het volume van de verkeersinformatie is onafhankelijk van het normale volume van de radio. U kunt dit instel- len met de volumeknop. De instelling wordt opgeslagen en gebruikt bij volgende berichten. Regionale functie (REG) Sommige gekoppelde zenders zenden op bepaalde tijdstippen op dezelfde frequentie verschillende, regionale programma- 's uit. Met deze functie kan een regionaal programma worden beluisterd. Houd hiervoor de toets "RDS"langer dan twee seconden ingedrukt om deze functie in of uit te schakelen.
UW 206 IN DETAIL
50
Page 54 of 168

26-05-2003
PTY-functie: autoradio RD3
Met behulp van deze functie kunnen zenders met een specifieke programmering (info, cultuur, sport, pop...) beluisterd worden.Houd, als FMis geselecteerd, de toets "TA"langer dan twee seconden ingedrukt om deze functie in of uit te
schakelen. Zoeken van een PTY-programmering:
Ð Schakel de PTY-functie in,
Ð Druk kort op ŽŽn van de toetsen Lof Nom een overzicht met de verschillende programma-
types weer te geven,
Ð Als er een programma naar wens wordt weergegeven, houd dan ŽŽn van de toetsen Lof N
langer dan twee seconden ingedrukt om automatisch af te stemmen (na het afstemmen wordt de PTY -functie weer uitgeschakeld).
In de stand PTYkunnen de verschillende programmatypes worden opgeslagen. Houd daarvoor de voorkeuzetoetsen "1"
t/m "6" langer dan twee seconden ingedrukt. Een bepaalde programmering kan nu worden opgeroepen door de desbetref-
fende toets kort in te drukken.
EON: autoradio RD3 Dit systeem maakt koppelingen tussen zenders in hetzelfde gebied. Bij dit systeem is het mogelijk om automatisch naar andere zenders binnen het gebied over te schakelen die verkeersinformatie of een PTY-programmering uitzenden.
De EON-functie werkt alleen als de functie TAof PTY is ingeschakeld.
UW 206 IN DETAIL 51
Page 55 of 168

26-05-2003
CD-SPELER: AUTORADIO RD3 Selecteren van de CD-spelerZodra een CD in de CD-speler wordt gestoken met het etiket naar boven gericht, zal de CD-speler de CD automatisch afspelen. Als er al een CD in het apparaat zit, druk dan op de toets Q.
Uitwerpen van een CD Druk op de toets Som de CD uit de CD-speler te werpen.
Selecteren van een nummer van de CD Druk op de toets Lom het volgende nummer te selecteren.
Druk op de toets Nom terug te gaan naar het begin van het afgespeelde nummer of het vorige
nummer.
Versneld afspelen Houd ŽŽn van de toetsen Lof Nlang ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten. Random-functie (RDM) Houd, op het moment dat de CD-speler als geluidsbron is gekozen, de toets Q2 seconden ingedrukt. De nummers van de
CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk de toets Qopnieuw 2 seconden in om weer op normaal spelen
over te schakelen. De random-functie wordt uitgeschakeld zodra de radio wordt uitgezet.
UW 206 IN DETAIL 53
Het gebruik van gekraste CD's kan storingen veroorzaken. Gebruik uitsluitend CD's met een ronde vorm.
Page 56 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL55
CD-WISSELAAR 6 CD's*
Deze is aan de linkerzijde in de bagageruimte aangebracht en kan maximaal
6 CD's bevatten. Een CD in de CD-wisselaar plaatsen:
Ð Open de schuifklep
A.
Ð Druk op de toets Bom het magazijn Cuit de CD-wisselaar te nemen.
Ð Trek aan de lip Dom een van de 6 sledes van het magazijn te openen.
Ð Plaats de CD met de bedrukte zijde naar boven in het magazijn en sluit dit .
Ð Plaats het magazijn in de CD-wisselaar in de richting van de pijl.
Ð Sluit de schuifklep A.
CD-WISSELAAR 5 CD's*Deze is in het dashboardkastje aan- gebracht en kan maximaal 5 CD'sbevatten. Steek de CD's met de bedrukte zijde naar boven in het magazijn. Druk lang op ŽŽn van de toetsen
"1"
t/m "5" om de desbetreffende CD uit
te werpen.
* Volgens land van bestemming.
Het gebruik van gekraste CD's kan storingen veroorzaken. Gebruik uitsluitend CD's met een ronde vorm.
Page 57 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL
56
Pijltjestoetsen: Met behulp van de pijltjestoetsen kan een item op het scherm worden geselecteerd. In het beginmenu kan met behulp van de pijl- tjestoetsen "omhoog" en "omlaag" de lichtsterktevan het scherm worden ingesteld. Door tijdens het navigeren op de pijltjestoets "links" of "rechts" te drukken wordt tijdelijk de volledigenaam van de straat weergegeven als deze gedeel-telijk buiten het scherm valt.
menu : het indrukken van deze toets geeft toegang tot hethoofdmenu. Deze toets kan op elk gewenst momentworden ingedrukt.
esc : escape-toetsKort indrukken: annuleren van de actuele handelingen terug naar het vorige scherm. Langer dan 2 seconden indrukken: terug naar beginmenu. Deze toets kan vanuit elk menu worden ingedrukt. Deze functie werkt niet tijdens het navigeren.
mod : mode-toetsKort indrukken: wisselen tussen weergave van datum,navigeren, radio en permanente plaatsbepaling.
val : bevestigingstoetsBevestigen van de geselecteerde functie.
Type van de 2 batterijen: 1,5 V type LR03.
NAVIGATIESYSTEEM Presentatie Het navigatiesysteem helpt u door middel van beeld en geluid om debestemming van uw keuze te bereiken. Het systeem berust op een bestand met cartografische gegevens en eenGPS-systeem (Global PositioningSystem). Dit systeem bepaalt uwpositie met behulp van een aantalsatellieten. Het navigatiesysteem bestaat uit de volgende onderdelen:
Ð de afstandsbediening.
Ð het display.
Ð de computer.
Ð de schakelaar voor het herhalen van het laatste gesproken bericht.
Ð de CD-rom.
Ð de multifunctionele antenne. De afstandsbediening Door de afstandsbediening op het display te richten kunnen de verschillende functies worden geselecteerd.
De afstandsbediening kan in een speciaal daarvoor bestemd vak in het dash-boardkastje worden opgeborgen.
Sommige functies of diensten in deze handleiding kunnen vari‘ren,afhankelijk van de gebruikte
CD-rom of het land van bestemming.
Page 58 of 168

26-05-2003
Het display De functies van de verschillende menu's verschijnen aan de onderkant van het scherm: 1.Gekozen functie.
2. Functie niet beschikbaar in deze situatie.
3. Functie beschikbaar.
Opmerking: In de optie "Lijst"kunnen maximaal
80 adressen worden opgeslagen.
UW 206 IN DETAIL 57
Tijdens het navigeren geeft het scherm verschillende soor- ten informatie afhankelijk van de uit te voeren manoeuvres. 1.
Afstand tot de volgende manoeuvre.
2. Volgende manoeuvre.
3. Volgende afslag.
4. Tijd.
5. Buitentemperatuur.
6. Huidige weg.
7. Afstand tot de eindbestemming.
8. Uit te voeren manoeuvre.
Page 59 of 168

26-05-2003
De computer Deze bevindt zich in het dashboardkastje. 1.Toets voor het uitwerpen van de CD-rom.
2. CD-romspeler.
3. Controlelampje ON. Dit lampje geeft aan dat de com-
puter AAN is.
4. Controlelampje CD. Dit lampje geeft aan dat er eenCD-rom in de speler steekt.
5. Opbergvak voor de afstandsbediening. De schakelaar voor het herhalen van het laatstegesproken bericht
Als de knop op het uiteindevan de ruitenwisserschake-laar ŽŽn keer wordt ingedrukt,wordt het laatste gesprokenbericht herhaald of eventueel
een nauwkeurigere kaart weergegeven in combinatie meteen gesproken bericht. De CD-rom
Deze bevat alle cartografi- sche gegevens. De CD-rom moet met de bedrukte zijde naar boven in
de speler worden gestoken.
Gebruik alleen door PEUGEOT goedgekeurde CD-roms.
Het navigatiesysteem is actief als de wereldbol volledig ver-licht wordt weergegeven.
UW 206 IN DETAIL
58
Het gebruik van' gekraste CD's kan storingen ver- oorzaken.
Page 60 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL59
Hoofdmenu
Zet het contact AAN. Druk op de toets
"Menu"om het hoofdmenu op te roepen.
Kies met behulp van de pijltjestoetsen een functie en bevestig uw keuze (toets "VAL").
Na het selecteren van het menu "Navigatie/Begeleiding"ver-
schijnt een scherm met aanwijzingen voor het gebruik van het navigatiesysteem. Houd u aan de gegeven aanwijzingen engebruik de afstandsbediening niet tijdens het rijden. Druk op de toets "VAL"om naar het volgende scherm te gaan.
Het menu "Navigatie/Begeleiding" biedt de volgende
mogelijkheden:
Ð invoeren van het adres van een nieuwe bestemming.
Ð kiezen van een dienst (hotel, restaurant, vliegveld...) in een plaats.
Ð kiezen van een adres uit het geheugen.
Ð toegang tot het menu "Navigatie-opties".
Ð als het navigatiesysteem gebruikt wordt, kunnen de audiofuncties niet gebruikt worden.
Navigatie